• No results found

Samenvatting interviews met banken

In document Borgen van financiële zorgen (pagina 89-94)

Strategische partijen

Bijlage 8: Samenvatting interviews met banken

Oude situatie

Bank U geeft aan dat het voor zorginstellingen in de oude situatie redelijk eenvoudig was om financiering te realiseren voor onroerend goed. Door het hebben van een bouwvergunning van het ministerie van VWS wist de bank dat de financiering bij de zorginstelling rond was. Bank V geeft dit ook aan. De

treasuryfunctie was tijd kwijt aan het aanvragen van een vergunning bij het ministerie van VWS. De financiering volgde daar automatisch op. Bank W noemt dit bijna een soort ‘systeemfinanciering’. Treasury (financiering) was in de oude situatie geen hoofdtaak bij zorginstellingen.

Verandering door externe ontwikkelingen

Risico heeft zijn intrede gedaan geeft bank V aan. Als zorginstelling wordt er met de exploitatie renterisico gelopen. Bank W geeft wel aan dat de risico’s nog steeds beperkt zijn bij zorginstellingen. Valutarisico wordt er niet gelopen en zorginstellingen werken vaak niet met financiële instrumenten. Het renterisico komt nadrukkelijker aanwezig. Dit betekent het nadenken over een rentevisie en daar een mening over hebben. Het belang van treasury is groter geworden geeft bank W aan. In de businesscase wordt gekeken naar de gebruikte rekenrente. Dit is een onderdeel van de treasuryfunctie, maar de bank dekt zich er zelf voor in. Bank U geeft aan dat de treasurer meer tijd nodig heeft en een betere voorbereiding als zij financiering aanvraagt bij de bank. De kwaliteit van de treasuryafdeling moet omhoog om in te spelen op de externe ontwikkelingen. Taken die winnen aan belang zijn de liquiditeitenplanning, zowel op korte als lange termijn, en leningenbeheer, waarbij op de lange termijn de vervalkalender voor leningen in de gaten gehouden moet worden. Bank V geeft aan dat treasury in de oude situatie bij zorginstellingen zich voornamelijk bezig hield met de overtollige liquide middelen wegzetten in deposito’s, obligaties of een andere spaarvorm. Daarbij komt nu het managen van rentes op de leningen. Aan de financieringskant wordt dus met name een renterisico gelopen op de leningen. Aan de kant van de overtollige middelen werd geen risico gelopen. Wel ziet bank V meer aandacht voor het uitzetten in financiële instrumenten zoals derivaten. Zorginstellingen zijn daarin (nog) geen gesprekspartner. Op beide terreinen zal de treasuryfunctie kennis moeten inwinnen. Zorginstellingen zijn echter niet structureel bezig met financiële instrumenten dus kennis daarvan kunnen zij beter op dat moment inwinnen bij de banken. Kennis op financieringsgebied is wel vereist om een goede gesprekpartner te kunnen zijn voor banken (en het WfZ). Dit houdt in het hebben van een liquiditeitsplanning en het overtuigend onderbouwen van de

financieringsbehoefte en de aflossingscapaciteit op termijn. Eisen

De organisatiestructuur wordt door alle drie geselecteerde banken beoordeeld bij de financiering van investeringsprojecten.

De aanwezigheid van een treasuryfunctie wordt door de banken beoordeeld in die zin dat er een

financieel onderbouwde persoon aanwezig is als gesprekspartner, of de organisatie kennis van treasury in huis heeft. Bank W aan geeft dat het geen standaardonderdeel is waar naar wordt gekeken. Het komt naar voren wanneer het treasurystatuut wordt opgevraagd (bank W) of als onderdeel van de planning en control cyclus van de zorginstelling (bank V). Bank U geeft nogmaals aan dat niet specifiek de

aanwezigheid van een aparte treasuryfunctie wordt beoordeeld, maar kijkt wel of de gesprekspartner financieel sterk onderbouwd is.

Het takenpakket van de treasuryfunctie wordt door geen van de banken expliciet beoordeeld. Bank V wil weten wie het aanspreekpunt is binnen de organisatie, maar beoordeeld de uitvoerende taken van deze

persoon niet. Bank W ziet wel de taak van renterisicobeheersing en het uitzetten van overtollige middelen terug bij de treasuryfunctie. Van valutarisico’s is geen sprake.

De aanwezigheid van een treasurycommissie wordt door alle drie geselecteerde banken niet beoordeeld. Voor bank U is het geen breekpunt als er geen treasurycommissie is. Vaak is er wel een financiële of audit commissie aanwezig. Bank V leidt uit het treasurystatuut af of er een treasurycommissie aanwezig is, maar er wordt niet apart om gevraagd. Bij bank W wordt ook niet gekeken naar een treasurycommissie. Indien deze aanwezig is zullen deze rapportages publiceren en daaruit wordt afgeleid dat dit

overlegorgaan er is.

Banken V en W kijken naar de aanwezigheid van een treasurystatuut. Bank U vraagt het treasurystatuut niet op. Indien banken treasurystatuten opvragen doen zij dit in het kader om te zien hoe

verantwoordelijkheden belegd zijn in de organisatie en of het gebruik van derivaten (om renterisico in te dekken) is toegestaan.

Bank U geeft aan treasurystatuten niet vaak tegen te komen bij zorginstellingen. Ook bank W ervaart dat zorginstellingen vaak geen treasurystatuut hebben. Bank V ziet het werken met treasurystatuten

toenemen bij zorginstellingen de laatste jaren. Door middel van een treasurystatuut worden de spelregels (taken en verantwoordelijkheden) aangegeven aan de treasuryfunctionaris. Bank W geeft aan dat inhoudelijk nog verbeteringen liggen in het toelichten van de te lopen risico’s en het indekken hiervan. De treasuryrapportages worden door alle drie geselecteerde banken beoordeeld. Bank U stelt dat de liquiditeitsplanning en begroting belangrijke rapportages zijn. Dit is van belang voor de beoordeling van de financieringsvraag. De zorginstelling moet op de korte en lange termijn kunnen voldoen aan te verplichtingen (kapitaallasten). Bank V geeft aan dat de prognoses van balans, kasstromen en exploitatie van belang zijn. Bank W ziet ook vaak dat er liquiditeitsplanningen worden gemaakt en kijkt ook naar de prognoses als onderdeel van de businesscase.

Alle drie de zorginstellingen vragen om het opstellen van een businesscase bij een financieringsaanvraag door zorginstellingen.

Bank U geeft aan dat een businesscase de onzekerheden voor de bank in kaart brengt. Bij een goed onderbouwde businesscase gaat de bank akkoord. Financiële rapportages als de liquiditeitsplanning en begroting worden altijd gevraagd. Daarnaast kan bank U vragen naar de investeringsplannen, de resultatenrekening, de resultaatontwikkeling per maand en soms de lange termijn huisvestingsplannen. Verder mag het denken in verschillende scenario’s (worse, base en best case) niet ontbreken.

Bank V geeft aan dat de businesscase, opgesteld door de zorginstelling, allereerst de zorginstelling zelf in kaart moet brengen en welk visie zij hebben op vastgoed. Vervolgens kijkt de bank naar harde data zoals de balans en resultatenrekening, de meerjarenprognoses van de balans, kasstromen en exploitatie en de aannames die daarbij worden gemaakt. Een stresscase maakt ook onderdeel uit van de businesscase. Bank W beoordeelt de businesscase op een aantal punten. Met name wordt gekeken naar de

uitgangspunten die zijn gehanteerd voor de kapitaallastenvergoeding. Vervolgens wordt gekeken naar de gehanteerde groeipercentages, het kostenverloop en de gedraaide (stress)scenario’s.

Om financiering te krijgen van banken, beoordelen banken, naast de opgestelde businesscase, zorginstellingen op een aantal andere punten:

- Er wordt gekeken naar de kwaliteit en continuïteit van het bestuur van de zorginstelling (organisatiestructuur);

Prudent ondernemersbeleid voeren (bank U), voldoende kennis in huis hebben om continuïteit te hebben in de sturing en beheersing o.a. door een treasuryfunctie (bank V), voldoende kennis bij RvB en RvT (bank W).

- En er wordt gekeken of de investering geborgd wordt door het Waarborgfonds voor de Zorgsector (WfZ).

Bank U kijkt of een zorginstelling borging kan en wil verkrijgen. Bij een borging haalt een zorginstelling wellicht een extra paar ogen in huis, maar ze kunnen ook tegen een goedkoper tarief financiering

verkrijgen bij de bank. Er is dan sprake van een harde dekking, een solvabiliteitsvrije lening. Bij eventueel faillissement kan de zorginstelling worden aangesproken op de borging.

Voor bank V is een borging ook een belangrijk gegeven. Indien het WfZ bereidt is volledig te borgen, dan is de investering een staatsgarantie. Voor een bank betekent dat de lening risicovrij is. Het risico van de lening is volledig losgekoppeld van het exploitatierisico van een zorginstelling. Aansluiting bij het WfZ is een soort keurmerk. Net als banken kijkt het WfZ streng naar de meerjarenprognoses en de solvabiliteit. Wel betekent een borging voor een zorginstellingen het betalen van een bijdrage over de borging zelf en het aansprakelijk zijn als lid van het WfZ mocht het bij een zorginstelling mis gaan. Als het financieel slecht gaat met de zorginstelling, dan kan de borging geclaimd worden.

Bank W geeft aan dat als een zorginstelling geborgd kan financieren de bank niet actief met de klant aan tafel zit. Het WfZ neemt in feite de taak, de beoordeling van het investeringsproject, over van de bank. Net als de bank vragen ze naar de meerjarenprognoses. Het WfZ doet hetzelfde als banken, echter wel met minder mensen. Bij een WfZ verklaring zit er voor de bank geen risico meer in de lening verstrekking, op dat moment is het een solvabiliteitsvrije uitzetting. Voor de zorginstelling zijn de voordelen van borging het krijgen van een tariefvoordeel bij de bank en financiering aantrekken meet een looptijd langer dan banken nu soms willen.

Wijzigingen in eisen banken

Bank U keek voor de externe ontwikkelingen wel naar de jaarcijfers van een zorginstelling en naar de kwaliteit van de bestuurders. Doordat bank U risicobewuster is geworden wil zij nu weten hoe de organisatie op de lange termijn produceert (verwachtingen van de geldstromen). De liquiditeitsplanning op korte en lange termijn is belangrijker geworden. Bank V maakt bij kredietverlening afspraken over de aanwezigheid van een groeiscenario naar omzetratio. Bank W beoordeeld het investeringsproject op de risico’s die er in zitten voor bank en de zorginstelling. En het investeringsproject moet zijn doorgerekend voor de volledige exploitatieperiode. De onderbouwing van de businesscase is intensiever. Prognoses moeten onderdeel zijn van de businesscase.

Verbeterpunten treasuryfunctie

Bank U: De functie van treasurer is een belangrijke functie geworden. Het is minder vanzelfsprekend dat de huisbankier ook de financiering invult en het is minder makkelijk om financiering te krijgen bij de banken geeft bank U aan. De treasuryfunctie heeft de kennis nodig van een bankier. De huidige aanwezig kennis van de treasuryfunctie bij AWBZ zorginstellingen is op dit moment verschillend in het licht van de externe ontwikkelingen. Daar waar treasury rapporteert onder een financieel directeur, die van buiten de organisatie en van buiten de zorg komt, is de treasuryfunctie goed georganiseerd. Bij een aantal kleinere zorginstellingen is de functie minder georganiseerd. De voorbereiding op het gesprek met de bank over de financiering gaat de goede kant op. Kijkend naar het businessplan: de liquiditeitsplanning en begroting zijn verschillend van detailniveau. Om de betrouwbaarheid er van te kunnen toetsen moet de

zorginstelling aantonen aan hun verplichtingen te kunnen voldoen. De uitgangspunten van de

businesscase moeten valide zijn. De slagingskans van de scenario’s zijn altijd onderwerp van gesprek met de bestuurder of financiële discipline.

Bank V: Het kennisniveau van de treasuryfunctie bij AWBZ zorginstellingen is op dit moment onderbelicht in het licht van de externe ontwikkelingen.

Verbeterpunt in het opstellen van de businesscase is het denken in bedrijfseconomische modellen. Hier maken zorginstellingen al stappen in. Ze kunnen hier op inspelen door gebruik te maken van de modellen die er zijn, door met de accountant er over na te denken en eventueel door kennis in huis te halen. Bij investeringsbeslissingen moet de businesscase door de zorginstelling zelf gemaakt worden en nagedacht zijn over de aannames. Vervolgens kunnen zij de businesscase laten doorrekenen door de accountant. Verbeterpunt is een toelichting geven op het gekozen percentage van de jaarlijkse groei. Dus ook rekening houden met verlies.

Als het gaat om financiële instrumenten (swaps), daar werd niet meegewerkt in de oude situatie. Bij AWBZ instellingen is die kennis er over het algemeen niet. Voor een zorginstelling is dit geen materie waarin zij zich moeten verdiepen als er niet dagelijks mee gewerkt wordt. Op het moment dat het nodig is kan de kennis eigen worden gemaakt (opleiding) of worden ingekocht (externe specialist).

Bank W: Bank W geeft aan dat zorginstellingen aan het begin staan van een nieuw tijdperk als het gaat om het opstellen van een businesscase. Er wordt gevraagd om een onderbouwing van het

toekomstplaatje. Hierbij kijkt de bank naar de ontwikkeling van de balans, ontwikkelingen van de

exploitatie, de kasstroomoverzichten, de rente en aflossing en ratios. Met name kleine instellingen hebben daar vaak moeite mee. Verbetering is nodig in de onderbouwing en volledigheid van het model door de zorginstelling zelf. Bij het doorrekenen van het model kunnen ze de hulp vragen van en professionele partij, zoals de (huis)accountant of intermediairs.

De treasurer wordt vaak op een laag niveau in de organisatie ingevuld. Bijvoorbeeld iemand van de financiële administratie. Op dit niveau wordt relatief weinig nagedacht over de gevolgen van de externe ontwikkelingen voor de organisatie. Op controllerniveau is de huidige aanwezige kennis wel voldoende in het licht van de externe ontwikkelingen. Maar naast de RvB moet ook de RvT bewust worden gemaakt van de risico’s die in sector gaan ontstaan.

Het gebruik van financiële instrumenten is lastig voor zorginstellingen. Omdat het bijna niet werd toegepast, is de kennis van financiële instrumenten (derivaten) bij de controller niet aanwezig. Zorginstellingen schakelen daarbij de hulp in van banken. Bij zeer grote financieringen kan de bank als voorwaarde stellen om gebruik te maken van derivaten om het renterisico in te dekken.

Ideale treasuryfunctie

Bank U: De ideale treasuryfunctie is goed opgeleid, heeft een financiële achtergrond en weet wat er in de organisatie leeft in financiële zin. Het is geen fulltime functie maar maakt onderdeel uit van het

takenpakket van de financiële functie/controller. De (her)financiering van bouwinvesteringen is een belangrijke taak van de treasuryfunctie. Bij het opstellen van het businessplan is het van belang te informeren bij de banken welke eisen zij stellen. Voor het uitzetten van overtollige middelen in de zin van spaargeld, is voor de treasuryfunctie geen ingewikkelde kennis vereist. Met het afdekken van renterisico’s in derivaten moeten zorginstellingen wel voorzichtiger zijn. De treasurer moet zich bewust zijn van de risico’s die er worden gelopen en hoe hij de kapitaallasten kan beheersen naar het bestuur toe maar ook in een businesscase naar banken toe.

Bank V: De basis voor de treasuryfunctie is het treasurystatuut waarin de onderwerpen zijn vastgelegd die periodiek met de bestuurder moeten worden doorgenomen, al dan niet in een treasurycommissie. De taken van de treasuryfunctie moeten duidelijk zijn afgestemd: wie mag wat doen.

Bank W: In het licht van de risico’s die in de zorgsector gaan ontstaan is een goede basis het inbedden van treasury in de organisatie, het instellen van een treasurycommissie, het periodiek op de agenda hebben van treasury met de RvB en treasury meenemen in de gesprekken met de RvT. Voor de bank heeft de ideale treasuryfunctie zelf nagedacht over de risico’s die ze lopen met de financiering en daar een rentevisie op ontwikkelt, vervolgens neemt hij of zij dit mee in de gesprekken met de bank. Ze hoeven geen diepgaande rentevisies naar de toekomst te hebben. Wel moeten instellingen over de rentevisie nagedacht hebben en een mening over bepaald hebben.

Bijlage 9: Samenvatting interview met Waarborgfonds voor de

In document Borgen van financiële zorgen (pagina 89-94)