• No results found

Targeting Alcohol-related Street Crime project

In document Agressie en geweld;Weten wat helpt (pagina 88-92)

4 Individuele interventies

5.7 Targeting Alcohol-related Street Crime project

Het Targeting Alcohol-related Street Crime (TASC) project is ontwikkeld om het aantal alcohol gerelateerde incidenten tijdens het uitgaan in de stad Cardiff te laten afnemen.

De interventie werd door politie en EHBO uitgevoerd in alle drankgelegenheden in geselec-teerde gebieden in de stad. Het betreft twee aparte interventieperioden waarbij een mix van interventiemaatregelen vanuit zowel de politie als de EHBO werden ingezet. Bij de politie-interventies ging het om 'low level intervention' en 'high level intervention'. De Low level-interventie omvat: 1. Contact met het management van de drankgelegenheden door de TASC projectleider (regelmatige telefoongesprekken); 2. Uitleg en herinnering van de doelen van het TASC project voor managers van drankgelegenheden; 3. Training van TASC voor deurpersoneel. Regeling voor informatie over deurpersoneel die regelmatig ge-controleerd werd; 4. Bezoeken van lokale politieagenten.

High level wordt ingezet in aanvulling op low level interventie en betreft: 1. Verplaatsing van lokale politie naar een niet toegestaan verkooppunt voor fastfood op het parkeerter-rein van de drankgelegenheid; 2. Verkeersregelplan voor het efficiënt wegleiden van ver-keer na sluitingstijd; 3. Dagoperatie met 10 agenten, voertuig en drugshond in samenwer-king met het deurpersoneel. Wie de club binnenkomt wordt gefouilleerd en met drugshond onderzocht. Undercover agenten achtervolgden degenen die autodoorzoeking ontweken. Verkeerspolitie ving op wie probeerde weg te rijden; 4. Acht weken lang was er veel politie op twee wegen die als risicovolle plaatsen waren geïdentificeerd; 5. Nieuwe opstelling par-keerplaats en toegangsmogelijkheden.

De EHBO interventie hield in dat twee EHBO-consultants de drankgelegenheden bezochten en met bareigenaren en -managers praatten over alcoholgerelateerde verwondingen, de behandeling en het aantal geweldplegingen. Ze informeerden hen ook over het feit dat de EHBO het geweld in de clubs bij zou houden en dat na zes maanden een rapport zou wor-den gepubliceerd in de lokale media.

Warburton en zijn collega's (2006) hebben deze aanpak geëvalueerd met een voor- en nametingstudie in een interventiegebied en controlegebied. Alle drinkgelegenheden in Car-diff city centre en CarCar-diff bay werden geselecteerd voor politie interventies, de voorsteden vormden de vergelijkingsgroep. Twee drankgelegenheden met hoog risico werden geselec-teerd voor de EHBO interventies. Er is gekeken naar geweldplegingen in drankgelegenhe-den, geweldplegingen op straat en geweldplegingen in drankgelegenheden en op straat gecombineerd. Er zijn drie periodes met elkaar vergeleken: pre-interventie periode: april-december 1999; interventieperiode I: april-april-december 2000; en interventieperiode II: april-december 2001. Het totaal aantal geweldplegingen in interventie bars en clubs nam in de periode april 1999-december 2001 significant af met percentages tussen 22% en 67% (overall event ratio van 0,78; 95% CI 0,63 – 0,96). De toevoeging van EHBO inter-ventie bij 2 clubs zorgt voor een grotere geweldsafname dan alleen de politie interinter-ventie: odds ratio is 0,61 (95% CI 0,40 – 0,91, X2= 6,00, df=1, p=0,014). Er is een stijging van geweld op straat in de interventiebuurt: van 34 tot 105%. In controlebuurten is deze stij-ging slechts 8%. Over significantie van deze stijstij-ging is niets gezegd maar hij blijkt wel significant gecorreleerd te zijn aan een lage capaciteit van de bars en clubs.

Preventie van geweldpleging in het stadscentrum kan bereikt worden door een combinatie van inzet van politie en EHBO gericht op drankgelegenheden met een hoog risico. De ca-paciteit van drinkgelegenheden en daarmee het aantal mensen dat niet naar binnen kan lijkt een belangrijke voorspeller van geweldpleging in het stadscentrum.

Targeting Alcohol-Related Street Crime is een veelbelovende interventie voor afname

van geweldsincidenten in uitgaansgelegenheden, er is sprake van een verplaatsingeffect van delicten naar de straat wanneer de capaciteit van de horeca onvoldoende is.

5.8 Cameratoezicht

Er zijn tussen 2002 en 2008 door onderzoeksbureau Intraval vijf vrij vergelijkbare onder-zoeken uitgevoerd naar effecten van cameratoezicht in diverse steden in Nederland. Deze zullen apart besproken worden waarbij afwijkingen van de eerst beschreven onderzoeks-methodiek in volgende studies zullen worden benoemd.

5.8.1 Cameratoezicht in Groningen

In de stad Groningen zijn 14 camera's in 8 uitgaansgebieden geplaatst om toezicht te houden. Deze camera's hadden het doel delinquentie, agressie, geweld en vandalisme te-gen te gaan en het gevoel van veiligheid te vergroten.

Bieleman e.a. (2002) evalueerden de effecten van het cameratoezicht in Groningen. Het betreft een voor- en nametingstudie met de nulmeting in 1999 en de nameting in 2001. Er zijn enquêtes gehouden onder bezoekers, horeca-ondernemingen en bewoners. Daarnaast is gebruik gemaakt van registratiegegevens van de politie, gesprekken met taxi- en nacht-buschauffeurs en groepsgesprekken met medewerkers van het ambulancevervoer en de regiopolitie Groningen.

Onder ondernemers en horecamedewerkers is het slachtofferschap van geweld en agressie niet veranderd door het cameratoezicht. Het percentage bewoners dat slachtoffer is ge-weest is gedaald van 8% naar 3%. Volgens de geïnterviewde politieagenten is er weinig veranderd in de aard en omvang van het uitgaansgeweld. Het gaat volgens hen voorna-melijk om impulsief agressief gedrag van daders die sterk onder invloed van alcohol en/of drugs zouden zijn. Uit de politieregistratie blijkt een toename van het aantal geweldsinci-denten (zowel geweld mét als zonder letsel als gevolg). Ook is het aantal verstoringen van de openbare orde gestegen. Bewoners, bezoekers en horecamedewerkers geven aan zich veiliger te voelen na de interventie. Volgens de politiefunctionarissen is de sfeer in het uitgaansgebied weinig veranderd. Ook is volgens hen het veiligheidsgevoel op straat nau-welijks toegenomen. Over significantie van deze veranderingen is niets bekend.

5.8.2 Cameratoezicht in Rotterdam

In Rotterdam zijn camera's geplaatst in 6 gebieden in de stad. Deze zijn opgehangen in 1. het Stadhuisplein om uitgaansgebonden geweld en overlast tegen te gaan, 2. het Saftle-venkwartier; een woonbuurt is met winkels en kantoren, 3. Marconiplein; een openbaar vervoersknooppunt voor tram, metro en bus, 4. Mathenesserdijk; een woonbuurt met win-kels en kantoren, 5. Keileweg; de tippelzone van Rotterdam, en 6. Delfshaven, een metro-station.

Er is door Snippe e.a. (2003) een veranderingsonderzoek uitgevoerd naar de effecten van cameratoezicht op gevoelens van veiligheid, overlast en het aantal geregistreerde inciden-ten van geweld. In het Saftlevenkwartier en Stadhuisplein zijn 3 metingen gedaan: 2000, 2001 en 2002. In de 4 overige gebieden zijn 2 metingen gedaan: 2001 en 2002. Er zijn in totaal 677 mensen geïnterviewd, bestaande uit bewoners, ondernemers en bezoekers van de gebieden met cameratoezicht. In 4 van de 6 cameragebieden lijkt het geweld afgeno-men. De bewoners, ondernemers en bezoekers van deze gebieden zijn na plaatsing van de camera's minder vaak het slachtoffer geweest van agressie en geweld op straat. Het aan-tal door de politie ontvangen meldingen van geweld is er ook afgenomen. Daarnaast heeft de politie in de meeste gebieden mede door de camera's meer geweldplegers

aangehou-den dan in de vergelijkbare periode voorafgaand aan de interventie. Al deze dalingen zijn echter niet significant. In de cameragebieden Keileweg en metrostation Delfshaven is het aantal geweldsincidenten gestabiliseerd.

5.8.3 Cameratoezicht in Gouda

Op vier plekken in Gouda zijn vanaf 2003-2004 camera's aanwezig: het stationsplein en 3 parkeerterreinen. De onderzoeksopzet (Snippe, e.a., 2005) is vergelijkbaar met voorgaan-de studies. Aangezien een voorgaan-deel van het gebied binnen NS bevoegdheid valt, zijn in aanvul-ling op registratiecijfers van de politie ook registraties van geweldsincidenten door de NS in het onderzoek meegenomen. Er zijn geen significante afnamen op gevoelens van onvei-ligheid, slachtofferschap of registratie van geweldsincidenten (van 25 in 2003 naar 19 in 2004) gevonden. Cameratoezicht in Gouda heeft niet bijgedragen aan het verbeteren van de veiligheid in de toezichtsgebieden.

5.8.4 Cameratoezicht in Heerlen Centrum

In 3 gebieden in de gemeente Heerlen: Heerlen-Centrum, GMS (Grasbroek, Musschemig en Schandelen), en het uitgaansgebied Centrum/Pancratiusplein is onderzoek gedaan naar de effecten van cameratoezicht. De onderzoeksmethode van Snippe e.a., (2008a) was gelijk aan de voorgaand beschreven studies (Bieleman e.a., 2002; Snippe e.a., 2003). Er is een significante toename van gevoelens van veiligheid in alle 3 de gebieden. Zelf-rapportage van slachtofferschap liet een significante afname zien. Uit politieregistraties van geweldsmisdrijven blijkt daarentegen geen significante afname. Cameratoezicht heeft geen invloed op het aantal geweldsincidenten, wel op gevoelens van veiligheid en beleve-nis van geweld.

5.8.5 Cameratoezicht in Hoensbroek en Heerlerheide

De gemeente Heerlen heeft in drie gebieden waaronder Hoensbroek, Heerlerheide en Ak-kerstraat Noord camera's laten plaatsen. Doel van het cameragebruik was vergroten van de leefbaarheid en veiligheid door openbare orde problemen te voorkomen, deze vroegtij-dig te signaleren en strafbare feiten op te lossen. Het evaluatieonderzoek van Snippe e.a. (2008b) had eenzelfde onderzoeksmethodiek als voorgaand beschreven studies. Uit deze studie bleek dat hoewel de veiligheidsbeleving veelal is toegenomen, cameratoezicht vrij-wel geen heeft effect op incidenten van gevrij-weld tegen personen.

In aanvulling op deze Nederlandse studies, werd in een internationale review gebaseerd op studies met een controlegroep geconcludeerd dat cameratoezicht effectief diefstal van en uit auto's kan verminderen. Er werd echter geen effect gevonden op geweldscriminaliteit (Welsh & Farrington, 2008). De auteurs vermelden dat kwalitatief goede studies vereist zijn om definitieve conclusies te kunnen trekken.

Op grond van het Nederlandse onderzoek is het niet mogelijk om een uitspraak te doen over de effecten van cameratoezicht op de incidentie van geweldsdelicten. Bundeling van buitenlands onderzoek laat geen effect zien van cameratoezicht op preventie van agres-sie en geweld.

In document Agressie en geweld;Weten wat helpt (pagina 88-92)