• No results found

7. Conclusie

7.1. Conclusies deelvragen

Om tot een juiste beantwoording van de onderzoeksvraag te komen, is er in dit onderzoek gebruik gemaakt van drie deelvragen om hierbij te helpen, namelijk:

1. Wat is de perceptie van relevante stakeholders over het functioneren (imago) van boa’s openbare ruimte?

2. Welke verklaringen worden genoemd door relevante stakeholders over hun perceptie van het functioneren (imago) van de boa openbare ruimte?

3. Welke rol speelt het professionaliteitsniveau van boa’s hierbij?

Deze deelvragen zullen per stuk beantwoord worden aan de hand van de resultaten uit de analyse.

Het functioneren en imago van boa’s openbare ruimte

De respondenten zelf zijn overwegend positief over het functioneren van de boa’s openbare ruimte in Nederland. Hierbij wordt wel aangegeven dat het een stuk slechter is geweest in het verleden en dat er ook tussen de diverse gemeenten in Nederland grote verschillen kunnen zijn (interview Van Vliet, 2016; interview Kerstens, 2016). Ook zijn zij van mening dat

het functioneren van de boa openbare ruimte, alsmede het imago van de boa openbare ruimte, de laatste 10 jaar zeker is verbeterd. Dit komt volgens hen doordat er steeds meer eisen aan de boa worden gesteld en een boa over steeds meer vaardigheden moet beschikken. Dat de boa’s beter functioneren komt dus door een sterkere basisopleiding en de ingestelde permanente her- en bijscholing (PHB). Deze PHB is in 2012 ingezet door het Ministerie van Veiligheid en Justitie om de professionaliteit van de boa te vergroten en lijkt daar dus goed in te slagen.

Voor wat betreft de stereotiepe mening van het grote publiek over de boa openbare ruimte waren ze respondenten minder positief. Hun ervaringen zijn dat de gemiddelde burger de boa’s nog steeds als een soort Melkertbaan ziet en hen incompetent vindt (interview Slutter, 2016; interview Van Vliet, 2016). Volgens de respondenten komt het beeld van de gemiddelde Nederlandse burger van een boa openbare ruimte niet overeen met de werkelijkheid.

Verklarende factoren voor het imago van de boa

De respondenten is gevraagd om factoren te bedenken die het huidige imago van de boa openbare ruimte kunnen verklaren. Daar kwamen verschillende antwoorden uit, waarbij een aantal door meerdere respondenten werd genoemd.

Ten eerste is men van mening dat de media veel invloed hebben op het imago van de boa openbare ruimte. Dit komt volgens de respondenten omdat een gemiddelde burger niet vaak in aanraking komt met een boa en daarom het beeld haalt uit de media en ervaringen van mensen om hen heen. Slechts één respondent gaf aan in zijn regio wel eens mee te maken dat er een positief bericht wordt geschreven in de regionale media over de boa openbare ruimte. Dit sluit aan bij de bevindingen uit de media-analyse waar in berichten over het algemeen een neutraal of negatief beeld van de boa openbare ruimte wordt geschetst, maar zelden een uitgesproken positief beeld van deze handhavers.

Ten tweede wordt de erfenis van de Melkertbaan als verklaring genoemd. Volgens de meerderheid van de respondenten associëren veel burgers de boa’s openbare ruimte nog met Melkertiers uit de jaren negentig van de vorige eeuw. Dit beeld is volgens hen enorm achterhaald, maar zit dusdanig in het collectief geheugen gegrift, dat men verwacht dat het nog wel een tijd zal duren voordat dit beeld verdwijnt.

Ten derde wordt het (deels) ontbreken van bepaalde vaardigheden genoemd. Hierbij wordt niet zozeer gedoeld op vaardigheden als sanctionerend optreden, maar bepaalde sociale vaardigheden. De voorbeelden die hierbij werden genoemd door de respondenten betroffen meestal het gebrek aan bepaalde communicatieve vaardigheden, dus situationeel bepalen hoe je iemand het beste kan aanspreken zonder de situatie te laten escaleren (interview Haarlem, 2015; interview Utrecht, 2015; interview Slutter, 2016). Door respondenten wordt gesteld dat deze vaardigheden maar slechts in beperkte mate getraind kunnen worden, alhoewel ze blij zijn dat er tegenwoordig in de praktijkexamens wel degelijk aandacht aan wordt besteed.

De rol van het professionaliteitsniveau

Geen van de respondenten noemde spontaan het professionaliteitsniveau van de boa openbare ruimte als verklarende factor (alhoewel het ontbreken van vaardigheden daar wel een overlapping mee heeft). Wanneer het professionaliteitsniveau werd gesuggereerd als verklarende factor, was iedereen het hier wel mee eens. Allen zijn van mening dat er absoluut een relatie bestaat tussen het professionaliteitsniveau van de boa en het imago van de boa openbare ruimte.

De respondenten dichten dus een grote rol toe aan het professionaliteitsniveau van de boa openbare ruimte, maar benadrukken daarbij dat het niet de enige verklaring is. Ook andere factoren spelen volgens hen zeker een rol, zoals zojuist behandeld.

Daarnaast wordt ook door alle respondenten gesteld dat een volledig positief imago van de boa openbare ruimte als onhaalbaar beschouwd kan worden, daar de boa’s nu eenmaal werk doen waar niemand het lijdend voorwerp van wil worden. Mensen willen graag dat overlast in de gemeente wordt aangepakt, maar vinden het bij wijze van spreken oneerlijk als dat betekent dat zij ook een boete zullen krijgen.

Verder kan gesteld worden dat het professionaliteitsniveau van de boa de afgelopen jaren al is gestegen en dat een verder stijging nog wordt verwacht aangezien nog niet alle boa’s openbare ruimte het volledige traject van de permanente her- en bijscholing hebben doorlopen. De respondenten verwachten dat met de jaren het imago van de boa openbare ruimte vanzelf beter zal worden in navolging op het toenemende professionaliteitsniveau.

Echter is het wel mogelijk om dit proces te versnellen en wordt daar op terug gekomen bij de aanbevelingen naar aanleiding van dit onderzoek.