• No results found

3. Weergave praktijkonderzoek binnen de Pniëlkerk

3.2 Stimulerende factoren in geloofsontwikkeling.

In het onderzoek onder de betreffende jongeren werd de vraag gesteld welke factoren een positieve en stimulerende rol van betekenis hebben gespeeld in hun geloofsontwikkeling.

Ouders/gezin

Bij acht van de tien geïnterviewde jongeren zijn de ouders, soms in combinatie met andere gezinsleden, de belangrijkste stimulerende geloofsfactor van betekenis geweest. Jongeren noemen als voorbeeld daarbij gesprekken en discussie als vorming in geloof. Gevoelsaspecten of juist theoretische antwoorden zijn beide positief ervaren in de gesprekken als gezin. Alle jongeren voelden zich in het gezin serieus genomen met hun geloofsvragen. Maar ook de structuur en de vanzelfsprekendheid van het geloofsleven in het gezin worden specifiek een aantal malen genoemd. Jongeren waarderen de regelmaat in kerkgang, bijbellezen, bidden en zingen na het eten. Ook de structuur van catechese en kerkdienst werd genoemd. Dat hebben mensen nodig. Ook het voorbeeldgedrag van ouders werd genoemd. “Mijn ouders tonen altijd respect voor anderen en ze doen niet mee met roddelen. Ze zijn

altijd dienstbaar aan anderen”. Iemand anders vond de eerlijkheid en zelfreflectie van ouders

stimulerend. “Mijn ouders durven kritische geloofsvragen te stellen aan mij. Mijn ouders zijn van

betekenis geweest doordat ze eerlijk zeggen dat ze ook aan dingen kunnen twijfelen. Aan dingen in de kerk bijvoorbeeld”.

Vriendschappen

Naast de ouders zijn vriendschappen een belangrijke factor. Alle jongeren hebben vriendschappen nodig in hun zoektocht naar het geloof. Herkenning van problemen en vragen over verschillende onderwerpen spelen hierbij een heel belangrijke rol. Een jongere zei: “Of je kunt je juist spiegelen aan

een vriendin die iets verder is in het geloof”. Een andere jongere wordt juist aangesproken door

aanstekelijke geloofsgenoten. Maar ook de aanwezigheid van niet-christelijke vrienden is een stimulans voor het eigen geloof. “Je wordt dan uitgedaagd en gaat dieper over de dingen nadenken”.

“Vriendschappen en het met vrienden bijbelstudie doen is erg goed. Dan is er geen bedreiging en zijn we allemaal gelijk met dezelfde vragen”. “Een vriendin is echt een voorbeeld voor me. Ik zag dat bidden echt werkte bij haar. Ik bid nu ook met vrienden en ervaar dan de kracht van de Heilige Geest”.

Jeugdvereniging

De jeugdvereniging is voor de meeste geïnterviewde mensen een belangrijke factor. Jongeren zijn hier vrijwel unaniem positief over. Soms wordt er wel kritisch gekeken naar het niveauverschil; het verschil in leeftijd en denkniveau. “Je wilt niet alleen maar geven van je geloof, maar soms ook ontvangen”. Een ander zei juist: “Hier kun je de diepte in en onderwerpen goed onder de loep nemen”. “Het mooie

is om met andere jongeren van gedachten hierover te wisselen”. “Iedereen kent God een klein beetje en met elkaar kun je hierover praten en van elkaar leren”. “Van elkaar leren en elkaar stimuleren”.

Daarbij is het ook voor een geïnterviewde belangrijk om een taak te hebben. Erbij horen heeft een belangrijke functie, in de eigenwaarde. “Op de jeugdvereniging leer ik erg veel. Ook door bepaalde

onderwerpen aan bod te laten komen word ik gestimuleerd in mijn geloof”. Jongeren willen gezien

worden. “De jeugdvereniging is erg belangrijk, vooral sinds ik een taak heb gekregen. Ik vind het

belangrijk om oog te hebben voor elkaar. Op JV kijk ik ook naar andere mensen en zou dan ook dat geloof willen hebben. De JV helpt me enorm in mijn geloof. Vertrouwen en openheid naar elkaar in de gespreksgroepen zijn erg goed”. Opmerkelijk genoeg werd er een aantal keren gerefereerd aan een

bepaalde avond op de jeugdvereniging. Dit was een ontmoeting met bejaarde gemeenteleden en de jeugdvereniging. “De mooiste periode was een avond op de JV met jong en oud. Deze heeft veel indruk

gemaakt. Oude mensen die iets van zichzelf laten zien en dit de jongeren gunnen. Dit bemoedigt mij en een dergelijk getuigenis geeft mij energie”. Een aantal jongeren noemde ook specifiek de

getuigenisavond. Dit is een avond waarop jongeren vertellen waarom ze recent in het openbaar belijdenis van het geloof hebben gedaan.

Overige

Hieronder volgen factoren die ook een positieve bijdrage aan de geloofsontwikkeling hebben gegeven. Doordat sommige jongeren na de middelbare school niet precies weten welke studie ze willen volgen, kiest men soms voor de Evangelische Hogeschool. “Ik heb op de EH pas echt geleerd wie ik ben. Ik

had er eerst geen goed gevoel over. Maar het blijkt dat deze periode juist goed voor me was. Ook al weet ik nog niet welke studie ik ga doen…..”

nieuwe dingen”. “Theatervoorstellingen van Youth For Christ steunen mij ook in het geloof. Ik voelde me één in de groep. Hier zijn geen vooroordelen van mensen. Je kunt echt jezelf zijn. Ik voel me daar geaccepteerd”. De basisschool is een aantal keren genoemd, vooral de verhalen die daar zijn

aangeleerd en het zingen van de liedjes. “Hier heb je qua kennis het hele leven plezier van”.

Kerkdiensten werden regelmatig genoemd. “In een preek wordt ik vaak aangesproken. Vooral als er

interessante onderwerpen ter sprake komen. Nieuwe dingen in een duidelijke taal. Zang doet mij niet zoveel. Maar wel de teksten van de psalmen”. Een ander zei: “. Ik kan niet zomaar een kerkdienst afzeggen. Ik mis dan echt iets”. “Bepaalde predikanten vind ik erg belangrijk. Bij hen vind ik herkenning. Vooral als ze heel gewoon en eerlijk zijn en dat ze laten zien dat het geloof ook echt beleefd wordt door henzelf”. Een aparte sing in naast de gewone dienst werd genoemd als een

positieve stimulans. Eén geïnterviewde noemde ook specifiek dat ze keek naar de houding van mensen. “Ik kijk naar mensen en zie vaak liefde, trouw en dat deze mensen goede dingen doen. Daarin zie ik

iets van God”. Een andere jongere vertelde me: “Voornamelijk het kerkkamp heeft mij veel zekerheid gegeven, door gesprekken met de leidster van het kerkkamp. Zij gaf goede antwoorden en overtuigde mij door haar eerlijkheid en duidelijkheid”.

Identificatiefiguren.

Los van de ouders of andere gezinsleden als identificatie kunnen personen\geloofsopvoeders belangrijk zijn en een rol van betekenis spelen. Overigens niet voor iedereen. “Ouders zijn belangrijk.

Je let op hen, hoe zij het beleven. Maar ook vrienden en soms zangers. In ieder geval positieve figuren die een overdracht en gewenst gedrag vertonen. Ze laten een voorbeeld zien. Een beeld van God en een beeld hoe wij moeten zijn”. Een andere jongere zei: “Ds. Velema is een persoon die het geloof uitdraagt en waaraan je merkt dat het door hem is heengegaan. Het is realiteit. Geen verhaal vanuit de theorie. De persoon die zijn of haar binnenkant/emoties laat zien aan anderen is altijd indrukwekkend en jaloersmakend”. Een ander zei: “Ik heb niets met mensen die indrukwekkende processen meemaken. Ik kan wel onder de indruk zijn van mensen met veel kennis. Heb daar een aantal favoriete personen bij gevonden. Ik wil graag een mix van overtuigde theorie en praktijkervaring zien”. Een jongere vertelde me dat ze zich graag aan identificatiefiguren wilde

spiegelen. “Zoals zij geloven wil ik het ook”. Een andere jongere vertelde dat zijn gelovige oudtante stierf. En daarbij werd een neef ernstig ziek. “God heeft in die tijd geholpen. Ik vond rust ondanks dat

ik God kwijt was. Hij vond mij en was aanwezig. Ik heb veel aan mijn oudtante gehad. Dat was een echt voorbeeld figuur”. Meerdere jongeren willen zich spiegelen aan anderen en zijn op zoek naar een

persoon bij wie het geloof echt is en dat daar een zekere uitstraling vanuit gaat. Geen theoretisch verhaal alleen. Een ander vond geen herkenning bij anderen. “Eén persoon kan trouwens nooit een

beeld van God geven. Het is altijd een onderdeel wat je van God ziet. Mensen met gezag en autoriteit vind ik fijn om naar te luisteren. Zij die standvastig zijn ook. Je neemt het sneller aan als zij iets zeggen”. Een geïnterviewde omschreef identificatie als volgt: “Ik vind mijn motivatie in identificatie van gelovigen. En daarmee bedoel ik liefde, rust en uitstraling. Het lijkt me mooi om dit ook voor anderen door te geven”.

Tot slot

Tijdens de interviews kwam ook naar voren dat de meeste jongeren behoefte hebben aan regelmaat. Bidden, lezen uit de bijbel en een dagboek zijn een belangrijke stimulans om het geloof te ontwikkelen. Ook de structuur van de liturgie, de zondagse erediensten en het vanzelfsprekende karakter van de kerk, zijn opvallend genoeg voor jongeren belangrijk.

Samenvatting

Ouders en overige gezinsleden worden met overtuiging als eerste genoemd op de vraag wie het belangrijkste zijn in de geloofsontwikkeling en groei. Opvallend werd er gesproken over de vanzelfsprekendheid van geloven. De structuur van alledag en regelmaat in bidden, lezen en zingen werden een aantal keren expliciet genoemd. Vriendschappen zijn voor jongeren enorm belangrijk. Hier kunnen jongeren het geloof delen, spiegelen en vinden ze herkenning. De jeugdvereniging is hieraan gekoppeld, waar mensen ook vrij en georganiseerd over het geloof kunnen spreken. Vooral het erbij horen en een taak uitoefenen is van groot belang voor sommige jongeren. Ontmoetingen van jongeren met oudere gelovigen geven een grote stimulans. Ook identificatiefiguren die een eerlijk en oprecht verhaal vertellen over hun eigen geloofsleven zijn van grote waarde. Een theoretisch verhaal over het geloof heeft geen invloed op jongeren. Maar gelovige mensen kennen allemaal een stukje van God. Het is fijn om dit met elkaar te delen. Naast de jeugdvereniging hebben jongerendagen, de Evangelische Hogeschool, het kerkkamp en de basisschool een belangrijke rol gespeeld.