• No results found

De Nederlandsche taal in Fransch-Vlaanderen

In document Neerlandia. Jaargang 31 · dbnl (pagina 175-178)

In Neerlandia van December l.l. hebben wij onder het opschrift ‘Teekenen van leven uit Fransch-Vlaanderen’ mededeelingen gedaan over het te Hazebroek gehouden derde congres van het Verbond der Vlaamsche Studiekringen. Wat vooral uitkwam èn bij de besprekingen in het congres èn in zijn voorgeschiedenis, was de sterke gehechtheid aan de Nederlandsche taal, die daar nog in Fransch-Vlaanderen bestaat. Na zooveel eeuwen scheiding is dat wel hoogst merkwaardig. Natuurlijk werkt de

machtige invloed van de landstaal niet gunstig op de zuiverheid maar het is aardig op te merken, hoeveel er nog van het Nederlandsch is overgebleven, wanneer men in de Revue de Flandre*)

- een zeer lezenswaardig en daarbij uiterst goedkoop tijdschriftje - Nederlandsche opstellen aantreft en brieven, ja zelfs gedichten in het Nederlandsch uit die landstreek ontvangt.

Over de bovengenoemde Vlaamsche Studiekringen heeft de heer M. Janssen ons uit Hazebroek een brief gezonden, dien wij in hoofdzaken onveranderd wenschen te plaatsen. Hij voegde er een paar gedichtjes bij, waarvan wij er een opnemen. De heer Janssen schrijft:

Het ‘Verbond der Vlaamsche Studiekringen van Vrankrijk’ is een genootschap gesticht door den E.1)

. H. Gantois, die zich het verdedigen van Fransch-Vlaanderen beschikt2)

. In de volgende woorden,

*) Edm. L. Gyselinck, Oranjestraat 144 Antwerpen. 1) Eerwaarde

62

beminde lezers, zult gij ghele de geschiedenis van her verbond niet vinden maar enkel eenige doelen; de tijd past nog niet om daden aan te halen en om namen uit te geven.

Sedert 't jaar 1919, vergaderden zekere echte Vlamingen hier en daar om hun taal te leeren. Daar bestoegen dry of vier vergaderingen en het gelukkig gedacht kwaam aan den E.H. Gantois, die verstrooide letterkundige kringen bij een te groeperen om ervan een macht te maken bekwaam, Vlaanderen te herbaren, bekwaam, Het zijne waarde en zijn belang in de wereld te doen aantasten3)

bekwaam vooral, Het zijn eerste rechten te doen wedereischen, het recht van vrijelijk zijne taal te spreken, het recht op eerbied wegens den stam.

Inderdaad, in zijne eerste uren had het Vlaamsch Verbond 't juiste doel niet dat het nu bezit. 't Is een groot ongelijk te willen volgens een streng programma werken en voor-uit-gaan. Weet een kind, zijne eerste stappen zettende, waar juist het zal uitkomen? Hoeveie vrienden zouden geaarzeld hebben, zoo de E.H. Gantois van 't begin af, al hetgeen de Vlaamsche Kringen volbrengen zouden, voorgezegd hadde! Want in Fransch-Vlaanderen gelijk overal bestaan vooroordeelen die men zeer moeilijk bedwingt.

Noch de stichter, noch die hem volgden wisten waar toe zij gingen. Zij waren haast al4)

studenten en voelden in hunne harten eene onbepaalde liefde voor hunne moedertaal; ook begonnen zij te strijden voor de Vlaamsche taal en vooraf ze te leeren want verdedigt men kwaalijk 't geen men niet kent.

Om Vlaanderen zelf te raken, had men niet genoeg met de Kringen; 't moest iets anders gevonden worden. De eerste Juli 1923 gaf de E.H. Lescroart de ‘Vlaemsche Stemme in Vrankrijk’ uit en in den zelven tijd, met verscheide stemluidingen volgens d'omstandigheden, namen andere Vlamingen in dagbladen en tijdschriften, eene hardnekkige propaganda voor Vlaanderen aan. De diere en harde tijden hebben ‘de Vlaemsche Stemme’ verplicht te zwijgen maar de tweeden blijven op de bres.

Ander middel: over5)

twee jaren gaf het Vlaamsch Verbond een letterkundige prijs-kamp uit welkes uitslag de bestuurders aanmoedigde, te herbeginnen. Dat van 1926 had nog eene betere uitval voor het getal van mededelingen6)

dan voor hare voortkomst7)

. Alle sociale staten8)

namen er deel aan en daarin bestaat een aangenaam voorteken; vooral als men denkt dat het vlaamsch onderwijs sedert eene halve eeuwe en meer in Frankrijk niemeer gegeven word.

Voor een gemeen ideaal strijden is schoon; maar nietemin moet men nog, van tijd tot tijd zich bijeen vergaderen, om te samen moeilijkheden te vernielen die voor een man alleen somtijds onoverkomelijk schijnen. Alle de lidmaten van het Vlaamsch Verbond vergaderen; zekere punten van het programma vaststellen en gemakkelijker in eenheid te werken, daartoe zijn de Vlaamsche Congressen ingesteld en de 23ste Juli 1926 had plaats te Hazebroek onder de voorzitterschap van de E.H. Kan. Looten, hoogleeraar aan de Rijsselsche Katholieke Universiteit, het derde Vlaamsche Congres van Frankrijk.

3) Verdedigen wordt blijkbaar bedoeld.

4) Nog. 5) Voor.

6) Viel nog beter uit wat het aantal deelnemers betreft. 7) Wat eruit voortkwam.

Altijd op de taalkundige grond, zoekt het Verbond gevoelen te scheppen ten aanzien van een vlaamsch onderwijs. Het Nederlandsch zal nu aanveerd worden als tweede taal voor het baccalaureaat. Welhaast, hopen wij, zal d'Universiteit volgen maar voor de kleine scholen, zullen onze wenschen nog niet voldaan worden.

De taal is een doel van groot belang maar het eenige en zelfs het bijzonderste niet; de lidmaten der Vlaamsche Kringen raken het gewaar.

De aal van een volk willen beschermen, zonder zijnen stam en zijn hart te bevrijden schijnt hen nu een gheel nutteloos werk.

Nu dan, tracht het Verbond, alle de Vlamingen t' overtuigen dat Vlaanderen op alle punten maar bijzonderlijk op die de stoffelijke en zedelijke noodwendigheden van 't leven aangaan, gene andere rijken9)

moet benijden. Het bezit den eerbied voor alle waar gezag; eene spreekwoordige eerlijkheid; eene wel-gesteunde familie10)

en armen die maar vragen om te werken!

Het Vlaamsche Congres van 1927 zal voor taak hebben te toonen 't geen dat te doen is, de nieuwe doelen waaraan de lidmaten moeten raken11)

Daar is een deel van ons programma; maar wij wenschen altijd vooruit te gaan want eene genootschap die niet inwint, is zeer naar van12)

hare dood. Het toekomend13)

zal ons misschien nieuwe gezichtpunten ontdekken. Misschien zullen wij verplicht zijn, te herscheppen of te verlaten zaken die wij eerst van groote belang meenden. Op zekere oogenblikken zullen wij op plaats blijven trappelen14)

maar ééne zaak zal nooit stilstaan: het vlaamsch gedacht; de vlaamsche beweging die niettegenstaande alle moeilijkheden altijd zijn weg voort doet.

De lidmaten der Vlaamsche Kringen hebben dat gezaaid; het zou hen nu onmogelijk worden het weer in te trekken en alle die zullen willen zijn weg af stoppen, 't zij politieke vijanden. 't zij de Fransche Staat, zullen van nu voort maar zijn vooruitgang kunnen verhaasten!

M. JANSSEN.

In document Neerlandia. Jaargang 31 · dbnl (pagina 175-178)