• No results found

Schets uit de rimboe

In document MIe OVORM: SIGNATUUR (pagina 51-58)

In November 1905 ontving de kapitein-commandant van de sedert opgeheven post Bajeuën - tjeh's 00 tku t - de opdracht, als altijd kort en bondig, van gouverneur Van Daalen:

"Kapitein d.G. zo kt in D cemb ra .. een tracé voor een karre-weg van Lang a naar Lököb ( rbödj adi). Het rapport wordt daar-na spoedigst ingediend."

T r toelichting diene dat de afstand Lang a - Lököb in rechte lijn 52 km i . - Laatstgenoemde plaats wa nog onbezet.

Dus: I De ember 1905 verliet kapitein d.G. met I brigade Infan-teri , 15 dwangarbeiders en 3 gajo-woudloopers ten 7 v.m. Langsa en d rimboe in.

Het regende telegraafdraden dik.

Nauwelijks 2 uren in den mar ch klonk het gebrul van een bergstroompje; in den drogen tijd zonder water.

-

86-Spoedig werd en boom aan den waterkant en na~lr de overzijde omgehakt, 0111 als bruggetje den overgang mogelijk te maken.

- "Bult, houd je goed, jó!" klonk het.

- "Ja het is al weer Carré op h t slappe k ord!" zuchtte Bult, zoo oenoemd wegens zijn hoogen rug.

Hij wa een der Jannen, die het nooit leerden om over een bool11 ·tam te balanceeren. Doch gew er "en bandouiliere" over den rug, zittende en chuivende op den boomstam met de been en aan weerszijden hangende, kwam Bult aan de overzijde.

- "Hoeveel keer n nog!" klonk zijne verzuchting.

o

ze kleine overgan r kostte ruim 2 uren.

G durende den e r ten marschdag moest nog 2 keeren op d -zelfde wijze een g zwollen riviertje worden gepas eerd.

De regen wi t van (reen ophouden.

I n het dichte oerwoud wa het om 4 á 5 uur' middags reed donker. V rkleullld en doornat werd op een kleine terrein-verhef-fing een bo chbivak b tr kk n om 4 uur n.l11.

Ho het eenige 'dwangarbeiders en de woudl op rs nOeT lukte

0111 in d zen doornat!en rOl11mel vuur tc kunn n aanleggen was een raadsel; doch het wa e nuitkom t.

Lezer, hrijver deze zal U ni t vervelen met de op omming van de dagelijksche verrichtingen noodig voor de verkenningen van O. naar W. en in soml11ige terreindeelen van N. naar Z. of omge-keerd.

De meetinstrumenten konden bijna niet gebruikt worden, zij spo Iden als het ware onder de handen weg.

Het was Iken da o van h tzelfd natte laken een pak.

In den regel b gon de regen tus chen 6 en 9 v.m. om bijne zon-d r ophouden door te gaan tot 3 á 4 n.m.

\ 'n 111 et di ellende in de oerw uden en in d n regentij d h b-ben 111 egemaakt om zich daarvan cene voorst lIing te maken. En dit h eft 30 acht reenvolgende da en geduurd.

Geen zon zichtbaar, steeds in de natte kleeding en choenen en nergen een droog en eenigszins mensc1nvaardig onderkomen.

Tegen 4 n.l11. trad d dui ternis in en gingen de m n chen maar erg n liggen op een kleine verh oging van boomtakken.

In dien tijd kregen de veldtroepen nog geen tentzeilen mede op patrouille. Men maakte zoo cr ed en z 0 kwaad het ging een afdak van takken en bladeren, waarond r h t bijna even hard lekte als h t buit n regende.

87

-Daar de opeenvolgende bergreeksen v.1. .-Z. liepen, terwijl de verkenning in h ofdzaak O.-W. gillO, was het doorloopend klimmen en dalen.

Waar olifanten - en rhinocero paden in de gewensehte rich-ting werden aangetroffen, werd hiervan dankbaar gebruik gemaakt en hoot men vrij goed op.

Doch t1Ieestal was het zich een pad kappen in het oerwoud, welk werk onv rmoc!.d door de 3 woudloopers werd uitgevoerd.

Wat nu komt zIJn slechts l11elden waardige voorvallen, die op den verderen tocht plaats grep n. a enigen tijd een olifantpad te hebben gevolgd sloeg een g weldige cadaverstank ons teaen.

En jawel! Daar lag een in vergevord rden staat van ontbinding verkeerenclr olifantenlijk. Tijger en andere woudgedi rte hadden daarin gr ote gaten geslagen.

Het beest was gedood door een zwaar stuk hout, dat met een aangepunt einde naar omlaag als een speer was doorgedrongen tusschen de chouderbladen.

liet wap n wa opgehangen aan een der takken in het ge-boomte met een rottan, welks ondereinde aan en knip, midden op h t olifanten pad in den grond was beve tigd.

De olifant wa met zijn breed voorhoofd tegen de rottan aan-gekomen, de knip had losgelaten, waardoor het zware houten g -vaarte op zijn rug was neercrekomen.

Een kort onderzo k w s uit dat de 2 lagtanden moesten zijn weggehaald.

Nog een oog nblik be teed 0111, met groote moeite een kies uit te trekken en dan zoo gauw mogelij k weg van wege den geweldigen

tank.

Een kie - meneer d kiezentrekker - van 10 kg n later tot pressepapier verw rkt.

Waar men meende in ongerept oerwoud te zijn, bleek dat eenige stoutmoedige jagers hier waren geweest. De troep was reeds 6 da-gen onderweg.

Daarop volgden 4 nachten, dat h t zóódanig aan één tuk regcntl dat O"et'n vuur kon \ orden aangelegd om te koken; men zat in en buiten het bivak enige dm onder water. Vóór het op-breken aten de ll1enschen 's m rg n en handje vol bra met een stukje gedroogde vi eh.

Daar werd den ach elen dag op geloop en tot 's middags 5 uur op hoop van zegen, dat er dan w I gekookt kon worden. Op den 7den dag had 's morgens tus hen 10 en II eene ontmo ting plaat met e n vreemd oortig en bepaald menschelijk w zen 1,25 á 1,50 m

-

88-hoog, licht bruin behaard en lang haar op het hoofd rn in den nek, tot op de schouderbladen.

Het gezicht en Ii haam waren volmaakt een mensch.

Toen het chepsel ons ontdekte, verdween het met eenige ver-vaarlijke sprongen in het dichte hout.

Over deze ontmoeting heeft schrijver dezes een gedetailleerd verhaal ingezonden aan " ctueel Wereldnieuws" op 12 Juni 1932, toen er in de dagbladen zooveel te doen was over d n "orang pen-dek" (zie bijvoeg el).

Toen gebeurde het, dal al kappen de de voorste woudlooper waarschuwde dat hij badaks rook.

Voorzichtigheidshalve ging hij achter den voor ten soldaat, -een Timorees.

Laat h t gebeur n dat een 5 minuten later een geweldige neus-hoorn zich op dien soldaat stortte.

Deze chi tvaardig marcheerende legde kalm aan en getroffen door een kogel tllsschen d oogen stortte het gevaarlijke dier op enkel meters voor hem neer.

Dank zij Ndoen-Heo' prachtig chot waren groote ongelukken voorkomen.

De troep hield een kleine ru t; allen neden een stuk vleesch uit het reuzen lichaam, in blaren gewikkeld en aan den gordel vast-gebonden.

_ "Vanavond versche biefstuk, kap'tein", zei de "Scheele" en hij klapte vergenoegd op zijn brokje.

Nog flinke lappen werden uitgehakt n bij de lasten van de dwangarbeider gedeponeerd.

De hoorn - van groote afmetingen - natuurlijk meegenomen, bracht laler f 75.- op bij den toko Chinees te Bajeuën, waarvoor de verkenningstroep n w ek lang extra-menage kreeg.

Hoe meer men in het binnenland kwam, hoe teenachtiger en steiler de berghellingen werden.

Toen kre 1 men ravijnwanden, waar geen klimmen of dalen mogelijk was dan met behulp van touwen en ladders, vervaardigd van lianen, rottan en bo chhout.

Zoo vorderd het overtrekken van een dergelijk ravijn ongeveer 40 m diep en ruim 150 m breed zes lang uren.

En het geviel dat Hierix - een Waal. - omlaag glijdende langs een liaan, de laatste meter het niet meer kon houden en pardoes neerplofte in en diep bassin op den ravijnbodem.

Als een tuk lood zonk onze Waal.

-

89-Een dwangarbeider - Djambiër n gebor n wat rrot - met een der woudl per hem onmiddellijk achterna in het water.

a enkele econden werd Hierix omhoog gebracht, vastgegre-pen bij nek en armen; treurig hingen zijn lange snorren.

nze Waal, die in opgewonden oogenblikken Fransch sprak, riep bov n komende:

Pardi, mon capitaine, c'e t la profondeur de l'Escaut, mai voici mon fusil!P - Dus het geweer vóór alles.

H t overtrekken op deze wijz van ravijnen met gladde en loodrechte rot wanclen heeft daarna nog cenige keeren plaats gehad.

To n kwam een dag dat loor de lllanJ1 n vree elijk werd ge-vlo kt. Men stoncl weer voor een gezwollen riviertje, ondoorwaad-baar door di pte en stroomsnelheid.

Weer cl toevlucht genom n tot het omkappen van een boom.

- "Oom, slap'kor (koord) !., zei een der Kromo's tegen Bult.

"I-loucl je stinkmuiJ, vent!" antwoordde Bult, die in een ze 'I

pe simi tische stemmincr was.

De boom viel krakend naar de overzijde, doch d troep vluchtte in e n paniek uit lkaar.

lIonderden v nijnige en woedende wc p 11 kwamen uit hun be-schadigde nest in den boom op de menschen af.

De dwangarbeiders \Vi rpen hunne vrachten weg.

" chweinhund! S hweinhlll1c\!" brulde, ergeant Mül\er-l\ itser.

Hij had eenige di r bel' ten in zijn 1I10UW gekregen, en kon ze dooddrukken.

Dc Fransche vloeken ,coch n!" "nondedju!" van Hierix waren ni t te tellen.

"Dat komt door die verdomd n ,tinkllluil!" meende Bult. En zoo had ieder wat n i der wreef met eell pijnlijk g zicht de ge token plekken.

Later in den avond bij het bivakvuur hoorde ik meermalen de woorden "Binatang djoedas! tawon (we p) bangsat!" van een Kro-mo met dichtgestoken ooglid.

o

weggeworpen vrachten moesten weder \V rden opgehaald'

maar dat ging zo maar niet. '

De wo denc.le wespen bleven in de nabijheid daarvan rond-zwermen. Doch de woudJoopers hadden reeds fakkels van bootn-schor en takken g maakt, daarin den brand gestoken, zoodat zich veel rook ontwikkelde.

AL voorhoed gingen zij daarmed voruit; vlak daarachter de dwangarb id r en konden de vrachten word n opgehaald, daar de wespen door den r ok waren v rdreven.

9 0

-Bij het omkappcn van volgende bo men w rden deze eerst naar omhoog tcrdeO'c aeïn pecteerd. Door schade n schande wordt men immer wijs!

Een uur al kappende na dit geval, werd het veel lichter in het woud; mcn verhcugde zich erop om open terrein te krijgen en deo hemel cn zon te zullen zien.

Het wa r ed tie l8e mar chdag!

Doch wat bIcek! Een uiV strekt mocra bed kt met zeer door-nige rortan. Daar wa gecn doorkomen aan.

De wou lIooper in de hoogste b olllcn geklommen, rapporteer-den dat naar '. en Z. h t moeras niet was te overzien; maar naar het W. daarentegen de rand van het cf\\'oud zichtbaar was. "et door te kappcn zou men tIenzelfden dag tlicn rand kunnen ber iken.

Dus werd met niell\\'en ll1 cd O.-W. aekapt door de intens dichte doornige rottan; beneden lot de knieën in h t meras, boven va t in de rottan-begroeiing met gevoclige ontelbare schrammen en kleerschcuren door d venijnige doorns.

Eindelijk werd het moeras verlaten; men had ongeveer 800 m afg legd l'n hierover bijna 4 uren gedaan.

In het donker werd eUl ligplaats uitgcz eht voor den nacht.

'en ging op den vochtigcn bodem liggen waar men was.

I let wa zoowat 1 uur toen plotseling h t woud hel werd verli ht door ecn schittc rcnde boog langs d n hemel.

Kort daarop een zware donder lag en wcer diepe duisternis.

Overal klonk het geroep en J,{cbrul der woud bewoners.

o

'n volgenden dag werd in de richting, vanwaar de donderslag was gekomen, vcrkcnd. a ruim een uur werd een open plek aan-hetroffen, waar de hoomen neergeslagen waren en hct truikgewa uit I aar gerukt; in het midden eell grootc kuil ongeveer 4 111 diep en 12 111 wijd. Een meteoor had klaarblijkelijk hier ingeslagen

"Een boodschap van onzen Lieven Heer!" merkt de ch ele op. Dez dag zou on h ugen!

T gcn 5 n.l11. werd in een smal ravijn een plekje gevonden om kunn n v machten.

Men ging liggen waar men wa .

In den na ht werd cl commandant wekt door den lnland-schen schildwacht - "Bandjir, kap'tèn!"

E n aanzwcllcnd gebulder van wat rmas a's was goed hoor-baar:

" aar boven allemaal!" En zo kroop de tro p in het duister aan weer Zijden de hellingen op.

- 91

-De éénige brandendc stormlantaarn was stukg 'vallen. "Sini OOIll!" riep een K 1'01110 den kapitein to en stak hem de kolf van hct geweer toe 0111 hem naar zich te trekken. Krolllo dacht een Jan voor zich tc hebb n.

og g en 5 minuten dat de llIen.ch n g vlucht wal"n kwam ziedend en brullend het water onder hen doorvliegen, zwar steenen tn stukken hout 111 evoerend.

En cl r gen vi I! Vi I met bakken!

H uiverencl van kou, hongerig, t taal v rkleumd en ineengedo-ken werd het aanbreken van ti n dag afg wacht.

Bij een grauw chijn el weru cle chade pgenomen. Gelukkig ontbrak niemand. Doch w Ik een z\ aar verlie ! Drie vrachten rij t en gedroogde vi. ch waren door het water meegenomen, even zoo cenig ledergoed en twee gewer 'n.

Deze werden ongeveer 100 111 stroolllah aarts O'evonclen, toen het water was gezakt.

Tot hier toe werd niet ger pt van zi ken.

.\\eer dan

sor (

manschappen had knort en allen vo twonden door h t loopen in h t wat r en infectie van venijnige pat jet (kleine hloedzui er )- b ten.

De Jnlandsche soldaat Pawiro kon nict meer loopen. Langs de hellingcn werd hij met touw n en lu sen opgesjord en neerge-laten. Uitgeput als de dwangarb i Iers waren, moe ten zij bij het draaen van de tandoe hoogstens om het half uur worden afg lost.

Een rustdag houden was hetzelfde als e n dag in modder of water liggen, dan wel op venijnige rotsge teenten.

Bovendien drong de 'terk verlllind rde voorraad rij t en ge-droogde visch tot doorloopen. V el daarvan wa niettegenstaande all voorzorgen bedorven geraakt door den regen en het rivierwater bij het t100rwad n. Den 20stcl1 !.lag werd nog een helling genomen waar een eind aan kwam.

Doch zi

t,

bovengekomen overzag men de vallei van Serbö-djadi cn beneden de verschillende kampongs. Hoerah!

Met nieuwen moed omlaag; mcn rolde de vallei binnen bij kampong Djering. Stom verba a d k ken de bewoners den troep aan;

vandaar had men nooit de compenie verwacht. Daar hadden zij respect voor.

Eindclijk had men in twee kalllponghuizen een behoorlijk bi-vak. Dankbaar konden wij wat kippen, eieren, pisang en aanvulling

Vé111 rijst van de bevolking koopen.

- 9 2

-Den 21sten dag. - RustdaO'! Eindelijk een beetje zon! Wélt zagen de menschen eruit: holle wangen, ingevallen koortsige oogen, geheel verO'oord en bleek, de kl eren aan flarden, choenen bij na niet bnlikbaar.

's !'vonds een vriendelijk maansikkeltje, dat dankbaar werd begrJl't

Plechtig klonk het "Salam alaikum!" van epn dwa'1garbeider en een ernstig" laikum alam!' was het antwoord van een woud-looper.

Weldra diepe stilte in-en om het bivak, slechts verbroken door de tappen van den child~ acht, die telkens nieuwe houtblokken in h

t

vuur aooide.

Op deze ho gt met den helderen st rr nacht was het vinniO' koud. - De toe tand van den troep liet niet toe op dezelfde wijze naar Langsa terug te gaan.

De \:v~udlooper b~we rden al eenmaal de bovenloop van de Lang a-riVIer was bereIkt, men door de vallei daarvan niet minder 1110 ite de kust kon her iken.

Maar nu dien bovenloop te vinden. Het gelukkig to val hielp!

Reeds den eer ten dag na vertrek van h t bivak te erbodjadi ontdekte een woudlooper een stroompje, waarin vi chen, welke volCT ns hem alleen in de Langsa-rivier voorkomen.

Op hoop van zegen \\' rtl het riviertje gevolgd; de visschen werdcn talrijker, het riviertje, teecls hreeder.

Hoewel nog vele rotsachtige en steile hellilJ<TCIl moc ten worden genomen ging alles met minder lIloeite dan bij de heel111larsch.

Al verkennend uitt, olclaa Lawl! - een Ifo r - een door-dringende kreet. Zijne scherpe oogen hadden een groote python om

en bomtak ontdekt.

a v rkregen vergunning 111 t nog een ander Alfoer cn lechts de bloote klewang bij zich naar boven en het b est met eenige houwen afO'emaakt.

De python lang bijna m \'erd gevild, in 11l oten verdeeld,

0' r 0 terd door d C ram eh' !foeren, waaronder ook 2 dwang-arb ider , zoo smakelijk opgepeuzeld, dat de anderen ook daarin trek krerren.

u, 111 oten genoeg- en waarlijk het maakte! Voor het eerst, doch voor het laatst dat ik slangenvleesch heb verorb rd.

Door voldo nd voeding d r laat te dagen was er meer vee r-kracht in den tro p gekomen.

Daar gedurende 2 X 24 uren het niet meer had eregend en h t water flink wa gezakt, kon b vendien uren lanO' de zandige

rivi rbedding worden gevolad. 0

-

93-Gekapt beho fde dus niet te worden, waardoor de troep ook aanmerkelij kopschoot.

Toen een open plek: de verlat n nederzettinO' van Gajo's-Keu-moenèng aan de Lang a-rivier, pra ht tampatje voor een bivak. Een gej u ich! De speurende oogen hadden 2 flinke trossen rijpende pi-sang en veel roode zoete oebi ontdekt.

Bij het vallen van den avond werden nog eenige niets kwaads vermoedende kippen, op tok gegaan, den nek om edraaid: "lni malem makan besar t an!" zei de d~ angarbeider di als de kapi -tein kok fungeerde.

In den vooravond kwam ergeant Müller: "Kap'tein fuselier toutjesdijk is erg zi k, verlangt U te preken."

Toen naar den 21 jarigen oillaat toutj dijk, die doodziek lag.

_ "Kap'tein, ik voel dat het gauw met mij is afgeloopen. Wilt U het adres mijner ollder opschrijven".

_ "Natuurlijk! Kom 1110ed gehouden, jonCYen, morgen zijn wij op Lang a, overmorgen op Bajeuen en daar brenO't de dokter j geheel bovenop".

_ "Ik hoop het kap't in. 'ijn arme ouders!" klonk h t met een diepen zucht.

Zoo werd den volCyenden middag Langsa bereikt, heel, heel lang-zaa1l1 ging de troep; Stout je dijk en Pawiro in d tandoe. En op 31 December 1905 gina de totaal uitgeputte en doorzieke troep per

werktrein naar Bajeuën.

Op oudejaarsavond w rden in de ziek nzaal opgenomen 6 militairen en 7 dwangarheiders; de overigen 111 chten voorloopig geen dienst doen.

Eenige dagen later stierven toutjesdijk n Pawiro aan uitputting.

Het adres van eer tgenoemde moe t nu voor eene droeve kenni O'e-ving dienen.

Dagen lang duurde het eer de anderen behoorlijk op de been

\ aren. Velen moesten worden geëvacuï:ertl en 2 militairen vo r actieven dienst af ekeurd.

11 tengevolge van bovenomsehreven tocht.

52 km van Lang a naar S rbödjadi zouden in rechte lijn op een goeden weg en te voet 10 u ren hebb n gevorderd; than zij n er 30 dagen overgedaan.

Het tracé voor den karr weg was gevonden.

Gouverneur van Daalen, overig n karig met tevredenheids-betuigingen, gaf r schriftclij k eenc aan den troep ver het re ultaat der verkenning, de beto ntl volharding en pli htsb trachting.

-

94-Lezer, deze to ht was al bijzonder zwaar, doch in d emotion-neele van Heu! z- en van Oaalen peri den, was zoo iet toch een gewoon recept.

Bijvoeg el (af chrift):

oekaboemi 12 Juni 1932.

Aan

de Redactie van A tue I Wereldnieuws

W cl en.

Er is in den laatsten tijd in de cia rbladcn veel te cloen geweest over den ,.Orang Pendek" .

Een en anuer he ft bij mij eene h 'rin nering opcreroepen van ruim 26 jaren tenI'. enz.

Ter uitvoering van dl' opdra ht gin!' ik JlJet I bri rade Infan-teri' de noodige dwangarbeider en 3 \\"ouuloopers van boven-Ta-Illiang op 1 December 190~ van uit Langsa in Westelijke richting.

De woudloopers waren rottan-damar- cn g 'tah pertjah zo kers, diend n v.1. voor verkenningen van uit boom- en hOll rgelegen heu-veltoppen benev n het kappen van et'1l voetpad duor het erwoucl.

"\et dit kapp JI moest reed' op den eer ten mar chdag worden

"\et dit kapp JI moest reed' op den eer ten mar chdag worden

In document MIe OVORM: SIGNATUUR (pagina 51-58)