• No results found

6. Bedrijfsoverdrachten ondernemingen X en Y

6.2 Bedrijfsoverdracht onderneming Y

6.2.2 Gewenste situatie onderneming Y

Mevrouw Q zou de werkmaatschappij graag overdragen aan haar dochter, hierna dochter R genoemd. Dochter R is het enige kind van mevrouw Q. Dochter R is reeds werkzaam in de

werkmaatschappij, ook de man van dochter R is werkzaam in de werkmaatschappij. Dochter R is van plan om de onderneming voort te zetten.

Mevrouw Q

Onderneming Y

Werkmaatschappij

Om de werkmaatschappij over te dragen aan dochter R wil mevrouw Q de aandelen in onderneming Y schenken aan haar dochter. Omdat mevrouw Q voldoet aan de bezitstermijn en dochter R

onderneming Y wilt voortzetten kan gebruik gemaakt worden van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit.

In paragraaf 6.1 is de gehele onderneming geschonken aan de kinderen. Omdat in onderneming X ook een deel beleggingsvermogen zat kon de BOF niet toegepast worden op de gehele schenking. Er bestaat ook een mogelijkheid waarbij de BOF wel toegepast kan worden op de gehele onderneming.

Daartoe wordt het beleggingsvermogen ondergebracht in een nieuwe BV. Als vervolgens alleen de aandelen in de holding geschonken worden, dan is de BOF van toepassing op de gehele schenking.

Mevrouw Q geeft de voorkeur aan deze tweede variant. Deze variant zal in het stappenplan verder uitgewerkt worden.

6.2.3 Stappenplan

Om tot de gewenste situatie te komen dienen er een aantal stappen doorlopen te worden. Hieronder ziet u het stappenplan wat ik doorlopen heb:

1. De balansen van onderneming Y en de werkmaatschappij consolideren 2. De waardes van de B.V. ’s bepalen

3. Overleg met de fiscus over de waardes van de B.V. ‘s.

4. Niet-ondernemingsvermogen van onderneming Y afsplitsen

5. Vrijstelling voor de BOF berekenen en te betalen schenkbelasting berekenen 6. Berekenen te betalen inkomstenbelasting

7. Berekenen te betalen overdrachtsbelasting 8. Opmaken overeenkomsten en akten 9. Aangifte schenkbelasting.

6.2.3.1 Consolideren

Onderneming Y heeft een 100% belang in de werkmaatschappij, dus worden de waardes van de bezittingen en schulden van de werkmaatschappij voor 100% toegerekend aan onderneming Y. Dit betekent dus dat de balansen van onderneming Y en de werkmaatschappij geconsolideerd dienen te worden. In bijlage 9 vindt u de geconsolideerde balans van onderneming Y en de werkmaatschappij.

6.2.3.2 Waardebepaling

Om de waarde van de B.V. ’s te bepalen is gebruik gemaakt van de jaarrekening 2013. In de jaarrekening worden de waardes van de vaste activa gewaardeerd op de verkrijgingsprijs, verminderd met afschrijvingen.

De voorraden zijn in de jaarrekening gewaardeerd tegen de historische kostprijs of de lagere bedrijfswaarde. Voor een eventuele incourantheid wordt een voorziening getroffen. De waarde van de voorraad in de jaarrekening is dus de goingconcernwaarde en de liquidatiewaarde.

De overige vorderingen, liquide middelen, schulden en overlopende activa en passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Waardering van vorderingen gebeurt onder eventuele aftrek van een bedrag voor dubieusheid. Dit betekent dat de waardes van de overige vorderingen e.d. individueel worden bepaald. De waardes in de jaarrekening zijn dus de goingconcernwaardes en de liquidatiewaardes.

De voorziening voor de stamrechtverplichting is gewaardeerd tegen de nominale waarde.

6.2.3.3 Afsplitsen niet-ondernemingsvermogen

Voor toepassing van de BOF komt alleen ondernemingsvermogen in aanmerking. Onderneming Y bevat ook een gedeelte niet-ondernemingsvermogen. Het niet-ondernemingsvermogen van onderneming Y zal worden afgesplitst voordat de aandelen in onderneming Y geschonken worden aan de dochter.

Er bestaan twee soorten juridische splitsingen:

- De zuivere splitsing, bij deze splitsing houdt de, op te splitsen, B.V. op te bestaan - De afsplitsing, bij een afsplitsing blijft de B.V., waarvan een gedeelte wordt afgesplitst,

bestaan.

Onderneming Y zal opgesplitst worden in twee aparte B.V.’s. Bij onderneming Y is dus sprake van een afsplitsing. In de ene B.V. blijft het ondernemingsvermogen achter en in de andere B.V. wordt het beleggingsvermogen ondergebracht. De stukken voor de afsplitsing dienen bij de Kamer van Koophandel gedeponeerd te worden. Deze stukken betreffen:

- de ontwerpstatuten van de twee B.V.’s - de winst- en verliesrekeningen

- de laatste 3 jaarrekeningen - een beschrijving van de B.V.’s en - soms een accountantsverklaring.

Als het besluit tot afsplitsing definitief is, zal de notaris de akten en de statuten van de B.V.’s opmaken.

In bijlage 10 vindt u de afgesplitste balans van onderneming Y waarin alleen het

ondernemingsvermogen is opgenomen. De afgesplitste balans met het beleggingsvermogen wordt in bijlage 11 weergegeven.

6.2.3.4 Berekening vrijstelling

De goingconcernwaarde van onderneming Y is vastgesteld op € 1.448.271. Ook de liquidatiewaarde van onderneming Y is vastgesteld op € 1.448.271. Voor berekening van de vrijstelling voor de BOF wordt uitgegaan van de hoogste waarde, in dit geval zijn de waardes even hoog en zal worden uitgegaan van de goingconcernwaarde. Omdat de goingconcernwaarde hoger is dan € 1.045.611 wordt de vrijstelling opgesplitst in twee delen. Het eerste deel betreft een vrijstelling van 100% over

€ 1.045.611. Het tweede deel betreft een vrijstelling van 83% over de waarde boven € 1.045.611.

Goingconcernwaarde 1.488.271

Deel 1 van de vrijstelling 1.045.611 *100% = 1.045.611 Deel 2 van de vrijstelling 442.660 * 83% = 367.408

Totale vrijstelling 1.413.019

6.2.3.5 Berekening te betalen schenkbelasting

De te betalen schenkbelasting wordt berekend door het belastbaar bedrag maal het tarief. Deze schenking valt in tariefgroep I, namelijk eigen kinderen/ pleegkinderen, echtgenoot/ geregistreerd partner en partners voor de schenkbelasting.

Berekening te betalen schenkbelasting

Waarde van de schenking 1.488.271

Vrijstelling in verband met de BOF 1.413.019

Belastbaar bedrag 75.252

Tariefgroep I (eigen kinderen)

Waarde schenking tussen € 0 en € 117.214 10%

Waarde schenking € 117.214 en hoger 20%

Te betalen schenkbelasting 7.525

Het te betalen bedrag aan schenkbelasting kan worden aangemerkt als conserverende waarde. Dit betekent dat er door de Belastingdienst wel een aanslag wordt vastgesteld, maar dat deze nog niet wordt ingevorderd. Ook kan uitstel van betaling worden aangevraagd voor het te betalen bedrag. Dit uitstel betreft 10 jaar en is rentedragend.

6.2.3.6 Berekening te betalen inkomstenbelasting

Naast de te betalen schenkbelasting moet hier ook wellicht nog inkomstenbelasting worden afgedragen door mevrouw Q.

Berekening doorschuiving

Verkrijgingsprijs mevrouw Q 18.003

Waarde materiële onderneming 1.488.271

Doorschuiving 1.488.271 -/-

IB af te rekenen over 0

Er hoeft dan geen aanmerkelijk belangheffing betaald te worden.

De verkrijgingsprijs wordt doorgeschoven naar de dochter, de

verkrijgingsprijs voor de dochter wordt: 18.003

6.2.3.7 Berekening te betalen overdrachtsbelasting

Over de verkrijging van onroerende zaken dient overdrachtsbelasting betaald te worden. In het geval van mevrouw Q wordt geen overdrachtsbelasting geheven omdat de aandelen in de B.V. over gaan van mevrouw Q naar haar dochter. Het pand blijft eigendom van de B.V. en verandert dus niet van eigenaar. In artikel 4 van de wet op belastingen van rechtsverkeer wordt bepaald dat wel

overdrachtsbelasting wordt geheven als het onroerend goed alleen is ingebracht in een B.V. om de te betalen overdrachtsbelasting te voorkomen. Bij mevrouw Q en haar dochter is dit niet het geval, dus geldt een vrijstelling voor de overdrachtsbelasting.