• No results found

Communities that Care

In document Agressie en geweld;Weten wat helpt (pagina 83-86)

4 Individuele interventies

5.3 Communities that Care

Communities that Care (CtC) heeft tot doel het voorkómen van probleemgedrag onder jongeren, zoals geweld, jeugddelinquentie, problematisch alcohol- en drugsgebruik, schooluitval en tienerzwangerschap. Dit wordt bereikt door op duurzame wijze de sociale

veiligheid in de wijk te vergroten. Zo wordt een omgeving gecreëerd waarin jongeren wor-den aangemoedigd hun capaciteiten aan te spreken en zich maximaal te ontwikkelen (www.ctcholland.nl). Doelgroep van het programma zijn kinderen en jongeren van 0 - 18 jaar en hun omgeving.

Het programma CtC wordt uitgevoerd door een coördinerend preventieteam in samenwer-king met lokale organisaties. CtC is een 'operating system' waarin een gemeenschapscoali-tie in een aantal zorgvuldig geplande fasen aan de slag gaat met onderzoek, selecgemeenschapscoali-tie en implementatie (in de hele gemeenschap) van een wetenschappelijk onderbouwd preven-tieprogramma. Het brengt de domeinen thuis, wijk, school en vrienden in beeld en ver-bindt ze met elkaar.

De verschillende fasen zijn:

Fase 1: Oriëntatiefase, waaronder: het creëren van draagvlak, zorgen voor goede intro-ductie van CtC in het werkveld jeugd, maken van een omgevingsanalyse, voorbereiden van een scholierenenquête.

Fase 2: Voorbereiding, hieronder valt de uitvoering van een scholierenenquête, oprichten van stuurgroep en preventieteam, informeren en betrekken van het CtC-gebied. Belangrij-ke leiders van de gemeenschap (vaak zijn dit: schoolmedewerBelangrij-kers, politieBelangrij-ke leiders, religi-euze leiders, etc.) worden gemobiliseerd om het preventieteam te vormen. Zij krijgen trainingen over volksgezondheid, preventiewetenschap, en hoe ze een wetenschappelijk onderbouwd preventieprogramma kunnen selecteren, implementeren en evalueren. Daar-naast krijgt het preventieteam informatie over risico- en beschermende factoren.

Fase 3: Ontwikkelen van een gebiedsprofiel. Dit bestaat uit het verzamelen en analyseren van gegevens over probleemgedragingen, risico- en beschermende factoren in het gebied, het prioriteren van de risicofactoren en beschermende factoren, en het in kaart brengen en analyseren van bestaande preventieve programma’s en activiteiten in het gebied.

Fase 4: Ontwikkelen van het preventieplan. Hieronder valt het formuleren van lange ter-mijn doelen met betrekking tot probleemgedrag, risicofactoren en beschermende factoren, het ontwikkelen van een plan waarin programma’s/voorzieningen in het gebied een sa-menhangend aanbod vormen om de aanwezige risicofactoren te verminderen en de be-schermende factoren te versterken.

Fase 5: Implementatie en uitvoering van het preventieplan. Deze fase bestaat uit het op-zetten van een organisatiestructuur die de invoering van het preventieplan in het gebied ondersteunt, het uitvoeren van evaluaties en het bijstellen van het preventieplan, en het onderhouden van draagvlak –voor langere termijn- in het gebied (www.ctcholland.nl). Door de invoering van CtC worden de volgende veranderingen binnen een wijk/aandachtsgebied beoogd: meer gebruik van bewezen effectieve interventies, een ver-groting van de samenwerking tussen instellingen, en betere implementatie van de effec-tieve interventies. Deze veranderingen in de organisatie van en samenhang in het systeem van preventieve interventies in een aandachtsgebied worden geacht de risicofactoren voor middelengebruiken en delinquent en agressief gedrag van adolescenten in wijken te ver-minderen. Volgens de CtC-theorie duurt het 2-5 jaar om afname van risicofactoren op wijkniveau te bewerkstelligen en 5-10 jaar voordat er een afname op wijkniveau meetbaar is in het middelengebruik en delinquent gedrag van jongeren.

Feinberg en zijn collega's (2007) voerdeneen onderzoek uit waarbij gebruik werd gemaakt van de data van een regulier scholierenonderzoek op publieke en privéscholen in de staat Pennsylvania in 2001 (totaal aantal respondenten 2001=38.107) en 2003 (totaal aantal

respondenten 2003: 98.436). Hierbij zijn gegevens gebruikt uit grade 6, 8, 10 en 12. Uit de dataset werden gegevens van CtC-wijken gematcht en daarna vergeleken met niet-CtC-gemeenschappen. Het implementatieniveau van CtC in de wijken liep sterk uiteen met een oververtegenwoordiging van wijken waar CtC vrij recent was ingevoerd en dus nog niet goed was geïmplementeerd.

In deze studie zijn effecten gevonden op de risicofactoren school commitment, toezicht van familie en handhaven van regels, en familiegeschiedenis van anti-sociaalgedrag. On-gestandaardiseerde beta-coëfficiënten laten in 2003 voor grade 6 en 10 een significante afname zien op delinquent gedrag op gemeenschapsniveau (2003: grade 6:-0,015, p<=0,01; grade 10: -0,18, p<=0,05). Er is geen afzonderlijke uitkomstmaat voor agressie en geweld. De mate waarin CtC succesvol is geïmplementeerd heeft invloed op de resulta-ten: hoe beter geïmplementeerd, hoe groter de afname van ongewenst gedrag ten opzich-te van gemeenschappen waar CtC niet is geïmplemenopzich-teerd.

Een beperking van deze studie is de vrijwillige keuze voor de invoer van het programma in een gemeenschap. De meest gedepriveerde buurten hebben al vroeg CtC ingevoerd, waardoor er geen goede vergelijkingsgemeenschappen voorhanden waren. Omdat ze niet gematcht konden worden zijn gegevens uit de meest achtergestelde buurten niet opgeno-men in dit onderzoek. Juist in deze buurten verwachten de onderzoekers echter de groot-ste resultaten. De resultaten van de huidige studie mogen daarom als conservatief worden beschouwd. De mogelijkheid van generalisatie van deze resultaten naar een Nederlandse situatie is daarnaast niet vanzelfsprekend. Zorgstructuren in de VS zijn zeer verschillend van die in Nederland. De onderlinge verbanden zijn in Nederland zeker niet perfect, maar niet zo beperktals bij vele buurten in de VS het geval is.

Hawkins e.a. (2009) onderzocht het effect van CtC in 2003 door middel van een RCT in 24 kleinere wijken (12 experimenteel en 12 controlegroep) uit 7 Amerikaanse staten: Colora-do, Illinois, Kansas, Maine, Oregon, Utah en Washington. Het gemiddelde aantal inwoners in controlewijken is 13.966 (min=1.921, max=32.885) en het gemiddeld aantal inwoners in de CtC-wijken is 15.236 (min=1.578, max=10.787). CtC werd getraind en actief geïm-plementeerd van mei tot september 2003 en de focus van de gekozen preventiepro-gramma's lag bij jeugd van 10-14 jaar, hun families en hun scholen. De dataverzameling liep vanaf 2003-2004 middels een scholierenonderzoek onder alle grade 5 leerlingen van scholen in de 24 wijken die akkoord gingen met deelname aan het onderzoek (88 scholen, 1 schooldistrict besloot van deelname af te zien). De leerlingen hebben 4 achtereenvol-gende jaren de vragenlijsten ingevuld. Tijdens de vierde wave zaten de leerlingen in grade 8 en was de implementatie van het eerste CtC preventieprogramma 2 2/3 jaar geleden. Het totaal aantal individuele leerlingen is 4407, op elk meetmoment mist een aantal om diverse redenen. Het aantal respondenten in de CtC-wijken is in grade 5: N=1867; grade 6: N=2368; grade 7: N=2274; en grade 8: N=2272. Het aantal respondenten in de con-trole-wijken is in grade 5: N=1346; grade 6: N=1987; grade 7: N=1921; en grade 8: N=1910.

Er zijn significante resultaten van het programma gevonden op drugs- en alcoholgebruik. Daarnaast is er een significant interventie-effect op de incidentie van delinquent gedrag tussen grade 5 en 8 gevonden. Tussen grade 6 en grade 8 zijn er echter geen significante tijd X interventie interacties. Dit betekent dat de in het eerste jaar van CtC bereikte ver-schillen tussen de interventie en controlegroep constant blijven. In grade 8 rapporteert 21% van de controleleerlingen delinquent gedrag en 16% van de CtC-leerlingen.

Daar-naast rapporteren de controleleerlingen in grade 8 significant vaker en meer typen delin-quent gedrag (t8=5,43; p=0,00 2-zijdig, adjusted odds ratio:1,34) namelijk gemiddeld 1,13 delinquente gedragingen en de CtC-leerlingen 0,78.

Communities That Care (CtC) is een veelbelovend programma voor een

gemeenschap-brede afname van delinquent gedrag bij jongeren tussen 10-14 jaar.

In document Agressie en geweld;Weten wat helpt (pagina 83-86)