• No results found

4. Methode

5.4 De ervaren effectiviteit van het reflectie-instrument

In deze paragraaf wordt ingegaan op de vraag hoe de leraren de effectiviteit van het reflectie- instrument hebben ervaren. De paragraaf start met de ervaren effectiviteit van het reflectie-

instrument gericht op verbetering van het interpersoonlijk leraarsgedrag. Daarna wordt besproken 41

in hoeverre de afzonderlijke doelen van het reflectie-instrument ten behoeve van verbetering van het interpersoonlijk leraarsgedrag bereikt zijn. Per onderdeel wordt gestart met de resultaten van de vragenlijst en de open vragen, daarna worden de resultaten van de interviews besproken. Tot slot volgt een korte samenvatting van de belangrijkste punten.

Verbetering interpersoonlijk leraarsgedrag

De belangrijkste doelstelling van het reflectie-instrument was de verbetering van het

interpersoonlijk leraarsgedrag van de deelnemende leraren. Tabel 6 laat zien dat beide items van de vragenlijst die hierop betrekking hadden, boven het schaalgemiddelde scoren. Uit de analyse blijkt dat bij geen enkele leraar de gestelde leerdoelen niet bereikt zijn. Twee leraren (11.1%) gaven aan dat het reflectie-instrument niet geholpen heeft om hun leraarsgedrag te verbeteren (zie bijlage 4).

Tabel 6

Gemiddelden en standaarddeviaties op de items bij onderdeel ´verbetering interpersoonlijk leraarsgedrag´ (frequentie op de schaal van 1 tot 5)

N M SD

De gestelde leerdoelen zijn behaald 17 3.65 0.79

Het reflectie-instrument hielp mij om mijn leraarsgedrag verder te ontwikkelen

18 3.72 0.89

Bij de open vragen is aan alle deelnemers gevraagd wat zij precies hebben geleerd door het gebruik van het reflectie-instrument. De leraren hebben daarbij twee soorten leerpunten genoemd: gericht op het verbeteren van het interpersoonlijk leraarsgedrag en gericht op

reflecteren op het eigen handelen. De leerpunten gericht op het verbeteren van het leraarsgedrag waren bijvoorbeeld: het bewustzijn dat onderliggende emoties de relatie met de leerling

beïnvloeden, beter nakomen van afspraken, minder focussen op storend gedrag van kinderen en bewuster aandacht geven aan rustige leerlingen. Leerpunten gericht op reflecteren op het eigen handelen waren vooral gericht op het verkrijgen van inzicht: het besef dat je je eigen handelen telkens moet bijstellen, het besef dat vaste patronen doorbroken kunnen worden met een concreet stappenplan en het besef dat niet alles te verbeteren is door het handelen van de leraar, maar dat ook de omgevingsfactoren en de leerling waarmee je aan het werk bent een rol spelen.

Bij de interviews is doorgevraagd naar het effect van het reflectie-instrument op het interpersoonlijk leraarsgedrag. Alle duo’s vonden dat het doorlopen van het reflectie-instrument en vooral het opstellen, uitvoeren en evalueren van het plan van aanpak (gericht op het verbeteren van het interpersoonlijk leraarsgedrag) hun interpersoonlijk leraarsgedrag had verbeterd. Bij vijf van de zes leraren waren de gestelde leerdoelen bereikt en was het leraarsgedrag dat ze wilden veranderden daadwerkelijk veranderd.

Wel dacht men verschillend over de mate waarin het interpersoonlijk leraarsgedrag verbeterd was. Duo 2 vond bijvoorbeeld dat hun interpersoonlijk leraarsgedrag door het reflectie- instrument sterk verbeterd was.

Leraar 2A: ‘Het instrument is echt een eyeopener voor jezelf, het drukt je met de neus op de feiten en daarvan leer je. Daarnaast zie je dat het verschil oplevert bij veel kinderen, een aantal

kinderen zie je daardoor best veranderen’.

Duo 1 en 3 waren van mening dat hun interpersoonlijk leraarsgedrag door het reflectie-instrument enigszins verbeterd was. Volgens duo 1 was hun interpersoonlijk leraarsgedrag weliswaar

structureel verbeterd, maar was deze verbetering erg klein.

Leraar 1A:‘We hebben (…) kleine stapjes gemaakt. Je bent trots dat je dat toch maar weer bereikt hebt. Dat is het positieve eraan, dat heeft een olievlek werking’.

Volgens duo 3 was hun leraarsgedrag niet wezenlijk veranderd, maar kwam door het gebruik van het reflectie-instrument wel hun drijfveer om les te geven naar boven. Verder beseften zij door het reflectie-instrument dat hun eigen leraarsgedrag bepaald gedrag veroorzaakte bij leerlingen. Zij gaven aan dat ze door het reflectie-instrument hebben leren zien welk effect hun eigen gedrag heeft op een ander. Hierdoor werden zij zich bewuster van hun handelen en leerden ze dat

wanneer je iets op een andere manier communiceert, dit een ander effect teweeg brengt waardoor je beter bereikt wat je wilt.

Leraar 3B: ‘Je bent je vaak wel bewust van je eigen overtuigingen, maar niet van het effect dat het sorteert’.

Bereikte doelen

Het reflectie-instrument heeft vijf doelen waarmee de effectiviteit van het reflectie-instrument kan worden bepaald. Uitgangspunt is dat door het bereiken van deze doelen verbetering van het interpersoonlijk leraarsgedrag plaatsvindt (zie paragraaf 3.4 p. 25). Aan de deelnemers is

gevraagd of deze doelen bereikt zijn. Uit de resultaten van tabel 7 blijkt dat drie van de vier items in de vragenlijst die betrekking hebben op bovenstaande doelen boven het schaalgemiddelde scoren. Eén item heeft een grote spreiding. Uit nadere analyse blijkt dat 61.1% van de leraren vond dat het stappenplan voor diepgang zorgde in het reflectie-gesprek. De helft van de leraren (50%) was van mening dat onderliggende problemen door het reflectie-instrument

bovenkwamen. Over de derde stelling lopen de meningen sterk uiteen. 27.8% was van mening dat vaste patronen om dingen te doen door het reflectie-instrument niet doorbroken werden, 38.9% had hierover geen mening en 33.3% was van mening dat door het reflectie-instrument vaste patronen om dingen te doen wel doorbroken werden. 55.5% van de leraren was mening dat de manier waarop men naar zichzelf kijkt door het reflectie-instrument veranderd is (zie bijlage 4).

Tabel 7

Gemiddelden en standaarddeviaties op de items bij onderdeel ´verbetering interpersoonlijk leraarsgedrag´ (frequentie op de schaal van 1 tot 5)

N M SD

Het stappenplan zorgde voor diepgang in het reflectiegesprek 18 3.56 0.92 Door het reflectie-instrument zijn onderliggende problemen boven

gekomen

Door het reflectie-instrument heb ik mijn vaste patronen om dingen te doen doorbroken

Door het reflectie-instrument is de manier waarop ik naar mezelf kijk veranderd 18 18 18 2.56 3.17 3.33 0.92 0.99 1.19

Uit de interviews komt naar voren dat de duo’s van mening zijn dat twee van de vijf doelen wel en één doel niet bereikt is. Over twee doelen verschilt men van mening. Volgens alle duo’s zorgde het reflectie-instrument voor structurele samenwerking. De leraren vonden dat het reflectie-instrument de samenwerking op een prima manier stuurde en dat men door het reflectie- instrument in staat was de ander een spiegel voor te houden en van elkaar te leren. Door het gebruik van het reflectie-instrument was men in staat elkaar bruikbare en effectieve feedback, tips en adviezen te geven. De duo’s waren van mening dat vooral de vragen tijdens het reflectie- en evaluatiegesprek bijdroegen aan een gestructureerde samenwerking.

Ook waren de duo’s van mening dat het reflectie-instrument ervoor zorgde dat de manier waarop men naar zichzelf keek veranderde. Duo 2 en 3 gaven aan dat zij zich door het gebruik van het reflectie-instrument bewuster waren geworden van hun eigen leraarsgedrag en het effect dat hun leraarsgedrag had op de leerlingen.

Het reflectie-instrument slaagde er volgens de duo’s niet in om vaste patronen te

doorbreken. Duo 1 gaf aan dat dat ook niet mogelijk was, omdat dit meer tijd vergt. Daarvoor zou het reflectie-instrument meerdere keren uitgevoerd moeten worden.

De duo´s verschilden men van mening over het al dan niet bereiken van diepgang. Duo 1 en 3 waren van mening dat de vragen die men elkaar stelde tijdens het reflectiegesprek zorgden voor diepgang. Duo 3 gaf aan dat vooral de vragen waarin men nadenkt over de eigen

overtuigingen zorgde voor diepgang:

Leraar 3A:‘Bij die stap ga je nadenken over hoe je voor de klas staat, wat voor leraar je bent en welke overtuigingen je hebt. Je beseft dat je een bepaalde visie hebt hoe je naar onderwijs kijkt en die bepaalt hoe je leraarsgedrag is.’

Wel gaf duo 3 aan dat diepgang niet automatisch wordt bereikt. De bereidheid van de leraren om samen de diepte in te gaan, kritisch te reflecteren en open te staan voor verandering bepaalt uiteindelijk de mate van diepgang in het gesprek. Bij duo 2 leidde het stappenplan bij zowel het reflectiegesprek als het evaluatiegesprek niet tot diepgang, onderliggende zaken en overtuigingen werden niet besproken.

Het tweede doel waarover men van mening verschilde heeft betrekking op het boven laten komen van onderliggende problemen. Duo 1 en 3 gaven aan dat door het gebruik van het

reflectie-instrument onderliggende problemen bovengekomen waren. Duo 2 was echter van mening dat te weinig gekeken werd naar de onderliggende oorzaken van het probleem zoals normen, waarden en persoonlijke visies die aan het probleem ten grondslag liggen.

Samenvatting

Uit de resultaten komt een wisselend beeld naar voren over de ervaren effectiviteit van het reflectie-instrument. Over de belangrijkste doelstelling: verbetering van het interpersoonlijk leraarsgedrag, is men positief. De resultaten van de vragenlijst en interviews laten zien dat bij geen enkele leraar de leerdoelen niet behaald zijn en dat de meerderheid van mening is dat het interpersoonlijk leraarsgedrag verbeterd door het gebruik van het reflectie-instrument. Wel

verschilde bij de geïnterviewde duo’s de mate waarin het leraarsgedrag verbeterd was. Over de effectiviteit van de vijf doelen van het reflectie-instrument kwam een wisselender beeld naar voren en was men minder positief. Uit de vragenlijsten blijkt dat men vond dat door het reflectie- instrument onderliggende problemen niet goed bovenkwamen en dat men wisselend dacht of het reflectie-instrument in staat was vaste patronen te doorbreken. Alle geïnterviewde duo’s waren van mening dat het reflectie-instrument wel zorgde voor structurele samenwerking en

verandering van de manier waarop men naar zichzelf keek, maar dat vaste patronen niet doorbroken zijn. De duo’s verschilden van mening over de vraag of het reflectie-instrument zorgde voor diepgang en onderliggende problemen boven liet komen.

5.5 Factoren die van invloed zijn op de ervaren effectiviteit van het reflectie-instrument