• No results found

Huidige activiteiten en vergunningverlening

In document Natura 2000 Beheerplan 24. Witterveld (pagina 170-173)

Bij de toetsing van bestaande activiteiten in het achtergronddocument “Toetsing huidige activiteiten” is ingegaan op bestaand gebruik en op enkele concrete nieuwe en toekomstige ontwikkelingen. Uit deze toetsing is gebleken dat de meeste huidige activiteiten (onder voorwaarden) voortgang kunnen vinden en geen knelpunt vormen met de Natura 2000-doelstellingen. Wanneer deze huidige activiteiten wezenlijk veranderen in ruimte en tijd moet de activiteit worden beschouwd als nieuwe activiteit en/of project. Knelpunten met de instandhoudingsdoelstellingen zijn dan niet meer op voorhand uit te sluiten. Voor deze nieuwe activiteiten en ontwikkelingen gelden in beginsel de procedures zoals deze zijn beschreven in paragraaf 8.4.

Drainage en beregening

Op grond van de Natuurbeschermingswet kan de aanleg van drainage en beregening uit grondwater rond Natura 2000 gebieden vergunningplichtig zijn als drainage of beregening de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura 2000-gebied kan verslechteren of een significant verstorend effect kan hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Met de partners uit het Groenmanifest (LTO Noord, Staatsbosbeheer, Stichting Het Drentse Landschap, Natuurmonumenten en Natuur en Milieufederatie Drenthe) is overeenstemming bereikt over hoe om te gaan met drainage en beregening in de randzone van Natura2000 gebieden. De oplossing kenmerkt zich door een gefaseerde aanpak. De aanpak resulteert in een eindfase in de vorm van het van een uitgevoerd

verbeterpakket en met de instelling van een overgangszone. In de tussentijd wordt een onderzoekszone ingesteld.

Eindfase (na uitvoering verbeterpakket) en overgangszone

Om verdroging van Natura 2000-gebieden tegen te gaan en te verminderen en tevens een goede landbouwpraktijk mogelijk te maken wordt door middel van een gebiedsgerichte benadering een overgangszone bepaald. Binnen deze

overgangszone wordt een verbeterpakket ontwikkeld en uitgevoerd om de hydrologische toestand van het Natura 2000 gebied verder te verbeteren in samenhang met het realiseren van goede omstandigheden voor landbouwkundig gebruik. Tegen de achtergrond dat het niet de bedoeling is dwingend inbreuk te plegen op bestaand gebruik, kan dit verbeterpakket ook betrekking hebben op bestaande drainage en beregening en de vervanging daarvan. De overgangszone richt zich op het gebied waar het grootste effect kan worden verwacht bij het optimaliseren van de waterhuishouding. De breedte van de overgangszone is verder afhankelijk van de kwetsbaarheid van de aanwezige habitattypen in het Natura 2000

gebied en de geohydrologie. De grootte van de overgangszone moet per Natura 2000 gebied nog nader worden bepaald.

Deze aanpak heeft het karakter van een passende beoordeling voor het gebied. Op basis daarvan worden voor de overgangszone algemene regels gesteld voor het aanleggen en vervangen van drainage en het onttrekken van grondwater voor beregening. Als voldaan wordt aan de algemene regels en het verbeterpakket is uitgevoerd is het aanleggen en vervangen van drainage en het onttrekken van grondwater voor beregening niet vergunningplichtig. Voorwaarde is wel dat de uitwerking per overgangszone als passende beoordeling in het beheerplan wordt opgenomen. De beheerplannen moeten na de uitwerking hierop worden aangepast conform de daarvoor geldende procedures.

Het aanleggen en vervangen van drainage en de grondwateronttrekking voor beregening buiten de overgangszones worden na vaststelling van de

overgangszones en na uitvoering van het verbeterpakket binnen de

overgangszones, geacht geen verslechterend of significant verstorend effect in de zin van art. 19d van de Natuurbeschermingswet te hebben en zijn daarmee niet vergunningplichtig.

Onderzoekszone

In de tussentijd zolang de eindfase nog niet is bereikt, is een onderzoekszone ingesteld (kaart in bijlage). Deze onderzoekszone is een gekozen afbakening van een gebied waar op basis van onderzoek hydrologische interactie met het

Natura2000 gebied wordt ingeschat. De begrenzing van de onderzoekszone is niet bedoeld om hier structureel waterhuishoudkundig- of andersoortig beleid of regelgeving op te baseren.

Bij de begrenzing van de onderzoekszone is rekening gehouden met de berekende hydrologische beïnvloedingszone (Nadere detaillering beïnvloedingszones N2000, externe werking drainage en beregening, Grontmij Nederland B.V.,Groningen, 14 augustus 2015). De onderzoekszone is aan de noordzijde begrensd op A28 en Baggelhuizerplas. De oostzijde is begrensd op weg langs TT-circuit. Aan de westzijde is het recreatiebedrijf vanwege de berekende invloedszone opgenomen in de

onderzoekszone. De zuidgrens ligt op de weg grenzend aan het Natura2000, omdat hier een beperkte beïnvloedingszone is uitgerekend.

Bij de aanleg van drainage en bij nieuwe grondwateronttrekkingen ten behoeve van beregening binnen deze onderzoekszones dient een voortoets te worden uitgevoerd. De voortoets heeft tot doel na te gaan, of er een verslechterend of significant verstorend effect optreedt in de zin van art. 19d van de Natuurbeschermingswet. Is dat het geval, dan dient de initiatiefnemer de vergunningprocedure te volgen en dient hij een passende beoordeling te maken. Laat de voortoets zien dat er geen verslechterend of significant verstorend effect optreedt, dan is de aanleg van drainage of een nieuwe grondwateronttrekking ten behoeve van beregening niet vergunningplichtig. De voortoets wordt na aanvraag door de provincie gefinancierd met een nog nader te bepalen maximum aantal aanvragen per jaar.

Het aanleggen en vervangen van drainage en de grondwateronttrekking voor beregening buiten de onderzoekszones worden geacht geen verslechterend of significant verstorend effect in de zin van art. 19d van de Natuurbeschermingswet te hebben en zijn daarmee niet vergunningplichtig.

Nieuwe grondwateronttrekkingen ten behoeve van beregening binnen een grens van 200 m van de grens van een Natura 2000 gebied worden geacht een verslechterend of significant verstorend effect te hebben in de zin van art. 19d

Natuurbeschermingswet, tenzij de initiatiefnemer met een passende beoordeling aantoont dat dit niet het geval is.

Bestaande drainage

Voor de bestaande drainages en grondwateronttrekkingen ten behoeve van beregeningsinstallaties en voor de vervanging daarvan geldt dat er binnen de onderzoekszone geen vergunningplicht geldt voor drainage aangelegd voor 1 november 2015. Bestaand gebruik is meegenomen in de gebiedsanalyses van de PAS in relatie tot de instandhoudingsdoelstellingen.

Voorwaarde om te kunnen spreken van vervanging van bestaande drainage is dat de drainage op maximaal dezelfde diepte wordt uitgevoerd met dezelfde tussenruimtes en maximaal dezelfde capaciteit. Hierbij wordt uitgegaan van de oorspronkelijke functionaliteit. Mocht de bestaande drainage op een ondieper niveau worden vervangen, dan mogen de tussenruimtes kleiner zijn, mits er sprake is van een vergelijkbaar effect aan het maaiveld

Proces

In onderstaande tabel is het omgaan met drainage en beregening in de randzone van het Natura2000 gebied samengevat.

Fase 1 Fase 2 Fase 3 (eindfase)

Onderzoekzones vastgesteld waar voortoets voor aanleg drainage en nieuwe grondwateronttrekking geldt

Verfijning onderzoekzones waar voortoets voor aanleg drainage en nieuwe

grondwateronttrekking geldt

Overgangszones waar algemene regels gelden voor aanleg en vervangen drainage en grondwateronttrekking Bepalen en vaststellen overgangszones Ontwikkeling en uitvoering verbeterpakket Verbeterpakket uitgevoerd Bepalen algemene regels

Geen nieuwe grondwateronttrekking binnen 200 m Geen nieuwe grondwateronttrekking binnen 200 m Binnen de overgangszones gelden de algemene regels Geen vergunningplicht voor bestaande drainage en grondwateronttrekking en vervanging* daarvan binnen onderzoekszones

Geen vergunningplicht voor bestaande drainage en grondwateronttrekking en vervanging* daarvan binnen onderzoekszones Binnen de overgangszones gelden de algemene regels Geen vergunningplicht aanleg en vervanging drainage en grondwateronttrekking buiten onderzoekzones Geen vergunningplicht aanleg en vervanging drainage en grondwateronttrekking buiten onderzoekzones Geen vergunningplicht aanleg en vervanging drainage en grondwateronttrekking buiten overgangszones *Vervanging van drainage is maximaal op dezelfde diepte met dezelfde tussenruimtes en maximaal dezelfde capaciteit (peildatum 1 november 2015). Mocht de bestaande drainage op een ondieper niveau worden vervangen, dan mogen de tussenruimtes kleiner zijn, mits er sprake is van een vergelijkbaar effect aan het maaiveld

Voor een aantal van deze huidige activiteiten (categorie 4) zijn concrete

voorwaarden geformuleerd waarbinnen in ieder geval geen negatieve effecten te verwachten zijn. Wanneer deze huidige activiteiten (categorie 4b) voortgang vinden binnen de geformuleerde voorwaarden dan zullen er geen negatieve effecten optreden op de aangewezen instandhoudingsdoelstelling en hoeft er ook geen vergunning aangevraagd te worden in het kader van de Nb-wet. Deze voorwaarden zijn uitgewerkt in hoofdstuk 4 (paragraaf 4.3).

In document Natura 2000 Beheerplan 24. Witterveld (pagina 170-173)