• No results found

De politieke wil

In document The Responsibility to Prevent (pagina 41-45)

De Responsibility to Prevent

4: Preventie als onderdeel van de Responsibility to Protect

4.2.2 De drie voorwaarden voor preventie

4.2.2.3 De politieke wil

menselijkheid en oorlogsmisdaden gezorgd. Evenals de Conventies van Genève en aanvullende protocollen.

Voor militaire directe preventie zijn minder mogelijkheden. Dit zou bijvoorbeeld kunnen bestaan uit een preventieve stationering van militaire troepen in een gebied waar er een conflictdreiging bestaat. Deze stationering gebeurt in overeenstemming met de overheid van de staat in kwestie, met als doel het voorkomen dat de situatie verslechtert en omslaat in een gewapend conflict.139 De keus om over te stappen van preventie aansporingen naar dwingende preventieve maatregelen moet goed worden overwogen. Deze maatregelen kunnen bestaan uit zware politieke en economische druk en hiervoor is een grote mate van politieke toewijding vereist. Ondanks dat de keus weloverwogen moet zijn, kunnen dreigende directe preventie methodes een belangrijke rol spelen en de noodzaak om daadwerkelijk over te gaan interveniëren wegnemen. Een negatieve directe militaire preventie strategie kan een wapen embargo of non territoriaal machtsvertoon zijn.140 Daarnaast is het gebruik van de media van belang bij directe conflict preventie, want dit kan dienen als een middel om publieke betrokkenheid met R2P te promoten.141

4.2.2.3 De politieke wil

Voor een goed uitvoerbare preventie aanpak is politieke wil hard nodig. Zonder politieke wil van de relevante beleidsmakers zal een eventuele preventie poging onmogelijk zijn.142 De betrokken staten moeten bereid zijn zich met een situatie te bemoeien en deze inmenging voort te zetten tot die niet meer nodig is. Het ICISS rapport benadrukt het grote belang van de politieke steun voor het principe van de R2P.143 Van belang voor het verkrijgen van deze politieke steun zijn de aanwezigheid van kennis van het probleem, de bezorgdheid die ervoor zorgt dat men wat wil doen, het vertrouwen dat iets doen de juiste beslissing is, de aanwezigheid van institutionele processen die de

139 ICISS (2001), pp. 24-25, 57, Mayersen (2010), pp. 30, Evans (2008), pp. 87

140 ICISS (2001), pp. 25

141 Mayersen (2010), pp. 30

142 Evans (2008), pp. 223

42

kennis, bezorgdheid en vertrouwen omzetten in relevante acties en de aanwezigheid van leiderschap.144

Deze steun kan het best verworven worden door eerst te richten op het mobiliseren van nationale steun, en vervolgens te focussen op internationale steun. De nationale steun, of op zijn minst neutraliteit, is voor de internationale wil van groot belang. De steun of oppositie die een bepaalde beslissing krijgt op nationaal terrein weegt zwaar mee voor de keuze op het internationale vlak. Van belang voor de uitwerking van de nationale steun zijn contextuele factoren zoals de grootte van een staat en zijn macht: grote machten blijken vaak minder geïnteresseerd te zijn in multilateralisme dan kleine en middelgrote machten. Geografie speelt een rol, conflicten dichter bij huis kunnen sneller op inmenging rekenen omdat dit grotere gevolgen heeft voor een staat dan een conflict aan de andere kant van de wereld. Daarnaast spelen de aard van de politieke instituties en de cultuur van een staat een rol, sommige staten zijn meer internationalistisch ingesteld dan andere staten. Voor de mobilisatie van nationale politieke steun is naast leiderschap in een staat, leiderschap van non-gouvernementele organisaties (NGO‟s) van belang. Zij kunnen een grote rol spelen in de verschaffing van informatie en van relevante argumenten en in het beïnvloeden van de besluitvorming in staten.

De motieven om internationaal betrokken te raken bij een conflict kunnen in vier categorieën worden onderscheiden. De morele motivatie kan bestaan uit het voorkomen, het afwenden of het stoppen van menselijk lijden. Het lastige hiervan is het vaststellen van dit lijden, en het is vaak makkelijker te doen nadat de ramp al gebeurd is. Een financiële motivatie is dat een snelle reactie goedkoper is dan als het conflict te ver uit de hand loopt, want preventie is goedkoper dan interventie. Er zijn verschillende

nationale motieven aan te dragen, zoals het voorkomen van het uit elkaar vallen van een buurstaat, het behoud van handelsroutes en –markten, en het behoud van vrede. Als laatste kan er sprake zijn van motieven uit partijdigheid.145

Zoals hierboven vermeld, zijn de houdingen binnen staten van belang voor de internationale steun, maar het draait om meer. De relaties tussen staten en wat er

144 Evans (2008), pp. 224

43

gebeurt tussen hun afgevaardigden in bilaterale en multilaterale contacten, en binnen intergouvernementele organisaties (IGO‟s), zijn van groot belang. Net zoals op nationaal niveau is het van belang om argumenten voor betrokkenheid te formuleren die aantrekkelijk zijn vanuit morele, financiële, institutionele en politieke interesses. De VN Secretaris-generaal speelt hierbij een belangrijke leiderschapsrol in de multilaterale relaties. Zijn activiteiten en interacties met de VR en zijn relatie met overheden en de media geven hem een unieke mogelijkheid om internationale steun te mobiliseren. Naast de VN en al haar organen spelen ook de media en internationale NGO‟s een rol in de mobilisatie van internationale politieke steun.146

4.3 Deelconclusie

Uit het hierboven beschrevene wordt duidelijk dat het hoofddoel van de preventie, als onderdeel van de R2P, het uitsluiten van de noodzaak van een (militaire) interventie is. Om deze reden wordt het door de ICISS gezien als het belangrijkste onderdeel van de R2P. Bij de preventie ligt de hoofdverantwoordelijkheid bij de staat in kwestie. Maar het voorkomen van gruwelijkheden is ook een internationale aangelegenheid omdat het falen van deze preventie grote gevolgen en kosten voor de internationale gemeenschap met zich mee kan brengen.

Kijkend naar het preventieonderdeel van de R2P kan er gesproken worden van drie niveaus. Het eerste is het conceptuele niveau, wat het aanpakken van de structurele en

directe oorzaken die interne conflicten kunnen veroorzaken betekent.

Het tweede niveau is strategisch, hierbij gaat het om de drie voorwaarden die vereist zijn voor een succesvolle preventiestrategie. Om structurele oorzaken van conflicten aan te pakken is er de noodzaak voor een early warning systeem. Met dit systeem kan de broosheid van een situatie beoordeeld worden en kunnen potentiële conflictsituaties worden geïdentificeerd. Van belang hierbij is niet alleen de input van informatie maar ook de analyse hiervan. Voor de bestrijding van directe oorzaken van een mogelijk conflict is een preventive toolbox van belang. Er moet kennis zijn van de politieke voorzieningen en instrumenten die van dienst kunnen zijn bij de bestrijding van de

44

conflictsituatie. Voor zowel de bestrijding van onderliggende als directe oorzaken van conflictsituaties is er de noodzaak van politieke wil onder de overheden. Deze wil is nodig om de voorzieningen toe te passen om zo een situatie positief te beïnvloeden. Zonder deze wil is een mogelijke preventiestrategie onmogelijk.

Het derde niveau is het operationele niveau, hierbij gaat het om te toepassing van de drie voorwaarden voor een succesvolle preventie: de early warning, de preventive toolbox en de politieke wil van de internationale gemeenschap. Zoals uit voorgaande duidelijk is geworden kunnen de operationaliseringstrategieën opgedeeld worden in

structurele preventie strategieën door gebruik te maken van het early warning systeem. Hierbij gaat het om staten waar de voorwaarden voor genocide aanwezig zijn. En in

directe preventie strategieën, door de preventive toolbox in te zetten. Dit is van toepassing op staten die te maken hebben met een crisis en waarbij escalatie van de situatie onvermijdelijk lijkt.

Nu er voldoende kennis is vergaard over het preventieonderdeel van de R2P, door te kijken naar het concept en framework, is de volgende stap te kijken hoe er gedacht wordt over de preventie. In het volgende hoofdstuk zal de kritiek van deskundigen uiteen worden gezet evenals de mogelijke kansen voor preventie om op die manier de werkzaamheid en toepasbaarheid van de preventie onder de R2P te analyseren.

45

In document The Responsibility to Prevent (pagina 41-45)