• No results found

Het transitieproces in deeldomeinen

Sociaal-economische effecten in Nederland

R- strategieën om richting van de transitie te duiden

4.4 Het transitieproces in deeldomeinen

De transitie naar een circulaire economie vraagt veranderingen in alle sectoren en product- groepen. Door de grote verschillen tussen producten en sectoren is het waarschijnlijk dat de veranderingsprocessen ook zullen verschillen in snelheid en richting. Door in te zoomen op specifieke ketens of productgroepen, is gedetailleerdere sturingsinformatie te verkrijgen. Om gevoel te krijgen voor de verschillen en overeenkomsten, zijn vier deeldomeinen nader bestudeerd. Het gaat om plastic verpakkingen, apparaten geproduceerd door de maak- industrie, kleding en plantaardige vleesvervangers. Voor de eerste drie productgroepen is in workshops en persoonlijke interviews gesproken met gemiddeld 15 personen die actief zijn binnen een productgroep (Hekkert et al. 2020; Elzinga et al. 2020c). Voor plantaardige vleesvervangers is gebruik gemaakt van een diepgaand lopend onderzoek aan de

Universiteit Utrecht (Tziva et al. 2020).

De voortgang van de transitie verschilt per domein

Er zijn aanzienlijke verschillen zichtbaar tussen de verschillende productgroepen. In het geval van plantaardige eiwitten en kunststofverpakkingen is er sprake van een lange geschiedenis waarin geëxperimenteerd is en wordt met circulaire oplossingen. Bij de verpakkingen is de overheid al een lange periode bezig om de industrie te bewegen tot een transitie. Dit heeft geleid tot een zeer goed georganiseerd innovatiesysteem waarbij de benodigde financiële middelen worden gegenereerd door het afvalfonds, kennis wordt ontwikkeld in het Kenniscentrum Duurzame Verpakkingen en waar korte lijntjes zijn ontstaan tussen de sector en beleidsmakers. Ook voor plantaardige eiwitten is een bloeiende sector ontstaan waarbij steeds meer coördinatie van activiteiten plaatsvindt. Binnen de textielketen en de maakindustrie is de circulaire economie als thema pas recent op de agenda gekomen en zijn de vorderingen nog beperkt.

Bij eiwitten en verpakkingen is de transitie niet begonnen vanwege het thema circulaire economie, maar vanwege andere maatschappelijke aanleidingen. Bij plastic verpakkingen zijn veranderingen ingezet door het afvalbeleid en sinds decennia is er een zoektocht gaande naar vleesvervangers vanwege dierenwelzijn, de impact van vleesproductie op klimaat, en negatieve gezondheidseffecten gerelateerd aan vleesconsumptie. Recentelijk zijn deze initiatieven rond plastic verpakkingen en vleesvervangers onderdeel gaan uitmaken van de transitie naar een circulaire economie.

Marktvraag is drijfveer voor plantaardige eiwitten

De omschakeling van dierlijke naar plantaardige eiwitten wordt als circulaire oplossing gezien, omdat hierdoor een aanzienlijke reductie in grondstoffengebruik en bijbehorende effecten kan worden gerealiseerd. Als zodanig staat dit prominent in de transitieagenda Biomassa en voedsel genoemd. Al langer bestaat een vrij kleine en stabiele markt voor vleesvervangers (PBL 2020e). Vegetariërs en veganisten waren de belangrijkste consumenten van vleesvervangers.

Voortgang transitieproces | 161

Het hele speelveld veranderde drastisch door de ontwikkeling van een nieuwe eiwit- extrusie technologie, waarmee plantaardige eiwitten kunnen worden geproduceerd met een gelijksoortige ‘bite’ als vlees. Door de kwaliteitssprong die met deze technologie mogelijk werd en door ambitieus ondernemerschap, groeide de marktvraag naar vleesvervangers. Er ontstond een grote groep flexitariërs voor wie het nieuwe product interessant genoeg was om minder vlees te consumeren. De groei van de markt trok grotere voedingsbedrijven aan. Er is nu een mix van ondernemers actief, waaronder nieuwe toetreders tot de Nederlandse markt zoals Beyond Meat, grote voedingsbedrijven zoals Unilever die de Vegetarische Slager heeft gekocht, en zelfs typische vleesbedrijven die productielijnen ombouwen naar plant aardige lijnen. Opvallend is dat overheidsbeleid hierin een beperkte rol heeft gespeeld. Wel heeft de overheid in een vroege fase onderzoek naar de nieuwe extrusietechnologie gefinancierd.

Circulair heeft positie verworven op strategische agenda van verpakkings-, kleding-, en apparatenindustrie

Waar de transitie naar meer plantwaardige eiwitten niet wordt gedreven door circulaire argumenten, is de circulaire economie wel degelijk een belangrijk thema binnen de andere domeinen. In het geval van de textiel- en maakindustrie begint de circulaire economie een bekend thema te worden en er ontstaat een gevoel van urgentie bij industriële partijen. Circulariteit heeft daarmee een positie verworven op de strategische agenda. Dit is een belangrijke eerste stap in het transitieproces. Bij verpakkingen stond recycling en hergebruik al veel langer op de agenda en de bestaande initiatieven passen binnen het circulaire kader.

Gebrek aan markt is belemmering bij plastic verpakkingen, kleding en apparaten

In tegenstelling tot de ontwikkelingen bij vleesvervangers, zijn grote partijen binnen de domeinen textiel en apparaten terughoudend met het experimenteren en opschalen van circulaire businessmodellen. Tijdens de workshops noemen de bedrijven het afwezig zijn van een marktvraag als belangrijke reden hiervoor. Partijen in beide sectoren geven aan dat de consument nog geen grote belangstelling heeft voor circulaire producten en bijna niet bereid is om daarvoor te betalen of om hier het gedrag op af te stemmen. Voor textiel betreft dit de eindconsument en in het geval van de maakindustrie gaat het om business-to- business-interacties. De partijen wijzen ook op het ontbreken van beleidsmaatregelen die circulaire producten aantrekkelijker maken of verplicht stellen. Door het gebrek aan marktvorming, zijn bedrijven zeer voorzichtig met investeringen in circulaire producten. In het geval van plastic verpakkingen is er lang staand beleid om verpakkingen in te zamelen en te recyclen. Hier is een infrastructuur voor aangelegd en veel partijen zijn actief met inzameling, scheiding en verwerking. Desondanks geven partijen tijdens de workshop aan dat het gebrek aan een markt op dit moment een grote barrière vormt voor verdere ontwik- kelingen. Er zijn voldoende initiatieven om een aanzienlijke secundaire materiaalstroom te genereren, maar dit recyclaat kan onvoldoende worden afgezet. Verpakkende bedrijven kiezen nu nog steeds voor primaire grondstoffen, met name vanwege de lage olieprijs. Er is daarnaast ook weinig druk (of andersoortige prikkels) op verpakkingsbedrijven om te kiezen voor recyclaat. In het PlasticPact zijn vrijwillige afspraken gemaakt over het toepassen van

162 | Integrale Circulaire Economie Rapportage 2021

minimale percentages recyclaat, maar deze afspraken hebben nog niet geleid tot een aanmerkelijke toename in de vraag naar recyclaat. De sector geeft aan dat het ook nodig is om de consument op te leiden om producten van secundair materiaal te accepteren en dat ook de verpakkende bedrijven meer kennis dienen op te doen over de mogelijkheden van secundair materiaal.

Inzet van zowel overheid als bedrijven is nodig voor marktvorming

Veel van de bedrijven die hebben deelgenomen aan de workshops geven aan dat de overheid onvoldoende actief is om een markt voor circulaire oplossingen af te dwingen. Gelijktijdig kan ook gesteld worden dat bedrijven onvoldoende ondernemend zijn om circulaire producten zo interessant te maken dat consumenten deze producten op grote schaal aanschaffen. Zo staat circulariteit nog niet heel hoog op de R&D-agenda bij veel bedrijven. Ook hebben de marketeers zich nog niet toegelegd op dit thema. Circulariteit is tot nu toe veelal het domein van sustainability officers. Er is dus sprake van een vicieuze cirkel waarbij een afwezige marktvraag ertoe leidt dat de circulaire economie laag op de agenda staat van R&D en marketing, waardoor er geen interessante proposities worden bedacht die ervoor zorgen dat klanten kiezen voor circulaire producten en diensten. Voor de transitie naar een circulaire economie is het belangrijk dat deze vicieuze cirkel wordt doorbroken.

Nieuwkomers laten zien wat mogelijk is

Bij kleding, eiwitten en apparaten worden de meest baanbrekende initiatieven ontplooid door ofwel nieuwkomers, ofwel kleinere bestaande partijen die echt iets te winnen hebben bij circulaire innovaties door onderscheidend te zijn van reguliere en grotere bedrijven. Deze kleinere partijen zijn belangrijk om de weg te wijzen. Ze laten zien wat er mogelijk is. In de maakindustrie zijn er nieuwkomers die compleet nieuwe businessmodellen hanteren, die gebaseerd zijn op nieuwe product-dienstcombinaties, waarbij productgebruik in plaats van eigendom van het product wordt aangeboden. Deze nieuwe partijen maken nog wel gebruik van de producten die worden geleverd door bestaande grote spelers. In het geval van textiel zijn het vervezelaars en spinners die experimenteren met nieuwe materialen op basis van gerecyclede vezels en nieuwe kledingmerken die volledig circulaire business- modellen ontwikkelen. Ook in het geval van de eiwittransitie waren het nieuwe bedrijven die als eerste de mogelijkheden van de nieuwe extrusietechnologie zagen, aantrekkelijke producten ontwikkelden en een nieuw marktsegment aanboorden.

Padafhankelijkheid maakt preventie, hergebruik en inzet recyclaat uitdagend

Zoals eerder gesteld is er sprake van langdurig beleid ten aanzien van verpakkingen en een goed georganiseerde sector. De oorspronkelijke reden hiervoor was het Nederlandse afvalbeleid, dat is overgegaan in het circulaire-economiebeleid. Het feit dat het beleid van oorsprong gericht is op het reduceren van afval, heeft wel grote consequenties voor de manier waarop het circulaire-economiebeleid momenteel wordt uitgevoerd.

Voortgang transitieproces | 163

Het beleid is er van oudsher op gericht om zo veel mogelijk afval te voorkomen. Dit heeft ertoe geleid dat de focus ligt op volumedoelstellingen: zo veel mogelijk plastics scheiden van de rest van het afval om zodoende de hoeveelheid afval te reduceren. De focus lag daarmee niet zo zeer op het zo hoogwaardig mogelijk kunnen toepassen van recyclaat in plastic producten. Het succesvol kunnen toepassen van recyclaat vraagt om minimale kwaliteitseisen waar het recyclaat aan moet voldoen. Naarmate de kwaliteit hoger is, is de inzet van recyclaat gemakkelijker.

De afgelopen jaren is onderkend dat er een verschuiving dient plaats te vinden van volume- beleid naar het verhogen van de kwaliteit van het recyclaat en het zorgdragen voor de daadwerkelijke toepassing ervan in producten. Dit is zichtbaar in de Transitieagenda Kunststoffen en het PlasticPact. Het is echter waarschijnlijk dat het nog wat tijd nodig zal hebben voordat de kwaliteit en toepassing van recyclaat op grote schaal is toegenomen. Wat verder opvalt is dat strategieën hoog op de R-ladder, zoals hergebruik en preventie (reuse en

refuse en rethink), minder aandacht krijgen. We zouden dus kunnen stellen dat de lange

geschiedenis van deze transitie die gestart is vanuit een focus op afval, heeft geleid tot een zekere padafhankelijkheid (of zelfs lock-in) die hogere R-strategieën uitsluit. Vanwege deze eerdere ontwikkelingen is het ingewikkeld om radicale veranderingen door te voeren, zoals benodigd voor bijvoorbeeld preventie, hergebruik, een verplicht percentage inzet recyclaat en het toepassen van de beste beschikbare technologie. Het PlasticPact zet hier nu wel op in.

4.5 Samenvatting en conclusies