• No results found

3. Conceptueel model en hypothese

5.3. Scholing van de boa

Na de indeling in zes domeinen in 2010 heeft het Ministerie van Veiligheid en Justitie gekozen voor een systeem waarbij de werkgevers verantwoordelijk werden voor de aanvullende opleidingen van de boa’s. Dit leidde er echter toe dat de gewenste professionaliseringsslag, waar de domeinlijst bij diende te helpen, in de praktijk niet tot uiting kwam. Enkele jaren na die herziening van het boa-bestel koos het Ministerie van Veiligheid en Justitie er daarom toch voor om hogere en aanvullende examen- en opleidingseisen te stellen (Mein en Hartmann, 2013: 6). In 2012 stelde Minister Opstelten dat hogere opleidingseisen zouden moeten leiden tot een vergroting van de professionaliteit van de boa (Mein en Hartmann, 2013: 14).3 Dit had als gevolg dat vanaf 1 oktober 2012 de basisbekwaamheidseisen voor de boa domein I werden aangescherpt met onder andere gesprekstechnieken en dat een systeem van Permanente Her- en Bijscholing (PHB) werd ingevoerd (Mein en Hartmann, 2013: 14). De examinering van deze PHB werd ondergebracht bij Stichting Examen Toezicht en Handhaving (ExTH) waar de examinatoren zowel uit het veld als uit de opleidingen komen. Volgens Mein en Hartmann (2013: 60) heeft deze PHB een sterke impuls gegeven aan de professionalisering van de boa en de kwaliteit van de opsporing. Dit wordt in hun onderzoek ook onderschreven door respondenten die werkzaam zijn in domein I; zij hebben het gevoel dat de PHB hun professionaliteit heeft verbeterd (Mein en Hartmann, 2013: 61). Uit het gedane onderzoek door Mein en Hartmann blijkt echter ook dat de boa’s in domein I volgens hun leidinggevenden er nog niet in geslaagd zijn hun slechte imago van herintreder op de arbeidsmarkt of een persoon zonder bevoegdheden nog niet te hebben kunnen afschudden en dat dus een verdere professionalisering wenselijk is (Mein en Hartmann, 2013: 61).

De examinering van het basisexamen wordt ook gedaan door Stichting ExTH, zoals vastgelegd in Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar. Wanneer een persoon slaagt voor het basisexamen ontvangt men een ‘Getuigschrift BOA’ en men diende elke vijf jaar dit examen opnieuw af te leggen. Dit is echter veranderd met de PHB; nu dient men de certificaten van de PHB binnen een bepaalde tijd (vier modules in vijf jaar) te behalen. Met dit getuigschrift kan men een opsporingsbevoegdheid aanvragen en wordt men bij toekenning vervolgens beëdigd (Ministerie van Veiligheid en Justitie, 2015).

3 Ministerie van Veiligheid en Justitie (2012). Voortgang professionalisering toezicht en handhaving openbare

Als een boa vervolgens ook nog over politiebevoegdheden en geweldsmiddelen wil beschikken, dient men ook nog te voldoen aan de bekwaamheidseisen uit de Regeling Toetsing Geweldsbeheersing (RTGB). Eenzelfde geldt voor boa’s domein I die in hun gemeente ook de Drank- en Horecawet moeten handhaven. Hiervoor dient een apart DHW- examen te worden afgelegd.4

De RTGB dient jaarlijks opnieuw te worden behaald door middel van een examen. Er zijn verschillende niveaus binnen de RTGB die bepalen in welke mate een boa domein I beschikt over geweldsbevoegdheid of geweldsmiddelen, namelijk:

 Niveau 1: Bevoegd tot het gebruik van geweld.

 Niveau 2: Bevoegd tot het gebruik van geweld en veiligheidsfouillering.

 Niveau 3: Bevoegd tot het gebruik van geweld, veiligheidsfouillering en handboeien.

 Niveau 4: Bevoegd tot het gebruik van geweld, veiligheidsfouillering, handboeien en

wapenstok

 Niveau 5: Bevoegd tot het gebruik van geweld, veiligheidsfouillering, handboeien,

wapenstok en pepperspray.5

Samengevat zitten de verschillende mogelijkheden en onderdelen van de scholing van de boa in domein als volgt in elkaar. Met een MTV-opleiding kan je Medewerker Toezicht en Veiligheid worden, zoals een verkeersregelaar of het controleren van bouwvergunningen. Het is een MBO-opleiding op niveau 2 welke de leerlingen opleidt tot een onbevoegde toezichthouder zonder bestuursrechtelijke of strafrechtelijke bevoegdheden (Van Steden, 2012: 10). Daarnaast bestaat er de HTV-opleiding in Nederland, een MBO-opleiding op niveau 3. Hierbij wordt men opgeleid tot Handhaver Toezicht en Veiligheid waarbij men een BOA-diploma behaalt en daarmee ook een opsporingsbevoegdheid kan verkrijgen (Van Steden, 2012: 10). Een andere mogelijkheid is om los het examen Basisbekwaamheid BOA af te leggen. Vervolgens moeten binnen 5 jaar nog vier modules worden gevolgd door middel van Permanente Her- en Bijscholing (PHB). In Figuur 2 is de schematische weergave hiervan opgenomen.

4 Exameninstelling Toezicht en Handhaving (2016), ‘Drank- en Horecawet’, op:

http://www.exth.nl/examens/drank-en-horecawet/ (bezocht op 23 februari 2016).

5

IVON (2016), ‘Regeling Toetsing Geweldsbeheersing Buitengewoon Opsporingsambtenaar (RTGB)’, op:

http://www.ivon.nl/detail/regeling-toetsing-geweldsbeheersing-buitengewoon-opsporingsambtenaar-rtgb/74/

Type opleiding Hoe wordt het getoetst?

MTV-opleiding Theorie-examen Rechts- en wetkennis met 35

meerkeuzevragen.

Praktijkexamen waarbij kandidaten worden geconfronteerd met situaties uit de beroepspraktijk (rollenspel).

HTV-opleiding Twee theorie-examens (Wettelijke kader Publieke Veiligheid I &

II) met in totaal 100 meerkeuzevragen.

Twee praktijkexamens (Sanctionerend optreden &

Dienstverlening en calamiteiten) met een rollenspel.

BOA-basisbekwaamheid Examen bestaat uit een theoretisch onderdeel (Rechtskennis)

met 50 meerkeuzevragen en een praktijkonderdeel (Gespreks- en benaderingstechnieken).

Permanente Her- en Bijscholing

Vier modules over een tijd van vijf jaar bestaande uit twee theorie-examens en twee praktijkexamens. De examens zijn hetzelfde als die bij de HTV-opleiding.

Figuur 2. Schematische weergave van toetsing Toezichthouders en boa’s domein I (samengesteld aan de hand van www.exth.nl en Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar 2015).

In dit hoofdstuk hebben we gezien dat de oorsprong van de boa zoals wij die nu kennen in de jaren tachtig van de 20e eeuw ligt toen er een oplossing werd gezocht voor de werkloosheid. Deze stadswachtorganisaties kregen in de jaren negentig bekendheid onder de noemer Melkertbanen en de stadswachten als Melkertiers werden beschouwd. Langzaam maar zeker kwam er steeds meer regelgeving omtrent deze banen en werd de term buitengewoon opsporingsamtenaar of boa steeds bekender. Door de regelgeving en eisen waar de boa steeds meer aan moest voldoen, werd er een echte beroepsgroep gecreëerd.

De taken van de boa liggen voornamelijk op het gebied van overlast en leefbaarheid in de Nederlandse gemeenten, dus het aanpakken van kleine ergernissen. Hiervoor hebben zij vanuit de wet bepaalde bevoegdheden toe gekregen, zoals het uitschrijven van bekeuringen en het dragen van geweldsmiddelen. Een boa openbare ruimte kan je tegenwoordig niet zomaar meer worden; er dienen opleidingen voor gevolgd te worden en examens te worden behaald. Ten eerste dient de basisopleiding voltooid te worden alvorens

men beëdigd kan worden als boa openbare ruimte. Daarna dient elke vijf jaar weer opnieuw een examen afgelegd te worden. Deze permanente her- en bijscholing is een aantal jaar geleden opgezet om het professionaliteitsniveau van de boa openbare ruimte op peil te krijgen en te houden.

Inmiddels zijn er diverse theorieën behandeld omtrent overheidsfunctionarissen, street-level bureaucrats en welke beleidsvrijheid die hebben (zie hoofdstuk 2). Er is uitgelegd op welke wijze dit onderzoek heeft plaatsgevonden (hoofdstuk 3) en de variabelen professionaliteitsniveau en imago zijn geconceptualiseerd (hoofdstuk 4). Ook is nu bekend hoe het Nederlandse boa-bestel in elkaar steekt. Met al deze informatie op zak, kan worden overgegaan op de analyse van de resultaten uit het onderzoek, dus de media-analyse, burgeronderzoek-analyse en een analyse van de afgenomen interviews in het volgende hoofdstuk.