• No results found

De verschillenanalyse van de risicobeheersing

In document Borgen van financiële zorgen (pagina 42-45)

5 Analyse en resultaten

5.5 De verschillenanalyse van de risicobeheersing

(werkelijk) Strategische partijen (norm) (verschil) Huidige

inrichting

treasuryfunctie Eis van banken? Eis van WfZ? Eis van RvB? Verbetering gewenst? Variabele

Risicobeheersing

Risico's van

financiering vastgoed als gevolg gewijzigde wet- en regelgeving

Het niet kunnen terugverdienen van de kapitaallasten met de ZZP-tarieven: renterisico en beschikbaarheid-risico Overeen-komstig met werkelijke situatie Overeen-komstig met werkelijke situatie Overeen-komstig met werkelijke situatie Nee Uitvoering renterisicobeleid Van groot belang, houdt in aanvraag van verschillende offertes bij banken, kritisch kijken naar renteherzienings-data en spreiding leningen Ja Ja Ja Ja Uitvoering

valutarisicobeleid Niet van toepassing

Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing Nee Uitzetting overtollige

middelen Beperkt van toepassing

Beperkt van toepassing Beperkt van toepassing Ja Ja/Nee Opzetten businessplannen Van groot belang, weinig ervaring ermee Ja Ja Ja Ja Benodigde kennis voor uitvoering risicobeheersing Als voldoende ervaren Ja Ja Ja Ja

Tabel 8d: Analysekader - risicobeheersing.

5.5.1 De risico’s

Het grootste risico van financiering van vastgoed als gevolg van de externe ontwikkelingen is het niet kunnen terugverdienen van de kapitaallasten met de ZZP-tarieven. Zoals het nu staat gaan de kapitaallasten per 2012 integraal deel uit maken van de ZZP-tarieven. Door de externe ontwikkelingen

neemt het risico op verminderende inkomsten toe door bijvoorbeeld leegstand of verminderde productie. Dit zien banken ook en zij vragen daarom een hogere rente (renterisico) en stellen minder makkelijk geld beschikbaar op de lange en korte termijn (beschikbaarheidrisico).

Bij geen van de geselecteerde zorginstellingen is sprake van valutarisico’s. In dit onderzoek zal hier dan verder ook geen aandacht aan worden besteedt.

5.5.2 Uitvoering van renterisicobeleid

Alle geselecteerde zorginstellingen onderkennen het renterisico als gevolg van het zelf verantwoordelijk worden voor het terugverdienen van de kapitaallasten met de productie. Als de zorginstellingen spreken over het hebben van een actief renterisicobeleid bedoelen zij hiermee dat zij met verschillende banken in onderhandeling zijn over de financiering van bouwprojecten. Dit betekent het aanvragen van verschillende offertes en het doorspreken van de opgestelde businesscase. Wanneer er financiering is verkregen betekenend actief renterisicobeleid het kritisch kijken naar de renteherzieningsdata en de spreiding van leningen. Aandachtspunten worden gerapporteerd naar de RvB als onderdeel van de liquiditeitsbewaking. De RvB vraagt hierbij extra uitleg omdat in de oude situatie geen renterisico werd gelopen.

De externe strategische partijen geven aan dat aan de financieringskant het renterisico nadrukkelijker aanwezig komt. Het managen van rentes op leningen is nieuw voor zorginstellingen. Op dit terrein zal de treasuryfunctie kennis moeten inwinnen van en externe specialist om vervolgens zelf een businessplan op te stellen.

Aan de kant van de overtollige middelen is de kennis en de ervaring ermee beperkt. Overtollige middelen worden gebruikt voor het aflossen van leningen. Bij een liquiditeitsoverschot worden deze weggezet op de lopende bankrekening, een spaarrekening of deposito bij een betrouwbare partij, bijvoorbeeld de

huisbankier. Bij treasurystatuut is het veelal verboden de overtollige middelen uit te zetten in risicovolle financiële instrumenten. Wel krijgen zorginstellingen meer aandacht voor het toepassen van

rentederivaten bij leningarrangementen. Het WfZ geeft aan dat dit moet dienen ter risicoafdekking en niet als middel om geld te genereren. Daarvoor heeft de treasuryfunctie bij zorginstellingen te weinig kennis en ervaring. Als de treasuryfunctie gebruik wil maken van rentederivaten bij leningarrangementen ter risicoafdekking, en het is niet verboden door het treasurystatuut, wordt het aanbevolen om kennis hierover te verkrijgen van externe specialisten. Ook moet dit getoetst worden door de RvB. Het WfZ verstrekt borging onder voorbehoud. De zorginstelling moet rekening houden, bij het overgaan op een derivatenconstructie, dat dit goedgekeurd moet worden door het WfZ om borging te behouden. De banken geven aan dat de treasuryfunctie niet gewend is om te werken met financiële instrumenten en hier weinig kennis van heeft. Echter dit is ook niet de hoofdtaak van de treasuryfunctie als het gaat om financiering van vastgoed. De treasuryfunctie bij zorginstellingen moet in hoofdlijnen de financiële instrumenten begrijpen en op momenten dat het toegepast gaat worden de kennis opdoen of inhuren. Wat zorginstellingen wel zelf moeten doen volgens de externe strategische partijen is het opstellen van een businessplan.

5.5.3 Opzetten van businessplannen

Het opstellen van een businessplan is een nieuwe eis voor de treasuryfunctie van zorginstellingen bij de aanvraag van financiering en borging. Het businessplan bestaat uit twee onderdelen. Aan de ene kant de initiële investering en aan de andere kant de exploitatie. Wanneer de afdeling vastgoed de basis opstelt (zorginstellingen C, D en F) voor het businessplan beoordeelt de staffunctionaris of controller deze. Bij zorginstellingen A, B en E is de staffunctionaris of controller zelf degene die het businessplan opstelt.

De geselecteerde zorginstellingen hebben nog weinig ervaring met het opstellen van businessplannen. Het zal een aantal jaar duren voordat zorginstellingen voldoende kennis en ervaring hebben met het opstellen van de businessplannen. Dit geldt voor de volle breedte van de organisatie. Wanneer de basis voor het businessplan wordt gelegd door de afdeling vastgoed en niet door de controller/staffunctionaris is er nog een kloof tussen het lange termijn denken geven de zorginstellingen aan. Niet alleen de huidige

geldstromen moeten meegenomen worden in het plan maar ook de toekomstige cliëntengroep en de daaruit voortvloeiende geldstromen.

In de onderbouwing van het investeringsproject liggen de verbeterpunten voor de treasuryfunctie. Intern vanuit zowel de treasurers zelf als de bestuurder wordt het lange termijn denken bevestigd als

ontwikkelpunt. De treasurer moet kijken wat de organisatie in de komende vijf á tien jaar tegen zal komen op basis van de huidige vastgoedportefeuille. In de onderbouwing van het investeringsproject zal dit moeten toegelicht. De externe strategische partijen geven ook als verbeterpunt aan dat de

onderbouwing meer op de toekomst gericht moet zijn. Dit betekent een liquiditeitsplanning op de korte en lange termijn, het doorrekenen van het investeringsproject voor de gehele exploitatieperiode en het schetsen van verschillende scenario’s. Het denken in bedrijfseconomische modellen en in risico’s, op de korte en lange termijn, is een ontwikkelpunt voor de treasuryfunctie in de onderbouwing van het investeringsproject.

5.5.4 Benodigde kennis voor uitvoering risicobeheersing

De geselecteerde zorginstellingen ervaren zelf voldoende kennis in huis te hebben om te kunnen inspelen op de externe ontwikkelingen en de daaruit vloeiende risico’s. De externe strategische partijen stellen echter dat hier nog verbeterpunten liggen. Ook de interne strategische partij erkent dit als ontwikkelpunt voor de organisatie. De verbeterpunten zijn in voorgaande twee subparagrafen uitvoerig behandeld. Ook blijken uit voorgaande verschillenanalyses verbeterpunten te liggen in de kennis van de treasuryfunctie om in te spelen op de risico’s. In de conclusie zullen de verschillenanalyses worden samengevat en een antwoord vormen op de centrale vraag.

In document Borgen van financiële zorgen (pagina 42-45)