• No results found

4.3 Sterkte en zwaktepunten van de earningsstrippingmaatregel

4.4.4 Toetsing aan de hand van vraagstelling C

De huidige renteaftrekbeperkingen kennen naast de al ruimschoots behandelde nadelen ook een aantal voordelen. Indien deze voordelen verdwijnen kan dit leiden tot bijvoorbeeld een slechter vestigingsklimaat. Een eerste voordeel van de huidige renteaftrekbeperkingen heeft betrekking op het specifieke karakter van de bepalingen. De artikelen 10a en 15ad worden geroemd door het relatief beperkte bereik. Hetzelfde geldt eigenlijk ook voor artikel 13l en zelfs artikel 10b. Naar mijn mening is de huidige wetgeving hiermee eerlijker, doordat niet elke rentelast slachtoffer kan worden van een renteaftrekbeperking. In feite maakt het nieuwe artikel 15b inbreuk op het principe dat alle rentekosten aftrekbaar zijn: dit zijn ze namelijk slechts voor dertig procent van de winst. Zodoende kan het gerichte karakter van de huidige wetgeving gemist gaan worden met de introductie van artikel 15b en het verdwijnen van enkele huidige bepalingen.

Een ander groot voordeel van de huidige wetgeving is dat -eindelijk- het zo ongewenste Bosalgat is gedicht middels artikel 13l. Aangezien artikel 13l gaat verdwijnen, kan de vraag opdoemen of er dan weer een dergelijk groot gat ontstaat. Dit is niet zo: de

earningsstrippingmaatregel zorgt op een andere wijze dat rente alleen aftrekbaar is van winsten. Hierdoor wordt het gemis van artikel 13l nagenoeg voorkomen.

Ook de franchisen van artikel 13l en artikel 15ad worden als positief punt gezien van de huidige wetgeving. Een franchise voorziet voornamelijk in de doelstelling om MKB-bedrijven geen last te laten ondervinden van de regelingen inzake deelnemingsrente en overnamerenten. Ook het nieuwe artikel 15b kent een franchise, die gelijk is aan artikel 15ad en zelfs hoger is dan artikel 13l. Er is echter wel één essentieel verschil. De grondslag met betrekking tot de franchisen is compleet verschillend. Bij artikel 13l en artikel 15ad gaat het slechts om de rente op schulden die zien op deelnemingsrente en overnamerenten. Dit is bij de gemiddelde

ondernemer vaak relatief laag, waardoor de franchise vaak toegepast kan worden en er geen renteaftrekbeperking geldt. Bij het voorgestelde artikel 15b is de grondslag echter gebaseerd op alle schulden van een bedrijf. Hierdoor zal een gemiddelde ondernemer sneller de

gevolgen ondervinden van artikel 15b. De conclusie is daarmee dat de gewenste franchisen ook gelden in de nieuwe wetgeving, maar dat het verschil in de grondslag van de nieuwe renteaftrekbeperking ervoor zorgt dat de nieuwe franchise een beperkter bereik heeft.

4.5 Conclusie

Dit hoofdstuk zijn de voor- en nadelen van zowel de renteaftrekbeperking die voortvloeit uit ATAD 1 alsmede de huidige renteaftrekbeperkingen behandeld. Tevens is er een vergelijking gemaakt tussen de voor- en nadelen van beide regelingen. De huidige renteaftrekbeperkingen hebben als grootste nadeel dat, door de verschillende achtergronden van de verschillende bepalingen, zij samen een complex en onoverzichtelijk geheel zijn. Ook de huidige renteaftrekbeperkingen hebben individueel een aantal nadelen. Zo is artikel 10a voor interpretatie vatbaar door de ruime woordkeuze en kan de compenserende heffing als omslachtig worden omschreven. Artikel 10b wordt door ongeveer de hele fiscale literatuur omschreven als een maatregel die niet voldoet, de belastingneutraliteit aantast en tevens

| 47 | Nick van den Akker, 10198113 gemakkelijk te omzeilen is. Zodoende wordt door menigeen gepleit voor het verdwijnen van deze bepaling. De nadelen van artikel 13l zien voornamelijk op de complexiteit van de

bepaling. Het artikel kent een lastige uitzonderingsregeling die veel makkelijker weergegeven had kunnen worden. Artikel 15ad is wellicht overbodig en kent tevens geen

tegenbewijsregeling. Hierdoor ontstaat een dubbele belastingheffing en is de economische realiteit in het geding.

Al met al zorgen al deze nadelen van de huidige renteaftrekbeperkingen vooral voor een inbreuk op de belastingneutraliteit door een gebrek aan economische realiteit en

onduidelijkheid vanwege de complexiteit van de artikelen. Wanneer dit wordt vergeleken met de earningsstrippingmaatregel in het voorgestelde artikel 15b Wet VPB, kan worden

geconcludeerd dat een gedeelte van deze nadelen verdwijnen door de introductie van de voorgestelde wetgeving. Artikel 15b zorgt voor veel meer duidelijkheid door de eenvoud van de bepaling. Door deze eenvoud komt er zodoende minder behoefte aan fiscale advisering, wat een positief effect heeft op de belastingneutraliteit. Artikel 15b lost echter niet alle belastingneutraliteitsproblemen op, want de kans op dubbele belastingheffing blijft ondanks het verwachte verdwijnen van artikel 15ad bestaan. Ook blijf door het fiscale verschil tussen eigen vermogen en vreemd vermogen de economisch realiteit in het geding.

Uiteraard kent de huidige wetgeving ook significante voordelen. De bepalingen, met in het bijzonder artikel 10a en artikel 15ad, zijn specifiek en hebben zodoende een juist bereik. Ook het ongewenste Bosalgat en de problemen met fraus legis zijn door de verschillende

bepalingen gedicht. Bovendien zijn de bekende problemen met de verschillende artikelen middels reparatiewetgeving ondertussen wel gedicht, waardoor er nu relatief weinig

inhoudelijk nieuwe jurisprudentie naar buiten komt. Tevens is er een ruime franchise in zowel artikel 13l als artikel 15ad, wat de MKB-ondernemers ten goede komt. Als wordt gekeken naar het voorgestelde artikel 15b komen niet al deze voordelen ook in de nieuwe wetgeving tot uiting. Artikel 15b is een algemene renteaftrekbeperking en is zodoende lang niet zo specifiek als de huidige bepalingen. Tevens helpt de nieuwe franchise een kleiner aantal ondernemers, doordat de franchise nu afhankelijk wordt gesteld van alle schulden. In de artikelen 13l en 15ad was de grondslag waarop de franchise werd toegepast veel beperkter. Het is niet te verwachten dat door de nieuwe wetgeving het Bosalgat opnieuw ontstaat door de koppeling van de renteaftrekbeperking met de EBITDA. Het niet schrappen van artikel 10a zorgt ervoor dat de problemen met fraus legis niet opnieuw naar voren komen.

Het voorgestelde artikel 15b heeft zelf ook zijn sterke- en zwaktepunten. Een groot voordeel ziet op de fixed ratio. De fixed ratio is gebaseerd op de hoeveelheid aan rentelasten ten opzichte van de winst. Dit heeft het gevolg dat ondernemingen met rentelasten deze alleen kunnen aftrekken als er voldoende winst wordt gemaakt. Winstverschuiving naar laag-belaste landen wordt hiermee wellicht voorkomen. Keerzijde van het feit dat de fixed ratio

afhankelijk is van de winst, ligt in het feit dat de uitwerking van een renteaftrekbeperking pas bekend is na afloop van het boekjaar. Dit zorgt voor onzekerheid voor belastingplichtigen. Daarnaast kent de earningsstrippingmaatregel nog een aantal andere nadelen. De belangrijkste

| 48 | Nick van den Akker, 10198113 hiervan is het procyclische effect. In tijden van economische crisis kan dit leiden tot ee n negatieve invloed op de bedrijfseconomische keuzes van een belastingplichtige. Ook het feit dat belastingplichtige ondernemers die vanuit een puur zakelijk oogpunt schulden aangaan getroffen kunnen worden door de regeling, is mijns inziens onwenselijk. Ook het ontbreken van een groepsregeling kan als een zwakker punt van het voorgestelde artikel 15b worden gezien. Het gemis van een dergelijke groepsregeling zorgt ervoor dat individuele

belastingplichtigen vaker de dupe zijn van de earningsstrippingmaatregel. Om deze

ongewenste situatie te voorkomen dienen zij binnen een concern te schuiven met het vreemd vermogen. Ook de franchise wordt vanwege de ruime grondslag als laag gezien en zorgt hiermee wellicht voor problemen voor het MKB. Bovendien kent het voorgestelde artikel 15b geen overgangsrecht.

Samenvattend richt de kritiek zich voornamelijk op de door artikel 15b geïntroduceerde ongewenste invloed op bedrijfseconomische van belastingplichtigen. Dit is een essentieel verschil met de huidige regelgeving, welke veel van deze nadelen niet kende. De invloed op de bedrijfseconomische keuzes wordt voornamelijk gestuurd door het ontbreken van een tegenbewijsregeling en dat er sprake is van een algemene renteaftrekbeperking. Bedrijven die onbewust grondslaguitholling of winstverschuiving creëren en hiervan geen voordeel hebben, kunnen nu ook geraakt worden door artikel 15b. Zij kunnen deze oneerlijke situatie niet herstellen met behulp van een tegenbewijsregeling. Dit alles heeft invloed op de

bedrijfseconomische keuzes, iets dat zeker niet wenselijk is voor een fiscale wettelijke bepaling.

| 49 | Nick van den Akker, 10198113

Hoofdstuk 5 – Buitenlandse alternatieven voor de Nederlandse