• No results found

Om een oordeel te kunnen vormen over de bedrijfsopvolgingsfaciliteit, is het van belang dat je de gevolgen kent van deze faciliteit voor de schenkbelasting. In dit hoofdstuk zullen daarom situaties in de praktijk worden bekeken waarbij de bedrijfsopvolgingsfaciliteit niet van toepassing is. In dit hoofdstuk wordt de te betalen schenkbelasting berekend van schenkingen van privévermogen.

7.1 Schenking van banktegoeden

In deze paragraaf zal de schenking van banktegoeden vergeleken worden met de schenking van onderneming X. In paragraaf 6.1.3.4 is te lezen wat de te betalen schenkbelasting is bij de schenking van onderneming X. Onderneming X vertegenwoordigt een waarde van € 1.205.000. Door toepassing van de BOF wordt het belastbaar bedrag € 302.000 en het te betalen bedrag aan schenkbelasting

€ 48.679.

Meneer A beschikt over het zelfde vermogen en wil dit vermogen schenken aan zijn dochter. Meneer A heeft dit bedrag op verschillende bankrekeningen staan en heeft het vermogen niet in een

onderneming zitten. Meneer A heeft wel recht op de algemene vrijstelling, of op de eenmalig verhoogde vrijstelling als deze nog niet eerder gebruikt is. Meneer A heeft geen recht op de BOF omdat meneer A geen ondernemingsvermogen bezit. Het te betalen bedrag aan schenkbelasting voor meneer A wordt:

Te betalen schenkbelasting als privévermogen wordt geschonken

Waarde van de schenking 1.205.000 Eenmalig verhoogde vrijstelling 25.096

Belastbaar bedrag 1.179.904

Tarief schenkbelasting 10% tot € 117.214

20% boven € 117.214

Te betalen schenkbelasting 224.259

7.2 Schenking van een vakantievilla

In deze paragraaf zal de schenking van een vakantievilla vergeleken worden met de schenking van onderneming Y. In paragraaf 6.2.3.5 is te lezen wat de te betalen schenkbelasting is bij de schenking van onderneming Y. Onderneming Y vertegenwoordigt een waarde van € 1.488.271. Door toepassing van de BOF wordt het belastbaar bedrag € 75.252 en het te betalen bedrag aan schenkbelasting

€ 7.525.

Meneer K en mevrouw L beschikken ook over een bedrag van € 1.488.271 en willen dit bedrag ook schenken aan hun kind. Het bedrag betreft box 3 vermogen en zit in een prachtige vakantievilla op de Veluwe. De vakantievilla is bestemd voor eigen gebruik. Ook maakt er regelmatig familie gebruik van deze villa. De villa wordt verder niet verhuurd en er worden verder geen opbrengsten genoten uit de vakantievilla. Vader en moeder worden al wat ouder en willen de villa schenken aan hun kind.

Het kind heeft al eerder gebruik gemaakt van de eenmalig verhoogde vrijstelling, dus er is alleen recht op de algemene vrijstelling voor schenking van ouders aan hun kinderen. Het te betalen bedrag aan schenkbelasting wordt:

Te betalen schenkbelasting als een vakantievilla geschonken wordt Waarde van de schenking 1.488.271

Algemene vrijstelling 5.229

Belastbaar bedrag 1.483.042

Tarief schenkbelasting 10% tot € 117.214 20% boven € 117.214

Te betalen schenkbelasting 284.887

De schenking van de vakantievilla betreft box 3 vermogen en dus geen ondernemingsvermogen.

Daarom geldt er geen vrijstelling in verband met de BOF voor deze schenking. Bij deze schenking zijn er ook geen middelen beschikbaar om de schenkbelasting te kunnen betalen want de waarde zit in de vakantievilla, toch is er geen recht op een vrijstelling. Er kan hooguit een betalingsregeling getroffen worden.

8. Conclusie

In dit hoofdstuk zal een conclusie gegeven worden van het onderzoek. In dit onderzoek is onderzocht of de bedrijfsopvolgingsfaciliteit discriminerend is tegenover een schenking van privévermogen. De hoofdvraag van dit onderzoek is: Is de bedrijfsopvolgingsfaciliteit (BOF) discriminerend ten opzichte van een schenking van niet-ondernemingsvermogen? Het antwoord op deze hoofdvraag is mijn persoonlijke mening. Er zijn namelijk al verschillende uitspraken geweest van het Hof en de Hoge Raad over het al dan niet discriminatoir zijn van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit.

De bedrijfsopvolgingsfaciliteit houdt in dat, indien ondernemingsvermogen geschonken wordt, een voorwaardelijke vrijstelling bestaat voor de schenkbelasting van 100% over € 1.045.611 en 83% over de waarde van de schenking die € 1.045.611 te boven gaat. Deze vrijstelling geldt alleen als materieel ondernemingsvermogen geschonken wordt. Een schenking van privévermogen komt dus niet in aanmerking voor de vrijstelling. Ook dient door de schenker te worden voldaan aan de bezitstermijn van 5 jaar. De vrijstelling is voorwaardelijk en vervalt indien niet aan het voortzettingsvereiste wordt voldaan.

Op 13 juli 2012 heeft Rechtbank Breda geoordeeld dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in strijd is met het discriminatieverbod. Volgens de Rechtbank hebben ook andere verkrijgers recht op de

vrijstelling. In het hoger beroep op deze uitspraak heeft Gerechtshof ’s-Hertogenbosch geoordeeld dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteit niet in strijd is met het discriminatieverbod.

Op fiscaal gebied heeft de wetgever een ruime beoordelingsvrijheid om te beoordelen of sprake is van gelijke gevallen, en zo ja, of een objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat om die gevallen verschillend te behandelen. Het hof heeft geoordeeld dat het waarborgen van de continuïteit van de onderneming een objectieve en redelijke rechtvaardiging is om een vrijstelling te verlenen bij het schenken van ondernemingsvermogen. Vooral het belang voor behoud van de werkgelegenheid en economische diversiteit speelt een rol in dit oordeel.

De Hoge Raad heeft een advies gekregen van de advocaat generaal IJzerman (A-G). De A-G heeft geconcludeerd dat de BOF in strijd is met het discriminatieverbod voor zover de vrijstellingen voor de schenkbelasting in een bepaald jaar hoger uitkomen dan 75% van het verkregen ondernemings-vermogen. De A-G vindt dat tot een vrijstelling van 75% een objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat om de schenking van ondernemingsvermogen vrij te stellen voor de schenkbelasting.

Op 22 november 2013 heeft de Hoge Raad, in tegenstelling tot de conclusie van A-G IJzerman, geoordeeld dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteit niet discriminatoir is ten opzichte van het erven of schenken van privévermogen.

De bedrijfsopvolgingsfaciliteit zoals deze vandaag de dag bestaat is in 2002 opgenomen in de Successiewet 1956 met een vrijstelling van 30%. Zoals hierboven al beschreven is het doel van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit om de continuïteit van materiële ondernemingen te waarborgen. Als namelijk een onderneming geschonken wordt, dan gaat meestal niet genoeg ander vermogen over om de schenkbelasting te kunnen betalen. Als middelen aan de onderneming onttrokken moeten worden, dan kan dit de continuïteit van de onderneming in gevaar brengen. Ik deel deze mening en vind het daarom terecht dat er een vrijstelling bestaat voor de verkrijging van ondernemings-vermogen. Toch vind ik dat de BOF in de loop der jaren wel heel erg veel verruimd is.

In hoofdstuk 6 en 7 is het verschil tussen een schenking van een onderneming en de schenking van privévermogen te zien. Bij schenking van onderneming X dient € 48.679 aan schenkbelasting betaald te worden. Als banktegoeden voor hetzelfde bedrag geschonken worden dient een bedrag aan schenkbelasting betaald te worden van € 224.259. Het verschil in te betalen schenkbelasting is maar liefst € 175.580. In verhouding tot het geschonken bedrag is dit een verschil van ongeveer 14,5%. Ik vind persoonlijk dat dit wel een heel groot verschil is en kan me goed voorstellen dat sommige particulieren dit discriminerend vinden.

Ik ben van mening dat het beter is als naar de situatie van de onderneming wordt gekeken voordat een vrijstelling verleend wordt. Sommige ondernemingen hebben namelijk wel voldoende liquide middelen op de bank staan om de schenkbelasting te kunnen betalen.

Ook zijn er situaties waarin niet-ondernemingsvermogen geschonken wordt in bijvoorbeeld de vorm van een onroerend goed. In deze situaties zijn er ook niet genoeg liquide middelen om de

schenkbelasting te kunnen betalen en zal in sommige gevallen het onroerend goed verkocht moeten worden. Hier is in de wet geen regeling voor opgenomen.

Alles overwegend zou het in mijn ogen rechtvaardig zijn om de vrijstelling in te perken tot een vrijstelling van 75% over de waarde tot € 1.000.000. De waarde boven € 1.000.000 zou ik gewoon volledig belasten. Ook zou ik graag zien dat de onvoldoende middelen toets terug zou komen. Als aan deze toets wordt voldaan, dan wordt er in beginsel een vrijstelling verleend, maar als voldoende middelen aanwezig zijn, vervalt het recht op de vrijstelling.

In mijn conclusie heb ik de gedachte meegenomen dat de vrijstelling steeds verhoogd is omdat hier budget voor beschikbaar was. Tegenwoordig heeft de overheid het ook steeds moeilijker en is er geen budget meer beschikbaar. Voor de overheid zou het daarom ook goed zijn als de bedrijfs-opvolgingsfaciliteit weer wat ingeperkt zou worden.

De doelstelling van het afstudeeronderzoek is:

Onderzoeken of de BOF discriminerend is tegenover de particuliere schenker die geen aanspraak kan maken op de BOF.

Deze doelstelling is tijdens het onderzoek behaald, ik heb namelijk een onderzoek uitgevoerd naar de bedrijfsopvolgingsfaciliteit. Vervolgens heb ik de theorie van deze faciliteit toegepast op en aantal casestudies. Daarna heb ik een mening geformuleerd over het al dan niet discriminerend zijn van deze faciliteit.

Literatuurlijst

Aarts MFP, m. G., Bakker, m. M., Beers, m. J., Cornelissen, d. P., Dubbeldam, m. W., Jippes-de Boer, m. T., . . . Wiersma, m. J. (2012). Belastingrecht voor Bachelors en Masters. Dordrecht: Concoy Uitgevers.

Baarda, B. (2009). Dit is onderzoek! handleiding voor kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Groningen/Houten:

Noordhoff Uitgevers bv.

Belastingdienst. (2014, April 4). Vrijstelling voor de schenkbelasting. Opgehaald van Website Belastingdienst:

http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/prive/relatie_familie_en_gez ondheid/schenken/schenking_doen/vrijstelling_schenkbelasting_doen

Financiën, M. v. (2014, april 4). Wanneer moet ik schenkbelasting betalen? Opgehaald van Rijksoverheid:

http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/schenkbelasting-en-erfbelasting/vraag-en-antwoord/wanneer-moet-ik-schenkbelasting-betalen.html

Gijlswijk, d. v., Hoogeveen, m., Peters van Neijenhof, m., Pijpers, m., & Wijkerslooth-Lhoëst, m. d. (2012). De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten een vrijstelling voor de verkrijger of voor de boedel? BDO Private Wealth Tax Fund . Tilburg: BDO Private Wealth Tax Fund.

Glabbeek, N. v. (2009). Succesvol studeren communiceren en onderzoeken. Amsterdam: Pearson Education Benelux.

Hoogeveen, M. (2013). Verhuur van vastgoed: Een onderneming? PE-Tijdschrift voor de bedrijfsopvolging, 8-13.

Overheid. (2014). Reeks Fiscale Wet- & Regelgeving, Wetteksten 2014. Den Haag: Sdu Uitgevers.

Overheid.nl. (2014, mei 8). Burgerlijk Wetboek Boek 6. Opgehaald van Wet- en regelgeving:

http://wetten.overheid.nl/BWBR0005289/Boek6/Titel1/Afdeling1/Artikel3/geldigheidsdatum_08-05-2014 Overheid.nl. (2014, mei 8). Burgerlijk Wetboek Boek 7. Opgehaald van Wet- en regelgeving:

http://wetten.overheid.nl/BWBR0005290/Boek7/Titel3/Artikel186/geldigheidsdatum_08-05-2014 Overheid.nl. (2014, mei 2). Successiewet 1956. Opgehaald van Wet- en regelgeving:

http://wetten.overheid.nl/BWBR0002226/geldigheidsdatum_02-05-2014

Overheid.nl. (2014, mei 2). Wet- en regelgeving. Opgehaald van Burgerlijk Werboek Boek 7:

http://wetten.overheid.nl/BWBR0005290/Boek7/Titel3/Artikel175/geldigheidsdatum_02-05-2014 Stichting Meldpunt Collectief Onrecht. (2014, Februari). "Erf- of Schenkbelasting betaald? Laatste kans om die

terug te eisen!". Provinciale Zeeuwse Courant.

Stichting Meldpunt Collectief Onrecht. (2014, April 20). Schenkbelasting. Opgehaald van Website SMCO:

https://www.collectiefonrecht.nl/schenkbelasting_welkom

Uitspraak gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13/00473 (Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden april 8, 2014).

Uitspraak Rechtbank Breda, ECLI:NL:RBBRE:2012:BX3386 (Rechtbank Breda juli 13, 2012).

wet & recht. (2014, mei 19). Een overeenkomst die nietig is. Opgehaald van Wet & Recht:

http://www.wetrecht.nl/een-overeenkomst-die-nietig-is/

Bijlagen