• No results found

Theoretisch kader

In document Reasearchdossier Hufterproef (pagina 93-101)

Uiteraard is het doel om van deze pilot een succesvolle televisieserie te maken. ‘Succesvol’ is een vaak en makkelijk gebruikt begrip, maar wat houdt dit eigenlijk in en wanneer kan je van een succesvol televisieprogramma spreken? Kunnen we succes meten? Moet er rekening worden gehouden met factoren die een rol spelen en welke zijn dit dan? En is succes continu? Kunnen we er vanuit gaan dat als iets een eerste keer ‘succesvol’ is dat het de tweede keer ook zo is? Vragen waarvan het antwoord van belang is om uiteindelijk van een ‘succesvol’ televisieprogramma te kunnen spreken en hierover een advies uit te brengen. Om antwoorden op deze vragen te vergaren, vinden diverse gesprekken plaats. Namelijk met uitvoerend producent, Ivor Beem, hoofd programmaontwikkeling, Marius van Duijn (beiden van Skyhigh TV) en candid camera goeroe, David Lipschits (David&Co). Alle drie krijgen zij dezelfde vragen, waardoor er vanuit drie verschillende posities de mening gehoord wordt. Door dit samen te voegen met bestaande literatuur wordt er van een representatief geheel uitgegaan. De schriftelijke uitwerkingen van de gesprekken zijn te vinden inbijlage IV.

Een succesvol televisieprogramma

In een eerste gesprek met Ivor Beem, uitvoerend producent van Skyhigh TV, kwam allereerst naar voren dat het maken van televisie vaak erg op gevoel en ervaring rust. Er kan niet altijd verantwoord worden waarom bepaalde keuzes gemaakt worde n en wanneer iets goed voelt of juist niet. Gevoel is in dit geval iets ongrijpbaars. Daarnaast kan het zomaar zijn dat persoon A razend enthousiast is over een bepaald onderwerp en dat persoon B dit onderwerp vervolgens afkeurt.

Succes is uiteraard op diverse niveaus toepasbaar en zal voor elk onderwerp ook weer op een andere manier uitgelegd worden. Vraag aan mensen wanneer iemand succesvol is en negen van de tien keer zal hij of zij meteen over geld of aanzien beginnen. Denken we aan succesvolle mensen dan hebben we het meteen over steenrijke voetballers, beroemdheden en grote zakenmannen  kunnen kopen wat je wilt, een grote villa en een dikke auto bezitten. Succes staat in de Westerse cultuur nou eenmaal gelijk aan het aanzien dat iemand maatschappelijk geniet, kortom: aan financiële en materiele rijkdom. Maar is dit wel de definitie van succes? Wat is succes eigenlijk? (Carrièretijger, z.j.)

Van Dale omschrijft succes als ‘goede afloop, uitkomst of uitslag’ en ‘iets dat goed afloopt.’ Hiermee wordt de nadruk gelegd op een vooropgezet eindresultaat, op de geslaagde verwezenlijking van een voornemen. De afronding van een bepaald proces is dus

belangrijker dan het doel op zich. Door op deze manier naar succes te kijken is de uitkomst van het proces dus eigenlijk minder belangrijk dan het feit dat het proces is afgerond. Het maakt hierbij dus geen verschil of het om een eenvoudige opdracht of een prestigieus project gaat, zolang deze tot afronding komen kan er al sprake zijn van succes. Het gaat

Jill Schuitemaker, Researchdossier Hufterproef 94

daarbij vooral om de mate waarin je zelf in staat bent doelen en / of dromen, door jezelf of een ander gesteld, te verwezenlijken. En zoals eerder gezegd, het kan ook zeker gaan om iets kleins en hoeft uiteraard niets te maken te hebben met geld, roem of status. Hi eruit blijkt dus ook dat succes een heel persoonlijk en relatief begrip is. Logisch, aangezien elk mens uniek en apart is en als gevolg van levenservaring, kennis en leefomgeving zijn of haar eigen mening vormt (Carrièretijger, z.j.).

Echter is er voor een commercieel bedrijf als Skyhigh TV nog een bovenliggend doel, namelijk winst maken. Waar het dan uiteindelijk toch om geld lijkt te gaan. Opeens is het maken van mooie en succesvolle televisieprogramma’s een middel geworden in plaats van een doel op zich. Niet iets wat in de weg zit, want zonder middelen geen doel en zonder doel geen middelen. Een tweede dat uit het gesprek met Ivor Beem naar voren kwam, was dat voor een productiebedrijf als Skyhigh TV is een programma al gauw succesvol als het geld in het laadje brengt.

Meetbaar succes van televisieprogramma’s

Om terug te komen op het gesprek dat ik had met Ivor Beem, er zijn volgens hem in ieder geval twee manieren waarop je kan bepalen of een televisieprogramma een succes is. Ten eerste zijn dit kijkcijfers. Door Stichting Kijk Onderzoek worden deze gegevens nauwkeurig bijgehouden.

Het analyseren van kijkcijfers is een hele objectieve manier van meten van succes. Het drukt in aantallen uit hoeveel mensen en wie er naar televisieprogramma’s, spots of zenders hebben gekeken. De omvang van het kijkerspubliek wordt op diverse manieren

weergegeven, bijvoorbeeld in kijkdichtheid, bereik en marktaandeel. Kijkdichtheid geeft het percentage personen dat gemiddeld per seconde naar een programma of spot heeft gekeken. Het verschil tussen kijkdichtheid en bereik is dat er bij dit laatste niet gekeken wordt naar hoe lang er gekeken is, maar dat er gekeken is.

Wanneer het aantal kijkers laag is of tegen valt kan er gekeken worden naar het

marktaandeel. Dit drukt in percentages uit hoeveel televisiekijkende mensen op dit moment voor dit programma kozen. Bij het onderzoek geldt wel dat een kijker ten minste zestig seconden aaneengesloten moet hebben gekeken (Stichting Kijk Onderzoek, z.j.).

Een tweede, meer subjectieve manier waarmee volgens Ivor Beem kan worden bepaald of een programma een succes is, is wanneer er over gesproken wordt. Het feit dat erover gepraat wordt is al een eerste teken dat het mensen aanspreekt, zij er (op wat voor manier dan ook) iets van gezien of gehoord hebben en dat zij er een mening over hebben. En daarbij: hoe meer er over een programma gepraat wordt, hoe meer interesse er is of voor komt. Ook al is dit dan puur uit nieuwsgierigheid of om ‘erbij te horen’ en ook mee te kunnen praten.

Jill Schuitemaker, Researchdossier Hufterproef 95

Achteraf is dus altijd te zeggen welk programma op een bepaald tijdstip het best bekeken is, maar over het succes blijft het feit: de kijker beslist.

Factoren van invloed op succesvolle televisieprogramma’s

Te beginnen met geld. Het mag duidelijk zijn dat dit een factor is die bepalend kan zijn voor de haalbaarheid van het programma. Zonder geld wordt het al snel lastig. Echter, een klein budget hoeft niet direct te betekenen dat het onmogelijk is en zeker niet dat het programma per definitie geen succes is. Zo maakt Skyhigh TV bijna alleen maar programma’s waar een beperkt budget geldt, maar die uiteindelijk toch een groot succes bleken te zijn. Denk hierbij aan ‘Hier zijn de van Rossems’ en ‘Het Familiediner’ met allebei ruim één miljoen kijkers.

Ten tweede is herkenbaarheid een belangrijke factor. Wanneer mensen zichzelf of een situatie herkennen zal het ze meer interesseren of aanspreken. Wat dan weer tot gevolg kan hebben dat hij of zij blijft kijken.

Ten derde is programmering een niet te vergeten factor in dit rijtje. Een programma kan goed in elkaar zitten, een werkbaar budget hebben en ook nog herkenbaar zijn, toch blijft het afhankelijk van deze externe factor. Neem bijvoorbeeld een belangrijke voe tbalwedstrijd. Op vrijdag 10 oktober 2014 werd het kwalificatieduel voor het EK van 2016 gehouden tussen Nederland en Kazachstan. De uitzending was met 2,4 miljoen kijkers de grote winnaar van de avond (Voetb al International, 2014). Om dezelfde tijd werd ook The Voice of Holland op RTL4 uitgezonden, een programma dat normaal gesproken bijna 2,5 miljoen kijkers trekt (Stichting Kijk Onderzoek, 2015). Maar op deze voetbalavond moest dit

programma het doen met 2 miljoen kijkers (Zappen, 2014). Succes, gebaseerd op kijkcijfers, is dus sterk beïnvloedbaar door programmering.

Om een algemeen verhaal concreet te maken voegt David Lipschits met zijn expertise op het gebied van candid camera hieraan toe dat programma’s van zijn hand pas geslaagd zijn als de situaties grappig en/of spraakmakend zijn en er geen enkele vraag is of het ‘echte’ situaties zijn. Hierbij is het van belang dat elke actie en reactie gevangen wordt, waar meteen ook de moeilijkheidsgraad ligt. Het registreren moet namelijk gebeuren zonder dat de mensen waarom het gaat enig idee hebben dat er camera’s aanwezig zijn. Door de combinatie van bemande (uiteraard goed verborgen) HD -camera’s en een meer-sporen audiorecorder wordt dit het beste gedaan. Een goede candid -actie vergt hierdoor veel voorbereidingstijd.

Televisie succesvol maken

‘Hufterproef’ valt onder realitytelevisie met als subgenre candid camera. Hierbij worden spontane reacties van mensen vastgelegd met een verborgen camera.

Realitytelevisie is in een korte tijd immens populair is gewo rden (Kersten, 2007). Maar wat maakt realitytelevisie populair en succesvol?

Jill Schuitemaker, Researchdossier Hufterproef 96

- Herkenning; De kijker kan zich heel makkelijk verplaatsen in datgene wat hij of zij op televisie ziet. Er kan worden meegeleefd met de ‘gewone mens’ in het programma en voelt dezelfde emoties. De persoon die te zien is op de buis kan vergeleken worden met de persoon die op de bank zit te kijken.

- Informatie; Bewust of onbewust kan de kijker van een programma leren. Hoe zou hij of zij zelf gehandeld hebben in die situatie? Met het p rogramma krijgt de kijker stof tot nadenken en zal dit ook evalueren met iemand uit zijn of haar nabije omgeving. Daarnaast is de samenleving individualistischer, de televisie lijkt de rol van het geven van tips overgenomen te hebben (opvoedprogramma’s, schoonmaakprogramma’s etc.). - Sensatie en (leed)vermaak; Wat de kijker te zien krijgt is vaak vele malen erger dan de

eigen situatie. Hoewel de kijker problemen of voorvallen herkent is het niet te vergelijken met zijn of haar eigen leven.

- Spanning; Het creëren van conflicten, loyaliteitsproblemen en heftige uitbarstingen van vreugde, verdriet en teleurstelling. De kijker is benieuwd hoe de personages op elkaar reageren.

Regelmatig ontstaan er maatschappelijke discussies doordat zenders met hun programma’s onder druk van de kijkcijfers steeds opnieuw grenzen verkennen en verleggend. Dit gebeurt veelal onder druk van de kijkcijfers. Feit dat dit gebeurt is overigens niks nieuws, om nieuwe programma’s is altijd veel te doen. Iets wat de kijkcijfers dus zeer ten goede komt (Kersten, 2007).

De term ‘realitytelevisie’ suggereert dat de werkelijkheid vastgelegd wordt. Echter, de ultieme werkelijkheid veranderd wanneer mensen zich bewust zijn van het feit dat er camera’s in de buurt zijn. Zij worden zich van zichzelf bewust en gaan zich hierdoor anders voordoen. Dit is precies waar de voordelen van candid camera zich voordoen. Mensen belanden in een situatie, hun reactie en handelen wordt geregistreerd door middel van verborgen camera’s en weten hier op dat moment niks van. Zo is het dus toch mogelijk om de ultieme werkelijkheid vast te leggen. Maar wat gaat hieraan vooraf en wat zijn de succesfactoren van realitytelevisie?

Volgens Kersten (2007) moet realitytelevisie aan een aantal eisen voldoen. Maar zelfs a ls alle eisen verwerkt zijn in een format is succes niet gegarandeerd. Zoals eerder ook al te lezen was, wordt door haar nogmaals bevestigd. Een programma is namelijk afhankelijk van de programmering. Maar ook kan de omroep of zender een slecht imago hebbe n waardoor de kijker sowieso al niet afstemt op het juiste kanaal. De kijker is en blijft onvoorspelbaar en iets wat vandaag succesvol is, hoeft dat morgen niet te zijn.

Wat The TV Addict (2011) hierover zegt is het volgende: “er zijn in ieder geval drie basisingrediënten nodig om een programma te doen laten slagen: ‘heart, hero and hook’. Oftewel: het ‘wat’, de ‘wie’ en het ‘waarom’. In het verhaal moet een duidelijke held naar voren komen waar de kijker zich aan kan verbinden, het moet de kijker bezigho uden en ook

Jill Schuitemaker, Researchdossier Hufterproef 97

onderhoudend genoeg zijn om hem of haar te laten blijven en vervolgens terug te laten komen. Zonder deze ingrediënten zal het programma worstelen of zelfs wegkwijnen.”

Daarnaast benoemt Kersten (2007) de volgende bouwstenen:

- Eenvoudige spelregels; Het is de kunst om ervoor te zorgen dat de spelregels voor de kijker makkelijk te begrijpen zijn. Gebeurt dit niet, dan haakt de kijker snel af. Dit geldt uiteraard vooral voor formats met een spelelement, maar valt ook te vertalen naar ‘Hufterproef.’ Het is belangrijk dat de opbouw en het doel van het programma helder is. Zo niet, zal de kijker niet begrijpen dat het om een set up gaat waardoor situaties niet begrepen worden.

- Een juiste mix van deelnemers; Om bewust gekozen rollen te vertolken moeten acteurs uitvoerig gecast worden. Hier komt herkenbaarheid terug in het verhaal. De kijker zal zich met bepaalde rollen kunnen identificeren en met sommigen juist helemaal niet. Hierbij geldt: zonder spraakmakende karakters geen boeiende televisie. Voork om wel dat de kijker ‘conflictmoe’ wordt, zorg daarom voor een balans in het verhaal.

- Visueel aantrekkelijke omgeving of locatie; Ook sfeer en uitstraling speelt een belangrijke rol. Deze moet passen bij de situatie waar mensen in terecht kunnen komen. Het doel is om ‘mooie’ televisie te maken, zorg dan ook voor een ‘mooi’ plaatje. - Vernieuwend; Voorspelbaarheid is misschien wel een van de grootste dooddoeners

voor een televisieprogramma. Laat de kijker meedenken over de afloop, maar probeer er zoveel mogelijk voor te zorgen dat deze uiteindelijk net een andere wending krijgt dan dat de kijker verwacht. Pas hiermee wel op, het geheel moet wel geloofwaardig en één geheel blijven.

- Afwijkende realiteit; Er wordt door programmamakers vaak naar de meest extreme situaties gezocht waardoor deelnemers, of in het geval van ‘Hufterproef’, onwetende voorbijgangers onder grote druk komen te staan. Door een afwijkende realiteit te schetsen wordt het spannend en interessant. Grijpen ze in, of niet?

- Publiciteit; Ook hier komen we weer terug op de kijkcijfers, want duidelijk is dat zowel positieve als negatieve publiciteit deze ten goede komt. Zorg er dus voor dat het programma onder de aandacht gebracht wordt van de kijker, op wat voor manier dan ook.

Daarnaast moeten we rekening houden met het veranderende tijdperk waarin we leven. Frankwatching (2007) benoemt in het artikel twee tijdperken, televisie 1.0 en 2.0. Waar bij televisie 1.0 het alleen maar zenden was, staan bij televisie 2.0 ook de individuele wensen van de ontvanger centraal. Door televisie on demand zijn programma’s op aanvraag beschikbaar en is het timeslot of de programmering niet langer een sterk bepalende factor. Wat prime-time was, is nu my-time. Toepassingen als Uitzending Gemist of RTL Gemist maken het mogelijk om achteraf en zelfs vooraf via internet televisieprogramma’s te kijken. Iets wat niet perse nieuw is maar wel een aantal vernieuwingen heeft doorgemaakt is de Personal Videorecorder. De consument kan digitaal een opname automatisch laten starten

Jill Schuitemaker, Researchdossier Hufterproef 98

en het terugkijken op een ander gewenst moment. Ook is het steeds vaker mogelijk om via de provider programma’s aan te vragen. Al deze toepassingen worden ‘uitgesteld kijken’ genoemd.

Hiervoor genoemde is een algemeen verhaal en daardoor toepasbaar op in principe alle reality programma’s. Om het specifiek te maken voor ‘Hufterproef’ is er gebruik gemaakt van de expertise van David Lipschits, een expert op het gebied van candi d camera. Hij voegt hier nog aan toe dat een goede uitgebreide voorbereiding noodzakelijk is. Locatiebezoeken worden nu door een regisseur en een technisch specialist gedaan waarbij op alles gelet moet worden. De lichtsituatie, akoestiek / geluidsoverlast? , overzichtspunt voor regie, bekabeling, et cetera. Wanneer dit in kaart gebracht is, moet er een goed candid -script geschreven worden waarbij met alle mogelijkheden rekening moet worden gehouden. Je weet immers nooit hoe het loopt. Daarnaast is het verstandig om echte ‘candid-acteurs’ in te zetten omdat de acteur meespeelt in de candid en als acteur niet door de mand mag vallen. Normale acteurs zijn gewend dat zij de hoofdrol spelen terwijl bij het bij een candid

programma gaat om de slachtoffers/kandidaten. De candid acteurs zijn slechts een middel om reacties te ontlokken. Kortom, ook hiervoor geldt dat een goede voorbereiding

noodzakelijk is.

Opbouw scenario

Een scenario of script is belangrijk om vooraf de rode draad te vinden. Doe je dit niet verval je gauw in bijzaken en is het achteraf moeilijk om uit al het geschoten materiaal een logisch en duidelijk verhaal op te bouwen. In werkelijkheid zal het script niet altijd volledig nageleefd (kunnen) worden, maar het zorgt er wel voor dat al het benodigde gehaald wordt. Een script maakt het ook mogelijk om te improviseren en zijwegen in te slaan, de hoofdroute is immers altijd nog duidelijk.

Met het maken van televisie vertellen we een verhaal. Het verhaal heeft een begin,

middenstuk en een slot. Je verklapt uiteraard niet alles en zorgt ervoor dat de kijker geboeid blijft en wil weten hoe het afloopt. Er is vaak sprake van een ontwikkeling, waarbij

toegewerkt wordt naar een dramatisch hoogtepunt.

Voordat er geschreven gaat worden is het verstandig om nog eens het centrale thema en de deelthema’s op een rijtje te zetten, bijvoorbeeld probleemsituaties die zijn gevonden tijdens de researchfase. De belangrijkste verhaallijn wordt bedacht en vervolgens kan worden ingevuld wie de hoofd- en bijrollen moeten spelen.

Bij het schrijven van het begin wordt het hoofdonderwerp neergezet en wordt de aandacht van de kijker getrokken. Schrijf beeldend.

In het middenstuk gaan personages over tot handelen, er zijn obstakels en moeten deze overwinnen. De spanning wordt opgebouwd.

Aan het eind van het verhaal worden losse eindjes aan elkaar geknoopt, vallen puzzelstukjes op zijn plek en wordt het mooi afgerond.

Jill Schuitemaker, Researchdossier Hufterproef 99

Eisen aan scenario-opzet:

- Het onderwerp wordt op een originele manier benaderd; - Het verhaal heeft een kop, romp en een staart;

- Het verhaal is boeiend, dramatisch, met interessante wendingen; - Het verhaal staat voor iets met een bredere strekking;

- De kijker kan ook emotioneel meegaan in het verhaal;

- Het scenario is beeldend geschreven, het wordt duidelijk wat we stra ks gaan zien.

Media en ethiek

Er moeten voortdurend afwegingen gemaakt worden. Om dit ethisch verantwoord te doen kunnen deze getoetst worden aan ethische principes en systemen. Verhofstadt (2014) beschrijft er vier: Het Potter-Box model, Het stappenplan van Henk van Luijk, Het Drie Ringenmodel en Media Accountability Systems.

Potter-Box model

Ralph Potter, emeritus hoogleraar sociale ethiek aan de Harvard Divinity School in de VS. Hij ontwikkelde een ethisch kader om morele beslissingen te nemen en waarin hij vier stappen benoemd: Emperical definition (feiten), Identifying values (waarden), Ethical principles (morele principes) en Choosing loyalties (loyaliteiten). De eerste stap is het beschrijven en analyseren van de situatie, het morele dilemma wordt in kaart gebracht. In stap twee worden ethische, professionele, logische, sociaal -culturele en morele waarden met elkaar vergeleken. Stap drie is het bekijken van diverse ethische systeme n en principes die van toepassing zijn op het probleem. De vierde en laatste stap is nagaan welke

loyaliteiten in het geding zijn en wat hierbij de belangrijkste zijn. Zo zullen loyaliteiten van collega’s anders liggen dan die van het publiek. Na deze vier stappen kan een gemotiveerde beslissing genomen worden.

In document Reasearchdossier Hufterproef (pagina 93-101)