• No results found

3 B ELEIDSKADER EN RELEVANTE STUDIES

3.1 S TRUCTUURPLANNING

3.1.1 Lier in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV)

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) vormt het kader voor het ruimtelijk beleid in Vlaanderen. Voor de gemeenten en provincies is dit plan richtinggevend.

In het richtinggevend gedeelte van het RSV wordt Lier geselecteerd als structuurondersteunend kleinstedelijk gebied.

 In structuurondersteunende kleinstedelijk gebieden moet het beleid erop gericht zijn de stedelijke kern en het stedelijk functioneren te consolideren en te versterken door het creëren van ruimte voor een bijkomend aanbod aan woningbouw, aan stedelijke voorzieningen en aan economische activiteiten. De afbakening ervan is een taak voor de provincie.

Lier maakt deel uit van het stedelijk netwerk op internationaal niveau: de Vlaamse Ruit. Doelstellingen voor de Vlaamse Ruit zijn:

 Selectief invullen van activiteiten teneinde optimaal de geboden internationale potenties van het stedelijk gebied te benutten (hoogwaardige diensten voor bedrijven, ...). De bedoeling van deze selectieve invulling is precies om plaatsen binnen de Vlaamse Ruit die beschikken over deze internationale potenties niet te belasten met activiteiten die geen behoefte hebben aan een vestigingsplaats met een internationale uitstraling;

 Het veiligstellen van haar internationale positie inzake bereikbaarheid;

 Het aantrekken van activiteiten en investeringen van internationaal belang (zowel industriële als tertiaire, ...). De uitwerking van de Vlaamse Ruit gebeurt door het Vlaamse Gewest.

Koningshooikt is een deelgemeente van Lier en wordt beschouwd als een dorpskern. Het plangebied is daarbij in het buitengebied gelegen. Als buitengebied worden beschouwd de gebieden die niet als stedelijk gebied worden afgebakend. Doelstellingen voor het buitengebied zijn o.m.:

 het vrijwaren van het buitengebied voor haar essentiële functies landbouw, natuur, bosbouw, wonen en werken op het niveau van het buitengebied;

 het tegengaan van versnippering van de open ruimte;

 het bundelen van de ontwikkeling in de kernen van het buitengebied;

 het ontwikkelen van landbouw, natuur en bossen in goed gestructureerde gebieden;

 het bereiken van gebiedsgerichte ruimtelijke kwaliteit;

 het afstemmen van het ruimtelijk beleid en van het milieubeleid op basis van het fysisch systeem;

 het bufferen van de natuurfunctie in het buitengebied.

Het plangebied ligt in de agrarische structuur. De agrarische structuur is het samenhangend geheel van gebieden die het duurzaam functioneren van de landbouw verzekeren. Eén van de belangrijke gebieden voor de landbouw op Vlaams niveau, is het gebied tussen Mechelen, Heist-op-den-Berg en Lier.

In de afgebakende gebieden moet het beleid gericht worden op het weren van nieuwe niet-agrarische functies die het functioneren van de landbouw op termijn zouden kunnen belemmeren.

Een gedeelte van de gebieden van de natuurlijke structuur overlapt met de gebieden van de agrarische structuur: natuurverwevingsgebieden en natuurverbindingsgebieden. In de gebieden van de agrarische structuur kunnen bouwvrije zones worden afgebakend. De bouwvrije zones zullen zo worden geselecteerd en afgebakend dat er geen bestaande bedrijfszetels worden opgenomen. In principe kunnen bestaande agrarische bedrijven zich uitbreiden en nieuwe agrarische bedrijven zich

inplanten in de gebieden van de agrarische structuur (behalve in bouwvrije zones en natuurverwevingsgebied), op agrarische bedrijvenzones en in stedelijke landbouw- gebieden.

Koningshooikt behoort tot de nederzettingsstructuur van het buitengebied. Deze bestaat uit het samenhangend geheel van bebouwing in het buitengebied. In die nederzettingsstructuur worden volgende ruimtelijke beleidscategorieën onderscheiden:

 De kernen = hoofddorpen en woonkernen. Een hoofddorp is een woonkern die minstens over een voldoende uitrustingsgraad beschikt;

 De linten;

 De verspreide bebouwing;

 De bebouwde perifere landschappen waarin alle andere beleidscategorieën voorkomen.

In het provinciaal ruimtelijk structuurplan wordt de bindende selectie gemaakt van de hoofddorpen en de woonkernen.

Voor de nederzettingsstructuur gelden o.a. volgende ontwikkelingsperspectieven:

 Wonen en werken concentreren in de kernen van het buitengebied;

 Geen verdere groei van linten en verspreide bebouwing;

 In de provincie Antwerpen moeten 105.098 bijkomende woningen worden opgericht. Daarvan mogen er max. 40 % in de kernen van het buitengebied worden gerealiseerd;

 Minimale woningdichtheid = 15 woningen/ha.

3.1.2 Lier in het Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen

Het RSPA werd goedgekeurd op 10 juli 2001 en partieel herzien in 2011.

Ontwikkelingsperspectief voor het kleinstedelijk gebied Lier:

 Lier heeft een rol als historische en herkenbare stad omringd door gave open ruimte. Het concept van de radioconcentrische stad in het buitengebied blijft hanteerbaar, indien verdere versnippering en uitzwerming van functies wordt afgeremd. Lier moet hoogwaardig zijn in al zijn activiteiten en niet de status van grootstad ambiëren.

 Lier heeft een rol in het provinciaal netwerk Lier - Aarschot. Het ligt als het ware aan de toegang ervan en neemt er een aantal functies van op. Hierbij wordt gezocht naar een complementariteit met de overige knooppunten van het netwerk. In het beeld van toegang tot het provinciaal netwerk past ook de ontsluiting van dit laatste naar het hoofdwegennet via Lier en N14.

 De stadskern moet plaats bieden aan hoogwaardig wonen, in hoge dichtheid en in nieuwe woningtypologieën.

 Bedrijvigheid in Lier is gespecialiseerd en hoogwaardig. Voor bedrijven die zeer grote oppervlakten behoeven, is geen plaats. Verkeersgenererende bedrijvigheid kan in Lier beperkt worden opgevangen door de aanwezigheid van potentieel goede aansluitingen op het hoofdwegennet, op spoorverbindingen en op het Netekanaal.

 Lier kan verder bouwen op een bestaande regionale verzorgingsfunctie (bijvoorbeeld ziekenhuizen). De handelsfunctie is een troef voor Lier en wordt ondersteund. De nagestreefde kwaliteit van het commercieel centrum is zeer hoog.

 Toerisme en recreatie zijn van groot belang voor Lier. Daartegenover staat een gevrijwaard buitengebied met ruimte voor laagdynamische recreatie. Natuur stelt niet alleen grenzen aan het stedelijk gebied maar dringt er via de Nete ook in door. Dit is een te behouden kwaliteit.

De toeristische en recreatieve potenties van Lier zijn eveneens een provinciaal aandachtspunt.

 Structuurbepalende elementen van provinciaal belang in deze omgeving zijn: de valleien van de Beneden Nete, de Grote en de Kleine Nete, de ring en de bedrijvenzone in het noorden

van Lier, open ruimte verbindingen in het noorden en in het zuiden van Lier alsook het Netekanaal.

Ruimtelijk concept:

Het plangebied is gelegen in de deelruimte “Mechelen-Lier-Aarschot”.

Figuur 9 Interpretatie van de bestaande ruimtelijke structuur: aanduiding van de deelruimten (bron: Grontmij 2015)

Ruimtelijk-natuurlijke structuur:

Elementen van de gewenste ruimtelijke-natuurlijke structuur:

 o.a. de Kleine en Grote Nete met valleien als drager van de natuurlijke structuur;

 de doorgang van de Nete in Lier als aangrijpingspunt voor stedelijke vernieuwing;

 de samenvloeiing van de beide Netes werd geselecteerd als een structuurbepalend natuurlijk baken van provinciaal niveau;

Als natuurverbindingsgebieden zijn in Lier geselecteerd:

 de Nete als natuurverbinding tussen het Zennegat en de samenvloeiing van de beide Netes;

 de natuurverbinding doorheen het natuurgebied ten oosten van Sint-Katelijne-Waver in de richting van Koningshooikt;

 een verbinding tussen de samenvloeiing van beide Netes en de vallei van de Grote Nete ten zuidoosten van Heist-op-den-Berg op basis van de Grote Nete.

Nederzettingsstructuur:

 Het gebied Lier - Aarschot is geselecteerd als provinciaal stedelijk netwerk. Het is een gebied dat bij voorkeur op provinciaal niveau de gewenste groei opvangt, meer bepaald in de kleinstedelijke gebieden en de structuurondersteunende hoofddorpen. Ten zuiden van het netwerk wenst de provincie de open ruimte van het Mechels rasterlandschap maximaal te beschermen tegen verdere verlinting en verstedelijking. Ten noorden wordt het Netegebied gevrijwaard van bijkomende druk vanwege de functies wonen en werken.

 Het gebied Mechelen - Lier - Aarschot is geselecteerd als gemengd tuinbouw en woonraster met open kamers (lintvorming). Verdere groei van linten en een toename van de verspreide

bebouwing kunnen niet worden aanvaard;

 Koningshooikt is geselecteerd als hoofddorp type III;

 Buiten het “stedelijk gebied Lier” en de “dorpskern Koningshooikt” werden geen woonkernen geselecteerd;

 De nederzettingen die niet als woonkern werden geselecteerd, kunnen zich slechts ontwikkelen binnen de huidige vastliggende bouwmogelijkheden langsheen uitgeruste straten en in niet-vervallen verkavelingen (=juridische voorraad). Er kunnen geen lokale bedrijventerreinen worden aangelegd;

Afbakening kleinstedelijk gebied Lier:

Het plangebied valt buiten de afbakening van het kleinstedelijk gebied Lier, zoals op onderstaande afbeelding te zien is. De N10 is wel geselecteerd als drager van het provinciaal netwerk.

Figuur 3-1: Situering plangebied ten opzichte van het kleinstedelijk gebied Lier (Bron: Geoloket provincie Antwerpen)

3.1.3 Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Lier (GRS)

Op 9/12/2003 werd het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan voor de stad Lier goedgekeurd. Het plangebied is gelegen in de hoofddeelruimte ‘landbouwgebied Koningshooikt’, maar valt buiten een deelruimte binnen deze hoofddeelruimte.

Figuur 10 Deelruimten uit het GRS (bron: Grontmij 2015)

Bij gewenste ruimtelijke-economische structuur is de volgende bepaling met betrekking tot Azelhof opgenomen: voor de zonevreemde hoogdynamische sport- en recreatie-activiteiten geldt het principe dat herlokalisatie in de mate van het mogelijke moet worden vermeden. Speciale aandacht gaat uit naar “Azelhof” het hippisch centrum langs de Aarschotsesteenweg, tegenover bedrijf Van Hool. Het is de bedoeling dat het hippisch centrum kan blijven bestaan met uitsluiting van elke andere functie. Het te voeren beleid met betrekking tot het hippisch centrum Azelhof luidt dat iedere functiewijziging uitgesloten wordt.

In de synthese van de gewenste ruimtelijke structuur wordt Azelhof geselecteerd als site voor harde recreatie.

Figuur 11 Synthese gewenste ruimtelijke structuur GRS Lier (bron: Grontmij 2015)

De volgende bindende bepalingen zijn van toepassing voor het plangebied:

 Selecties en categorisering van ruimtelijk-economische structuur: “Azelhof” als hippisch centrum met uitsluiting van iedere andere functie.

 Acties en maatregelen: Lier maakt een uitvoeringsplan op m.b.t. het hippisch centrum

“Azelhof” het gewestplan te wijzigen van agrarisch gebied naar dagrecreatie uitsluitend voor het hippisch gebeuren

3.1.4 AGNAS

Het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wil de open ruimte in het buitengebied maximaal vrijwaren voor landbouw, natuur en bos. Samen met de natuur- en landbouworganisaties maakte de Vlaamse regering in 1997 de afspraak om te evolueren naar 750.000 ha agrarisch gebied, 150.000 ha natuurgebied en 53.000 ha bosgebied. Dat is een toename met 38.000 ha natuurgebied en 10.000 ha bosgebied en een afname van 56.000 ha landbouwgebied.

In 2001 besliste de regering de afbakening van deze landbouw-, natuur- en bosgebieden aan te pakken in twee fasen. In een eerste fase werd in 2003 ca. 86.500 ha bestaand natuurgebied aangeduid als onderdeel van het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) . In de tweede fase worden sinds 2004 de landbouwgebieden en de resterende natuur- en bosgebieden afgebakend.

Van 2004 tot 2009 werkte de Vlaamse overheid in overleg met gemeenten, provincies en middenveldorganisaties een ruimtelijke visie uit op landbouw, natuur en bos in dertien buitengebiedregio’s. De visie geeft op hoofdlijnen aan welke gebieden behouden blijven voor landbouw en waar er ruimte kan zijn voor natuurontwikkeling of bosuitbreiding. Ze vormt de basis voor de opmaak van gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, die de bestemmingen op perceelsniveau vastleggen.

Het plangebied behoort tot de buitengebiedregio ‘Neteland’. Op de kaart van het operationeel uitvoeringsprogramma (2017) wordt het plangebied aangeduid met categorie 0, zijnde het herbevestigen van de gewestplanbestemming. Er zijn bijgevolg geen acties gepland ter hoogte van het plangebied.

3.1.5 Mobiliteitsplan Lier

Het mobiliteitsplan (2de generatie) van Lier werd conform verklaard op 19/01/2012. De relevante aspecten voor dit plangebied zijn:

• Hippisch centrum Azelhof is als recreatieve zone onderdeel van het verblijfsgebied;

• N10: onderdeel van hoofdvrachtroutenetwerk;

• Relevante wegencategorisering:

 N10: drager van provinciaal stedelijk netwerk: secundaire weg type II Lokale weg type I: Burgemeester Hensstraat / Missstraat Lokale weg type II, lokale hoofdassen : Bernard Van Hoolstraat

4 Onderzoek en analyse