• No results found

In dit hoofdstuk zal getracht worden antwoord te geven op de vraag welke schenkingsvrijstellingen er zijn. De vrijstellingen voor de schenkbelasting zullen in paragraaf 3.1 worden beschreven. Naast de schenkingsvrijstellingen bestaat er ook een aantal bijzondere situaties waarbij geen schenkbelasting betaald dient te worden. Deze bijzondere situaties zullen in paragraaf 3.2 worden weergegeven.

3.1 Vrijstellingen voor de schenkbelasting

Er bestaan verschillende soorten schenkingsvrijstellingen. De hoogte van de vrijstelling is afhankelijk van de relatie tussen de schenker en de begiftigde. Ook het doel waarvoor de schenking ontvangen is heeft invloed op de hoogte van de vrijstelling. In de volgende tabel staat de hoogte van de

vrijstellingen weergegeven:

Vrijstelling Hoogte van de

vrijstelling

Algemene vrijstelling € 2.092

Vrijstelling voor schenking van ouders aan hun kinderen € 5.229 Eenmalig verhoogde vrijstelling voor schenking van ouders aan hun kinderen

tussen 18 en 40 jaar

€ 25.096 Eenmalig verhoogde vrijstelling voor schenking van ouders aan hun kinderen voor

de financiering van een studie

€ 52.281 Eenmalig verhoogde vrijstelling voor schenking van ouders aan hun kinderen voor

financiering van een eigen woning of de kosten die daarna gemaakt zijn

€ 52.281 Tijdelijk verruimde vrijstelling voor een eigen woning € 100.000 Tabel 1: Vrijstellingen voor de schenkbelasting (Belastingdienst, 2014)

Deze vrijstellingen zijn zogenaamde voetvrijstellingen. Dit betekent dat als er een bedrag geschonken wordt dat de vrijstelling te boven gaat, alleen over het bedrag dat de vrijstelling te boven gaat schenkbelasting betaald dient te worden. De vrijstellingen gelden per schenker en per kalenderjaar.

Partners worden voor de successiewet aangemerkt als één en dezelfde persoon. Dit geldt voor schenkingen die van partners ontvangen worden, maar ook voor schenkingen die aan partners gedaan worden.

Voorbeeld 4:

Kees is getrouwd met Mara. In 2014 ontvangt Kees een schenking van € 5.000 van zijn moeder en een schenking van € 5.000 van zijn vader. Voor de Successiewet worden vader en moeder (partners van elkaar) aangemerkt als één en dezelfde persoon. Kees ontvangt in 2014 dus een schenking van

€ 10.000 en er kan dus maar één keer een beroep op de vrijstelling voor schenking van ouders aan hun kinderen worden gedaan. Ook als Kees een schenking krijgt van € 5.000 van zijn ouders en Mara ontvangt ook een schenking van € 5.000 van de ouders van Kees, worden deze schenkingen bij elkaar opgeteld. Kees en Mara zijn namelijk ook partners van elkaar en worden dus aangemerkt als één en dezelfde persoon.

Algemene vrijstelling

De algemene vrijstelling is van toepassing op een schenking van een onafhankelijke derde en overige bloed- en aanverwanten. Denk hierbij aan de schenking van een opa/oma, broers/zussen,

ooms/tantes of neven/nichten. Ook voor een schenking van een vriend/vriendin geldt de algemene vrijstelling. De algemene vrijstelling is een vrijstelling voor de ontvanger. Het is ook mogelijk om van meerdere personen een schenking te ontvangen, als dit het geval is geldt voor iedere schenking de vrijstelling. Schenkingen die van verschillende personen worden ontvangen, dienen dus niet bij elkaar opgeteld te worden. Op deze regel zijn een aantal uitzonderingen van toepassing:

- Schenkingen van verschillende personen dienen wel bij elkaar opgeteld te worden als de schenkers elkaars partner zijn, zie voorbeeld 3

- Schenkingen van ouders dienen wel bij elkaar opgeteld te worden, ook als ze gescheiden zijn - Meerdere schenkingen van dezelfde persoon, in één kalenderjaar, dienen wel bij elkaar

opgeteld te worden.

Schenkingen worden beoordeeld per kalenderjaar. Als je bijvoorbeeld op 1 januari 2013 een

schenking ontvangt van € 2.000 en op 1 januari 2014 weer een schenking ontvangt van € 2.000, dan moeten deze schenkingen niet bij elkaar opgeteld worden. Allebei de schenkingen vallen dus onder de algemene vrijstelling.

Vrijstelling voor schenking van ouders aan hun kinderen

De vrijstelling voor een schenking van ouders aan hun kinderen bedraagt in 2014 € 5.229. Deze vrijstelling is ook van toepassing voor de schenking aan pleegkinderen. Deze vrijstelling geldt per kind. Ook voor deze vrijstelling geldt dat het geschonken bedrag van beide ouders bij elkaar opgeteld moet worden, ook al zijn de ouders gescheiden.

Eenmalig verhoogde vrijstelling voor schenking van ouders aan hun kinderen tussen 18 en 40 jaar oud

De vrijstelling voor een schenking van ouders aan hun kinderen mag eenmalig verhoogd worden tot een bedrag van € 25.096. De voorwaarde voor deze verhoging is dat het kind tussen 18 en 40 jaar oud is. De naam zegt het al: deze vrijstelling mag maar één keer gebruikt worden. Is het kind niet tussen de 18 en 40 jaar oud en wil de ouder toch gebruik maken van de eenmalig verhoogde vrijstelling? Dan is dat mogelijk als de partner van het kind wel tussen de 18 en 40 jaar oud is. De schenking wordt dan wel gewoon gedaan aan het kind en niet aan de partner; partners worden voor de Successiewet aangemerkt als één en dezelfde persoon.

Eenmalig verhoogde vrijstelling voor financiering van een studie

De eenmalig verhoogde vrijstelling voor financiering van een studie/opleiding kan ook maar eenmalig gebruikt worden. Van deze vrijstelling mag gebruik gemaakt worden als de kosten van de

studie/opleiding aanzienlijk hoger zijn dan normaal. De kosten voor een studie/opleiding zijn aanzienlijk hoger als deze minimaal € 20.000 per jaar bedragen, exclusief de kosten voor

levensonderhoud. Om deze vrijstelling te mogen toepassen dient aan een aantal voorwaarden te worden voldaan:

- Er dient een notariële schenkingsakte te worden opgemaakt. In deze akte dient te worden opgenomen:

o voor welke studie of opleiding de schenking bestemd is o wat de verwachte kosten voor de studie of opleiding zijn

o een ontbindende voorwaarde dat de schenking vervalt als deze niet binnen 2 kalenderjaren, na het jaar van de schenking, wordt besteed aan de studie of opleiding.

- Ouder en kind moeten schriftelijk kunnen aantonen dat de schenking daadwerkelijk door de ouder of zijn/haar partner betaald is en dat de schenking daadwerkelijk voor de

studie/opleiding gebruikt is.

De vrijstelling is niet van toepassing om een studieschuld af te lossen.

(Aarts MFP, et al., 2012)

Eenmalig verhoogde vrijstelling voor financiering van een eigen woning

De eenmalig verhoogde vrijstelling voor financiering van een eigen woning geldt niet alleen voor het verwerven van een eigen woning, maar ook voor de volgende situaties:

- Het verwerven van een woning die leegstaat of in aanbouw is, maar die bestemd is om binnen 2 jaar als hoofdverblijf te gaan fungeren

- De kosten van verbetering of onderhoud van de eigen woning

- De afkoop van de rechten van erfpacht, opstal of beklemming met betrekking tot de eigen woning

- Het aflossen van de eigenwoningschuld

- Sinds 29 oktober 2012 is de vrijstelling ook van toepassing als hiermee de restschuld van een verkochte eigen woning wordt afgelost.

Het is niet nodig om van de schenking een notariële akte te laten opmaken. Er moet wel schriftelijk kunnen worden aangetoond dat de schenking daadwerkelijk gebruikt is voor een van de hierboven benoemde situaties. Ook moet de schenking gedaan worden onder de opschortende voorwaarde dat de schenking gebruikt wordt voor verwerving van de eigen woning. Dit betekent dat de schenking pas tot stand komt als aan deze voorwaarde wordt voldaan. Bij de verwerving van de eigen woning is dit het geval als de akte van levering bij de notaris getekend wordt.

Voor de kosten van verbetering of onderhoud geldt een ontbindende voorwaarde. De schenking wordt op een bepaald moment gedaan en als het bedrag niet binnen 2 kalenderjaren na het jaar waarin de schenking is gedaan, is gebruikt voor verbetering of onderhoud van de eigen woning dan wordt de schenking ontbonden. Als de schenking wordt ontbonden, wordt deze gezien als een schuld. Het kind dient het geschonken bedrag dan terug te betalen aan de ouders. De ouders kunnen het bedrag alsnog kwijtschelden maar dan is de verhoogde vrijstelling niet van toepassing en de schenking wordt dan gewoon belast met schenkbelasting. Wel kan de eenmalig verhoogde vrijstelling van € 25.096 worden toegepast. In paragraaf 2.3 is het verschil tussen een opschortende en een ontbindende voorwaarde uitgelegd.

Tijdelijk verruimde vrijstelling voor een eigen woning

De eenmalig verhoogde vrijstelling voor financiering van een eigen woning is vanaf 1 oktober 2013 tijdelijk verruimd. De hoogte van de vrijstelling is verhoogd naar € 100.000. Ook is het niet langer noodzakelijk dat de schenking plaatsvindt tussen de ouders en een kind. Tevens is ook de eis dat de ontvanger tussen de 18 en 40 jaar oud moet zijn, niet meer van toepassing. Door deze verruiming kun je dus ook een schenking ontvangen van een ander familielid of van een onafhankelijke derde.

De overige voorwaarden zijn niet gewijzigd en zijn hetzelfde als hierboven benoemd bij de eenmalig verhoogde vrijstelling voor financiering van een eigen woning.

(Aarts MFP, et al., 2012)

Let op: er is maar recht op één vrijstelling.

Voorbeeld 5:

Hellen is 33 jaar oud en krijgt een schenking van haar ouders om de hypotheekschuld af te lossen. De schenking bedraagt € 162.500. De vrijstelling bedraagt € 100.000, namelijk de eenmalig verhoogde vrijstelling voor financiering van een eigen woning. Hellen kiest ervoor om gebruik te maken van de verhoogde vrijstelling, daardoor vervalt de algemene vrijstelling van € 5.229. En dient dus

schenkbelasting betaald te worden over € 62.500 (€ 162.500 -/- € 100.000).

3.2 Bijzondere situaties waarbij geen schenkbelasting betaald dient te worden

Er bestaan verschillende situaties waarbij geen schenkbelasting betaald dient te worden. Volgens artikel 33 van de Successiewet 1956 is een schenking geheel vrijgesteld van schenkbelasting in de volgende situaties:

- Verkrijging van de Koning

- Verkrijging door de Staat, of van de Staat

- Verkrijging door een provincie of gemeente in Nederland

- Verkrijging door een ANBI (Algemeen Nut Beogende Instelling) of SBBI (Sociaal Belang Behartigende Instelling)

- Verkrijging van een ANBI

- Verkrijging door een steunstichting SBBI

- Schenking aan iemand die niet in staat is om zijn schulden te betalen, alleen indien hij door deze schenking wel in staat is om zijn schulden te betalen

- Verkrijging waarover de verkrijger ook inkomstenbelasting (of een voorheffing) verschuldigd is (zie voorbeeld 5)

- Schenking aan een rechtspersoon ter bevordering van de werknemersbelangen - Voldoening aan een natuurlijke verbintenis.

De voorwaarde voor de vrijgestelde schenking ontvangen door een ANBI of SBBI is wel dat aan de schenking geen opdracht is verbonden die het karakter ontneemt van het algemeen of sociaal belang. Als een ANBI zelf een schenking doet is deze ook vrijgesteld van schenkbelasting. De

voorwaarde hiervoor is wel dat de schenking past binnen de doelstelling van de ANBI. Als echter een SBBI een schenking verricht is deze wel belast met schenkbelasting.

Voorbeeld 6: schenking waarover ook een voorheffing verschuldigd is.

Meneer De Smet ontvangt van zijn werkgever een schenking. Deze schenking wordt gezien als inkomen uit arbeid. Over inkomen uit arbeid dient Inkomstenbelasting te worden afgedragen. Om te voorkomen dat over deze schenking inkomstenbelasting én schenkbelasting betaald dient te worden is deze schenking voor de schenkbelasting vrijgesteld.

Stel nu dat meneer De Smet 5% van de aandelen van zijn werkgever geschonken krijgt. Dan moet hij over de toekomstige inkomsten uit deze aandelen aanmerkelijk belangheffing in box 2 van de inkomstenbelasting betalen. Deze toekomstig te betalen inkomstenbelasting telt niet mee voor de vrijstelling voor de schenkbelasting. De inkomstenbelasting dient dus tegelijkertijd met de schenking te worden geheven om een vrijstelling voor de schenkbelasting te ontvangen.

Ook bestaat er een voorwaardelijke vrijstelling voor het verkrijgen van ondernemingsvermogen.

Deze voorwaardelijke vrijstelling wordt de bedrijfsopvolgingsfaciliteit genoemd. In de volgende hoofdstukken zal verder worden ingegaan op de bedrijfsopvolgingsfaciliteit.

(Overheid, 2014)