• No results found

Toekomstige activiteiten en vergunningverlening

In document Natura 2000 Beheerplan 24. Witterveld (pagina 173-175)

Dit beheerplan kan niet voor alle activiteiten duidelijkheid geven over de mogelijke effecten op de Natura 2000-doelstellingen. Bestaande en nieuwe activiteiten die niet in het beheerplan zijn beschreven of een duidelijke verandering van de activiteiten zoals beschreven in dit beheerplan, kunnen mogelijk vergunningplichtig zijn in het kader van de Nb-wet 1998.

Of een activiteit ook daadwerkelijk vergunningplichtig is, hangt af van de mogelijke effecten die de activiteit heeft op de Natura 2000-doelstellingen. Deze mogelijke effecten hangen niet alleen samen met de aard en omvang van de activiteit, maar ook met de tijdsduur, de plaats en de periode. Bij de toetsing van mogelijke effecten van een activiteit moet ook rekening worden gehouden met functies buiten het gebied zoals foerageergebied, broedgebied en verbindingszones. Voor het uitvoeren van activiteiten die mogelijk negatieve effecten hebben op de Natura 2000-

doelstellingen van het Witterveld, is wellicht een Nb-wetvergunning nodig.

Wel is het mogelijk om aan te geven welke aandachtspunten aanwezig zijn voor de verschillende categorieën van gebruik. Hiervoor wordt hieronder per

gebruikscategorie aangegeven welke mogelijke aandachtspunten aanwezig zijn in relatie tot de instandhoudingsdoelstellingen in het kader van Natura 2000. Delfstoffen

Het winnen van delfstoffen, waaronder ook waterwinning valt, kan een relatie hebben met de knelpunten ten aanzien van verdroging. Bij het bepalen van de invloed van deze vorm van activiteiten op Natura 2000-doelstelling is invloed op de hydrologie een punt van aandacht. Daarnaast kan verstoring van de rust een punt van aandacht zijn wanneer deze activiteiten in de directe nabijheid van de Natura 2000-begrenzing plaats vindt.

Natuurbeheer en –onderhoud

Bij het uitvoeren van Natuurbeheer kan er een relatie zijn met het knelpunt verstoring van de rust en het knelpunt ten aanzien van aanbod van geschikt leefgebied. Ten aanzien van de activiteiten die verband houden met het omvormen van bos (N7 t/m N12) moet rekening worden gehouden met de vogelrichtlijnsoorten die primair afhankelijk zijn van een bosrijke omgeving. Bij grootschalige omvorming van bos is het van belang te bepalen wat de invloed is op het leefgebied van

bosafhankelijk soorten en de doelstellingen in het kader van Natura 2000. Ten aanzien van het aspect verstoring van de rust is het van belang om bij de uitvoering van beheer rekening te houden met gevoelige periode zoals het broedseizoen voor vogels. Bij het uitvoeren van grootschalige kap is vooroverleg met het bevoegd gezag gewenst.

Uitbreiding van begrazing en het doen van onderzoek zijn voorgestelde

beheermaatregelen die geen negatief effect hebben op de instandhoudingsdoelen. Immers het onderzoek betreft het meten van grondwaterstanden etc. Dat op zich

heeft geen effect op de doelen. Al enige jaren vindt er begrazing plaats in het Witterveld. Uitbreiding ervan zal alleen gebeuren als dit zodanig wordt opgezet dat het geen negatief effect heeft op de doelen. Uiteraard omdat begrazing nu juist bedoeld is om een positieve impuls te geven aan de doelen. Dus vergunning verlening is bij genoemde beheermaatregelen niet aan de orde.

Waterbeheer

Waterbeheer heeft een relatie met het knelpunt verdroging en het knelpunt vermesting en verzuring. Bij veranderingen in het waterbeheer die zouden kunnen leiden tot verandering in de huidige waterstanden en de bestaande interne en externe waterhuishouding is het van belang te bepalen welke invloed deze

veranderingen hebben op de hydrologie en de doelstellingen in het kader van Natura 2000. Het inlaten en doorvoeren van water met een slechte kwaliteit heeft een relatie met het knelpunt vermesting en verzuring. Van belang is dat de doorvoer en inlaat van kwalitatief minder goed water zoveel mogelijk voorkomen wordt.

Landbouwkundig gebruik

De aspecten van landbouwkundig gebruik binnen en buiten het gebied die

samenhangen met de uitstoot van verzurende stoffen hebben wel een directe relatie met de eerder geformuleerde knelpunten ten aanzien van verzuring en vermesting. Bij uitbereiding, wijzigingen of nieuw vestiging van agrarische activiteiten moet altijd bepaald worden wat de invloed is op het knelpunt verzuring en vermesting en de doelstellingen in het kader van Natura 2000. Bij uitbereiding, wijzigingen of nieuw vestiging van agrarische activiteiten is vooroverleg met het bevoegd gezag gewenst. Overige agrarische activiteiten buiten het gebied hebben op moment van schrijven van het beheerplan geen relatie met de geformuleerde knelpunten uitgezonderd wellicht de nieuwe drainage en beregening. Voor deze vormen van agrarisch gebruik is dan ook geen sprake van negatieve effecten op de Natura 2000-doelen voor het Witterveld. Ten aanzien van vergunningverlening zijn deze overige agrarische activiteiten buiten het gebied is er geen aanleiding om deze activiteiten vergunningplicht te maken in het kader van de Nb-wet.

Recreatie

De recreatieve activiteiten die voortkomen uit evenementen en / of gebonden zijn aan projecten, zoals realisatie van nieuwe verblijfsrecreatie, kunnen een relatie hebben met het knelpunt verstoring van de rust en aanbod geschikt leefgebied. Voor deze recreatieve activiteiten en projecten is het van belang te bepalen of er sprake is van verstorende factoren zoals geluid, licht, optische aanwezigheid en/of

mechanische verstoring, die kunnen resulteren in verstoring van de rust en aanbod van geschikt leefgebied en daarmee van invloed zijn op de doelstellingen in het kader van Natura 2000. Bij uitbreiding, wijziging of nieuw vestiging van

verblijfsrecreatie of grote evenementen is vooroverleg met het bevoegd gezag gewenst.

Infrastructuur

Bij de aanleg van nieuwe infrastructuur kan er een relatie zijn met de knelpunten ten aanzien van de verstoring van rust en het aanbod van geschikt leefgebied. En er kan een relatie zijn met het knelpunt vermesting en verzuring wanneer de aanleg van nieuwe infrastructuur resulteert in een toenamen van gemotoriseerd verkeer. Daarnaast kan de aanleg van nieuwe infrastructuur ook een relatie hebben met het knelpunt verdroging wanneer hiervoor wijzigingen in de bestaande

waterhuishouding noodzakelijk zijn. Bij de aanleg van nieuwe infrastructuur binnen of in de directe nabijheid van het gebied is het van belang te bepalen wat de invloed is op de knelpunten rust en aanbod van geschikt leefgebied, verzuring en

vermesting en verdroging en de doelstellingen in het kader van Natura 2000. Wonen

Bewoning van de huidige daarvoor bestemde percelen en binnen het vigerende bestemmingsplan aangewezen oppervlakten kan gewoon doorgang vinden. Deze vorm van gebruik heeft geen directe relatie met de geformuleerde knelpunten, mits de activiteit binnen de kaders van het vigerende bestemmingsplan is gelegen. Bij de uitbreiding van het woonoppervlak, anders dan zoals geformuleerd in het vigerende bestemmingsplan, zal hiervoor een toetsing in het kader van de Nb-wet moeten plaats vinden. Deze ontwikkeling zou mogelijke effecten op de waterhuishouding en het aanbod van geschikt leefgebied kunnen hebben.

Overig gebruik

Voor overige vormen van gebruik is moeilijk te bepalen wat de aandachtpunten zijn bij het bepalen van invloed op de doelstellingen in het kader van Natura 2000. Van belang bij het toetsen van overige knelpunten is te bepalen of er een relatie is met de knelpunten zoals geformuleerd in het beheerplan. En of er naast een relatie met deze knelpunten nog andere aspecten zijn die een invloed kunnen hebben op de doelstellingen in het kader van Natura 2000. In paragraaf 8.5 staan enkele belangrijke gevoeligheden uitgewerkt waar bij de toetsing van overig gebruik rekening mee kan worden gehouden.

In document Natura 2000 Beheerplan 24. Witterveld (pagina 173-175)