• No results found

Gerard Philips. Dagboek van twee reizen door Belgisch Congo en Ruanda-Urundi

(K. Schelkens & D. Claes)

Het koloniale verleden staat dezer dagen volop in de actualiteit. De klemtoon ligt daarbij doorgaans op het politieke en economische luik van deze episode, maar wie de literatuur kent weet dat de koloniale triade bestond uit ‘politiek, kerk en ondernemingsleven’. Het religieuze luik ontbreekt weleens in de actuele debatten en de dagboeken van Gerard Philips bieden in dat verband een unieke aanvulling op ons beeld van Belgisch Congo en Ruanda-Urundi in de late jaren 1950, net voor de onafhankelijkheid.

Gerard Philips was tegelijkertijd senator, academicus en priester, waardoor zijn reisverslag een unieke inkijk biedt in de samenhang tussen de politieke, universitaire en kerkelijke milieus in het koloniale tijdperk: een zeldzaam gegeven in de bestaande literatuur. Bovendien beslaan deze dagboeken het verhaal van twee reizen, in 1957 en in 1959, waardoor de lezer van nabij de omslag in de Belgische koloniale politiek – als gevolg van de beleidswissel van de liberaal-socialistische regering Van Acker IV naar het kabinet Eyskens III – kan volgen en de stroomversnelling van de Congolese emancipatiestrijd die in de late jaren 1950 tastbaar wordt.

In dit verhaal verschijnen tal van foyers en betrokkenen. Of het gouverneurs-generaal, provincie- of districtscommissarissen of politieke leiders van opkomende Congolese politieke partijen als Lumumba’s en Kasa-Vubu’s Alliance des Bakongos (abako) betreft; of het gaat over de bestuurders en professoren van Congolese universiteiten en onderwijsinstellingen, over Belgische politici en bewindslieden; of over de talloze missionarissen en kerkelijke bewindslieden of aanhangers van inlandse religieuze bewegingen als het Kimbangisme en de Kitawala, Philips ontmoette hen allen en rapporteerde keurig en vaak kritisch. Dit tijdsdocument werd aangevuld met bronnen uit tal van politieke en kerkelijke archieven en ingeleid met een uitgebreide bespreking van de dagboekschrijver en een studie van de context.

22

Karim Schelkens (Lier, 1977) is voltijds hoofddocent aan de Universiteit van Tilburg en gastprofessor aan de KU Leuven, waar hij in 2007 promoveerde. Hij verricht onderzoek naar de geschiedenis van de oecumenische beweging en het domein van de academische biografie. Schelkens publiceerde als religiehistoricus uitgebreid over het Tweede Vaticaans concilie en over hervormingsbewegingen in het moderne Europese katholicisme. Hij bracht als auteur of editor een twintigtal academische boeken uit, waaronder ook een kritisch geannoteerde editie van de conciliedagboeken van Gerard Philips.

Dirk Claes (Lommel, 1966) studeerde theologie (geschiedenis van Kerk en theologie) en geschiedenis (mediëvistiek) aan de KU Leuven, waar hij in 2004 promoveerde op een onderzoek naar de Leuvense theologische faculteit in de eerste helft van de twintigste eeuw. Hij was als onderzoeker werkzaam aan de RU Groningen en de KU Leuven, en publiceerde over faculteitsgeschiedenis, religie-historische onderwerpen uit de negentiende en twintigste eeuw, en laatmiddeleeuwse encyclopedische juridische teksten. Hij is beleidsmedewerker bij het Aartsbisdom Mechelen-Brussel.

Gerard PHILIPS, Dagboek van twee reizen door Belgisch Congo en

Ruanda-Urundi. Ingeleid, uitgegeven en geannoteerd door Karim

Schelkens en Dirk Claes (Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis), Brussel, Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, 2019, ISBN: 978-2-87044-017-9

Een leven in gesprek. Johannes Willebrands, 1909-2006

(K. Schelkens)

In de figuur van kardinaal Willebrands komen vele lijnen samen. Om te beginnen de ontwikkeling van het katholicisme in Nederland en zelfs wereldwijd, dat mede onder zijn invloed en door zijn ingrijpen evolueerde van een gesloten en defensief bolwerk naar een kerk die vanaf de jaren 1960, met het Tweede Vaticaans Concilie, het pad naar dialoog insloeg.

Zijn rol op het vlak van de dialoog tussen de kerken is des te boeiender omdat Willebrands bij de pioniers hoort die zich vanaf de Tweede Wereldoorlog hieraan waagden, toen dit voor katholieken nog verboden was. Bovendien werpt zijn verhaal licht op de ontwikkelende verhoudingen tussen gemeenschappen in Europa (bv. de roots van de spanningen tussen Russen en Oekraïners vandaag). Willebrands ontpopte zich van een lokale sleutelfiguur tot een wereldwijd referentiepunt voor dialoog met de joden, maar vooral met de anglicanen, protestantse kerken en – tijdens de lange Koude Oorlog – met de orthodoxe kerken. De eerste ontmoeting tussen een paus en de patriarch van Constantinopel in 900 jaar, die doorging in Jeruzalem in 1964, werd door hem op touw gezet. In 1969 werd Willebrands dankzij deze staat van verdiensten kardinaal en hoofd van de Pauselijke Raad voor de Eenheid binnen de Romeinse curie.

Hij groeide uit tot een van de meest invloedrijke katholieke stemmen uit Nederland, maar zijn verhaal belichaamt ook de oplopende spanning tussen Rome en Nederland vanaf de jaren 1970. In 1975 werd hij aartsbisschop van Utrecht, toen de optimistische erfenis van de jaren 1960 omstreden was geworden en de Nederlandse katholieken hopeloos verdeeld. Hij kreeg een ongeziene dubbelfunctie, was tegelijk curiekardinaal en lokaal aartsbisschop, en dit tot 1983. Hierdoor onderging Willebrands aan den lijve de tegenstellingen en spanningen binnen de katholieke kerk zonder deze – als man van dialoog – te kunnen oplossen. Na deze episode keerde hij terug naar Rome om er in een veranderde constellatie te moeten werken met vaak meer steun van niet-katholieken dan van Johannes Paulus II en diens rechterhand, kardinaal Ratzinger. Hij speelde een rol als één van de

22

Karim SCHELKENS, Een leven in gesprek. Johannes Willebrands, 2006, Amsterdam, Boom, 2020. Te verschijnen in oktober.

drie kardinalen die onder Wojtyla het einde van de Sovjet-Unie hielpen bewerkstelligen. Willebrands’ actieve loopbaan hield op na de val van de Berlijnse muur. Deze biografie levert een insider-blik op die zeldzaam is voor katholieke sleutelfiguren en is gebaseerd op een collectie van meer dan zestig archieven wereldwijd.

Jonas SLAATS, Religie herzien. Voorbij het wij-zij-denken van seculier

versus religieus, Leuven, Davidsfonds, 2020.

Religie herzien. Voorbij het wij-zij-denken van seculier

versus religieus

(J. Slaats)

Hoewel het concept ‘religie’ een kernthema vormt in onze maatschappelijke debatten, is een duidelijke definitie niet voorhanden. Toch hebben we de indruk dat we het fenomeen ‘religie’ wel kunnen aanwijzen wanneer het ergens aanwezig is. Er bestaan ook heel wat veronderstellingen over die we dagelijks aantreffen in allerhande krantenopinies, politieke debatten en onderwijscurricula. Zo gaan we er vaak vanuit dat religie zich in de eerste plaats op geloof baseert, dat religie op gespannen voet staat met wetenschap en dat er zonder religies veel minder geweld zou zijn. Het enige probleem is dat dergelijke veronderstellingen over het algemeen niet kloppen.

Religie herzien bespreekt de zeven belangrijkste misvattingen en toont aan de hand van concrete voorbeelden uit verschillende tradities wat er precies aan schort. Wat we denken over religie komt niet overeen met wat religie is en dit boek laat zien dat het samenleven in een geglobaliseerde wereld daardoor onnodig bemoeilijkt wordt. Het verheldert tot slot ook waarom het gangbare onderscheid tussen religieus en seculier uiteindelijk niet houdbaar blijkt.

Jonas Slaats is filosoof, theoloog, antropoloog. Hij studeerde o.a. aan de theologische faculteit van Leuven. Als schrijver beweegt hij zich steeds op de snijlijn van mystiek en maatschappijkritiek.

22

Vijftig dagen Pasen?! Groeien in geloof en vreugde, van