• No results found

4.2 Beleid: Relevante wetgeving en (beleid)plannen

4.2.2 Rijksbeleid

Het Rijk zet zich in om de biodiversiteit te behouden door duurzame maatregelen te treffen zodat soorten die van nature in 1982 voorkwamen te laten voortbestaan. Hiervoor zijn onder andere maatregelen opgenomen in het Plattelandsontwikkeling Programma 2007-2013 (POP2). Dit is een europees subsidieprogramma gericht op de versterking van het platteland. Een belangrijke doelstelling in de periode 2007- 2013 is het verhogen van de kwaliteit van natuur en landschap.

In het Investeringsbudget Landelijk gebied (ILG) zijn rijksmiddelen en rijksdoelen samengevoegd voor gebiedsontwikkeling. Belangrijk hierin is een gezamenlijke aanpak van natuur, landschap, recreatie, landbouw, milieu en water. In de Wet Inrichting Landelijk gebied is dit beleid vastgelegd.

Waterwet

De waterwet vormt de basis voor normen die aan watersystemen kunnen worden gesteld en voegt acht wetten samen. De waterwet regelt het beheer van het oppervlaktewater en grondwater en verbetert de samenhang tussen waterbeleid en de ruimtelijke ordening. Een gevolg van het bundelen is dat er ook slechts één watervergunning hoeft te worden afgegeven De toepassing van de waterwet is gericht op het voorkomen en (waar nodig) beperken van overstromingen,

wateroverlast en waterschaarste in samenhang met de bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen en het vervullen van maatschappelijke functies door watersystemen. Voor regionale wateren zullen de verordeningen en plannen van de provincies normen bevatten om ‘bovenstaande’ te kunnen realiseren.

Besluit Kwaliteitseisen en Monitoring Water (BKMW)

In het Besluit Kwaliteitseisen en Monitoring Water (BKMW 2009) worden ter

implementatie van de Kaderrichtlijn Water (KRW), de Richtlijn Prioritaire Stoffen en de Grondwaterrichtlijn eisen gesteld, waaraan de kwaliteit van de oppervlakte- en grondwaterlichamen in Nederland in beginsel moet voldoen. De door de richtlijnen vereiste kwaliteit is de zogenaamde goede watertoestand, die eind 2015 moet zijn gehaald, tenzij een legitiem beroep kan worden gedaan op één van de

uitzonderingen van de KRW (zoals fasering of doelverlaging). Nationaal Waterplan (NWP)

De 4e nota waterhuishouding is in 2009 vervangen door het nationaal Waterplan.

Het waterplan beschrijft de maatregelen die genomen moeten worden om Nederland veilig en leefbaar te houden en de kansen die water biedt beter te benutten. De nationale stroomgebieden zoals verwoord in de KRW zijn als bijlage opgenomen in het waterplan. Het Witterveld ligt in de deelstroomgebieden Eems en Rijn-Oost. De afstemming van de normen voor grond- en oppervlaktewater zal pas plaatsvinden nadat de instandhoudingsdoelen en beheerplannen van het Natura2000-gebied definitief zijn vastgesteld (zie ook 4.2.1., Kaderrichtlijn Water ).

Wet Milieubeheer

De bescherming van het milieu vindt plaats door de Wet milieubeheer. Hierin zijn regels geformuleerd hoe de overheden van rijk tot gemeente het milieu moeten beschermen. Naast het opstellen van milieuplannen, het aangeven van

milieukwaliteitseisen en het afgeven van vergunningen is de Milieu-effect-rapportage (MER) een belangrijk hulpmiddel voor de overheid. Bij grote plannen en projecten krijgt de overheid via de MER informatie over de impact op het milieu.

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) schetst het kabinet hoe Nederland er in 2040 uit moet zien: concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. Het ruimtelijke en mobiliteitsbeleid wordt meer aan provincies en gemeenten overgelaten. Hieronder valt bijvoorbeeld het landschapsbeleid. De Rijksoverheid richt zich op nationale belangen, zoals een goed vestigingsklimaat, een degelijk wegennet en waterveiligheid. De SVIR vervangt verschillende nota’s waaronder de Nota Ruimte en het Tweede Structuurschema Militaire Terreinen.

De EHS wordt conform het regeerakkoord herijkt en gedecentraliseerd, en via de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte en bijbehorende Amvb Ruimte planologisch beschermd. Onderdeel van de herijkte EHS zijn de Natura 2000-gebieden, de Nationale Parken, het reeds verworven areaal EHS en een beperkte uitbreiding met nieuwe natuur, gericht op het realiseren van Natura 2000-doelen.

Het Witterveld is als Natura 2000-gebied in zijn geheel begrensd binnen de EHS en is hiermee planologisch verankerd binnen de SVIR. Ingevolge de AmvB is de schietbaan Witten met de over het Witterveld geprojecteerde onveilige zone aangewezen als ‘militair terrein’.

Wet algemeen bestuur omgevingsrecht (WABO)

Voor verschillende vergunningen is vanaf 1 oktober 2010 de WABO ingevoerd. Hierdoor is het mogelijk om noodzakelijke toestemmingen op het gebied van onder andere ruimte, natuur en milieu in één keer met één procedure aan te vragen. De verantwoordelijkheid voor de afstemming tussen de diverse juridische kaders ligt bij de overheid.

Als gevolg van de WABO zijn vele wetten die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving (zoals milieu, wonen, ruimtelijke ordening en natuurbescherming) aangepast. De belangrijkste uitvoeringsregelingen van de WABO zijn het Besluit omgevingsrecht (BOR) en de Ministeriële regeling omgevingsrecht (MOR). De Natuurbeschermingswet (Nb-wet)

In de natuurbeschermingswet wordt de bescherming van natuurgebieden en soorten mogelijk. Sinds 1998 is de wet gericht op gebiedenbescherming en is voor de soortenbescherming de Flora- en faunawet ingesteld. De bepalingen van de

Europese vogel- en habitatrichtlijn zijn in deze wet verankerd. Het merendeel van de gebieden uit de natuurbeschermingswet maakt onderdeel uit van de EHS, zo ook het Witterveld.

De natuurbeschermingswet bevat de volgende typen gebieden:

• Natura 2000: een europees netwerk van te beschermen gebieden die zijn

aangewezen onder de Vogel- en/of habitatrichtlijn

• Beschermde natuurmonumenten

• Wetlands volgens het verdrag van Ramsar.

Het Witterveld is aangewezen als Habitatrichtlijn gebied (10 september 2009) en als beschermd natuurmonument (besluit 18 maart 1991). Door de Crisis- en herstelwet is de status van beschermd natuurmonument komen te vervallen en zijn de

bijbehorende waarden overgenomen door Natura 2000 (zie ook paragraaf 7.5). Flora- en faunawet

Waar de natuurbeschermingswet gebieden beschermt, beschermt de flora- en faunawet bepaalde planten- en diersoorten in Nederland. Voor alle inheemse soorten in Nederland geldt een algemene zorgplicht: men mag soorten en leefgebieden niet opzettelijk beschadigen. Daarnaast worden in de Flora- en faunawet nog een aantal soorten specifiek genoemd die extra bescherming behoeven. Het gaat om soorten die nationaal dan wel internationaal bescherming behoeven om de soort en/of leefgebied in Europa veilig te stellen. Indien activiteiten plaatsvinden in het

leefgebied van beschermde soorten, is de Flora- en faunawet mogelijk aan de orde. In het Witterveld komen meerdere soorten voor welke beschermd worden via de Flora- en faunawet.

Wet Ammoniak en Veehouderij (WAV)

Op 8 mei 2002 is de WAV in werking getreden. De WAV vormt een onderdeel van de ammoniakregelgeving voor dierenverblijven en veehouderijen. Het gaat om een

emissiegerichte benadering met een aanvullende beleid ter bescherming van

kwetsbare gebieden. Doel is om verzuringsgevoelige natuur te beschermen tegen de uitstoot van ammoniak. Melkveebedrijven binnen 250 meter van deze kwetsbare gebieden hebben groeimogelijkheden tot een ammoniakemmissie van 2.446 kg. Bedrijven in een extensiveringsgebied of bij een Natura 2000-gebied worden mogelijk meer beperkt in groeimogelijkheden. De kwetsbare gebieden worden door de provincie aangewezen, maar bevatten in ieder geval gebieden uit de ecologische hoofdstructuur. De provincie Drenthe heeft voor de WAV een ammoniakkaart op- gesteld. Op de ammoniakkaart van de provincie Drenthe is het Witterveld

aangewezen als kwetsbaar gebied. Een klein deel ligt in de 250 meter begrenzing (zie Figuur 4.1).

Figuur 4.1. Begrenzing kwetsbare gebieden en zonering Wet Ammoniak en veehouderij (WAV) Natura 2000-gebied Witterveld.

Programmatische Aanpak Stikstof (PAS)

De programmatische aanpak stikstof (PAS) is bedoeld om economische ontwikkeling mogelijk te maken in en nabij natuurgebieden zonder dat dit afbreuk doet aan de doelstellingen van de natuurgebieden (zoals het Witterveld). Het gaat hierbij om een gebiedsgerichte aanpak waarbij per gebied gekeken en bepaald wordt hoeveel ontwikkelingsruimte er op welke plaats aanwezig is. De PAS is inmiddels formeel vastgesteld.

Reconstructiewet

Deze wet biedt de mogelijkheid om de mestproblemen van de intensieve

veehouderij in concentratiegebieden (in de provincies Noord-Brabant, Gelderland, Limburg, Overijssel, Utrecht) gebiedgericht aan te pakken. Hiermee kan een

positieve impuls worden gegeven aan de agrarische structuur en aan de kwaliteiten van natuur, bos, landschap, recreatie, water en milieu. Aangezien het Witterveld niet binnen een concentratiegebied ligt is de reconstructiewet niet van toepassing. Boswet

Het doel van de boswet is om het bosareaal in Nederland in stand te houden. De boswet is van toepassing op alle bossen en houtopstanden buiten de bebouwde kom groter dan 1.000 m2 en op rijbeplantingen van meer dan 20 bomen. Bij kap dient

binnen drie jaar op het gekapte oppervlakte nieuw bos te worden gerealiseerd door middel van herplant dan wel door natuurlijke verjonging. Indien dit niet mogelijk is, is er een herplantplicht. De boswet is in principe ook van toepassing op de bossen binnen het Natura 2000-gebied Witterveld.

Crisis- en Herstelwet

De crisis en herstelwet omvat regels voor een versnelde ontwikkeling en verwezenlijking van ruimtelijke en infrastructurele projecten. Deze wet kan ook gevolgen hebben voor de regelgeving van toepassing op Natura 2000-gebieden. Zo wordt onder andere in artikel 3.8 van de Crisis- en Herstelwet wijzigingen

aangegeven ten aanzien van de natuurbeschermingswet 2008 (zie ook hoofdstuk 8).

In document Natura 2000 Beheerplan 24. Witterveld (pagina 73-77)