• No results found

Panelgesprek 1 Deelnemers:

In document Reasearchdossier Hufterproef (pagina 60-63)

Stephanie (32) - Julius (28) - Corina (21) - Thera (23) - Cynthia (26).

Zodra de eerste scene van de pilot begint merkt Thera op dat de opbouw erg verwarrend is, de rest bevestigt dit. Er wordt teveel geswitcht tussen introducties van onderwerpen waardoor het niet duidelijk is waar het programma mee begint. Julius zegt hier nog over dat een duidelijke afscheiding tussen inleiding en de echte topics belangrijk is.

De huidige panelleden uit de pilot hebben weinig toegevoegde waarde met de opmerkingen zoals die nu zijn. Dit doet eerder afbreuk aan je programma. Het komt humoristisch over, terwijl de onderwerpen toch vrij serieus zijn. Professionals zouden meer te zegen hebben, maar panelleden ‘van de straat’ voorproduceren zou ook een optie zijn. Dat wil zeggen dat hen ingefluisterd wordt wat zij voor reacties moeten geven. Daarnaast komen zij de ene keer full screen en de andere keer klein in beeld, de vraag is waarom. Het is beter als zij gewoon altijd klein in beeld komen, dit leidt veel minder af. Ook begrijpt Thera dat de panelleden een greep uit de samenleving vormen, maar in dat geval zijn ze wel te jong. Er missen in ieder geval oudere types tussen dit gezelschap.

De presentator grijpt suf in, praat monotoon, oordeelt en lacht teveel bij serieuze

onderwerpen, aldus Cynthia. Ook zou hij er eerder in kunnen komen om in te grijpen. Een andere, meer bekende of vrouwelijke presentator zou een optie zijn. Ook wordt Arie

Boomsma genoemd. Hij wordt gezien als een sympathiek persoon. Wanneer de presentator meer bekendheid heeft is het voor de omstanders direct duidelijk dat het om een

televisieprogramma gaat. In het geval van deze presentator moet hij veel duidelijker laten blijken dat het om een televisieprogramma gaat en vooral niet zeggen ‘het is een grapje.’ Voor de om standers is het op dat moment heel serieus. Dit is ook wat de onderwerpen uitlokken. De onderwerpen worden dan ook als vrij heftig ervaren, Thera vraagt zich af in hoeverre dit in het echt zou gebeuren. Meer alledaagse situaties zouden beter passen. Corina vindt de balans tussen humor en serieuze onderwerpen raar. Er moet een keuze gemaakt worden waarbij het nog wel spraakmakend blijft. Het is prima om de grens op te zoeken, maar doe dit dan met luchtigere onderwerpen. Thera vindt wel dat de, voor haar, onrealistische situaties storend zijn.

Zoals gezegd zouden luchtigere onderwerpen beter passen, het is goed om sociale experimenten te doen – zolang deze alledaags zijn. De kans dat het jezelf overkomt moet groot zijn, groter dan bij deze onderwerpen, aldus Julius en Thera. Stephanie merkt op dat de naam Hufterproef ook niet direct bij dit programma past, je verwacht dan ook

onderwerpen waarin huftergedrag vertoond wordt. Het idee van het programma is duidelijk, maar in de pilot nog niet goed uitgewerkt.

Het vooraf tonen van beelden om het onderwerp in te leiden is goed, maar stem per onderwerp af welke structuur hiervoor gekozen wordt. Ook zou je een specialist het onderwerp kunnen laten introduceren, aldus Julius.

Dan verschijnt er een vraag in beeld en ontstaat er een mogelijkheid om te reageren en interactie te hebben met het programma. Thera zegt zelf niet te gaan reageren, maar denkt

Jill Schuitemaker, Researchdossier Hufterproef 61

wel dat het zou werken. Stephanie vindt dat het wel laagdrempelig moet blijven, wanneer je naar de website moet om te reageren is dat het niet. Social media is dan beter op zijn plaats, bijvoorbeeld een hashtag in beeld. Cynthia zegt hierover dat deze dan niet constant in beeld moet zijn, maar af en toe. In dit geval zou Twitter een logisch medium zijn, maar is volgens Julius niet altijd even controleerbaar als een discussie uit de hand loopt. Dan zou Facebook beter zijn, je kan dan binnen een kader of duidelijke structuur te werk gaan. Bijvoorbeeld een enquête of poll. Het wordt wel interessant gevonden om te zien hoeveel mensen zouden ingrijpen, maar de vraag blijft hoe betrouwbaar deze informatie is – zeggen is uiteraard makkelijker dan het daadwerkelijk doen. De vraag ‘grijp jij in?’ is dan alleen niet altijd op zijn plaats. Door de vraag ‘wat zou jij doen?’ te stellen word t het mogelijk om de discussie aan te gaan. Een platform waar mensen hun mening kunnen geven is belangrijk, net als het crossmediaal uitzetten van het programma.

Een beloningssysteem zoals dit ook te zien is in vergelijkbare programma’s, zoals Disaster Date en Wie Goed Doet..., ziet deze groep niet zitten. Stephanie zegt dat je altijd wilt dat mensen op een goede manier handelen, niet alleen als er bijvoorbeeld geld aan vast zit. Julius vindt dat je dan ook meteen een signaal afgeeft aan de samenleving. He t goede gedrag dat iemand vertoont (vertoond heeft) zou genoeg voldoening moeten geven. Corina merkt nog op dat het wel goed is dat er gebruik gemaakt wordt van een extra acteur. Je kan hiermee de situatie sturen en het laat ook direct zien hoe mensen in elkaar zitten. Het is makkelijker om op te staan wanneer je dit samen kunt doen.

Tips voor eventuele nieuwe cases: een oudere vrouw in een supermarkt, ze kan nergens bij. Een verpleegster laat iemand in een rolstoel ergens in een hoekje achter. Een bomvoll e tram (met acteurs) waar niemand opstaat voor een oude vrouw.

Vooraf bedachte cases zijn verwerkt in een enquête, de best scorende zijn hier uitgepikt en voorgelegd aan deze groep.

Situatie 1: drogeren in een café.

Een goed onderwerp, maar het moet wel duidelijk zijn dat dit gebeurt. Andere optie is om de jongen drankjes te blijven laten bestellen terwijl het meisje al dronken is. Hij maakt

vervolgens misbruik van haar dronkenschap.

Situatie 2: zwervers en maatpakken.

Interessant om te zien wat hier gebeurt, ook al is het antwoord wel voordehand liggend. Andere optie is om eerst een er als zwerver uitziende man aan omstanders te vragen of hij een telefoon mag lenen om te bellen. Dit dan vervolgens herhalen met dezelfde man terwijl hij een maatpak draagt. Daarbij hoeft het niet perse een zwerver te zijn, ook het verschil aantonen tussen blanke en getinte Nederlanders is interessant.

Situatie 3: schade op de parkeerplaats.

Jill Schuitemaker, Researchdossier Hufterproef 62

Situatie 4: intimidatie van collega’s.

Leuk onderwerp. Eventueel aanpassen door niet de collega’s te laten intimideren, maar juist mensen op het terras. Is een optie, maar wordt niet door iedereen bevestigd.

Situatie 5: lastige man in rolstoel.

Het moet hierbij wel echt duidelijk zijn wat hieraan vooraf gaat. Daarnaast moet het heel duidelijk zijn dat deze man echt vervelend is, bijvoorbeeld doordat hij zit te schelden.

Situatie 6: ober ‘recyclet’ lunch.

Heel goed onderwerp, iedereen beves tigt benieuwd te zijn naar de afloop hiervan. Niks aan veranderen.

Situatie 7: ronselen voor drugsverkoop.

Komt in de buurt van het IS verhaal, er gaat vaak teveel aan vooraf. Drugs zijn over het algemeen te geaccepteerd in Nederland. Eventuele aanpassing voor dit onderwerp zou zijn dat iemand gedwongen wordt om drugs te nemen, dit gaat verder dan alleen het verkopen.

Situatie 8: blinde man in winkel.

Een goed onderwerp, ook interessant om te zien wat er gebeurt wanneer deze man gebruik lijkt te maken van zijn handicap en alles expres lijkt om te gooien. ‘Ik ben blind dus kan er niks aan doen dat ik dingen omgooi.’

Situatie 9: niet jouw kledingstijl.

Welk oké. Eventueel wel aanpassen naar een klantenservice waar iemand iets terugbrengt. De kassière is van mening dat de artikelen niet teruggebracht kunnen worden omdat het gedragen lijkt – wat niet zo is. Op die manier laten doorschemeren dat er sprake is van discriminatie.

Situatie 10: de conducteur.

Misschien al gauw te heftig. Een aanpassing zou hier goe d zijn. Het is een optie om het te gooien op vertraging waarbij iemand op het station boos wordt op een conducteur. De medewerker is op dat moment een vertegenwoordiger van het bedrijf en het is makkelijker om in die positie mensen mee te krijgen en boos te worden. Het is realistischer, ziet sneller wat er gebeurt en het is interessant om te zien wat de rest van de groep wachtenden doet.

Situatie 11: de dierenarts. Te heftig, eigenlijk schrappen.

Situatie 12: buschauffeurs bestellen bier.

Prima onderwerp, maar aandikken is hierbij wel nodig. Bijvoorbeeld niet één biertje, maar een aantal flesjes op tafel. Of sterke drank laten bestellen. Andere optie is om hetzelfde te doen met politieagenten, al hoewel dit al snel voor veel opspraak zal zo rgen en gevolgen kan hebben op social media.

Jill Schuitemaker, Researchdossier Hufterproef 63

7.3 Panelgesprek 2

In document Reasearchdossier Hufterproef (pagina 60-63)