• No results found

Panelgesprek 2 Deelnemers:

In document Reasearchdossier Hufterproef (pagina 63-71)

Joris (15) - Emma (16) - Daan (15) - Bart (16) - Samantha (14).

Eerste reactie van deze groep op het programma is dat het tot nu toe leuk is om naar te kijken.

Het onderdeel van de panelleden is wel leuk bedacht, maar worden in twijfel getrokken doordat deze zelf niet in de situatie verkeren. Zij kunnen zich dus slechts inbeelden wat zij zouden doen. Joris oppert het idee om de panelleden zelf in de situatie te brengen, maar hoe hij dit voor zich ziet is onduidelijk. Sommige panelleden komen erg dom over, maar alleen maar professionals als panelleden zou het programma saai maken. Het lijkt me dan goed om het half om half te doen, aldus Joris.

De groep is positief over de presentator, hij doet het goed en vertelt de omstanders dat het geen echte situatie was. Hij zou er wel wat subtieler in kunnen komen, je voelt je denk ik erg in de maling genomen, zegt Emma. Joris beaamt dit en vindt dat de mensen van te voren de keuze moeten krijgen of zij op camera hun verhaal willen doen. Volgens Emma maakt het wel een verschil als de presentator bekender is, maar het hoeft niet perse een andere presentator te zijn dan deze.

De manier van introduceren, door middel van nieuwsfeiten e.d. wordt leuk gevonden. Volgens Emma is het dan direct duidelijk waar het over gaat. Hier hoeft niet perse iets aan te veranderen, behalve, zegt Samantha: die filmpjes van die mishandelde dieren etc. Dat hoef ik niet te zien. Emma is het hier mee eens.

De onderwerpen moeten wel realistisch zijn, dat is bij deze onderwerpen iets minder het geval. Vooral het verhaal bij de dierenarts, als kijker zou ik me afvragen of dit wel echt zou kunnen gebeuren. Dat maakt het minder spannend, vindt Emma. Joris vindt dat het ook wel belangrijk is dat de onderwerpen actueel zijn. Zo zorg je er ook voor dat mensen die de kranten niet lezen toch meekrijgen wat er in de samenleving speelt. De groep vindt de onderwerpen uit de pilot dan ook niet te zwaar of heftig.

Dat de vraag: ‘zou jij ingrijpen?’ in beeld verschijnt is op zich goed, maar gebeurt wel vaak. Daan zegt dat dit hem afleidt. “Ik wil graag luisteren naar het gesprek en als er dan zo een vraag in beeld verschijnt, ga ik dat automatisch lezen waardoor ik een deel van het gesprek mis.” Wel geeft Bart aan het interessant te vinden om te zien hoeveel procent van de kijkers in zou grijpen of niet. Joris merkt hierbij wel op dat het vanuit je stoel wel makkelijk is om te zeggen dat je dit zou doen en dat de uitkomst daarom niet altijd b etrouwbaar zal zijn. Ook geeft hij toe dat hij zelf niet altijd eerlijk antwoord zal geven, ook omdat je de situatie niet altijd hebt meegemaakt en het je dus niet echt kan inbeelden. Emma geeft aan dat zij zelf niet vaak reageert op dit soort dingen. Het moet haar dan wel heel erg aanspreken. Uit een vragenronde blijkt dat Samantha, Bart en Emma vooral via Facebook zouden willen kunnen reageren. Daan ziet dit liever terug op Instagram, omdat hij vooral daarop actief is. Joris denkt helemaal geen behoefte te hebben aan interactie via social media.

Over het algemeen een boeiend programma met prima onderwerpen. Daan zegt wel te willen blijven kijken als hij dit op televisie tegenkomt. Ze pakken er ook wel dingen bij die in

Jill Schuitemaker, Researchdossier Hufterproef 64

het nieuws komen. Dat is actueel en zie je vaker voorbij komen, interessant om dan de andere kant te zien – dus hoe mensen daadwerkelijk reageren in zulke situaties, aldus Joris. In eerste instantie wordt er positief gereageerd op het toevoegen van een

beloningssysteem. Voor de kijker is het op die manier duidelijk dat het verstandig is om op een goede manier te handelen. Daan merkt op dat het niet altijd geld hoeft te zijn, gewoon een complimentje moet ook genoeg zijn. Emma is het hier mee eens en denkt ook dat niet iedereen erop zit te wachten. Voor Joris maakt het niet veel uit, de kijker ziet wel hoe het moet, maar denkt dat deze dat zelf ook wel kan bedenken. De groep is het hiermee eens en vinden een beloningssysteem dan eigenlijk toch niet perse nodig.

Tips voor het programma: humor is belangrijk. Een andere optie voor het programma is bijvoorbeeld mensen die babypoeder proberen te kopen. Of een oudere vrouw die ergens mee zit – bijvoorbeeld dat ze er niet langs kan of de bus moet instappen terwijl dit niet echt lukt.

Vooraf bedachte cases zijn verwerkt in een enquête, de best scorende zijn hier uitgepikt en voorgelegd aan deze groep.

Situatie 1: drogeren in een café.

Het onderwerp is iets te overdreven. Waarschijnlijk houdt iedereen die het ziet gebeuren dat wel tegen. Drogeren is wel duidelijk. Een optie is om het aan te passen met iemand die een meisje dronken voert, maar dan weet je niet of dat meisje dat misschien wel graag wil. De drugs versie is dan beter.

Situatie 2: zwervers en maatpakken.

Wel grappig. Ook al zijn de reacties dan wel voorspelbaar. Dit kan je eventueel aanpassen door de man aan omstanders te laten vragen of hij hun telefoon mag lenen. Daan geeft aan zijn telefoon niet uit te lenen, maar vindt het dan wel interessant om te zien wat andere mensen in die situatie doen.

Situatie 3: schade op de parkeerplaats.

Leuk! Dit levert waarschijnlijk wel leuke ruzies op en dat is grappig om te zien. Leedvermaak is het beste vermaak.

Situatie 4: intimidatie van collega’s.

Wel een interessant onderwerp. Emma denkt namelijk dat vooral mannen zouden ingrijpen, maar is dan benieuwd naar reacties van vrouwen. De groep is van mening dat het wel bij collega’s moet blijven, als je mensen op het terras deze rol laat vervullen is het te makkelijk op te lossen en is er niet zoveel actie.

Situatie 5: lastige man in rolstoel.

Goed onderwerp, benieuwd naar wat omstanders doen. Wie zien zij als slachtoffer? De man in de rolstoel of de vrouw die hem ‘helpt.’

Jill Schuitemaker, Researchdossier Hufterproef 65

Situatie 6: ober ‘recyclet’ lunch.

Grappig. Leuke situatie en ook wel interessant. Wel makkelijk op te lossen, want de enige reactie die je kan verwachten is dan dat iemand er iets van zegt. Dit moet dan iets verder uitgebreid worden. En het moet niet teveel lijken op een ongelukje of iets wat altijd kan gebeuren.

Situatie 7: ronselen voor drugsverkoop.

Wel een goed onderwerp omdat veel mensen bang zijn voor dit soort types. De groep denkt dat niet veel mensen zullen reageren, maar is wel benieuwd hoe zij dit dan doen.

Situatie 8: blinde man in winkel.

Goed onderwerp, niks aan toe te voegen.

Situatie 9: niet jouw kledingstijl.

Ondanks dat het de groep niet heel realistisch lijkt, zouden ze het toch leuk vinden om naar te kijken. Bart denkt dat hier al gauw ruzies ontstaan wanneer j e hiervoor een Moslim inzet. De situatie moet dan wel met hoofddoek zijn, anders is het niet duidelijk genoeg.

Situatie 10: de conducteur.

Goede situatie, het is ook actueel. Interessant om te zien wat er gebeurt omdat Joris zelf herkent dat hij zich bij persoon A zou inzetten voor de conducteur, maar bij persoon B zou hij zich tegen de conducteur richten.

Situatie 11: de dierenarts.

Niet heel realistisch, het feit dat Emma hierover nadenkt zegt misschien genoeg. Desondanks wel leuk om naar te kijken.

Situatie 12: buschauffeurs bestellen bier.

Eerste reactie: één drankje mag toch? Daarom aandikken en meerdere glazen op tafel zetten.

Voor audio-opnamen van beide panelgesprekken, zie bijlage VIII – CD-ROM

7.4 Conclusie

De genoemde onderwerpen worden als toepasbaar en bruikbaar beschouwd. Wel behoeven een aantal van deze nog een enkele aanpassing. Door deze door te voeren bij het maken van het script zal de uiteindelijke candid aansluiten op de wensen en behoeften van de doelgroep. Ook interactie wordt belangrijk gevonden, dit moet wel op een specifieke manier waar binnen een kader gereageerd kan worden.

Jill Schuitemaker, Researchdossier Hufterproef 66

8

Conclusies

Beginpunt van dit onderzoek was dat productiebedrijf Skyhigh TV een programmaformat verkocht aan de Evangelische Omroep. Een format waarin presentator Johan Eikelboom door middel van candids onderzoekt hoe omstanders reageren op situaties waarin ze geconfronteerd worden met thema’s als onrecht, discriminatie en pesterijen. In een publieke setting schoppen acteurs (zowel letterlijk als figuurlijk) fikse scenes over sociaal -

maatschappelijke onderwerpen of illegale activiteiten. De vraag hierbij is hoe de omstanders reageren.

Het probleem was echter dat de pilot van het programma niet werd goedgekeurd door de EO, de omroep kocht het programma aan onder de voorwaarde: minder heftig. Maar wat houdt dit in en wat zijn eigenlijk de wensen en behoeften van de doelgroep? Door middel van zowel desk- als fieldresearch wordt er antwoord gegeven op de vraag: Welke verbeteringen kunnen er aan de bestaande pilot van ‘Ik Stond Erbij’ gedaan worden voor een vervolgserie van het programma dat ‘Hufterproef’ gaat heten, wat zijn hiervoor bruikbare cases en hoe worden deze uitgewerkt tot een script zodat deze succesvol zijn bij de doelgroep?

Door middel van het schrijven van een researchdossier met daarin een verbeteradvies over de pilot voor een vervolgserie met twaalf bruikbare cases wordt het doel om in te k unnen spelen op wensen en behoeften van de doelgroep bereikt.

Conclusies worden getrokken aan de hand van desk- en fieldresearch en op basis daarvan wordt advies gegeven. Deskresearch richt zich vooral op de basis, achtergronden en theorieën, fieldresearch genereert directe informatie en meningen over en van de doelgroep. Dit laatste is gebeurd door middel van een enquête en twee panelgesprekken.

Het programma Hufterproef betreft een heterogene doelgroep welke door de Nederlandse Publieke Omroep onderverdeeld wordt in drie leefstijlgroepen, de Jonge Connectors, Onbezorgde Trendbewusten en de Zorgzame Duizendpoten. De gemiddelde leeftijd van de doelgroep is 26, deze heeft een gemiddeld opleidingsniveau en is vaak net begonnen met werken, is woonachtig in één van de grotere steden of randgemeenten, vaak samenwonend met partner of nog thuis met een modaal inkomen. Interesses liggen bij mode, sport, muziek en gadgets. Het populairste medium is het internet, vooral door social media en streamen van videocontent. Televisiekijken gebeurt twee uur per dag en commerciële zenders sluiten het beste aan.

Gedrag van mensen wordt beïnvloed door wat zij zien en door wie zij omringt zijn en kan in bepaalde mate gestuurd worden. Door waarnemers beelden te laten zien van gewenste reacties of handelingen zal de reactie of het handelen van de waarnemer in zekere zin aangepast worden.

Een systeem dat goed aansluit en inspeelt op zelfregulering is het Media Accountability System. Niet de actoren vanuit de overheid maar zelfregu lering in de vorm van externe druk

Jill Schuitemaker, Researchdossier Hufterproef 67

spelen een grote rol. Door dit systeem te verwerken in het programma kan deze aanpak ervoor zorgen dat kijkers zich aangesproken voelen en gaan nadenken over hun eigen handelen.

Topics die een kader vormen voor Hufterproef cases zijn: armoede en sociale ongelijkheid, asociaal gedrag en overlast, de (ouderen-) zorg, dierenwelzijn, discriminatie, drugs, intimidatie, loverboys, milieu (-vervuiling). Uiteraard zijn er altijd overige ergernissen.

Betrokkenheid en herkenbaarheid voor de kijker, spontaniteit, samenhang tussen

presentatie, onderwerpen, uitwerking, vormgeving en sfeer, zowel bekende als onbekende Nederlanders, duidelijke introductie met spanningsopbouw, beloningssystemen en positiviteit, vernieuwing, actief geheel en verhaal en alledaagse locaties en situaties zijn aandachtspunten die nodig zijn om tot een goed programma te komen.

Er wordt door de doelgroep twee uur per dag televisiegekeken, voornamelijk ter

ontspanning. Actualiteitenprogramma’s zijn hierbij in trek en commerciële zender RTL4 biedt de beste aansluiting. Een programma als Benidorm Bastards biedt met het idee, de opbouw, de sfeer, de presentatie en de onderwerpen de juiste aansluiting en kan gebruikt worden als ‘afkijk.’

Interactie met het program ma moet mogelijk zijn, echter sluiten bestaande social

mediakanalen niet aan en zijn voor dit doeleinde niet geschikt. Iedereen uit de doelgroep is in het bezit van een smartphone, tablet of zelfs beiden. Een mobiele applicatie is dan ook de oplossing.

Er wordt gekozen voor luchtige en alledaagse situaties in de vorm van asociaal gedrag en overlast. Cases moeten aansluiten op de titel Hufterproef.

De huidige formatie panelleden is op zichzelf staand niet geschikt. Een combinatie van ‘normale’ mensen uit de samenleving en professionals wel.

De introductie van onderwerpen moet helder zijn en binnen de cold -open (wat gaan we zien) slechts één keer switchen.

Goed gedrag belonen is niet nodig, hooguit een compliment van de presentator. Om verwarring bij omstanders in het programma te voorkomen moet presentator Johan Eikelboom direct duidelijk maken dat het een scene betreft. Hierbij een subtiele aanpak zonder mensen in hokjes te plaatsen. Inspelen op de specifieke situatie met gepaste reacties.

Cases die een verdere uitwerking behoeven zijn:

1. We zijn in een café. Een jongen en een meisje zitten aan de bar en drinken wat. Als het meisje naar het toilet is doet de jongen iets in haar drankje, waarschijnlijk drugs. Hoe reageren en handelen omstanders als zij dit zien?

Jill Schuitemaker, Researchdossier Hufterproef 68

2. We zijn in het park waar een – als zwerver uitziende - man zit te bedelen. Later vervangen we zijn kleding door een maatpak. Reageren en handelen omstanders nu anders?

3. We zijn op een drukke parkeerplaats. Een jongedame maakt met haar auto overduidelijk schade aan een andere geparkeerde auto. Andere mensen wijzen haar hierop, maar zij blijft volhouden dat zij dat niet gedaan heeft en loopt weg. Hoe reageren en handelen omstanders?

4. We zijn op een terras. Het meisje van de bediening wordt continu lastiggevallen en geïntimideerd door haar mannelijke collega’s. Hoe reageren en handelen

omstanders?

5. We zijn in de stad. Een vrouw is op stap met een man in een rolstoel, hij heeft haar hulp bij alles nodig. Zij reageert geïrriteerd en vindt dat hij zeurt. Het loopt uit de hand en ze laat hem alleen achter. Hoe reageren en handelen omstanders? 6. We zijn in een restaurant. De ober laat een broodje van een bord vallen, pakt het

op, legt het terug alsof er niks gebeurd is en serveert het. Hoe reageren omstanders die dit gezien hebben?

7. We zijn op straat. Twee jongens zetten een andere jongen onder druk en ronselen hem om drugs voor hen te gaan verkopen. Hoe reageren en handelen

omstanders?

8. We zijn in een winkel waar het vol staat met spullen. Een blinde man doet erg onhandig en gooit uiteindelijk allerlei spullen om. Het personeel wordt boos. Hoe reageren omstanders?

9. We zijn in een kledingwinkel. Een meisje met hoofddoek wordt verzocht ergens anders te gaan winkelen aangezien deze kleding toch niet haar stijl is. Hoe reageren omstanders?

10. We zijn in de trein. De conducteur vraagt reizigers om hun vervoersbewijs, de reizigers worden boos en beginnen te schelden. Hoe reageren en handelen omstanders?

11. We zijn in de wachtkamer van de dierenarts. Een vrouw vertelt door de telefoon aan een vriendin dat ze haar hondje in gaat laten slapen omdat ze er geen tijd meer voor heeft. Hoe reageren omstanders als zij dit horen?

12. We zijn op het terras. Twee buschauffeurs bestellen een biertje en melden hierbij dat ze wel een beetje haast hebben omdat ze over een half uurtje op hun werk moeten zijn. Hoe reageren omstanders?

Jill Schuitemaker, Researchdossier Hufterproef 69

9

Advies

In dit hoofdstuk krijgt de redactie van Hufterproef, en daarmee Skyhigh TV, handvaten aangereikt hoe zij dit format het beste neer kunnen zetten zodat deze beter aansluit bij de wensen en behoeften van zowel de doelgroep, de Evangelische Omroep en de NPO.

9.1 Het format

Kijkend naar sterke concurrenten is het van belang om te voldoen aan de volgende criteria:

Betrokkenheid en herkenbaarheid voor de kijker; alledaagse situaties waardoor de kijker

het gevoel krijgt mogelijk zelf in de situatie terecht te kunne n komen.

Spontaniteit; onverwachte situaties waarin ruimte wordt vrijgelaten voor niet-

voorgeproduceerde reacties en uitlatingen van zowel omstanders als acteurs.

Samenhang tussen presentatie, onderwerpen, uitwerking, vormgeving en sfee r;

tijdens heftige situaties gepaste reacties van presentator Johan, dus bijvoorbeeld niet gaan lachen wanneer iemand de situatie als heftig ervaart. Daarentegen ook niet te serieus reageren wanneer het een luchtige situatie betreft. Reacties aanpassen op de situatie en sfeer van het moment. Wanneer het onverhoopt een heftige situatie betreft, is het de taak van de presentator om de gemoederen weer tot rust te laten komen.

Zowel bekende als onbekende Nederlanders; in dit geval onbekende onwetende

omstanders, presentator Johan is de bekende Nederlander in dit verhaal. Geen letterlijke kopie van Bananasplit.

Duidelijke introductie met spanningsopbouw; gehele programma introduceren door

middel van beelden van onderwerp 1 gevolgd door beelden van onderwerp 2, daarna daadwerkelijke start onderwerp 1 etc. Onderwerpen introduceren door middel van een nieuwsitem, op die manier ook de noodzaak en actualiteit a anstippen - ongeveer één minuut.

Beloningssystemen en positiviteit; een positief gevoel zorgt voor de juiste invloed op de

kijker, door met een positief punt af te sluiten is de kijker eerder bereid om over zijn of haar eigen denken en handelen na te denken. Een beloningssysteem is echter niet nodig, dit wordt te ‘obvious.’ Een compliment van de presentator is voldoende.

Vernieuwing; zorg ervoor dat onderwerpen vernieuwend zijn, onderwerpen of scenes die

Jill Schuitemaker, Researchdossier Hufterproef 70

Actief geheel en verhaal; zorg ervoor dat de kijker meegezogen wordt in de scene, wat

gebeurt er, wat zou de kijker zelf doen, laat hem of haar hierover nadenken door middel van interactie met het programma (zie hoofdstuk 9.3 - Interactie)

9.2 Onderwerpen

Om dichtbij actualiteiten te blijven moet er gewerkt worden binnen de kaders van onderwerpen als: armoede en sociale ongelijkheid, a sociaal gedrag en overlast, de (ouderen-) zorg, dierenwelzijn, discriminatie, drugs, intimidatie, loverboys, milieu (- vervuiling). Ook overige ergernissen scoren goed.

Hierboven genoemde onderwerpen zijn tot cases uitgewerkt en door middel van een enquête voorgelegd aan de doelgroep. Hieruit is gebleken dat de hierna genoemde cases populair zijn en een verdere uitwerking behoeven. Volledige s cripts zijn te vinden in bijlage IX van dit rapport.

1. Het gedrogeerde meisje; 2. De zwerver en het maatpak; 3. Schade op de parkeerplaats; 4. Seksuele intimidatie op het terras; 5. De vervelende man in rolstoel; 6. De onhandige ober;

7. De ronselende drugskoeriers; 8. De onhandige blinde man; 9. Discriminatie in de kledingwinkel; 10. De aangevallen conducteur; 11. De dierenarts;

12. De dronken buschauffeurs.

9.3 Interactie

Om de kijker bij de les te houden, te entertainen en ook nog tot denken en/of handelen aan te zetten is interactie tijdens het programma belangrijk. Dit wordt dan ook bevestigd door de doelgroep. Aangezien het van belang is dat er interactie is binnen een bepaald kader zijn

In document Reasearchdossier Hufterproef (pagina 63-71)