• No results found

Het succes in Kenia .1 Achtergrond

In document The Responsibility to Prevent (pagina 61-65)

De Responsibility to Protect in de praktijk

6: De R2P – de theorie toegepast op de praktijk

6.2 Het succes in Kenia .1 Achtergrond

6.2 Het succes in Kenia 6.2.1 Achtergrond

Voor de verkiezingen op 27 december 2007 werd Kenia gezien als het land van stabiliteit en voorspoed in Oost-Afrika. De verwachting was dan ook dat de verkiezingen rustig zouden verlopen en dat de uitdager, Raila Odinga van de etnische groep Luo, de verkiezingen met een kleine winst zou winnen waarna het op een rustige manier de macht zou overnemen. Dit is echter niet wat er gebeurd is. De verkiezingen bleken corrupt waardoor de president Mwai Kibaki, van de etnische groep Kikuyu, opnieuw aan de macht kwam.187 Kibaki werd meteen na de verkiezingen opnieuw beëdigd en de oppositie sprak van fraude. Gevolgen van deze fraude waren een golf van geweld en demonstraties door het land en met name in het westen van Kenia.188 Binnen twee maanden tijd waren 1133 Kenianen vermoord, velen verkracht en meer dan 500.000 waren gedwongen te vluchten van hun huis. De slachtoffers werden vaak uitgekozen als ze er van verdacht werden de tegenpartij te steunen, maar mensen werden ook om hun etniciteit aangevallen.189 Het geweld in Kenia was op het eerste gezicht een direct gevolg van de gefraudeerde verkiezingen, maar het bleek dat de crisis zich ook op een etnische dimensie bevond met geweld tussen de dominante Kikuyu groep en andere etnische groepen zoals Luo en Kalenjin.190

6.2.2 De verkiezingen in Kenia en de R2P

Secretaris-generaal Ban Ki-Moon kwam snel met een reactie op het geweld in Kenia. Hij uitte zijn zorgen over de situatie en het geweld en liet weten dat hij internationale bemiddeling zou steunen. Daarnaast riep hij Kibaki en Odinga op om een vreedzame oplossing voor de situatie te zoeken en een manier om het geweld te stoppen.191 Ook de internationale gemeenschap reageerde snel, met diplomatieke bezoeken werd getracht beide partijen over te halen het geweld en het bloedvergieten te stoppen. Begin januari 2008 werd er een bemiddelingsproces gestart onder leiding van John Kufuor, de

187 Bridget Moix &Trevor Keck, The Responsibility to Prevent: A Report to Congress from the Friends Committee on National Legislation (Quakers) (2008), pp. 14

188 Peace and Security Section of the United Nations Department of Public Information, The United Nations and Kenya: Briefing note (2008), pp. 1

189 Global center for the Responsibility to Protect, The Responsibility to Protect and Kenya: Past Successes and Current Challenges (2010), pp. 1

190 Peace and Security Section of the United Nations Department of Public Information (2008), pp. 2

62

voorzitter van de AU en president van Ghana. Het bemiddelingspanel, Panel of Eminent Personalities, werd geleid door voormalige Secretaris-generaal Kofi Annan.192

Dit initiatief werd gesteund door de VN, Kenia‟s buurlanden, hoofddonoren en civil society en zorgde ervoor dat Odinga en Kibaki met elkaar in gesprek gingen. 193 Op 22 januari gingen de onderhandelingen van start en men kwam overeen zich te richten op drie onderwerpen in vier weken tijd: (1) de beëindiging van het geweld, (2) het aanpakken van de humanitaire crisis en het veilig naar huis laten gaan van de ontheemden, (3) de creatie van een overheidscoalitie en een onderzoekscommissie die het verkiezingsproces en het bijkomende geweld zou onderzoeken. De onderhandelingen hadden tot gevolg dat het geweld begin februari begon af te zwakken en er eind februari sprake was van een machtsdeling in de overheid.194

Niet alleen op het politieke niveau schoot de internationale gemeenschap Kenia te hulp, ook verschillende humanitaire agentschappen van de VN reageerden op de situatie. Deze agentschappen werkten samen met het Keniaanse Rode Kruis en de overheid om assistentie te verlenen op de verschillende gebieden van humanitaire hulp, zoals bij het leveren van voedsel en medische assistentie aan de getroffen gebieden.195

Bij het referendum over de grondwet in augustus 2010 heeft de overheid zich aan haar woord gehouden en 10.000 extra politie agenten ingezet, wat haar toewijding aan preventie laat zien. Ook het feit dat Odinga en Kibaki een eendrachtig standpunt innamen bij dit referendum duidt op vooruitgang. Daarnaast heeft de coalitie overheid aangegeven bereid te zijn mee te werken aan het onderzoek van het Internationale Strafhof. Met het vooruitzicht van de verkiezingen in 2012 blijft de R2P van belang omdat de terugkeer van geweld nog altijd mogelijk is. De AU, VN en andere belangrijke staten zullen samen moeten werken met Kenia en het belang van de R2P blijven benadrukken. De hervormingen overeengekomen in het referendum zullen hierbij van belang zijn, omdat deze de structurele oorzaken van het geweld aanpakken.196

192 Global center for the Responsibility to Protect (2010), pp. 1-2

193 Idem

194 Idem, pp. 2

195 Peace and Security Section of the United Nations Department of Public Information (2008), pp. 3

63

6.2.3 Analyse uitvoering R2P

Kijkend naar de uitvoering van de R2P in het geval van Kenia, kan er zeker worden gesproken van een succes. Zodra de eerste tekenen van een potentiële conflictsituatie duidelijk werden werd er gereageerd en nagedacht over wat de men zou kunnen doen. In het geval van Kenia kan gezegd worden dat het early warning systeem goed werkte en dat er duidelijkheid was over de benodigde middelen om het conflict in de kiem te smoren. Er was dus ook sprake van een preventive toolbox. Om tot het compromis tussen Odinga en Kibaki te komen en het geweld tot een einde te brengen was snelle diplomatie in combinatie met effectieve druk van de internationale gemeenschap nodig.197 Human Rights Watch noemde het bemiddelingsinitiatief onder leiding van Kofi Annan een model voor diplomatieke actie in naam van de R2P.198 Uit de casestudie van Kenia wordt al snel duidelijk dat er genoeg politieke wil aanwezig was om dit conflict tot een snel einde te brengen. Dit was mede het geval omdat Kenia door het Westen gezien werd als het meest stabiele en welvarende land in Oost-Afrika en men wilde dit graag zou houden. Een conflictueuze situatie in Kenia zou kunnen overslaan op buurlanden en zo de rust in de regio verstoren. 199 De aanwezigheid van politieke wil heeft er voor gezorgd dat er voldoende capaciteit was om de benodigde acties te ondernemen, zoals duidelijk is geworden in deelhoofdstuk 6.2.2. Voor een vreedzame situatie in de toekomst is er gewerkt aan een oplossing voor de directe oorzaak van het geweld na de verkiezingen van 2007. Daarnaast zijn er hervormingen voorgesteld in het referendum van augustus 2010, welke zijn aangenomen, die de structurele oorzaken van het geweld aan zullen pakken. Hierdoor is de preventie van een soortgelijke situatie, mits met begeleiding en steun van de internationale gemeenschap, in de toekomst mogelijk.

Ondanks dat deze diplomatie op korte termijn de directe oorzaken van het conflict, de verkiezingen, heeft aangepakt en het een groot succes was in het afweren van een grotere catastrofe zal er voor de langere termijn meer nodig zijn. De structurele

oorzaken van het conflict, de etnische verschillen, de socio-economische ongelijkheden, de politieke marginalisering en de corruptie, zijn door de bemiddeling niet verdwenen. Voor een duurzame vrede is er langere termijn support nodig voor structurele preventie

197 Moix & Keck (2008), pp. 14

198 Global center for the Responsibility to Protect (2010), pp. 1

64

door het realiseren van duurzame ontwikkeling, goed bestuur en verzoening.200 Ook Francis Deng bevestigt dit: in zijn ogen was de bemiddeling onder leiding van Kofi Annan een groot succes maar voor de toekomst is het nodig dat de onderliggende oorzaken van het geweld worden aangepakt.201 De hervormingen van het referendum zullen hierbij helpen maar Kenia zal hierbij de steun van de internationale gemeenschap hard nodig hebben. De R2P is goed toegepast op het geweld van Kenia, maar men zal de situatie in Kenia moeten blijven monitoren.202

6.3 Deelconclusie

Kijkend naar de twee casestudies en de toepassing van de R2P op deze casestudies kunnen meerdere dingen worden geconcludeerd. Als we de toepassing van de R2P in Kenia vergelijken met die in Darfur zijn er grote verschillen maar er zijn ook overeenkomsten. Bij beide gevallen was er sprake van een goedwerkend early warning

systeem en was er voldoende informatie over de hevigheid van de situaties in beide landen. Voldoende informatie alleen is niet altijd genoeg zoals blijkt uit de case van Darfur waar het schortte aan politieke wil bij China en Rusland. Dit is dan ook het grootste verschil tussen de twee cases.

In Kenia was er een overvloed aan politieke wil terwijl in Darfur sprake was van een gebrek aan deze wil. Zowel de overvloed als het gebrek aan politieke wil werd veroorzaakt door nationale dan wel internationale belangen. Concrete acties werden in Darfur tegengehouden door de nationale belangen van China en Rusland. De wens om Kenia als rustige haven te behouden speelde als internationaal belang om zo snel mogelijk stappen te ondernemen. Dit werd mede veroorzaakt doordat geen van de permanente leden van de VR een veto uitsprak tegen een actie in Kenia. In beide gevallen was duidelijk wat nodig was om de situatie te verbeteren, en er was bij beide sprake van een preventive toolbox. De politieke wil in Kenia zorgde voor de benodigde

capaciteit, net zoals in Darfur het gebrek aan die wil gepaard ging met een gebrek aan capaciteit. Het laatste verschil tussen de twee cases is het feit dat de VR bij Darfur niet

200 Idem

201 Madariaga College of Europe Foundation (2008), pp. 3

65

veel concreets ondernam terwijl de afhandeling van het conflict in Kenia vanaf het begin op rolletjes liep.

Als we kijken naar het aanpakken van de structurele en directe oorzaken van de

In document The Responsibility to Prevent (pagina 61-65)