Transcript Experiment Manen
1
Zondag 15 april 2018
2 3
Drie minuten overleggen:
4
Stan: Als we nu gewoon zo doen en heel veel stokjes bij elkaar doen.
5
Lauren: Je kan misschien beter eerst zoiets maken hé.
6
Stan: Ja en dan omhoog bouwen.
7
Ties: Ja maar mama, hoe wil jij het dan omhoog gaan bouwen?
8
Lauren: Met een touwtje. Dan kun je ze hier misschien wel inzetten als je het een beetje slim doet.
9
Ties: Ja! Stan ga eens aan de kant.
10
Arianne: Jullie mogen nog niet bouwen. Alleen overleggen.
11
Lauren: Ik zou zoiets doen en dat ding moet er boven op hé?
12
Arianne: Ja en hij moet zo hoog mogelijk.
13
Stan: Laat mij dat eens proberen?
14
Ties: Dus als het kan het liefst al deze op.
15
Lauren: Nee, je moet wel iets hebben dat…
16
Arianne: Ik denk niet dat het lukt.
17
Ties: Ja tegen de muur misschien aan.
18
Stan: Met plakband zo er omheen wikkelen.
19
Ties: Mama! Mama…
20
Lauren: Kijk zo.
21
Ties: Mama, kunnen we hem niet tegen de muur aan bouwen? Mag dat?
22
Arianne: Nee, hij moet zelf kunnen staan.
23
Ties: Maar daar heb je niets over gezegd.
24
Lauren: Jawel, volgens mij wel. Ik zou zoiets hier beginnen. Een piramide achtig.
25
Stan: Wat nou als we. Ja als je dan heel veel plakband gebruikt.
26
Lauren: Dan moeten we wel verder. Dan moeten we omhoog. En dan?
27
Stan: Ja met touw. En touw.
28
Ties: Misschien, want deze is best dik, dat je er één bovenop zet. En dat je dan een klein stukje
29
plakband hebt.
30
Lauren: Dat kan.
31
Stan: Dat je dit zo.
32
Ties: Ja kijk. En dat je dan bijvoorbeeld.
33
Lauren: Misschien moet je er wel zes nemen ja.
34
Stan: Ja en dan zoiets.
35
Ties: Wat kan een beetje. Er moet in principe overal een beetje staan.
36
Lauren: Dat je er zeven hebt.
37
Ties: Ja.
38
Stan: Zeg maar even zo.
39
Ties: Ja en dan met tape er omheen.
40
Lauren: Misschien moeten we er wel meer.
41
Ties: Zeg maar net zoals we in Zwitserland dat tipi tentje hebben. Ofzo.
42
Stan: Met heel veel tape en touw er omheen.
Arianne: En de taakverdeling? Misschien moeten jullie dat ook overleggen? Wie doet wat.
44
Stan: Ties doet als laatste de marshmallow erop.
45
Ties: Ik doe wel als laatste de dinges erop.
46
Stan: Heel veel plakband moet je ervoor gebruiken Ties.
47
Ties: Wat?
48
Stan: Je moet heel veel plakband gebruiken.
49
Lauren: Nee, dat hoeft misschien helemaal niet.
50
Stan: Dat denk ik wel.
51
Ties: Hoezo? Maar Stan hoe kan je… Stan.
52
Lauren: Ik denk dat je een wat dikker groepje moet nemen. Misschien als je het zo houdt… Dat hij wel
53
blijft staan. Misschien nog wel meer. En dan kun je er hier één tussen doen.
54
Stan: Misschien dat…
55
Ties: Ja dat bedoelde ik mama, met omhoog bouwen.
56
Lauren: Twee of drie.
57
Stan: En heel veel plakband.
58
Lauren: Ja.
59
Stan: En dan hier ook wat plakband doen.
60
Ties: En dan bijvoorbeeld zeggen, van deze.
61
Lauren: Ja hij moet blijven staan hé. Dus ik zou hem een beetje wijd doen. Dan heb je meer kans dat hij
62
blijft staan.
63
Ties: Mag je deze bijvoorbeeld hier inzetten?
64
Arianne: Dat mag. Ja. Heel slim.
65
Ties: Zeg maar als hij een beetje gaat schuiven.
66 67
Zeven minuten uitvoer:
68
Lauren: Ja dan kan hij niet.
69
Stan: Ja dan moet hier een beetje plakband om.
70
Lauren: Ik zou er een touwtje omheen doen. Touwtje denk ik.
71
Stan: Ja oké, touw.
72
Ties: Schaar.
73
Lauren: Niet zoveel touw. Niet zoveel touw. Klein stukje, hier.
74
Ties: Ja, ja jemig.
75
Stan: Dan moet deze er omheen gewikkeld worden. Zo moet het ja.
76
Lauren: Even een knoopje maken.
77
Ties: Even je vinger eronder. Zo.
78
Lauren: Ja nu zit hij misschien weer te strak. Denk ik.
79
Stan: Nee hoor. Dan kan je deze misschien…
80
Ties: Zit hij te strak?
81
Stan: Dan kan je dit misschien weer zo doen.
82
Lauren: Die zou ik…
83
Stan: Die kan er misschien weer onder het touw doen.
84
Lauren: Je moet ze gewoon weer vastbinden ernaast. Maar wel een beetje aan elke kant wat anders
85
krijg je geen evenwicht.
Stan: Misschien dat je nu zo moet doen en dan er weer omheen wikkelen. En dan weer aan de andere
87
kant.
88
Lauren: Ja dat zou kunnen. Dan moet je dat proberen. Ik weet het niet.
89
Stan: Touw. Ties ik heb touw nodig.
90
Ties: Knapt hij dan niet los?
91
Lauren: Dat weten we niet. Dat zien we van zelf.
92
Ties: Want ik denk dat hij niet stevig genoeg is. Dit is leuk!
93
Stan: We hebben nog tape hé.
94
Lauren: Waar heb je nu dat begin dan?
95
Stan: Daarzo.
96
Ties: We moeten toch nog iets anders doen. Een knoopje in.
97
Lauren: We hebben maar zeven minuten hé. Kom op! Handige Harry.
98
Stan: Ik ben niet de slimste.
99
Lauren: Nee dat blijkt.
100
Stan: Zo.
101
Lauren: Wacht. Kijk zo gaat iets sneller.
102
Stan: Volgens mij ben jij de slimmerik.
103
Lauren: Heb ik aan jullie doorgegeven toch? Of niet? Knoopje erin.
104
Ties: Kijk Stan ik kan tenminste een fatsoenlijk knoopje maken.
105
Stan: Ja maar ik pak alvast de stokjes. Hij kan gewoon nog een heel eind.
106
Arianne: Tot het plafond moet hij.
107
Lauren: Dan moeten we nog wel een hele hoop.
108
Ties: Dan moeten we op de tafel staan om de marshmallow erop te doen.
109
Lauren: Schiet nu maar op.
110
Stan: Tempo. Ik wil niet verliezen.
111
Lauren: Wat is de hoogste?
112
Arianne: Twee stokjes. Twee spaghetti stokjes.
113
Stan: Dus dit.
114
Arianne: Ja.
115
Stan: Dus als wij nu nog ééntje hoger krijgen.
116
Arianne: Dan staan jullie vooraan.
117
Ties: Oeh jongens. En meisje.
118
Stan: Kan die iets losser?
119
Lauren: Ja dat wilt niet.
120
Stan: Misschien dat je hem zo nog kunt ondersteunen?
121
Lauren: Omdat je hem daar te veel…
122
Ties: Aan hebt getrokken.
123
Lauren: Probeer maar aan deze kant een beetje. Die kant.
124
Stan: Ties touw.
125
Ties: Als jij bijvoorbeeld aan die kant.
126
Lauren: Niet zo’n groot stuk touw. Hier. Ja naar rechts.
127
Stan: Nee dat andere.
128
Lauren: Oh kijk het knapt al daar onder.
129
Ties: Waar? Chippies.
Lauren: Houd vast. Los daar. Los.
131
Stan: Misschien moeten we iets meer plakband gaan gebruiken.
132
Ties: Stan tape dat een beetje vast.
133
Lauren: Misschien kunnen we wel onderaan een beetje dubbelzijdig doen.
134
Stan: Plak dat er eens even bij.
135
Ties: Dat is gewoon normaal hoor.
136
Arianne: Jullie hebben nog drie minuten.
137
Ties: Nee daar zit hij toch los.
138
Stan: Ik doe eerst even dit, rustig.
139
Ties: Oeh. Mama de marshmallow moet er ook nog op hé. De marshmallow moet erop toch?
140
Arianne: Ja.
141
Lauren: Wat ben jij nu aan het doen dan?
142
Stan: Dit even aan het vast maken.
143
Ties: Mag ik de schaar?
144
Stan: Die valt.
145
Lauren: Het is te zwaar.
146
Ties: Moet er een gaatje in de marshmallow?
147
Stan: Waar is de tape?
148
Lauren: Die heb je net zelf daar omheen gedaan Harry. Wacht, wacht.
149
Ties: Dikke vette loser.
150
Lauren: Twee stokjes. Wij hebben al drie stokjes. Als we er nu voor zorgen dat hij blijft staan.
151
Ties: Hoelang moet de toren blijven staan?
152
Lauren: Wacht houdt vast.
153
Arianne: Hij moet zo lang mogelijk blijven staan. Maar vijf seconden minimaal.
154
Lauren: Je moeder heeft een nieuwe idee.
155
Ties: Je hebt wel vaker ideeën.
156
Lauren: Hee oppassen jij hé.
157
Ties: Hoezo?
158
Lauren: Daarom.
159
Stan: Oh dat je hem er zo tussen kan doen.
160
Ties: Hoezo? Ik heb… Je zegt, oh echt waar. Je zegt net de hele tijd dat ik jou dingen moet geven.
161
Stan: Wat als we nou, ik zal het even laten zien. Wat als je nu nog een keer zo doet voor de stevigheid?
162
Lauren: Ja dat kan. Je moet even kijken hij gaat die kant op, dus zou ik hem eerder aan deze kant doen.
163
Nee hier. Aan deze kant.
164
Stan: Zo.
165
Ties: Maar kijk mama, dan moet je dat hier natuurlijk ook nog doen want hij hangt nu daar naartoe.
166
Dan hangt hij juist een beetje naar die kant.
167
Stan: Hoelang nog?
168
Lauren: We moeten opschieten.
169
Arianne: Jullie hebben nog een minuutje.
170
Stan: Je moet hem wel omhoog houden.
171
Lauren: Kom op, nog een minuutje.
172
Stan: Ties mag ik de schaar.
173
Ties: Ja wat heb je.
Lauren: Opschieten jongens.
175
Stan: Wat een chaos.
176
Arianne: Nog een halve minuut.
177
Lauren: Hoelang moet hij staan?
178
Arianne: Vijf seconden.
179
Stan: Houd vast!
180
Ties: Ik ben iets met de marshmallow aan het proberen.
181
Lauren: Doe die marshmallow er alvast op.
182
Ties: Ja maar kijk.
183
Stan: Heel veel tape. Heel veel tape.
184
Lauren: Die marshmallow kun je er zo opprikken. Dat is niet zo erg. Dit zit vast.
185
Ties: Met een touwtje staat hij tenminste.
186
Lauren: Vijf seconden moet hij staan hé.
187
Arianne: Jullie tijd is om.