• No results found

Schadebegroting en schadeberekening in het aansprakelijkheidsrecht

In document Masterscriptie Rechtsgeleerdheid (pagina 15-20)

Hoofdstuk 2. Het juridische kader voor schadebegroting en schadeberekening

2.3. Schadebegroting en schadeberekening in het aansprakelijkheidsrecht

Begroting van de schade komt aan bod na de vestigingsfase van de aansprakelijkheid, gevolglijk nadat aan de voorwaarden voor aansprakelijkheid is voldaan.52 Bij het vaststellen van de schade kan men uitgaan van de concrete omstandigheden van het

47 Lindenbergh, in: GS Schadevergoeding, art. 6:95 BW, aant. 3.2 (online, laatst bijgewerkt op 15 au-gustus 2018).

48 Lindenbergh, in: GS Schadevergoeding, afd. 10 boek 6, aant. 1.5 (online, laatst bijgewerkt op 15 augustus 2018).

49 Asser/Sieburgh 6-II 2017/31.

50 Lindenbergh, in: GS Schadevergoeding, afd. 10 boek 6, aant. 1.5 (online, laatst bijgewerkt op 15 augustus 2018).

51 Lindenbergh, in: GS Schadevergoeding, afd. 10 boek 6, aant. 1.5 (online, laatst bijgewerkt op 15 augustus 2018).

52 Klaassen 2017, p. 3.

voorliggende geval, maar kan men ook van die omstandigheden abstraheren. Dit wordt ook wel concrete of abstracte schadeberekening genoemd.53 Echter, schadebe-rekening omvat meer dan enkel de vraag naar de begroting van de schade. Klaassen spreekt daarom van het begrip schadevaststelling, hetgeen de schadebegroting omvat als de beslissing omtrent welke feitelijke gegevens tot uitgangspunt moeten worden genomen bij de begroting.54 In deze scriptie sluit ik mij aan bij de term schadevast-stelling omdat zij zowel het schadebegrip als de wijze van berekening omvat.

2.3.2. De concrete methode van schadevaststelling

Het vaststellen van de omvang van de schade geschiedt veelal door waardering,55 waarbij als uitgangspunt wordt genomen een concrete schadebegroting en -berekening met inachtneming van alle omstandigheden van het geval.56 De benadeelde moet zelf stellen en zo nodig bewijzen dat hij schade heeft geleden door de fout van de aanspra-kelijke partij.57 Voldoende hiervoor is dat de benadeelde de aannemelijkheid van die schade aantoont.58 Met schadevergoeding beogen we de benadeelde zoveel mogelijk in de toestand te brengen waarin hij zou hebben verkeerd zonder de schadeveroorza-kende gebeurtenis.59 Dit doel van het schadevergoedingsrecht brengt met zich mee dat in beginsel zoveel mogelijk rekening moet worden gehouden met de concrete om-standigheden van het voorliggende geval.60 De omvang van de schade dient te worden vastgesteld door de situatie na de schadetoebrengende gebeurtenis te vergelijken met de hypothetische situatie waarin de schadetoebrengende gebeurtenis niet had plaats-gevonden.61 Dit heeft gevolgen voor hoe de schade dient te worden begroot. Vandaar dat hier het uitgangspunt van een concrete schadevaststelling voorop staat.62

Echter, er kan een uitzondering worden gemaakt op het beginsel van een concrete schadevergoeding. Uit artikel 6:97 BW volgt namelijk dat de rechter de schade be-groot op een manier die het meest met de aard ervan in overeenstemming is. Wanneer

53 Klaassen 2017, p. 51.

54 Klaassen 2017, p. 52.

55 Hartlief e.a. 2018, p. 272.

56 Hartlief 2012.

57 Hartlief e.a. 2018, p. 273.

58 HR 13 juni 1980, ECLI:NL:PHR:1980:AC3099.

59 Hartlief 2012.

60 Lindenbergh 2014, p. 53.

61 Tjong Tjin Tai 2016.

62 Hartlief 2012.

de omvang van de schade niet nauwkeurig kan worden vastgesteld, wordt zij ge-schat.63 Volgens Hartlief moet dit artikel zo worden begrepen dat de schade in princi-pe concreet wordt begroot, maar dat de rechter indien dit nodig is een meer abstracte-re begroting mag toepassen. De abstracte-rechter mag aldus indien de situatie daarom vraagt van het concrete geval afwijken en de schade meer abstract begroten, hetgeen in de jurisprudentie ook naar voren komt.64 Hartlief vraagt zich af of het uitgangspunt van een concrete schadevaststelling nog als hoofdregel moet blijven gelden, of dat de ab-stracte schadevaststelling in sommige zaken voorrang moet genieten aangezien bena-deelden soms wellicht beter af zijn met een abstracte schadevaststelling.65

2.3.3. De abstracte methode van schadevaststelling

Abstracte schadevaststelling houdt in dat niet zozeer rekening wordt gehouden met de omstandigheden van het voorliggende geval, maar dat wordt gekeken hoe groot in het algemeen de schade is van de benadeelde die in een vergelijkbare toestand verkeert als de betrokken benadeelde in de onderhavige zaak.66 In verschillende zaken heeft de Hoge Raad reeds het uitgangspunt van een concrete schadevaststelling losgelaten, zowel om praktische gronden als om redenen van billijkheid.67 Op de vraag in welke gevallen de abstracte methode van schadevaststelling standaard kan worden toege-past, is geen een algemeen antwoord te geven. Volgens Lindenbergh laat de wetgever dit over aan de beoordeling van de rechter.68 Artikel 6:97 BW beoogt een wettelijke basis te verlenen voor een abstracte schadeberekening. Maar, de wijze van begroting moet wel in overeenstemming zijn met de aard van de schade. Of dit zo is mag de rechter echter zelf beoordelen. Hierbij moet worden opgemerkt dat naarmate de scha-de meer persoonsgebonscha-den is, een abstracte wijze van schascha-deberekening minscha-der snel voor de hand zal liggen omdat dit minder snel in overeenstemming zal zijn met de aard van de schade.69 Bij abstracte schadevaststelling houdt de rechter niet speciaal rekening met de subjectieve omstandigheden van de benadeelde en de situatie waarin

63 Asser/Hijma 7-I* 2013/480.

64 Hartlief 2012.

65 Hartlief 2012.

66 Klaassen, 2017, p. 12.

67Lindenbergh, in: GS Schadevergoeding, art. 6:97 BW, aant. 4.3 (online laatst bijgewerkt op 15 augus-tus 2018).

68 Lindenbergh, in: GS Schadevergoeding, art. 6:97 BW, aant. 4.3 (online laatst bijgewerkt op 15 au-gustus 2018).

69 Asser/Sieburgh 6-II 2017/36.

hij zich bevindt. Hij kijkt voornamelijk naar hoe groot de schade in het algemeen is en betrekt dit op iemand die zich in een gelijksoortige positie bevindt als de eiser in het geding.70 De rechter abstraheert bij de schadevaststelling van de concrete omstandig-heden van het geval71 en stelt de schade vast naar objectieve maatstaven.72

In een aantal gevallen is abstracte schadevaststelling reeds toegepast.73 Abstracte schadevaststelling in het aansprakelijkheidsrecht is bijvoorbeeld toegepast bij zaak-schade,74 maar ook bij personenschade. Dit betreft de zorg van een gewond kind75 alsmede de vervanging door een niet-professioneel persoon van huishoudelijke taken die de benadeelde niet meer zelf kan uitvoeren.76 Daarnaast is er ruimte voor een ab-stracte schadevaststelling bij wrongful birth- en wrongful life vorderingen.77 Recht-vaardiging voor de abstracte methode van schadevaststelling bij zaakschade is gele-gen in de doelmatigheid, waarbij het gaat om efficiënte afwikkeling van veel voorko-mende schades. Autoschade is in dit geval een goed voorbeeld. Zij vergt een snelle schadeafwikkeling naar uniforme maatstaven.78 Rechtvaardiging voor de abstracte methode van schadevaststelling bij personenschade is erin gelegen dat de benadeelde zonder al teveel discussie snel een vergoeding kan ontvangen en deze vervolgens naar eigen behoeften kan besteden. Hartlief stipt de vraag aan of deze methode van scha-devaststelling niet frequenter moet worden gehanteerd bij personenschade, met als doel een snelle en adequate schadeafwikkeling. Tegenwoordig staat bij personenscha-de namelijk personenscha-de concrete schapersonenscha-debegroting nog hoog in het vaanpersonenscha-del.79

Dubieus is de vraag of de benadeelde het recht heeft om te kiezen tussen concrete en abstracte schadevaststelling. In de rechtspraak en literatuur wordt deze vraag bevesti-gend beantwoord,80 maar nadere bestudering laat zien dat dit niet per se zo hoeft te zijn. De benadeelde heeft namelijk het recht om in aanvulling op de abstract begrote

70 Asser/Hartkamp & Sieburgh 6-II* 2009/35.

71 Verheij 2019, p. 191.

72 Asser/Hartkamp & Sieburgh 6-II* 2009/35.

73 Lindenbergh, in: GS Schadevergoeding, art. 6:97 BW, aant. 4.4 (online laatst bijgewerkt op 15 au-gustus 2018).

74 HR 7 mei 2004, ECLI:NL:PHR:2004:AO2786.

75 HR 28 mei 1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2912 (Gem. Losser/De Vries c.s.).

76 HR 5 december 2008, ECLI:NL:HR:2008:BE9998 (Rijnstate/R.).

77 HR 21 februari 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2286 (Wrongful birth) en HR 18 maart 2005, ECLI:NL:PHR:2005:AR5213 (Baby Kelly, Wrongful life).

78 Hartlief 2012.

79 Hartlief 2012.

80 Asser/Sieburgh 6-II 2017/37.

schadepost vergoeding van andere schade te vorderen. Om die reden ligt het ook niet voor de hand om abstracte schadevatstelling als minimum te beschouwen. Zou men dit wel doen, dan zou dit insinueren dat de benadeelde de ruimte heeft om te kiezen voor een hogere concrete schadevergoeding. Die keuze heeft de benadeelde in begin-sel niet.81

2.3.4. De rol van de rechter bij schadevaststelling

De hypothetische situatie waarin de benadeelde zou hebben verkeerd indien de scha-detoebrengende gebeurtenis niet had plaatsgevonden is geen feit, aangezien het niet gaat om de werkelijkheid. Rechtstreeks bewijs is niet mogelijk, waardoor er slechts een beperkte mate van zekerheid kan worden bereikt. In het licht hiervan zal de rech-ter op grond van artikel 6:97 BW de schade vaak moeten schatten. Hij gaat daarbij uit van het meest waarschijnlijke scenario dat uit de omstandigheden kan worden afge-leid.82

De rechter begroot de schade op een manier die het meest met de aard ervan in over-eenstemming is.83 Rechters hebben een grote mate van vrijheid als het gaat om scha-debegroting en de wijze waarop die begroting plaats dien te vinden. Deze vrijheid volgt uit artikel 6:97 BW. Dit artikel beoogt tevens de rechter vrijheid te geven om-trent de beantwoording van de vraag of de schade nauwkeurig kan worden vastgesteld en, wanneer de schade niet nauwkeurig kan worden vastgesteld, omtrent de schatting van die schade. De rechter heeft deze vrijheid gekregen met als doel te kunnen komen tot het bedrag van de volledige schade. De stelplicht en de bewijslast binden de rech-ter in dit soort situaties niet.84 Normaal gesproken ligt de stelplicht en de bewijslast namelijk bij de eiser,85 maar in het aansprakelijkheidsrecht komen deze voor rekening van de aansprakelijke partij.86 Daarnaast is de rechter niet gebonden aan de motive-ringsplicht wanneer hij de schade dient te schatten. Echter, ook bij schatting van de

81 Hartlief e.a. 2018, p. 276.

82 Tjong Tjin Tai 2016.

83 Artikel 6:97 BW.

84 Asser/Hijma 7-I* 2013/480.

85 Langbroek, in: GS Verbintenissenrecht, art. 6:74 BW, aant. 6.5 (online laatst bijgewerkt op 1 januari 2011).

86 Lindenbergh, in: GS Schadevergoeding, art. 6:97 BW aant. 2.1 (online laatst bijgewerkt op 15 augus-tus 2018).

schade staat het beginsel van een volledige schadevergoeding voorop.87 De vrijheid van de rechter kan door de wet worden beperkt. Bijvoorbeeld wanneer een bepaling abstracte schadeberekening bevat88 of wanneer de wet een bovengrens stelt aan het schadebedrag.89 Tot slot kan de rechter een keuze maken wanneer het gaat om scha-devaststelling van toekomstige schade (artikel 6:105 BW).90

In document Masterscriptie Rechtsgeleerdheid (pagina 15-20)