• No results found

Spellingeenheid en Taalverdeeldheid

In document Neerlandia. Jaargang 31 · dbnl (pagina 91-106)

In de Telegraaf stonden deze maand twee artikelen, onmiddellijk onder elkander, het eene van Prof. Casimir, aanbevelende het aanvaarden van de reeds zoolang noodige spellingeenheid; het andere, de korte inhoud van een artikel van Dr. Schepers in Vragen van den Dag, waarin het denkbeeld geopperd wordt, door middel van de Lagere School de streektalen in stand en in eere te doen houden. Met het eerste kan men het zonder voorbehoud, ook met het oog op onze koloniën, eens zijn. De tijd voor eene regeling onzer spelling in den geest der Vereenvoudigde schijnt inderdaad gekomen. Vooral nu nog maar zeer weinigen zich de moeite geven, in twijfelachtige gevallen na te gaan, hoe het nu eigenlijk door De Vries en Te Winkel is

voorgeschreven; nu velen, vaak uit gemakzucht, zich er maar achter verschuilen, dat al die regels voor onzen tijd niet meer deugen en beweren, dat men zijn tijd wel beter kan gebruiken, dan er zich het hoofd mede te breken, of er nu één e of twee e's dienen te staan, of een verbindings-s of n behoort gezet te worden, of niet; en die dan een eigen spellingstelsel volgen of het maar geheel zonder doen en maar raak schrijven. Dat het daarmede spoedig uit zij en dat de groote meerderheid er althans van overtuigd

rake, dat aan dat gebeunhaas en geknoei met onze taal nu toch eens een einde moet komen, het is inderdaad hoog tijd. En, als een wijziging in ons spellingstelsel daartoe noodig is, welnu, dan maar wijziging, mits men zich dan daaraan voorloopig ook houde. Met Prof. Casimir zijn wij het volkomen eens, als hij den wensch uit, dat het achtervoegsel lijk niet vervangen worde door het wanstaltige lik; lijk is niet mooi, maar lik is toch nog wat minder mooi. En bovendien lijkt ons ook die wijziging onnoodig, vooral, omdat de ij noch de i den klank afbeelden, die in het achtervoegsel gehoord wordt. Voor dien klank hebben wij eenvoudig geen teeken en aan de ij zijn wij nu eenmaal gewend. En nog meer eens zijn wij het met Prof. Casimir, als hij zegt: ‘Op het onderwijs rust dan ook de dure plicht, weer de oude strengheid in de taal in te voeren en geen fouten te dulden’.

Niet zonder reden zal dat gezegd zijn voor het onderwijs hier en voor dat in de beide Westindische koloniën geldt het

30

in nog veel sterkere mate. Dien duren plicht voelen daar zeer velen niet als zoodanig, vaak zelfs niet examencommissies en candidaten. Hoe men een examenopgave voor b.v. aardrijkskunde uitwerkt, wordt alleen beoordeeld uit het oogpunt aardrijkskunde. Of de candidaat in zijn werk taalfouten schrijft, waarvoor een kwarteeuw geleden een schooljongen zich zou geschaamd hebben is van minder belang. Het is inderdaad meer dan tijd, dat de oude strengheid, waarop Prof. Casimir doelt, daar ingevoerd wordt en niet alleen bij het taalonderwijs.

Dat brengt ons vanzelf op het artikel van Dr. Schepers. De liefde, die daaruit spreekt voor streektalen, de bewondering ervoor zelfs, is werkelijk treffend. En dat niemand om het gebruiken van zulk een taal bespot mag worden, allerminst kinderen, het is volkomen waar. Slaat dus het Curaçaosche kind of de volwassen Curaçaonaar in gemoedsbeweging over in het Papiamentsch, en doet de Surinamer dat in het Neger-Engelsch, het zou meer dan dwaas zijn, daarmede den spot te willen drijven. En schoolkinderen te beletten in hun vrijen tijd hun moedertaal te spreken, het heeft ons altijd een ongeoorloofde dwang toegeschenen. Maar streektalen in de school te gaan halen, lijkt ons toch wel wat bedenkelijk. Hier kan dat wellicht Zonder te groot bezwaar, maar daarginds? Het Nederlandsch heeft toch al zoo'n zwaren strijd te voeren, om zich van vreemde smetten vrij te houden, het is er daarginds allerminst vrij van, en nu de kans op besmetting grooter te gaan maken door vreemde elementen in de school toe te laten, het zou een zeer gevaarlijke proefneming zijn. Nu zullen er nog wel eenige jaren hier voorbijgaan, voor de streektaal ambtelijk tot de school toegang krijgt, maar in Suriname en op Curaçao is het nog niet zoo heel lang geleden, dat zij er geheel uit verbannen is.

Daar zou dus de inheemsche onderwijzer kunnen gaan redeneeren: In Holland wil men de streektaal in de school halen en hier wordt ze verbannen; is dat redelijk? En toch is het laatste redelijk. Want men bedenke, dat de tongval van Suriname en van Curaçao niet gelijk staan met Friesche en Achterhoeksche en Zeeuwsche en andere streektalen. Immers, wat is b.v., Papiamentsch, de taal van Curaçao? Een middel om zich met elkander te onderhouden, ontstaan door een proces, dat juist in een richting gewerkt heeft, tegengesteld aan de gewone. De Spanjaard wilde iets aan zijn slaaf mededeelen en sprak Spaansch tot hem en de slaaf antwoordde met zijn Afrikaansche ong in gebrekkig Spaansch, zoodra hij dat kon. En voegde er zijn Afrikaansche woorden in, als hij de Spaansche niet kende of niet kon uiten. De Hollander, die na den Spanjaard kwam, nam dat gebrekkige Spaansch over en maakte het tot zijn omgangstaal. Hij vond het beter, dat de slaaf het Nederlandsch, ook al ware hij daartoe in staat geweest, maar niet leerde. Hij ging zelfs verder en begon na verloop van jaren dat mengelmoes zelf bij voorkeur te spreken. En dat deden allen, die achtereenvolgens op Curaçao verschenen, Portugeezen, Engelschen en anderen. Papiamentsch is dus Spaansch, afgedaald tot het neger-niveau met als oorspronkelijk element uitsluitend een weinig Afrikaansch van de Goudkust of uit Loanda. Iets dergelijks had in Suriname plaats met het Engelsch, toen dat verbasterd werd tot Neger-Engelsch. Juist het omgekeerde proces dus, als dat, waardoor onze streektalen zich ophieven tot beschaafd Nederlandsch, waarbij zij alleen nog op enkele afgelegen plaatsen in vrijwel ongewijzigden toestand in wezen bleven.

Is er dus uit een oogpunt van folklore iets voor te zeggen, die in stand te houden, verminkte talen, als Papiamentsch en Neger-Engelsch door de school te koesteren, verdient allerminst aanbeveling. Vooral ook niet, omdat dat den strijd voor het

Nederlandsch nog moeilijker zou maken, dan die reeds is. Voor ons land moge een proef met wat Dr. Schepers wenscht niet zooveel bezwaren opleveren, voor de West is die ten eenenmale onwenschelijk. Spellingeenheid is daar hoog noodig,

taalverdeeldheid is er reeds en die dient zoo spoedig doenlijk te verdwijnen. Nieuwer-Amstel, December 1926.

C.K. KESLER

Mededeelingen

Voor den Nederlandschen leergang aan de ‘School of Commerce’ te Liverpool, onder leiding van den heer Ph. R. Hugenholtz ingesteld, heeft het A.N.V. leerboekjes, om door middel van het Engelsch Nederlandsch te leeren, beschikbaar gesteld.

Aan de Nederlandsche kolonie te Roodebeeke (Roubaix, Fransch Vlaanderen) heeft het A.N.V. 100 stuks gezonden van het liederentekstboekje: ‘Kun je nog zingen, zing dan mee’; aan de Nederlandsche Kolonie te Buenos-Aires 5 stuks.

Een poging van het Dag. Bestuur om gedaan te krijgen, dat het briefport voor de Nederlandsche overzeesche gebieden onderling gelijk zij aan het binnenlandsch port, heeft tot gevolg gehad, dat de Minister van Koloniën, met dien wensch instemmend, zich daaromtrent met den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië en de Gouverneurs van Suriname en Curaçao in verbinding heeft gesteld.

De Joden Savanne in Suriname.

Over dit onderwerp schreef de heer F. Oudschans Dentz in het Novembernummer van Neerlandia 1920. Vrijdag 7 Januari j.l. hield hij over dit onderwerp en in het algemeen over de kolonisatie van de Portugeesch-Joodsche Natie in Suriname een voordracht voor de leden van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden. Hij schetste uitvoerig, welk een voorname rol de Joden hebben gespeeld in de bevolking en de ontwikkeling van de kolonie Suriname en eindigde met de mededeeling, dat er een commissie is gevormd om den bouwval van de in 1685 gestichte Synagoge en de oude kerkhoven met kostbare grafzerken te herstellen en voor verderen ondergang te bewaren. Zitting daarin hebben in Nederland behalve de heer Dentz: A.J. Mendes da Costa te Amsterdam, Prof. Dr. J.L. Palache te Amsterdam, Opperrabbijn J. Rodrigues Pereira te Hilversum, Siegmund Seligman te Amsterdam, Oud-Gouverneur Staal te 's-Gravenhage, Mevrouw C. Vas Nunes te Amsterdam en in het buitenland de opperrabijnen D. Bueno de Mesquita te Londen en D.D. de Sola Pool te New-York, behalve een in Suriname te vormen Comité.

Neerlands aanzien in het buitenland.

De vereeniging Nederland in den vreemde heeft dezer dagen in België een

rondzendbrief verspreid, waarin zij een beroep doet op de Belgische aardrijkskundigen en geschiedschrijvers en voorts op uitgevers, leeraren en onderwijzers om er toe mee te werken hun landgenooten en vooral de jeugd juister en vollediger in te lichten

over Nederland en zijn geschiedenis als middel tot toenadering en wederzijdsche waardeering.

Dezen rondzendbrief is het gevolg van een onderzoek door Nederland in den vreemde ingesteld naar de wijze, waarop in buitenlandsche leerboeken ons land en ons volk worden behandeld.

Vele antwoorden kwamen reeds in, zoowel van Vlaamsche als van Waalsche zijde, alle getuigend van waardeering voor het aangevangen werk, en toezegging tot medewerking.

Dr. Baart de la Faille gehuldigd.

In het Julinummer van den vorigen jaargang heeft Prof. Geyl bij gelegenheid van het zilveren jubileum van den predikant der Ned. Herv. Gemeente te Londen zijn verdiensten en die van zijne echtgenoote in het licht gesteld.

11 Januari werd het blijde naspel dezer huldiging opgevoerd ten huize van onzen Gezant, Jhr. De Marees van Swinderen,

31

die ten aanhooren van verscheiden gasten Dr. Baart de la Faille met hartelijke woorden het jubileumgeschenk overhandigde, bestaande uit een som geld, waarvan het ‘penninkske der weduwe de munteenheid’ vormde.

't Was een in alle opzichten welgeslaagde slotfeestelijkheid.

Van de Afdeelingen. Amsterdam.

De Secretaris, de heer J.Ed. Gerzon, schrijft:

Mr. Edmond van Dieren, de bekende advocaat uit Leuven, heeft op geestdriftige wijze, met de hem eigen groote welsprekendheid een pleidooi gehouden voor de Vlaamsche zaak. Hierbij was zijn doel duidelijk te doen uitkomen, dat de aanvallen op de Nederlandsche Taalgrens in België eveneens gevoeld dienen te worden als aanvallen op de Nederlandsche cultuur in Noord-Nederland. Immers, valt het bolwerk in België, dan zal, z.i. ook Noord-Nederland den Franschen invloed moeten ondergaan.

De spreker gaf een kort geschiedkundig overzicht van den strijd om gelijkheid sinds 1830 en sprak met ontroering over de vreeselijke tijden gedurende en na den grooten wereldoorlog. Hij heeft nog eens duidelijk gemaakt, dat het de plicht is van elk Nederlandsch voelend burger in het Koninkrijk der Nederlanden, om, voor zoo ver dit in zijn vermogen ligt, de Vlamingen te steunen in hun strijd om gelijke rechten.

Bij dezulken, voor wien het gesprokene nieuw was, heeft Mr. van Dieren zeer zeker de kiem gelegd voor dit juiste bewustzijn en waarvan de oogst zal moeten wezen, dat zij zich zullen aansluiten bij het Algemeen Nederlandsch Verbond, dat zich bij uitstek het bovenomschreven doel als taak gesteld heeft.

Mr. van Dieren kon uit de langdurige en hartelijke toejuichingen der aanwezigen duidelijk opmaken, dat zijn woorden begrepen zijn en vruchten zullen dragen.

Arnhem.

Deze afdeeling besloot in haar laatste vergadering een bedrag van 100 franken te schenken aan de Brusselsche vereeniging Kindergeluk.

's-Hertogenbosch.

In samenwerking met den Bosschen Kunstkring bood het bestuur der Afd.

's-Hertogenbosch den leden 29 December een avond aan, waarop de heer Otto van Tussenbroek, ouddirecteur van het Museum van Kunstnijverheid te Haarlem, een voordracht hield over: het begrijpen en waardeeren van het kunstwerk in zijn velerlei verschijning. Mooie lichtbeelden verduidelijkten sprekers beschouwingen.

Londen.

Op 17 Januari hield in het gebouw van de Hollandsche Vereeniging te Londen de Heer Felix Timmermans een voordracht. Op zijn bekende geestige wijze sprak hij over het ontstaan van zijn werk Pallieter en nog andere van zijn boeken.

Het was een opwekkende, genotvolle avond, welke zeer gewaardeerd werd door de in groot aantal opgekomen leden.

Met lang en luid handgeklap gaven zij uiting aan hun dankbaarheid voor het genotene.

Maastricht en Omstreken.

Dr. Endepols schrijft ons:

Op Vrijdag 18 December 1926 hield Prof. Modest Lauwerijs een voordracht voor de afdeling Maastricht. Op voortreffelike wijze droeg de begaafde

voordrachtkunstenaar gedichten en proza voor van Noord-Nederlandse,

Zuid-Nederlandse en Afrikaanse letterkundigen. Prof. Modest Lauwerijs wist de toehoorders van het begin tot het einde te boeien. Welverdiend waren dan ook de toejuichingen, welke deze Vlaamse zegger telkens opnieuw inoogstte. Het ‘tot weerziens’, waarmede de voorzitter der afdeling zijn dankwoord aan de spreker eindigde, vertolkte ongetwijfeld de gevoelens van alle aanwezigen. De erevoorzitter der afdeling, de Kommissaris der Koningin in de provincie Limburg. Baron Van Hövell tot Westerflier, gaf ook nu weer door zijn aanwezigheid blijk van zijn grote belangstelling in het streven der afdeling Maastricht.

Begrooting van het hoofdbestuur voor 1927.

O N T VA N G S T E N .

f 7650.-Bijdragen der Groepen

f 383.-Bijdragen der Zelfstandige Afdeelingen

f 1500.-Bijdragen Alg. Leden (Vertegenw.

inbegrepen)

f 500.-Achterstallige Bijdragen

f 2500.-Van leden, aangebracht door den

propagandist f 4860.-Rente Steunfonds I f 2.50 Rente Steunfonds II f 10000.-Regeeringssteun f 1600.-Bijdrage Groep Nederland voor

kantoorwerkzaamheden

f 500.-Ontvangst geschriften van het A.N.V.

f 79.80 Rente Legaat Rikkers

f 460.-Rente Legaat Van der Linden

f 464.70 Onvoorzien _____ f 30500.-U I T G AV E N . f 10303.90 Bezoldiging van het personeel,

pensioenpremiën en rentezegels

f 1250.-Kantoorhuur, verwarming, verlichting

waterleiding, verzekering, onderhoud

f 1500.-Postzegels, kantoorbehoeften, drukwerk

f 1000.-Vergaderingen, reis- en verblijfkosten

f 4500.-Neerlandia f 2000.-Boekencommissie f 100.-Taalcommissie f 3000.-Propaganda p.m. Steun aan Groepen en Zelfst.

Afdeelingen: f 300.-Bijdrage Fonds-M f 350.-Propagandageschriften f 500.-Museum en boekerij f 5000.-Werkzaamheden artt. 3 en 4 f79.80 Legaat Rikkers f 460.-Legaat Van der Linden

f 156.30 Onvoorziene Uitgaven _____ f

30500.-Nieuwe leden.

Groep Nederland. Beschermende leden Amsterdam. A. van Buuren, de Lairessestraat 7

Amsterdam. J.N.M. van Buuren, Okeghemstraat 43

Rotterdam. H.J. Viester, Accountant, Kruiskade 120

Rotterdam. J.W. Hakkert, Dir. Eerste Ned. Snarenfabriek,

Diergaardelaan 28

Utrecht. Allen opg. door den heer

Jac. Post,

Gewone leden.

Amsterdam. J.C.F. Cordemeijer, Jan Luijkenstraat 102

Amsterdam. S. Kulker, Keizersgracht 810

Amsterdam. J.F.H. Spier, Overtoom 75

Amsterdam. J.H. Wamelink, Adm. de Ruijterweg 128

Amsterdam. Allen opg. door het bestuur

der afd.

Haarlem. Dr. E. Dusterbeck, van Eedenstraat 14

Haarlem. Mevr. E. Heil-Frensel Wegener, Ged. Oude Gracht

112rood

Haarlem. Beiden opg. door het best.

32

Huizen. Dr. H.H. van Eijck, arts

Huizen. S. Hoogenboom, Gemeentesecretaris, Lindelaan E 133

Huizen. J. Kos Lzn, Wethouder

Wageningen. J. Zomer, Uitgever, Grintweg

Wageningen. C.A. Keuning, Uitgever, Hoogstraat

Leiden. Mej. J. Kloepper, Directr. Berlitzschool, Turfmarkt 3

Leiden. A. Brijnen, Piano- en orgelhandel, Turfm. 7

Leiden. P.W. Hardebol. Dir. Leidsche Effectenbank, Breestraat

123

Leiden. L. Mulder, arts, Watersteeg 4

Rotterdam. Mevr. M. Schieveen Borgman geb. Roland Holst,

Mosseltrap 2

Rotterdam. L. Wesselo, Magazijnchef, Ned. Mij. Begeer, van

Kempen en Vos

Rotterdam. Mr. M. Smeding, Gemeentesecretaris, Mathenesserlaan

456

Rotterdam. D. Malta, Notaris, Stationsweg 6

Rotterdam. Mej. S.B. Jager, Directrice Inst. Pont, Kruiskade

Rotterdam. Mevr. Jeanne Bles, Kinderarts, Kruiskade 126

Rotterdam. J. Dungelmann, arts, Kruiskade 98

Rotterdam. W.A. van der Velden, Adj. Dir. Rott. Boaz Bank,

Pompenburgsingel 13

Schiedam. F. Ellenberger, Comm. van Politie, L. Haven 29

Utrecht. Ed. Schröder, Pastoor, Adr. v. Ostadelaan 4

Utrecht. Mr. H.N. van Walree, Dir. Twentsche Bank, Emmalaan

29

Zandvoort. Justus Meyer, Zandvoortsche Laan 30,

Zeist. Ir. K.J. Heerma van Voss, Lid v.d. Gem.raad

Zeist. Fa. G. van den Bosch, Slotlaan 18

Bilthoven. Mr. G. ter Laan, Adv. & Proc., Ruijsdaellaan 11

Utrecht. Allen opg. door den heer

Jac. Post

Kampen. E.D.J. de Jongh Jr., de la Sablonièrekade 6

Kampen. Opg. door den heer J.F.v.

Wageningen. A.M. Söhngen, Marktstraat 3,

Wageningen. Opg. door het best. der afd.

Amsterdam K.F. van Maas, Koninginneweg 261.

Opg. door den heer Fred. Oudschans Dentz.

Rotterdam. W.J. Cramer, Prins Hendrikkade 132a

Dordrecht. J. van Kleef, Voorstraat 300

Dordrecht. Mej. C. Detlijn, Singel 43

Dordrecht. Beiden opg. door het best.

der afd.

's-Gravenhage. Mevr. S. van Ollefen, Laan v.N.O.I. 99

's-Gravenhage. M. de Hartogh, Valkenbosch-boekhandel

Copernicusplein 12

's-Gravenhage. opg. door F. Oudschans

Dentz

Baarn. Geo J.A. van Dam, Heemskercklaan 4

Groep Ned.-Indië.

Bandoeng. Mr. H.S. Goldschmidt, Res. 1e Luit. Cavalerie, p/a.

Dep. v. Oorlog,

Opg. door het best. der groep Ned.-Indië.

Pasoeroean. Dr. Ir. P. Honig, Dir. Chem. Afd. v/h. Proefstation v/d.

Java Suikerindustrie

Opg. door Ir. H.D.

Mommaerts, Amsterdam.

Makassar. F.N. Wendt, Gemeentesecretaris

Makassar. E.A.V. Mulder, Agent v/d. Javasche Bank

Makassar. H.A.C. Schöne, Empl. Javasche Bank

Makassar. A. Berkhof, Adm. Stoomv.-Mij. ‘Ocean’

Makassar. J.R. Reit, Agent v/d. fa. Jacobson v.d. Berg & Co.

Rotterdam. Allen opg. door den heer J.

Groep Noord-Amerika.

New-York-City. A. Weinberg, 131 East 12 Str.

Bronx. opg. door den heer

W.G.v.d. Goorbergh

Detroit. H. Dikkers, 5524 South Martindale

opg. door den heer Alb. v. 't Hull.

Buitenland.

Liverpool. Ph. R. Hugenholtz, 42 Bridge Rd. Mossley Hill

Vertegenwoordigers van het A.N.V. in het buitenland.

P.P. ter Meulen, Consul der Nederlanden. Ahwaz (Perzische Golf):

H. Hols, p.a. Ind. Hout Imp. Mij Bangkok (Siam):

W.T. Pietersz., Koopman. Baranquilla (Columbia):

Ary Kriens, Cons. de Ciento 345. Barcelona (Spanje):

J. de Veer, Cons. Agent d. Ned. Barquisimeto (Venezuela):

F.A. Overhoff, Wielandstr. 9, Berlijn-Charlottenburg. Berlijn:

J. Vreede, Direct, v.d. Ungarisch-Holl. Versicherungs Gesellschaft, VIII Ulloï ut. 4 Vice-Consul der Nederlanden. Budapest:

W.J. Lugard, p.a. Société Sultanienne d'Agriculture, P.B. 63.

Cairo (Egypte):

P.F. Matthyssen. Carambehy (Parana Brazilië):

E. Reimers. Colombo (Ceilon):

J.J. Ecker Sr., Cons. der Ned. Colon (Rep. Panama):

J.F.M. ter Ellen, Casilla de Correo 155. Comodoro Rivadavia (Argentinië):

H. Altmann, Bestuurder Ned. Bank, Postbus 24.

Durban (Natal):

Sj. Alkema, P.B. 8. Ermelo (Transvaal):

Prof. Dr. M.J.v.d. Meer, Steinmetzstr. 24. Frankfort a.d. Main:

J.M. Gantois, Rue de l'Abreuvoir, Watten (N. Fr.).

Fransch Vlaanderen:

G.H.v. Straaten, Via Edmondo De Amicis 6-6.

Genua:

Jac. Oving, Catharinenstr. 43, Hamburg 8.

Hamburg:

H.S. Brandt, Postbus 74. Havana (Cuba):

J. Boon, Kapitein Loods bij de Suez-Kan. Mij., Rue de la Haye.

Ismailia:

A.J.F. de Veer, Vice Consul der Nederlanden.

La Guaira (Venezuela):

H.H. ter Meer, Kochstr. 1112. Leipzig-Connewitz.

Leipzig:

H.E. Weytingh, p.a. Adelbert H. Alden Ltd., Postbus 13a.

Manaos (Brazilië):

J. Brommer, p.a. Cur. Trading Company. Maracaibo (Venezuela):

E.R. Boumeester, Rue Verdi 31. Nice:

G. Bakker, Postbus 22. Nijlstroom (Distr. Waterberg) Transvaal:

A.A. Sasso, Postbus 383. Panama (Rep. Panama):

P.A.F. Appelboom, 93 Avenue des Champs Elysées.

Parijs:

A.H. Koomans P.B. 123. Potchefstroom (Transvaal):

P.J.C. Lampe Jr., p.a. A. Calderon e hijos. Puerto-Cabello (Venezuela):

P. Mijnarends Jr., 26/27 Merchant Str. Postbus 625.

Rangoon (Burna) (Br. Ind.):

G.S. de Clercq, Caixa Postal.1895. Rio de Janeiro (Brazilië):

Pater Fr. Huisman, Penitenzeria Apostolica, Piazza Scossacavalli 145, Rome C 13.

Rome:

J. Lanser, Barrio Belgrano. Rosario (Argentinië):

J.A. Benraadt, Ingenieur, Calie Gobernador Vera 273.

Santa Fé (Argentinië):

H. Westers p/a. Asiatic Petr. Co. Singapore:

H. Goemans, p.a. Hollandsche Bank v.d. Middell. Zee.

Stamboul (Constantinopel):

J. Rippe, Gep. Kap. Inf. O.I.L., Frijxellsgatan 4.

Stockholm:

E. Colaço Belmonte, Kon. Paketvaart Mij. Postbus 217.

A. Troost, p.a. N.V. Petr. Mij. ‘La Corona’ P.B. 328.

33

[Nummer 3]

Spinoza.

(1677 - Februari - 1927)

Wel heeft men bij de 250ste verjaring van Spinoza's sterfdag allereerst het merkwaardig begaafde Joodsche ras geëerd, dat door alle eeuwen heen een toortsdrager

is geweest; maar in vollen glans verscheen tevens opnieuw de roem van het land, dat, naast de grootste daden, ook de grootste gedachten heeft voortgebracht. En opnieuw was dit een hulde aan de Nederlandsche verdraagzaamheid. Ondanks den afschuw, dien de maatschappij in Spinoza's tijd moest koesteren voor zijn onbegrepen denkbeelden, heeft hij hier kunnen werken en een licht ontsteken, dat voor alle tijden schijnt.

Tal van geleerden waren uit verschillende landen naar Den Haag gekomen, om aan de plechtige herdenking en de onthulling van den gedenksteen bij de Nieuwe kerk deel te nemen: de hoogleeraren A. Ravà uit Padua, als vertegenwoordiger der Italiaansche regeering, I. Myslicki uit Warschau als vertegenwoordiger van Polen, Léon Brunschvieg voor het Institut de France, Delacroix en G. Cohen voor de Sorbonne, H. Maier uit Berlijn, H. Liebmann uit Heidelberg, M. Scheler uit Keulen, E.v. Aster uit Giessen, H. Schwarz uit Greifswald, B. Freudenthal uit Frankfort, Leroux uit Rennes, J. de Carvalho uit Coïmbra, Rubin uit Kopenhagen, H. Reverdin uit Genève en zooveel anderen.

Burgemeester Patijn liet uitkomen, dat ook in Spinoza's tijd zijn vrienden en bewonderaars hem hier wisten te vinden. De plaats van het Spinozisme in de wijsbegeerte en zijn beteekenis voor de staatkundige voorstellingen zoowel als zijn

In document Neerlandia. Jaargang 31 · dbnl (pagina 91-106)