• No results found

Benodigd document: 3,4, 5, 6, 7, 8

Vragenlijst 1. Maak met elkaar een afspraak om bij elkaar te observeren.

2. Vul de “zelfbeeld” vragenlijst in.

3. Observeer bij elkaar en vul de “observatie” vragenlijst in

(+/- 30 minuten).

4. Analyseer de vragenlijsten digitaal of op papier.

5. Lees de achtergrondinformatie over de acht sectoren.

Stap 2.1

Benodigd document:2

Reflectiegesprek:

Ervaring opdoen

Jullie hebben allebei de vragenlijsten ingevuld en de resultaten verwerkt in het model.

Vergelijk de resultaten met elkaar.

Gebruik hierbij de informatie over de acht sectoren.

Voer aan de hand van de uitkomsten een reflectiegesprek dat ongeveer 60 minuten in beslag neemt.

Neem voor elke stap maximaal 10 minuten de tijd.

- Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen de figuren?

Kwaliteiten

- In welke sectoren liggen je kwaliteiten?

- Kun je betekenisvolle situaties in het verleden noemen waarin deze kwaliteit naar voren kwam?

- Zijn er tijdens de observatie situaties naar voren gekomen waarin deze kwaliteit naar voren komt?

Uitdagingen

- In welke sectoren liggen je uitdagingen?

- Kun je betekenisvolle situaties in het verleden noemen waarin deze uitdaging naar voren kwam?

- Zijn er tijdens de observatie situaties naar voren gekomen waarin deze uitdaging naar voren kwam?

Stap 2.2 Benodigd document:2 Reflectiegesprek: Bewustwording betekenisvolle situatie

Kies een sector die je verder wilt ontwikkelen.

Selecteer binnen deze sector een betekenisvolle situatie die je ervaren hebt waarin een uitdaging ligt.

Zorg ervoor dat de situatie je geraakt heeft. Geef kort de situatie weer.

De ander kan vragen stellen ter verheldering van de context.

Verheldering - Wie…… - Wat…… - Waar…. - Wanneer….. - Hoe….. Stap 2.3 Benodigd document:2 Reflectiegesprek: Terugblikken

Kijk terug op de situatie en analyseer de situatie.

Hierbij is het doel om erachter te komen wat er is gebeurd en hoe je hebt gehandeld.

Jijzelf De leerlingen

- Wat wilde je bereiken? - Wat wilden de leerlingen bereiken? - Wat zei je/deed je? - Wat zeiden/deden de leerlingen? - Wat dacht je? - Wat dachten de leerlingen?

- Wat voelde je? - Wat voelden de leerlingen?

Stap 2.4 Benodigd document:2 Reflectiegesprek: Formuleren essentiële aspecten

In deze stap kun je jezelf werkelijk een spiegel voorhouden. Je gaat bij jezelf te rade welke essentiële aspecten hebben bijgedragen tot jouw manier van handelen.

Ontdek wat de relatie is tussen wat je zelf wilde, voelde, dacht en deed en wat de betrokkenen wilden, voelden, dachten en deden. Op die manier word je je bewust van de kern van de betekenisvolle situatie.

Handelen

- Wat was het effect van jouw (niet)handelen op jezelf en de ander(en)? - Wat is de (eigenlijk) gewenste doeltoestand die je wilt bereiken? - Welke beperking verhindert het bereiken van die doel toestand? - Komt deze wijze van handelen vaker voor (privé of op werk)? - Wat is dus het probleem?

Overtuigingen

- Wat zegt dat nu voor jou?

- Wat zegt dat over wat belangrijk voor je is? - Wat zegt het over overtuigingen die je hebt? - Wat wil je centraal stellen/ waar wil je naartoe?

Kernreflectie

− Welke kernkwaliteiten heb je nodig om de beperking te overwinnen?

Stap 4 Uitproberen De komende weken probeer je het plan van uitpak uit in de praktijk.

Stap 5

Benodigd document: 2,9

Evaluatiegesprek Voer samen een evaluatiegesprek aan de hand van het plan van aanpak.

Bespreek met elkaar hoe je het plan van aanpak hebt uitgevoerd. Vul het plan van aanpak verder in.

Terugblikken

- Wat wilde je bereiken? - Waar wilde je op letten? - Wat wilde je uitproberen?

Uitvoering

- Welke acties heb je ondernomen? - Wat heb je nu anders gedaan? - Hoe werkte de nieuwe aanpak? - Is het gegaan zoals je wilde? - Wat ging er goed/niet goed?

Effecten

- Hadden de alternatieven effect? Op welke wijze? - Zijn de doelen behaald? Waarom wel/niet? - Ben je tevreden?

- Is er een vervolgplan nodig: vragen van stap 6 herhalen

Stap 2.5

Benodigd document:2

Reflectiegesprek:

Beslismoment

Je ziet nu de consequenties van de situatie onder ogen en moet beslissen of je jouw toekomstig handelen aan gaat passen. Word je bewust van de mogelijke consequenties van je keuze voor jezelf en anderen.

Toekomstig handelen

- Ga je zo door op de oude voet en blijf je handelen zoals je deed of trek je lering uit je ervaring en hernieuw je je handelen?

- Wat betekenen de scenario’s voor je functioneren in je toekomstige werk? - Wat zijn de mogelijke consequenties voor jezelf en voor anderen?

Stap 2.6 Benodigd document:2 Reflectiegesprek: Alternatieven ontwikkelen

Onderzoek samen welke alternatieven er zijn om het eigen handelen te verbeteren en formuleer leerdoelen.

Kies maximaal drie alternatieven om je handelen te verbeteren en bedenk hoe deze alternatieven concreet uitvoerbaar zijn.

Alternatieven

- Hoe zou je de situatie een volgende keer anders kunnen aanpakken? - Hoe kan je jouw handelen verbeteren?

− Hoe kun je de kernkwaliteit(en) inzetten om je handelen te verbeteren? - Welke alternatieven zijn er mogelijk?

- Welke voordelen/nadelen hebben die alternatieven? - Waar gaat je voorkeur naar uit?

Vormgeven

- Welk alternatief/alternatieven kies je om uit te proberen? - Hoe ziet dit gedrag er concreet uit?

- Hoe ga je het alternatief/alternatieven uitproberen? - Op welke momenten ga je het alternatief uitproberen? - Wie of wat schakel je daarbij in?

Stap 3

Benodigd document:9

Plan van aanpak opstellen

Vul samen het plan van aanpak in en formuleer maximaal drie alternatieven waaraan je de komende weken gaat werken. Maak samen een afspraak voor het evaluatiegesprek. Zorg ervoor dat de doelen SMART geformuleerd zijn.

Specifiek: Stel een helder, concreet en waarneembaar doel.

Meetbaar: Zorg ervoor dat het doel meetbaar is, zodat je er op kunt evalueren. Acceptabel: Zorg dat het gestelde doel acceptabel is voor jezelf.

Realistisch: Zorg ervoor dat jouw doel uitvoerbaar en haalbaar is.

Tijdgebonden: Stel een einddatum zodat het behalen van het doel vaststaat.

Stap 6

Benodigd document:10

Evalueren Beantwoord de vragen in de evaluatie-vragenlijst.

De vragen zijn gericht op de bruikbaarheid en effectiviteit van het instrument met als doel het optimaliseren van het reflectiemodel. Vul de vragenlijst alleen in.