• No results found

6. Conclusie en discussie

6.1 Conclusie

Een goed klassenklimaat wordt gezien als een belangrijk aspect van effectief lesgeven: het bevordert de leerprestaties en het welbevinden van leerlingen en hun motivatie binnen de klas. Interpersoonlijk leraarsgedrag ( het gedrag van de leraar in interactie met de leerlingen) is een van de factoren die van invloed zijn op het klassenklimaat. Uit de literatuur blijkt dat voor het veranderen van interpersoonlijk leraarsgedrag gerichte interventies nodig zijn. Daarom is ten behoeve van dit onderzoek een intercollegiaal reflectie-instrument ontworpen, gericht op het verbeteren van het interpersoonlijk leraarsgedrag. In dit onderzoek wordt deze interventie beoordeeld op bruikbaarheid en ervaren effectiviteit. Het onderzoek geeft antwoord op de volgende onderzoeksvragen:

1. Hoe ervaren docenten in het primair Daltononderwijs de bruikbaarheid van een reflectie- instrument gericht op het verbeteren van het interpersoonlijk leraarsgedrag?

2. Hoe ervaren docenten in het primair Daltononderwijs de effectiviteit van een reflectie- instrument gericht op het verbeteren van het interpersoonlijk leraarsgedrag?

3. Welke factoren spelen een rol bij de ervaren effectiviteit van het reflectie-instrument?

In dit onderzoek hebben 18 leraren van drie Daltonbasisscholen in duo’s een reflectie-instrument getest en beoordeeld op bruikbaarheid en effectiviteit. De reflectiegesprekken zijn op video opgenomen. Na het doorlopen van het reflectie-instrument hebben de leraren een

evaluatievragenlijst ingevuld en is van elke school één duo geïnterviewd. In deze paragraaf worden de drie hoofdvragen beantwoord.

Hoe ervaren leraren in het primair Daltononderwijs de bruikbaarheid van een reflectie- instrument gericht op het verbeteren van het interpersoonlijk leraarsgedrag?

De resultaten van dit onderzoek laten zien dat de leraren het reflectie-instrument over het algemeen ervaren hebben als een bruikbaar instrument om kritisch te reflecteren op het eigen functioneren. Vooral over het reflectiegesprek was men erg tevreden, men zag dit als de

meerwaarde van het reflectie-instrument. Ook het evaluatiegesprek heeft men als erg bruikbaar ervaren, omdat bewust werd stilgestaan bij de bereikte doelen en in hoeverre vervolgstappen

nodig waren. De vragen die tijdens beide gesprekken gesteld dienden te worden vond men een goede ondersteuning. Verder was men erg positief over het onderdeel waarbij men bij elkaar moest observeren. De vragenlijsten vond men bruikbare instrumenten om het leraarsgedrag van zichzelf en de ander in te schatten: ze weerspiegelden het beeld dat men van het eigen

leraarsgedrag had en de eruit afgeleide modellen gaven inzicht in dat leraarsgedrag.

Minder positief was men over het inzicht dat de modellen gaven over het leraarsgedrag dat verder ontwikkeld moest worden. Men vond onduidelijk hoe een ontwikkelsector en betekenisvolle situatie gekozen dienden te worden.

Verder waren de meningen verdeeld over bruikbaarheid van de materialen. Een aantal leraren vond de instructies onduidelijk, de materialen niet makkelijk in gebruik en de lay-out van het stappenplan onoverzichtelijk en te omvangrijk. Ook over de bruikbaarheid van het plan van aanpak waren de meningen verdeeld. Sommige leraren waren niet in staat leerdoelen te

formuleren en vonden het ingevulde plan van aanpak niet goed uitvoerbaar. De geïnterviewde duo’s waren wel positief over de bruikbaarheid, lay-out en inhoud van het plan van aanpak.

Hoe ervaren leraren in het primair Daltononderwijs de effectiviteit van een reflectie- instrument gericht op het verbeteren van het interpersoonlijk leraarsgedrag?

De resultaten van dit onderzoek laten zien dat de leraren de effectiviteit van het reflectie-

instrument wisselend ervaren hebben. Het reflectie-instrument is volgens de leraren effectief wat betreft de algemene verbetering van het interpersoonlijk leraarsgedrag. Bijna alle leraren geven aan dat het reflectie-instrument geholpen heeft om hun leraarsgedrag te verbeteren. Vooral het opstellen, uitvoeren en evalueren van het plan van aanpak draagt volgens de leraren bij aan het verbeteren van het leraarsgedrag. Bij geen enkele leraar zijn de gestelde leerdoelen niet behaald. Wel verschilt per duo de mate waarin het interpersoonlijk leraarsgedrag veranderd is. Volgens sommige leraren is het leraarsgedrag structureel verbeterd, maar was deze verbetering erg klein. Anderen geven aan dat hun leraarsgedrag niet wezenlijk veranderd is, maar dat ze door het reflectie-instrument wel hebben leren zien wat hun drijfveren zijn om les te geven en welk effect hun gedrag heeft op leerlingen.

Ook met betrekking tot het behalen van de doelen van het reflectie-instrument komt een verdeeld beeld naar voren. Het reflectie-instrument was gebaseerd op vijf doelen waarmee de effectiviteit van het reflectie-instrument kon worden bepaald. Uitgangspunt was dat door het

bereiken van deze doelen verbetering van het interpersoonlijk leraarsgedrag plaatsvond. De leraren zijn van mening dat het reflectie-instrument zorgt voor structurele samenwerking. Verder is de meerderheid van de leraren van mening dat het reflectie-instrument zorgt voor diepgang en dat door het reflectie-instrument de manier waarop men naar zichzelf kijkt veranderd is. De meningen zijn zeer verdeeld over de vraag of door het reflectie-instrument vaste patronen met betrekking tot interpersoonlijk leraarsgedrag doorbroken worden. Ook is de helft van de leraren van mening dat het reflectie-instrument onderliggende problemen niet boven laat komen.

Welke factoren spelen een rol bij de ervaren effectiviteit van het reflectie-instrument.

Uit de resultaten komen drie factoren naar voren die een rol spelen bij de ervaren effectiviteit van het reflectie-instrument: het belang van werken in duo’s, de opbouw van het reflectie-instrument en randvoorwaarden om effectief met het reflectie-instrument te kunnen werken. Vooral het werken in duo’s heeft volgens de leraren een positieve invloed op de ervaren effectiviteit van het reflectie-instrument. Hierdoor was men in staat elkaar een spiegel voor te houden, elkaar

feedback te geven en van elkaar te leren. Daarnaast vonden de duo’s het heel prettig om samen met een collega het reflectie-instrument te doorlopen. De tweede factor, de opbouw van het reflectie-instrument, heeft volgens de leraren een negatieve invloed op de effectiviteit van het reflectie-instrument. Doordat de modellen niet goed inzicht gaven in het leraarsgedrag dat men verder wilde ontwikkelen, kon men niet goed een ontwikkelsector en betekenisvolle situatie selecteren. Ook is het reflectie-instrument te omvangrijk. Als laatste factor noemen de leraren randvoorwaarden die noodzakelijk zijn om het reflectie-instrument effectief in te zetten op scholen. Deze randvoorwaarden hebben betrekking op tijd, de leraar en de school. De leraren zijn van mening dat de interventie in een rustigere tijdsperiode uitgevoerd moet worden en dat het instrument minder tijd in beslag moet nemen. Ook is een goede algemene introductie en instructie noodzakelijk en moet de leraar het nut van het reflectie-instrument inzien. Tot slot is het

belangrijk dat het reflectie-instrument uitgevoerd wordt met iemand die men vertrouwd en dat de leraar een open en kritische houding heeft.