• No results found

Eindconclusie

In document Masterscriptie Rechtsgeleerdheid (pagina 48-56)

Hoofdstuk 5. Conclusie

5.5. Eindconclusie

Hoewel individuele schadeafwikkeling meer concreet wordt begroot dan collectieve schadeafwikkeling, wordt het verschil omtrent de wijze van schadevaststelling tussen deze twee steeds minder groot. Een zekere mate van objectivering is namelijk ook bij individuele schadevaststelling aan de orde,259 denk aan de ANWB-smartengeldgids en de richtlijnen van de letselschaderaad waarbij gebruik wordt gemaakt van normbedra-gen en tabellen. Objectivering komt echter niet overeen met afdeling 6.1.10 BW, dat als uitgangspunten een concrete schadeberekening en een werkelijke- en volledige vergoeding heeft. Aan de andere kant staat het klassieke model waarin de individuele situatie zonder de schadetoebrengende gebeurtenis wordt vergeleken met de situatie met de schadetoebrengende gebeurtenis, ter discussie. Volgens Hartlief is het herstel-len van de autonomie van de benadeelde het belangrijkste,260 hetgeen Loth en Steger-hoek ook bepleiten. Deze herstelgerichte benadering vereist niet per se een volledige schadevergoeding. De benadering richt zich namelijk op de vraag wat het schadetoe-brengende feit betekent voor de benadeelde en hoe de problemen die hij daardoor heeft, kunnen worden opgelost.261 Wellicht is om dit te bereiken een deel van het vol-ledige schadebedrag al genoeg, of is alleen geld in een specifiek geval niet de oplos-sing, maar juist een andere manier van herstel.

259 Pavillon 2019.

260 Pavillon 2019.

261 Loth & Stegerhoek 2016.

Een ander idee dat in de literatuur naar voren komt is ‘de benadeelde-maatmens’

waarbij men kijkt naar wat de schade in een bepaalde situatie zal zijn voor de gemid-delde mens. Deze manier van schadevaststelling zou bij de afwikkeling van massa-schade goed van pas komen. Echter, niet kan worden gezegd dat dit overeenkomt met de beginselen van afdeling 6.1.10 BW. Feit blijft dat men bij de afwikkeling van mas-saschade genoodzaakt is een meer abstracte schadevaststelling te hanteren dan bij in-dividuele schade. Het betekent alleen niet dat massaschade op zichzelf een reden is om van de beginselen van afdeling 6.1.10 BW af te wijken. Het is daarom belangrijk dat bij de afwikkeling van massaschadezaken zoveel mogelijk rekening wordt gehou-den met de concrete omstandighegehou-den van het individuele geval. Dit kan worgehou-den be-reikt door in de schadeafwikkelingsregeling verregaande categorie-indelingen en/of formules op te nemen waarbij zoveel mogelijk individuele omstandigheden worden meegenomen. Op die manier wordt, voor zover mogelijk, aansluiting gezocht bij de concrete schade van de individuele benadeelde en de beginselen van afdeling 6.1.10 BW.

Bibliografie

Literatuur Akkermans 2007

A.J. Akkermans, ‘Meer aandacht voor emotionele dimensie komt herstel van het slachtoffer ten goede. Afwikkelingsproces zo gefocust op financiële compensatie dat herstel niet de prioriteit krijgt die het toekomt.’ PIV-Bulletin 2007/7.

Asser/Hartkamp & Sieburgh 2009

A.S. Hartkamp & C.H. Sieburgh, Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht. 6. Verbintenissenrecht. Deel II. De verbintenis in het algemeen, Deventer: Wolters Kluwer 2009.

Asser/Hijma 2013

J. Hijma, Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht. 7. Internationaal privaatrecht. Deel I*. Koop en ruil, Deventer: Wolters Klu-wer 2013.

Asser/Sieburgh 2017

C.H. Sieburgh, Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Bur-gerlijk Recht. 6. Verbintenissenrecht. Deel II. De verbintenis in het algemeen, tweede gedeelte, Deventer: Wolters Kluwer 2017.

Boonekamp, GS Schadevergoeding

R.J.B. Boonekamp, ‘art. 6:102 BW, aant. 1.3’, in: A.T. Bolt (red.), Groene Serie Schadevergoeding, Deventer: Wolters Kluwer (online).

Van Dijck 2016

G. Van Dijck, ‘Naar een nieuw schadevereiste in het aansprakelijkheidsrecht’, NJB 2016/1127.

Van Dijck e.a. 2011

G. Van Dijck, C.J.M. van Doorn & I. Tzankova ‘Reguleren van de afwikkeling van massaschade’, NJB 2011/1087.

Donkerlo 2019

M. Donkerlo, Smartengeld. Uitspraken van de Nederlandse rechter over de vergoe-ding van immateriële schade, Den Haag: ANWB 2019.

Van Doorn, GS Bijzondere overeenkomsten

C.J.M. Van Doorn, ‘art. 7:907 BW, aant. 11.2.2’, in: C.G. Breedveld-de Voogd &

S.E. Bartels (red.), Groene Serie Bijzondere overeenkomsten, Deventer: Wolters Kluwer (online).

Van Doorn 2016

C.J.M. Van Doorn, ‘De mensen achter de grote getallen’, NTBR 2016/21.

Van Doorn 2013

C.J.M. Van Doorn, ‘De afwikkeling van massaschade: optimale belangenbehartiging door belangenorganisaties?’ WPNR 2013/6982.

Van Doorn & De Bruijn 2013

C.J.M. Van Doorn & M. De Bruijn, ‘Collectieve afwikkeling van massaschade’, NJB 2013/2405.

Van Doorn 2010

C.J.M. Van Doorn, ‘Een collectieve afwikkeling van massaschade en de belangen van de individuele benadeelde’, NTBR 2010/46.

Van Doorn 2007

C.J.M. Van Doorn, ‘De tweede WCAM-beschikking is een feit: tijd voor een terug-blik en een terug-blik vooruit’, AV&S 2007/16.

Frenk 2007

N. Frenk, ‘Massaschade: de Nederlandse benadering’, AV&S 2007/33.

Hartlief e.a. 2018

T. Hartlief e.a., Verbintenissen uit de wet en Schadevergoeding, Deventer: Wolters Kluwer 2018.

Hartlief 2017

T. Hartlief, ‘Massaschade en de regelende rechter’, NJB 2017/2138.

Hartlief 2012

T. Hartlief, ‘Recht doen met abstracte schadebegroting’, NJB 2012/2463.

Hartlief 2007

T. Hartlief, ‘De twee werelden van massaschade’, NJB 2007/2124.

IJzermans 2015

M.G. IJzermans, ‘Lessen geleerd: Onderwerp, object, doel en theoretisch kader van rechtswetenschappelijk onderzoek’, Law and Method 2015/12.

Klaassen 2017

C.J.M. Klaassen, Schadevergoeding: algemeen, deel 2, Deventer: Wolters Kluwer 2017.

Krans 2007

H.B. Krans, ‘DES en DEXIA: de eerste ervaringen met collectieve afwikkeling van massaschade’ NJB 2007/2126.

Langbroek, GS Verbintenissenrecht

H.J.S.M. Langbroek, ‘art. 6:74 BW, aant. 6.5’, in: R.J.Q. Klomp & H.N. Schelhaas (red.), Groene Serie Verbintenissenrecht, Deventer: Wolters Kluwer (online).

Lindenbergh, GS Schadevergoeding

S.D. Lindenbergh, ‘afd. 10 Boek 6 BW, aant. 1.4.4’, in: A.T. Bolt (red.), Groene Serie Schadevergoeding, Deventer: Wolters Kluwer (online).

Lindenbergh, GS Schadevergoeding

S.D. Lindenbergh, ‘afd. 10 Boek 6 BW, aant. 1.5’, in: A.T. Bolt (red.), Groene Serie Schadevergoeding, Deventer: Wolters Kluwer (online).

Lindenbergh, GS Schadevergoeding

S.D. Lindenbergh, ‘art. 6:97 BW aant. 2.1’, in: A.T. Bolt (red.), Groene Serie Scha-devergoeding, Deventer: Wolters Kluwer (online).

Lindenbergh, GS Schadevergoeding

S.D. Lindenbergh, ‘art. 6:95 BW, aant. 3.2’, in: A.T. Bolt (red.), Groene Serie Scha-devergoeding, Deventer: Wolters Kluwer (online).

Lindenbergh, GS Schadevergoeding

S.D. Lindenbergh, ‘art. 6:97 BW, aant. 4.3’, in: A.T. Bolt (red.), Groene Serie Scha-devergoeding, Deventer: Wolters Kluwer (online).

Lindenbergh, GS Schadevergoeding

S.D. Lindenbergh, ‘art. 6:97 BW, aant. 4.4’, in: A.T. Bolt (red.), Groene Serie Scha-devergoeding, Deventer: Wolters Kluwer (online).

Lindenbergh 2014

S.D. Lindenbergh, Schadevergoeding: algemeen, deel 1, Deventer: Wolters Kluwer 2014.

Loth & Stegerhoek 2016

M.A. Loth en L. Stegerhoek, ‘Achter het stuur in de bus’, AV&S 2016/18.

Pavillon 2019

C.M.D.S. Pavillon, ‘Leent het materiële privaatrecht zich voor de afwikkeling van massaschade?’, Rechtsgeleerdheid Magazijn THEMIS 2019/4.

Rijsterborgh 2017

A.J. Rijsterborgh, ‘Het begroten van de schadevergoeding in een collectieve actie’, MvV 2017/11.

Smeehuijzen & Verheij 2018

L. Smeehuijzen & A. Verheij, ‘Vergt het wetsvoorstel afwikkeling massaschade een bijzondere wijze van schadeberekening? Nee.’ NJB 2018/1241.

Smits 2016

J.M. Smits, ‘Wat is juridische dogmatiek? Over doel en methode van de doctrinaire benadering’ in: M. Groenhuijsen et al (red.), Recht in geding II, Den Haag: BJU 2016.

Tillema 2019

I. Tillema, ‘Naar een goed geolied mechanisme voor de collectieve afwikkeling van massaschade’, AV&S 2019/2.

Tillema 2016

I. Tillema, ‘Tien jaar WCAM: een overzicht’ MvO 2016/4.

Tjong Tjin Tai 2016

E. Tjong Tjin Tai, ‘Schadebegroting, verlies van een kans en proportionele aansprake-lijkheid’ NJB 2016/1605.

Tzankova 2007

I.N. Tzankova, ‘Toegang tot het recht bij massaschade’, AV&S 2007/42.

Verheij 2019

A.J. Verheij, Onrechtmatige daad, Deventer: Wolters Kluwer 2019.

Parlementaire stukken

Kamerstukken II 2018/19, 34608, A.

Kamerstukken II 2016/17, 34608, 3.

Kamerstukken II 2003/04, 29414, 3.

Wetgeving

Afdeling 6.1.10 Burgerlijk Wetboek.

Wetboek van Rechtsvordering.

Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie.

Wet collectieve afwikkeling massaschade.

Overige bronnen

DSB-hoofdovereenkomst (online)

https://www.rechtspraak.nl/SiteCollectionDocuments/WCAM-Overeenkomst.PDF

DES I-rapport (online)

https://www.desfonds.nl/files/DESrapport.pdf

DES II-vaststellingsovereenkomst en bijlagen (online) https://www.descentrum.nl/pathtoimg.php?id=75

https://www.descentrum.nl/pathtoimg.php?id=77

Lijst van gebruikte jurisprudentie

HR 13 juni 1980, ECLI:NL:PHR:1980:AC3099.

HR 9 oktober 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0706 (Des-dochters).

HR 21 februari 1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2286 (Wrongful birth).

HR 28 mei 1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2912 (Gem. Losser/De Vries c.s.).

HR 7 mei 2004, ECLI:NL:PHR:2004:AO2786.

HR 18 maart 2005, ECLI:NL:PHR:2005:AR5213 (Baby Kelly, Wrongful life).

HR 5 december 2008, ECLI:NL:HR:2008:BE9998 (Rijnstate/R.).

Hof Amsterdam 1 juni 2006, ECLI:NL:GHAMS:2006:AX6440.

Hof Amsterdam 25 januari 2007, ECLI:NL:GHAMS:2007:AZ7033.

Hof Amsterdam, 29 april 2009, ECLI:NL:GHAMS:2009:B12717.

Hof Amsterdam 29 mei 2009, ECLI:NL:GHAMS:2009:B15744.

Hof Amsterdam 15 juli 2009, ECLI:NL:GHAMS:2009:BJ2691.

Hof Amsterdam 17 januari 2012, ECLI:NL:GHAMS:2012:BV1026.

Hof Amsterdam, 12 november 2013, ECLI:GHAMS:2013:3918.

Hof Amsterdam, 13 mei 2014, ECLI:NL:GHAMS: 2014:1690.

Hof Amsterdam 24 juni 2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:2372.

Hof Amsterdam 4 november 2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:4560.

Hof Amsterdam, 16 juni 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:2257.

Hof Amsterdam, 13 juli 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:2422.

Ktr. Amsterdam, 27 april 2007, ECLI:NL:RBAMS:2007:BA3914.

Ktr. Amsterdam, 27 april 2007, ECLI:NL:RBAMS:2007:BA3916.

In document Masterscriptie Rechtsgeleerdheid (pagina 48-56)