• No results found

SC Heerenveen: club van Abe

Een beeld van de clubs en de kranten

3.2 SC Heerenveen: club van Abe

Op 20 juli 1920 werd in Heerenveen de voetbalclub Athleta opgericht. Na één seizoen

veranderde de club haar naam in Spartaan, maar ook deze naam was van korte duur. De NVB meldde de club dat zij bij de bond bekend stond als v.v. Heerenveen, waarschijnlijk omdat er al een andere vereniging met de naam Athleta bestond. De club besloot daarom voortaan als v.v. Heerenveen door het leven te gaan.134

De Friezen speelden al gauw mee in de nationale competities van de NVB en

presteerden daarin goed. De club bereikte de Tweede Klasse, waarin zij vele jaren vertoefde.

131

Poker en Kuilman, 25 jaar FC Groningen: 25 jaar voetbalgeschiedenis, 126-139.

132

Ibidem, 143.

133

http://www.stadionoosterpark.nl/clubs.php?id=5&sid=12, 18 november 2007.

134

Een kort overzicht van de historie van de club is te vinden op http://www.sc-heerenveen.nl/web/show/id=46066, 20 november 2007.

In 1937 promoveerde v.v. Heerenveen naar de Eerste Klasse, op dat moment de hoogste competitie van Nederland.

De club werd in deze tijden aan de hand genomen door de beste voetballer uit de historie van Heerenveen: Abe Lenstra. Het team handhaafde zich in de eerste jaren met moeite in de Eerste klasse, maar tijdens de Tweede Wereldoorlog werd v.v. Heerenveen driemaal noordelijk kampioen. Na de oorlog brak de club definitief door en won nog eens zesmaal op rij het noordelijk kampioenschap. Het landelijk kampioenschap was echter telkens te hoog gegrepen.

In deze periode speelde Heerenveen de meest legendarische wedstrijd uit haar geschiedenis. Op 7 mei 1950 was Ajax de tegenstander in de competitie om het landelijk kampioenschap. Na een uur spelen stond Heerenveen in eigen huis met 1-5 achter. De Friezen presteerden echter het onmogelijke en wonnen alsnog met 6-5. In de strijd om het

kampioenschap mocht de overwinning niet baten, Limburgia was dat seizoen de beste van Nederland.135

De reeks kampioenschappen van Heerenveen viel op in het buitenland, en met name de prestaties van sterspeler Abe Lenstra. Het Italiaanse Fiorentina bood hem eind jaren veertig een tweejarig contract, waarmee hij een ton per jaar kon verdienen. Lenstra wilde de

zekerheid van zijn baan bij de gemeente Heerenveen echter niet opgeven en bleef in Friesland.136

De komst van het betaald voetbal in 1954 zorgde voor een einde van de succesperiode van de club. De reeds 34-jarige Abe Lenstra vertrok nu wel, naar Sportclub Enschede.

Heerenveen ging niet mee in de vernieuwingen van het voetbal en weigerde gerenommeerde spelers aan te trekken, waardoor de club sportief achteruit ging. Hier baalde de topspeler van Heerenveen dusdanig van, dat hij vertrok. Bovendien kon Lenstra in Enschede aan de slag in de sportartikelenbranche. De club kon zijn vertrek niet opvangen en v.v. Heerenveen

degradeerde naar de Tweede Divisie.137

Heerenveen promoveerde in 1960 weer naar de Eerste Divisie, maar vanwege reorganisaties binnen het competitiestelsel belandde v.v. Heerenveen alsnog in de tweede divisie. De club was een grijze middenmoter zonder veel publiek.138 Ook was v.v. Heerenveen nog steeds geen “fullprofclub”, zoals de Hongaarse trainer Laszlo Zalai in 1965 aangaf. Hij

135

Albert van Keimpema, Een pompeblêd als voetbalhart. 75 jaar Heerenveen 1920-1995 (Kollum: Uitgeverij Banda, 1995) 92.

136

Wio Joustra en Yme Kuiper, SC Heerenveen. Spelen met traditie (Amsterdam: Uitgeverij Thomas Rap, 2001) 63.

137

Ibidem, 78-80.

138

wilde de trainingsintensiteit opvoeren, maar de spelers hadden ook andere

werkverplichtingen.139 Heerenveen verloor de aansluiting met andere clubs, die wel volledig voor het profvoetbal gingen.

Deze keuze van Heerenveen, gevoegd bij het feit dat de supporters wegbleven, leidde ertoe dat de club in de financiële problemen raakte. Er moest een actie aan te pas komen (Aktie ’67 genaamd) om de club er weer bovenop te helpen. De bevolking van Heerenveen bracht een hoop geld in het laatje, waardoor de weg omhoog weer kon worden ingeslagen. In 1970 werd v.v. Heerenveen kampioen en promoveerde naar de Eerste Divisie.

De club was jarenlang een middenmoter in deze competitie, hopend op promotie naar het hoogste niveau: de Eredivisie. Heerenveen kwam opnieuw financieel in de problemen en ging in 1974 bijna failliet. Dit leidde ertoe dat in 1977 SC Heerenveen ontstond. Het betaald voetbal en het amateurvoetbal werden binnen de vereniging gescheiden. De profs gingen in een stichting spelen onder de naam SC Heerenveen en de amateurs gingen verder als v.v. Heerenveen.140

SC Heerenveen draaide vanaf het begin bovenin de Eerste Divisie mee en maakte een paar keer kans op promotie naar de eredivisie, maar telkens strandden de Friezen in de

nacompetitie. In 1983 kwam Riemer van der Velde als voorzitter aan het roer. Hij saneerde de club definitief en bouwde een zakelijk netwerk op, waardoor de club in de toekomst ook een gezonde profclub kon blijven. Verder haalde Van der Velde in 1985 Foppe de Haan naar Heerenveen. Na een moeizaam begin zouden deze twee Friezen de club naar het hoogste niveau helpen. Van der Velde vond het vooral belangrijk dat de club de Friese identiteit uitstraalde. Het typische pompeblêden-shirt werd weer ingevoerd, het Friese volkslied werd voor aanvang van de thuiswedstrijden gespeeld en Abe Lenstra werd tot clubicoon

gebombardeerd.141

Foppe de Haan werkte na een weinig succesvol begin als hoofdtrainer op de achtergrond, toen Fritz Korbach er in 1990 voor zorgde dat SC Heerenveen voor het eerst promoveerde naar de Eredivisie. In de beslissende tweestrijd met Emmen werd in de uitwedstrijd met 1-0 verloren, maar in eigen huis wonnen de Friezen met 2-0.

Het seizoen daarop verliep slecht en SC Heerenveen degradeerde weer naar de Eerste Divisie. Twee seizoenen later, in 1992/1993, werd Foppe de Haan voor de tweede maal hoofdtrainer van de club en ditmaal met groot succes. SC Heerenveen keerde via de

139

Van Keimpema, Een pompeblêd als voetbalhart. 75 jaar Heerenveen 1920-1995, 122.

140

Van Keimpema, Een pompeblêd als voetbalhart. 75 jaar Heerenveen 1920-1995, 151.

141

Thomas Schuurman, SC Heerenveen en Cambuur Leeuwarden. Een provincie van verschil (Doctoraalscriptie Eigentijdse geschiedenis Rijksuniversiteit Groningen, 2007) 25 en 26.

nacompetitie weer terug naar de Eredivisie en bereikte bovendien de bekerfinale, waarin Ajax met 6-2 te sterk was. De Friezen waren de weg naar boven ingeslagen, mede dankzij het nieuwe Abe Lenstra Stadion, waar het team vanaf 20 augustus 1994 haar thuiswedstrijden speelde. Het nieuwe, moderne stadion en het goede spel trok een hoop sponsoren en publiek aan. SC Heerenveen werd zo populair in Friesland, dat er wachtlijsten voor seizoenkaarten kwamen. Het stadion was iedere week uitverkocht en is dat nog steeds.142

In 1997 bereikte SC Heerenveen wederom de bekerfinale, maar ook ditmaal werd verloren: Roda JC won met 4-2. In 1998 ging SC Heerenveen voor het eerst Europa in. De club strandde in het seizoen 1997/1998 in de halve finale van de nationale beker, evenals FC Twente. Ajax en PSV stonden in de finale, maar plaatsten zich via de competitie voor de Champions League. FC Twente en SC Heerenveen speelden daarom een ‘kleine bekerfinale’ om uit te maken wie namens Nederland mee mocht doen aan de Europa Cup voor

bekerwinnaars. SC Heerenveen won met 3-1. In de UEFA Cup versloeg SC Heerenveen vervolgens het Poolse Amica Wronki, maar ging daarna ten onder tegen het Kroatische Varteks Varadzin.

In het seizoen 1999/2000 werd SC Heerenveen tweede achter kampioen PSV en plaatste zich derhalve voor de lucratieve Champions League, een hoogtepunt in de geschiedenis van de club. SC Heerenveen kwam terecht in een poule met Valencia,

Olympique Lyon en Olympiakos Pireaus en werd uitgeschakeld, maar “we hebben het imago van provincieclubje afgeschud”143, aldus Heerenveen-speler Jeffrey Talan, die destijds het Nederlands Elftal zelfs haalde.

SC Heerenveen was ondertussen een structurele subtopper en wist zich vrijwel ieder seizoen te plaatsen voor Europees voetbal. In 2002, 2004, 2005, 2006 en 2007 deed SC Heerenveen mee aan de UEFA Cup, zonder daarin echt aansprekende resultaten te boeken. Foppe de Haan, die tot 2004 aanbleef als trainer, was de grote man achter deze succesperiode, maar ook onder zijn opvolger Gertjan Verbeek blijft de club bovenin meedraaien.