• No results found

Op 15 juni 2020 is voor deze scriptie een interview afgenomen met Rik de Graaf van EKKO. Rik is ik coördinator productie en verhuur en stafmedewerker bestuur en beleid. Vanuit die laatste rol ondersteunt hij, samen met twee anderen, de directeur en is hij ook deels verantwoordelijk voor wat EKKO doet aan educatie.

EKKO doet inmiddels 4 jaar aan educatie. In die vier jaar hebben zij vijf verschillende educatieprogramma’s ontwikkeld:

- Zo Doe Je Dat, een programma voor het primair en voorgezet onderwijs waarbij leerlingen zelf een show gaan organiseren in EKKO. Ze treden zelf op maar regelen ook alles achter de schermen: licht, geluid, PR, horeca. Soms komt er ook een ‘echte’ artiest komt optreden.

- Schoolconcerten, aangeboden via Cultuur & School, voor het primair

onderwijs, waarbij een popartiest komt optreden. De concerten hebben een interactief karakter, waarbij leerlingen mee kunnen doen en vragen kunnen stellen.

- Popmuziek is Overal, een lessenreeks over popmuziek. De lessen gegeven door een popmuzikant met didactische vaardigheden en gaan over

popmuziek geschiedenis, muziek maken en het leven van een popmuzikant. Voor die laatste les komt er een andere artiest in de klas, die ook een

afsluitend concert in EKKO geeft waar de leerlingen naartoe gaan. - Yallah! Yallah! Kids, een project dat draait om niet-westerse cultuur. - Een project voor het mbo waarbij leerlingen zelf een clubnacht gaan

organiseren. Dit project lijkt veel op Zo Doe Je Dat, alleen is het uitgebreider. Rik noemt een aantal punten die belangrijk zijn voor EKKO bij het vormgeven van de educatieprojecten:

- De projecten zijn interactief, de leerlingen gaan iets doen en komen niet alleen kijken en luisteren;

- De lessen worden gegeven door popmuzikanten;

- De lessen gaan niet alleen om de muziek, maar ook om de wereld daaromheen;

104

- Het moet aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen, qua onderwerp (de muziek) en qua bezigheid, wat de leerlingen gaan doen, dus dat iedere leerling iets kan doen wat hij of zij leuk vindt;

- Het moet didactisch kloppen;

- Het randje opzoeken, iets vernieuwends doen.

EKKO is begonnen met educatie omdat ze het voornamelijk belangrijk vonden om te doen. Daarnaast hadden ze het gevoel dat dit nog ontbrak in Utrecht maar ook in Nederland. Ze willen iets unieks doen. EKKO wil iets losmaken bij de leerlingen, door cultuur, wat niet bij andere vakken als wiskunde gebeurt en wil hun wereld breder maken. Popmuziek speelt een grote rol in alle educatieprojecten.Alles wat bij EKKO gedaan wordt, draait om popmuziek, dus educatie ook. Daarnaast sluit het aan bij de belevingswereld van de kinderen en jongeren, dit is de muziek die ze luisteren. Daarnaast is het een manier om je te identificeren en jezelf te uiten. De projecten sluiten niet direct aan bij concerten in de reguliere programmering, maar er worden wel artiesten geboekt die normaal ook geboekt zouden worden door EKKO. EKKO probeert de educatieprogramma’s op verschillende manieren aan te laten sluiten bij het onderwijs. Bij de schoolconcerten wordt lesmateriaal geschreven waarmee het concert in de klas voorbereid kan worden. De projecten worden op maat gemaakt, daarbij is veel afstemming en overleg met de scholen en worden de doelen van de scholen besproken. EKKO is zich bewust van de kerndoelen in het onderwijs en de 21e eeuwse vaardigheden en laat de programma’s daarbij

aansluiten. Daarnaast zorgen ze ervoor dat de docenten didactisch onderlegd zijn. EKKO richt zich op het primair en voortgezet onderwijs en het mbo. EKKO bereikt scholen uit het primair onderwijs door Cultuur & School, een

bemiddelingsorganisatie in Utrecht waar culturele instellingen hun cultuureducatie aanbod kunnen aanbieden en scholen dit kunnen afnemen. Verder komt EKKO in contact met scholen door veel te mailen, bellen en het versturen van flyers. Zo hoopt EKKO langs te kunnen komen op de scholen om hun educatieprogramma’s verder toe te lichten.

105

EKKO heeft een duidelijk beeld van wat er verder in Nederland en in de stad waar zij zich bevinden gebeurt op het gebied van popmuziekeducatie. Rik beschrijft dat ze in Nederland een van de weinigen zijn die aan educatie doen voor het onderwijs. Over Utrecht beschrijft Rik de andere podia: TivoliVredenburg, De Helling, dB’s en ACU. Rik beschrijft dat TivoliVredenburg zich vooral op klassieke muziek richt, dat De Helling een net andere focus heeft en dat het niet in het DNA zit van dB’s en ACU. Rik constateert dat ze dus een van de weinige poppodia in Utrecht en in het land zijn die aan formele popmuziekeducatie doen.

Rik beschreef al eerder dat hij deels verantwoordelijk is voor de educatieve activiteiten. Naast hem is er een educatie medewerker, die op zzp-basis wordt ingehuurd. Deze persoon was eerst wel in dienst, maar van de gemeente moest er bezuinigd worden, waardoor deze persoon nu voornamelijk op projectbasis wordt uitbetaald. Daarnaast zat er nog een persoon in de organisatie specifiek op het mbo project.

Rik beschrijft de verschillende manieren waarop de projecten worden gefinancierd. Helaas is er geen vaste pot in de begroting voor educatie. De projecten worden bekostigd door verschillende lokale en nationale fondsen en daarnaast uit het bedrag dat de scholen aan EKKO betalen voor het project.

Rik beschrijft dat het moeilijk is om aan financiële middelen te komen voor de

educatieve projecten. De gemeente ziet het niet als kerntaak en de meeste middelen gaan toch naar de grotere, meer gangbare culturele instellingen in de stad. Rik stelt dat het werk voornamelijk op halve kracht wordt gedaan. Als er meer geld was geweest, had EKKO veel meer educatieprojecten kunnen realiseren. Rik beschrijft dat het daardoor ook moeilijker is om scholen aan te trekken, EKKO kan

bijvoorbeeld niks gratis aanbieden als kennismaking. Een ander obstakel dat EKKO ervaar bij het realiseren van educatieprojecten is dat EKKO een van de eerste

poppodia is dat aan formele educatie doet. Hierdoor is er onder popmuzikanten en in de popsector zelf weinig kennis over het onderwerp. Ook bij EKKO intern was er in het begin weerstand tegen educatie. Veel poppodia zullen het ook niet als hun kerntaak zien. Hierdoor gebeurt het minder, is het minder gangbaar en gaan er minder succesvolle verhalen rond. Dit zorgt er ook voor dat het scholen ook

106

onbekend terrein is, waardoor ze misschien toch minder snel geneigd zijn om met EKKO in zee te gaan. Rik beschrijft dat scholen popmuziek toch niet als de moeite waard zien voor hun educatieproject. Dan lijkt de drempel om naar een klassieke instelling te gaan toch lager, volgens Rik. Daarnaast zegt Rik dat scholen het vaak erg druk hebben, waardoor het makkelijker is om te kiezen voor een educatieproject dat de school als eens heeft gedaan, in plaats van iets nieuws proberen.

Over dat popmuziek soms vulgaire taal bevat zegt Rik dat dit soms lastig is, maar dat de school hier altijd van op de hoogte is en hiermee instemt en dat er daarnaast ook duidelijk wordt gemaakt aan de artiest dat het een show is voor kinderen en niet een normale show. Rik geeft ook aan dat taal verandert en dat woorden die vroeger niet normaal waren om te zeggen, nu wel normaal zijn. Ook noemt Rik dat veel leerlingen de vulgaire taal ook horen in de muziek die ze in hun vrije tijd luisteren. Voor de aankomende jaren heeft EKKO als doel haar netwerk van zowel scholen als artiesten en professionals die meewerken uit te breiden. Daarnaast wil EKKO haar nieuw ontwikkelde projecten, zoals Yallah! Yallah! Kids en het project voor het mbo, realiseren en voortzetten. Ook wil EKKO nieuwe projecten realiseren, specifiek over dance.

Als favoriete project noemt Rik Zo Doe Je Dat. Waar hij het meest trots op is, was toen “DJ” Mien, een meisje van 8, van DJ Luke Cohlen een DJ-cursus krijgt en

vervolgens in de zaal van EKKO voor de hele klas twee plaatjes in elkaar mixt en dat vol glundering doet. Rik zegt dat het er om gaat dat de leerlingen naar hun zin

hebben, er echt iets mee kunnen doen en op korte of lange termijn er op een positieve manier aan terug denken.