• No results found

16

Op 14 januari 2019 werd een geactualiseerde versie van het leerplan gepubliceerd voor rooms-katholieke godsdienst in het secundair onderwijs. In een interview met Gertjan Monteyne, inspecteur-adviseur godsdienst, komen we te weten wat de aanleiding was van het nieuwe leerplan, hoe het leerplan er nu uitziet en hoe het leerplan zijn ingang vindt in het godsdienstonderwijs.

Gertjan, kun je jezelf even voorstellen?

Mijn naam is Gertjan Monteyne, 32 jaar oud en woonachtig te Brugge. Na mijn studies aan de faculteit mocht ik acht jaar godsdienstles geven op verschillende scholen in Antwerpen, Brugge en Tielt, waar ik ervaring kon opdoen binnen het bso, tso en aso. Sinds 1 oktober 2019 ben ik halftijds aangesteld als inspecteur-adviseur godsdienst voor het secundair onderwijs binnen het bisdom Gent. Vanaf het schooljaar 2020-2021 ben ik ook halftijds verantwoordelijk voor het bisdom Brugge. Als

inspecteur-adviseur heb ik een dubbele opdracht. Ik maak deel uit van de onderwijsinspectie en ben bevoegd voor het bewaken van de kwaliteit van het godsdienstonderwijs. Maar als adviseur staan we ook in voor de begeleiding, vorming en nascholing van godsdienstleerkrachten. Daaronder valt ook de implementatie van het geactualiseerde leerplan.

Wat was de aanleiding om een geactualiseerd leerplan te ontwikkelen?

Het vorige leerplan godsdienst verscheen in 1999. Tijdens de laatste twintig jaar zijn fundamentele zaken veranderd in kerk en samenleving. Verschillende redenen hebben ertoe geleid om een actualisering van het leerplan voorop te stellen. Ten eerste is de context met twintig jaar geleden fundamenteel veranderd. Leraren merken bij de leerlingen dat de afstand met de christelijke traditie steeds groter wordt en dat basiswoordenschat verdwijnt. Ook het gegeven van diversiteit en pluraliteit is nu veel nadrukkelijker aanwezig in de klas en de samenleving dan twintig jaar geleden. Sinds 1999 zijn er ook zaken geïmplementeerd in het godsdienstonderwijs die nog geen plaats kregen in het leerplan, zoals de interlevensbeschouwelijke competenties en het project van de katholieke dialoogschool.

Het uiteindelijke initiatief zelf kwam van Mgr. Johan Bonny. Hij is bisschop-referent voor het onderwijs en voorzitter van de Erkende Instantie. In 2016

116

werd op zijn vraag gestart met een werkgroep die als doel had om de ingrediënten te bekijken en te actualiseren. Ook ik mocht als toenmalige leraar deel uitmaken van dit boeiend proces. Al snel bleek dat een grondige actualisatie verder moest gaan. In 2017 verscheen de verklaring ‘Het vak r.-k.-godsdienst op het kruispunt van samenleving, onderwijs en kerkgemeenschap’ van de Vlaamse bisschoppen en Erkende Instantie. Daar werd de opdracht en reikwijdte van een geactualiseerd leerplan duidelijk gemaakt:

“Volgens de visietekst van de Vlaamse bisschoppen over ‘Het vak rooms-katholieke godsdienst in de scholen in Vlaanderen’ moeten de leerplannen r.-k.-godsdienst voldoen aan een dubbele opdracht van zowel religieuze geletterdheid als (inter)levensbeschouwelijke competentie. De huidige leerplannen beantwoorden aan deze dubbele opdracht en blijven daarom bindend; toch is het aangewezen om de terreindoelen, leeringrediënten en praktische hulpmiddelen aan een kritische doorlichting te onderwerpen met het oog op mogelijke bijsturingen of verbeteringen. Bij deze actualisatie zal de aandacht vooral gaan naar de systematische voorstelling van het christelijk geloof en de kerkelijke geloofsbeleving, gekoppeld aan het groeiproces dat kinderen en jongeren doormaken.”

Wat zijn de belangrijkste sporen in dit leerplan inzake godsdienstonder-wijs?

In grote lijnen is dit leerplan gelijk aan het vorige leerplan. Strikt genomen is het dan ook geen nieuw leerplan, maar enkel een actualisering. Dat betekent dat zowel de visietekst uit 1996 van de Belgische bisschoppen, als de zes pedagogisch didactische grondopties en de drie basisdoelen geldig blijven. Toch zijn er belangrijke verschillen merkbaar met 1999, die uiten zich zowel qua inhoud als vorm. Vormelijk is het geactualiseerde leerplan een veel summierder document geworden met 101 pagina’s in vergelijking met 211 in 1999. De teksten zijn veel korter, bondiger en helderder weergegeven in een mooie lay-out met frisse kleuren en een steeds terugkerend en herkenbaar schema. Het volledige leerplan is ook gedigitaliseerd op Thomas waar ook een jaarvorderingsplan, impulsen, achtergrond- en ondersteuningsdocumenten te vinden zijn.

Inhoudelijk valt meteen op dat dit nu een graadleerplan geworden is; lerarenteams moeten nu zelf de verdeling maken van de terreinen per jaar. De onderverdelingen aso-tso-bso werden afgeschaft en er blijft enkel een onderscheid over tussen arbeidsmarkgerichte opleidingen en doorstromingsgerichte (of dubbele finaliteit). De terreinen en ingrediënten zijn bij beiden hetzelfde, alleen de doelen hebben een ander beheersingsniveau. Die doelen zijn ook inhoudelijk aangepakt en

herschreven volgends de taxonomie van Bloom. Het leerplan telt 349 ingrediënten die bindend zijn. In de media werden ze afgedaan als een catechetisch kennislijstje van allemaal christelijke begrippen. Ten onrechte, want de ingrediënten zijn divers van

multiple belonging tot mindfulness, biecht en duurzaamheid …

De ingrediënten zijn onderverdeeld in drie perspectieven: pluraliteit/context, identiteit/ leerling en christelijk geloof/traditie. Een leerplandoel kun je pas verwezenlijken door de integratie van die drie perspectieven. En dat is fundamenteel anders dan in het vorige leerplan. De dynamiek is hier veel duidelijker aanwezig. Godsdienstlessen zijn geen exegese of lessen psychologie, maar een voortdurend samenspel en interactie tussen de drie perspectieven. Ook nieuw is

de gids voor de leraar die een mindset en stevige achtergrond biedt voor elke leraar.

Hoe verloopt de implementatie van het geactualiseerde leerplan in het godsdienstonderwijs?

Het leerplan verscheen halfweg het schooljaar 2018-2019. Vandaar werd afgesproken dat de eerstvolgende twee schooljaren (2019-2020 en 2020-2021) een ingroeiperiode zijn. Het leerplan is al geldend, maar leraren krijgen de kans om er zich in twee schooljaren in te werken. Tijdens die periode hebben wij als inspecteurs-adviseurs vooral een begeleidende functie en proberen we om ondersteuning te bieden. Door heel Vlaanderen werden introductiesessies gegeven om kennis te maken met het leerplan. Ook tijdens lesbezoeken en vakvergaderingen staan we uitdrukkelijk stil bij het werken met dit leerplan. Het komende schooljaar zullen bij het leerplan ook enkele ondersteunende documenten rond evaluatie en integrale aanpak verschijnen.

De reacties van de leraren zijn meestal positief. Velen zien er de kansen van in en vinden en appreciëren de duidelijkheid. Leerlingen zullen volgens mij niet veel merken van het feit dat dit een ander leerplan is; de grote terreinen blijven immers gelijk. Ook voor de vele leraren die eigenlijk al hedendaags en hermeneutisch-communicatief lesgaven, verandert er niet veel.

Veranderingen roepen bij sommige mensen echter ook weerstand op. Sommigen vinden de ingrediënten te sturend en zien er tegenop om

16

hun cursus te herschrijven. Ook voor hen moeten we mildheid aan de dag brengen en vooral het belang en de waarde van deze manier van godsdienstonderwijs proberen duidelijk te maken.

Waar ligt volgens u de kracht van dit leerplan voor het godsdienstonderwijs?

Ik zie drie krachtlijnen in dit geactualiseerde leerplan. Ten eerste is een vernieuwing steeds een reden tot herbronning, her-denken en creativiteit. Veel lerarenteams benutten deze periode om nieuwe zaken uit te proberen en cursusmateriaal uit te wisselen. Bij veel leraren kan het een nieuwe dynamiek teweegbrengen op school. Een tweede krachtlijn is de duidelijkheid en helderheid. Het is een leerplan dat uitnodigt om vast te pakken en zeker door het schitterende aanbod op Thomas gebruiksvriendelijk is. Door het online aanbod zullen veel leraren zich bewuster zijn van het leerplan bij de voorbereiding van hun lessen. De derde krachtlijn is de dynamiek van de drie perspectieven. Door deze telkens met elkaar in dialoog te laten gaan, wordt godsdienst een levend en actueel gegeven dat relevant kan zijn voor de leerlingen. Ik ben ervan overtuigd dat in de gegeven context het geactualiseerde leerplan een geslaagde poging is om het godsdienstonderwijs van vandaag vorm te geven.

Als we vooruitblikken, komt er dan ooit opnieuw een hernieuwde versie?

Ik hoop het alvast. De samenleving zal blijven veranderen en ook daar moeten we met ons vak blijven op inspelen. Maar we moeten ook eerlijk zijn, een kwalitatief leerplan alleen is geen garantie op een geslaagde toekomst voor het vak. De mogelijke grondwetherziening en Vlaamse regeringsonderhandelingen toonden aan hoe afhankelijk het vak ook is van politiek. Ook hier zullen we ons in de toekomst veel bewuster van moeten zijn. Ik blijf hopen dat het vak godsdienst zichzelf mag blijven heruitvinden en zo een wezenlijke bijdrage kan bieden aan de leerling en de maatschappij.

Wat dragen vrouwen bij?