• No results found

Promoting Adolescents Through Health Services

In document Agressie en geweld;Weten wat helpt (pagina 97-102)

4 Individuele interventies

5.16 Promoting Adolescents Through Health Services

Promoting Adolescents Through Health Services (PATHS) wil tegemoet komen aan de zorgbehoefte van adolescenten in risicogroepen, door het aanbieden van vaardigheden en creëren van een raamwerk waarbinnen adolescenten de juiste keuzes kunnen maken tot een gezond leven. PATHS is bedoeld voor adolescenten vanaf 12 jaar en kan doorlopen tot het behalen van het middelbare school diploma. De doelgroep is woonachtig in lage SES buurten die worden gekenmerkt door hoge werkloosheidscijfers, hoog aantal tienerzwan-gerschappen, hoge kindersterfte en veel criminaliteit en drugsgebruik.

PATHS is een veelomvattend programma dat zich op zowel de adolescent als het gezin richt. Elke onderdeel van het PATHS programma richt zich op een van de volgende risico en/of beschermende factoren: gezinsleven, seksuele voorlichting, huiswerkbegeleiding en tutoring, werk, gezondheidszorg, counseling, zelfexpressie door middel van creativiteit, en actieve begeleiding bij inschrijving voor vervolgopleidingen.

Meltzer en collega's (2006) hebben 83 van 141 deelnemers van PATHS drie jaar na deel-name bereid gevonden om een uitgebreide vragenlijst in te vullen over hoe het nu met hen gaat. Daaruit bleek dat hoe actiever een deelnemer aan PATHS heeft deelgenomen, hoe voorspoediger hun leven op 18 jarige leeftijd eruit ziet en hoe kleiner de kans is dat ze betrokken zijn bij criminele activiteiten. Omdat het slechts om een nameting gaat, mogen er geen conclusies over effecten van PATHS worden getrokken.

Op grond van dit onderzoek is het niet mogelijk om een uitspraak te doen over de effec-ten van Promoting Adolescents Through Health Services (PATHS) programma.

5.17 Samenvatting en conclusies

In dit hoofdstuk is aandacht besteed aan verschillende wijkinterventies gericht op het voorkomen of verminderen van agressief en gewelddadig gedrag bij risicojongeren. We hebben verschillende studies gevonden waarin positieve effecten werden gerapporteerd. De kwaliteit van de meeste studies was echter ontoereikend om uitspraken te kunnen doen over de effectiviteit van de betreffende interventies (SMS score 2). Slechts één van de beschreven wijkinterventies is meerdere malen onderzocht op effecten op agressie en geweld in een kwalitatief hoogwaardige studie (SMS score 4 of 5) en kan worden aange-merkt als bewezen effectief. Vier andere interventies zijn mogelijk veelbelovend.

Effectieve en veelbelovende interventies

Het Problem Oriented Policing programma is de enige wijkinterventie waarvan de effectivi-teit op agressie en geweld is aangetoond in meer dan één kwalitatief hoogwaardige studie. Het programma richt zich specifiek op wijken waar criminaliteit veel voorkomt, de zoge-naamde hotspots. In deze wijken wordt een interventiepakket uitgevoerd waarbij enerzijds de omgeving wordt verbeterd, bijvoorbeeld door het aanbrengen van straatverlichting en het schoonmaken en beveiligen van parkeerplaatsen, en anderzijds strenger wordt ingezet op ordehandhaving. Daarnaast wordt aandacht besteed aan beschermende factoren zoals verbetering van recreatiemogelijkheden en het bevorderen van de samenwerking tussen voorzieningen en instanties. Per wijk wordt een interventiepakket om maat samengesteld. Twee onafhankelijke studies laten zien dat deze aanpak positieve effecten heeft op het voorkomen van geweldsdelicten. Er zijn bovendien geen aanwijzingen gevonden voor ver-plaatsing van agressie en geweld naar andere delen uit de stad.

Een voorbeeld van een mogelijk veelbelovende interventie is Safer Bars. Safer Bars heeft als doel het verminderen van agressie en geweld in uitgaansgelegenheden. De interventie bestaat uit twee onderdelen. Het eerste deel bestaat uit een werkboek waarmee de eige-naar van een uitgaansgelegenheid het risico op agressie en geweld kan beoordelen aan de hand de verschillende omgevingsfactoren die in de desbetreffende uitgaansgelegenheid van kracht zijn. De eigenaar wordt met behulp van dit werkboek aangemoedigd om ver-schillende verbeteringen aan te brengen. Het tweede deel van de interventie bestaat uit een korte training voor barmedewerkers en managers. In deze training leert het barperso-neel welk gedrag in positieve of negatieve zin bijdraagt aan agressie binnen de uitgaans-gelegenheid. De resultaten van een gerandomiseerd effectonderzoek laten zien dat Safer Bars effect lijkt te hebben op het aantal incidenten van ernstige en gematigde agressie. Uit de analyses kwam tevens naar voren dat de effecten groter waren wanneer het verloop onder het management en deurpersoneel laag was. Een sterk op Safer Bars lijkend pro-gramma wordt in Nederland uitgevoerd onder de naam Bar Veilig.

Een ander voorbeeld van een mogelijk effectieve wijkinterventie is Communities That Care

(CtC). CtC betreft een integrale aanpak waarbij een coördinerend preventieteam in

sa-menwerking met verschillende lokale organisaties in een aantal zorgvuldig geplande fasen lokale problematiek bestrijdt. Kenmerkend voor de CtC-aanpak is dat eerst in kaart wordt gebracht welke risicofactoren in een bepaalde wijk van kracht zijn, waarna een zorgvuldige selectie plaatsvindt uit verschillende bewezen effectieve interventies. Het geselecteerde interventiepakket grijpt in op de op voorhand geselecteerde risicofactoren en de imple-mentatie van deze interventies wordt zorgvuldig gemonitord en geëvalueerd. Twee groot-schalige quasi-experimentele studies laten een significante afname van delinquent gedrag zien. Ook wordt vooruitgang geboekt op andere uitkomstmaten. Doordat het beschikbare

onderzoek geen resultaten rapporteert die rechtstreeks betrekking hebben op agressie en geweld, kan op grond van deze gegevens echter niet worden geconcludeerd dat CtC effec-tief is in het terugdringen van agressie en geweld. De aanpak lijkt echter wel veelbelo-vend.

Community Policing betreft een wijkinterventie waarbij criminaliteit in een wijk wordt

be-streden door het creëren van een gezamenlijke verantwoordelijkheid tussen de politie en de gemeenschap. Elke wijk krijgt een vast aanspreekpunt (wijkagent) die verantwoordelijk is voor de criminaliteit in een bepaald gebied. Deze wijkagent onderhoudt nauwe contac-ten met lokale voorzieningen en krijgt de bevoegdheid om zelf een plan van aanpak op te stellen. In dit plan van aanpak wordt vooral ingegaan op onderliggende problemen in de betreffende gemeenschap in plaats van op de bestrijding van incidenten. Onderzoek liet een duidelijke afname in gewelddadig gedrag zien welke behouden bleef tot 66 maanden na de invoering van de interventie. De onderzoekers merken wel op dat dit succes moge-lijk verklaard wordt doordat de deelnemende wijkagenten vooraf op hun motivatie zijn geselecteerd, waardoor het succes van de aanpak mogelijk niet naar elke wijk met bijbe-horende wijkagent te generaliseren is.

De laatste mogelijk veelbelovende interventie betreft Targeting Alcohol-Related Street

Crime (TASC). Deze interventie bestaat uit verschillende componenten. In de eerste plaats

wordt contact gelegd met alle uitgaansgelegenheden in een bepaald gebied. Het deurper-soneel van deze uitgaansgelegenheden ontvangt een training en de uitgaansgelegenheden worden regelmatig bezocht door lokale politieagenten. In aanvulling hierop kan de politie-inzet worden geïntensiveerd door verkeerscontroles, politie-inzet van drugshonden en andere zichtbare aanwezigheid van de politie in de omgeving van de uitgaansgelegenheden. De uitgaansgelegenheden worden bovendien bezocht door medewerkers van de EHBO om informatie te verschaffen over alcoholgerelateerde verwondingen. Daarnaast vervult de EHBO een monitorfunctie bij het registreren van geweld binnen bepaalde uitgaansgelegen-heden waarover in de lokale media wordt gepubliceerd. Onderzoek laat zien dat het aantal geweldplegingen binnen deelnemende uitgaansgelegenheden significant afnam. Een be-langrijke kanttekening is echter dat uit ditzelfde onderzoek naar voren kwam dat de inzet van TASC in gebieden met een beperkte capaciteit aan uitgaansgelegenheden het geweld op straat toenam. De beschreven aanpak lijkt dus alleen wenselijk als de wijk ook beschikt over voldoende capaciteit aan uitgaansgelegenheden. Indien dit niet het geval is, kan de aanpak ook contraproductief uitpakken.

Mogelijk niet effectief

Voor de effectiviteit van de Convenanten Veilig Uitgaan op zich is geen bewijs gevonden. Mogelijk is er wel een klein effect op lichte geweldsincidenten, wanneer aan een aantal succesfactoren (extra toezicht, een vast aanspreekpunt en het verbinden van consequen-ties aan een evaluatie) is voldaan.

Geen uitspraken mogelijk

Zoals aan het begin van deze samenvatting en conclusie al even ter sprake kwam, zijn veel van de in deze paragraaf beschreven wijkinterventies onvoldoende onderzocht om uitspraken te kunnen doen over de effectiviteit van de betreffende interventies. Bij een aantal van deze interventies kunnen bovendien vraagtekens worden gezet bij de generali-seerbaarheid naar de Nederlandse situatie (Tijdsrestrictie verkoop alcohol in bars, Youth

Curfews). In deze paragraaf is echter ook aandacht besteed aan een interventie die op

dit type interventie geen gebruik maken van een controleconditie, waardoor het niet mo-gelijk is om uitspraken te doen over de effectiviteit, is het wel opvallend dat geen van de beschreven evaluaties een afname van agressie en geweld rapporteert. Dit wordt ook be-vestigd in een internationale review (Welsh & Farrington, 2008). Aangezien cameratoezicht een betrekkelijk populaire interventie is, lijkt het wenselijk dat de effectiviteit van deze interventie op korte termijn wordt onderzocht in kwalitatief hoogwaardig onderzoek in de Nederlandse situatie. Mocht uit dit onderzoek inderdaad blijken dat cameratoezicht op zichzelf niet effectief in het terugdringen van agressie en geweld, dan zou dit gevolgen moeten hebben voor de verdere implementatie van deze interventie.

In document Agressie en geweld;Weten wat helpt (pagina 97-102)