• No results found

Casestudy Frankrijk

3.1 Roma in Frankrijk

Minderheden en migranten in Franse Republiek

Alvorens te kijken naar de geschiedenis en huidige situatie van Roma in Frankrijk, is het belangrijk om stil te staan bij enkele bijzondere kenmerken van de Franse Republiek. Deze zijn namelijk van invloed op het beleid voor minderheden en de manier van denken over integratie van migranten.

Ondanks een grote mate van culturele en etnische diversiteit, ziet Frankrijk zichzelf als een monoculturele maatschappij en streeft ernaar dat te blijven. Dit streven komt voort uit de sterke republikeinse traditie in Frankrijk, die zijn oorsprong heeft in de Franse Revolutie van 1789. Het belangrijkste kenmerk van het Franse republikeinse model is het principe dat de mens universeel is. Hieruit volgen waarden als democratie, soevereiniteit en sociale rechtvaardigheid. Er is geen plaats voor ras of etniciteit als bepalende kenmerken voor het behoren tot een politieke gemeenschap.1

Nationale identiteit is in Frankrijk dus geen biologisch, maar een politiek gegeven. Lidmaatschap van de Franse natie heeft weinig te maken met geboorte. Men is Frans door de wens om deel uit te maken van een bepaald economisch en politiek leven. Wie zich de waarden van de Republiek eigen maakt, is Frans.2 Uit de principes van sociale rechtvaardigheid en universaliteit van de mens volgt

het idee dat burgers door de staat moeten worden beschermd tegen discriminatie en ongelijkheid, maar deze rechten zijn conditioneel: om tot de Franse samenleving te behoren moet men zich houden aan de republikeinse waarden die het publieke leven bepalen. Een belangrijk onderdeel

1 J. Jennings, ‘Citizenship, Republicanism and Multiculturalism in Contemporary France’, British Journal of Political

Science, nr. 4 (2000), pp. 577-578.

2 D. Schnapper, La France de l’intégration, Paris: Gallimard 1991, p. 63, zoals geciteerd in: J. Jennings, ‘Citizenship,

daarvan is het principe van de laïcité. Eenvoudig gezegd houdt dit in dat kerk en staat strikt gescheiden zijn en dat culturele en religieuze uitingen binnen de private sfeer moeten blijven.3

In de Franse republiek is een grote rol neergelegd voor het onderwijs. Burgers moeten worden opgeleid om zich de republikeinse politieke moraal eigen te maken, om vervolgens zelf deel uit te kunnen maken van de Franse natie.4 Deze grote rol voor het onderwijs is ook terug te zien in

het immigratiebeleid van Frankrijk. De migrant en de staat ondertekenen samen een contract, het

Contrat d’accueil et d’intégration [CAI], waarin de immigrant en de staat wederzijdse

verplichtingen aangaan.5 Immigranten moeten bijvoorbeeld lessen bijwonen over Franse waarden

zoals laïcité en gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Daarnaast is er verplicht en gratis onderwijs in de Franse taal. De immigrant wordt aangemoedigd om te integreren in de Franse samenleving, om daar uiteindelijk deel van uit te maken.6

Het idee van de Republiek leeft nog heel sterk in Frankrijk en het komt vaak naar voren in verklaringen van de Franse regering, vooral op het gebied van onderwijs en immigratie.7 In dit

opzicht signaleren Owen Parker en David Toke een paradox. Aan de ene kant omvat het

republikeinse idee waarden zoals tolerantie en anti-discriminatie. De staat zorgt bovendien voor economische en sociale bescherming en gelijkheid voor haar burgers. Aan de andere kant kent het republikeinse model echter de wens van een monoculturele samenleving, waarin burgers hun best doen om te passen binnen het verwachtingspatroon van de Franse republiek. De wens van een dergelijke universele cultuur maakt het eenvoudig om bepaalde groepen aan te wijzen die niet voldoen aan de norm. Zij vallen buiten het republikeinse verwachtingspatroon en worden daarom gezien als een bedreiging voor de republikeinse orde.8

De manier waarop migranten en minderheden in Frankrijk worden behandeld als dreiging, past binnen het proces van securitisering volgens de in hoofdstuk 1 behandelde Paris School. Bigo schrijft in het artikel ‘Security and Immigration: Toward a Critique of the Governmentality of

53

3 J. Jennings, ‘Citizenship, Republicanism and Multiculturalism in Contemporary France’, British Journal of Political

Science, nr. 4 (2000), pp. 577-578.

4 Idem., pp. 578-579.

5 L’office français de l’immigration et de l’intégration (OFII), ‘Quel est l’objectif de ce CAI?’, http://www.ofii.fr/

tests_197/quel_est_l_objectif_de_ce_cai_1030.html, geraadpleegd op 16-07-2014.

6 O. Parker en D. Toke, ‘The Politics of a Multi-level Citizenship: French Republicanism, Roma Mobility and the EU’,

Global Society, nr. 3 (2013), p. 365.

7 J. Jennings, ‘Citizenship, Republicanism and Multiculturalism in Contemporary France’, British Journal of Political

Science, nr. 4 (2000), pp. 579-581.

8 O. Parker en D. Toke, ‘The Politics of a Multi-level Citizenship: French Republicanism, Roma Mobility and the EU’,

Unease’ waarom migranten als dreiging kunnen worden gezien. Overheden in representatieve democratieën krijgen hun legitimering van burgers. Burgers worden daarom vaak gezien als staatsburgers, gezien in tegenstelling tot buitenlanders. Via culturele discoursen worden migranten vervolgens gezien als buitenlanders die niet passen bij de ‘nationale standaard’ van normen en waarden. Daarom wordt migratie als gevolg van het gebruik van de categorieën ‘nationaal’ en de ‘staat’ gezien als een gevaar voor de homogeniteit van het volk en daarmee als dreiging voor het voortbestaan van de staat.9 Hierna zal uiteen worden gezet hoe securitisering volgens de Paris

School het Franse beleid jegens Roma mede bepaalde.

Securitisering in het Franse beleid jegens de Roma

Wie denkt aan Roma in Frankrijk, denkt al snel aan een repressieve Franse staat die hard optreedt tegen mensen die niet binnen de republikeinse verwachtingen passen. Door uitvoerige aandacht in de media wordt het Franse Romabeleid vaak geassocieerd met uitzettingen van niet-Franse Roma, maar al lang voor de incidenten in 2010 was er in Frankrijk sprake van beleid jegens Roma dat in verband kan worden gebracht met processen van securitisering. Twee voorbeelden hiervan zijn de

carnets de circulation en de villages d’insertion.10 De securitiserende aspecten van deze

beleidsvormen zullen hieronder uiteengezet worden. In paragraaf 3.2 zal vervolgens worden uitgelegd hoe deze maatregelen konden functioneren als voedingsbodem voor het slagen van een proces van securitisering volgens de Copenhagen School, namelijk door middel van

taalhandelingen van president Sarkozy.

Van 1912 tot 2012 was in Frankrijk een wet van kracht die ervoor zorgde dat de staat toezicht kon houden op personen die binnen Frankrijk een rondreizend bestaan leidden. Rondreizende personen zonder regelmatig inkomen waren verplicht elke drie maanden bij een lokale overheid een stempel te laten zetten op hun zogeheten carnet de circulation. Deden ze dat niet, dan riskeerden ze een hoge boete of zelfs een gevangenisstraf oplopend tot een jaar. Hoewel de wet niet specifiek verwees naar een bepaalde bevolkingsgroep, werden vooral gens du voyage erdoor getroffen.11 Dit zijn personen met de Franse nationaliteit die vaak om culturele of

9 D. Bigo, ‘Security and Immigration: Toward a Critique of the Governmentality of Unease’, Alternatives: Global,

Local, Political, nr. 1 (2002), p. 67.

10 O. Parker en D. Toke, ‘The Politics of a Multi-level Citizenship: French Republicanism, Roma Mobility and the EU’,

Global Society, nr. 3 (2013), p. 365.

economische redenen een rondreizend bestaan kiezen of daartoe worden gedwongen.12 De wet kan

daarom gezien worden als een vorm van indirecte discriminatie. De bedoeling van de wet was te kunnen controleren hoeveel gens du voyage in een bepaald gebied verbleven. Regio’s konden er op deze manier voor zorgen dat dit aantal beneden de voorgeschreven drie procent van de totale bevolking bleef.13 Het bezit van een carnet de circulation had ook gevolgen voor het direct en

indirect kiesrecht van gens du voyage. Zij konden pas gebruik maken van hun stemrecht, nadat zij ten minste drie jaar in dezelfde regio hadden gewoond. Voor de rest van bevolking gold een termijn van drie maanden. De carnets de circulation werden in oktober 2012 afgeschaft.14 Dit beleid kan

geplaatst worden in het kader van Bigo’s securitiseringstheorie, omdat er sprake is van een

bureaucratische praktijk die een disciplinerende invloed heeft op burgers. Zoals in hoofdstuk 1 aan de orde is gekomen, baseert Bigo zich op Foucaults idee van government through mentalities. De staat gebruikt bureaucratische instituties, programma’s en technologieën waar een disciplinerende macht vanuit gaat. Dat geldt ook voor de carnets de circulation. Deze plaatsen mensen in een bepaalde categorie, wat gevolgen heeft voor de manier waarop rondtrekkende mensen door zichzelf en anderen gezien worden.15

Een ander voorbeeld van beleid dat als doel heeft controle te houden op de integratie van Roma in de Franse samenleving, is dat van speciale integratiedorpen. Een klein aantal Roma wordt in zogenaamde villages d’insertion geplaatst, waarvan de eerste werden gebouwd in 2006.16 Dit zijn

door de regering en lokale overheden gefinancierde dorpen, waar geselecteerde Roma mogen wonen. Zij krijgen accommodatie, meestal een caravan, en hoeven niet bang te zijn om te worden uitgezet. Als tegenprestatie ondertekenen deze Roma een contract dat hen verplicht de Franse taal te leren, hun kinderen naar een Franse school te sturen, werk te zoeken en de regels van het dorp na te leven. Hoewel hiermee een poging wordt gedaan Roma te integreren in de Franse republiek, is er ook een duidelijk securitiserend aspect aan deze dorpen. Zo worden ze omringd door hoge hekken. Deze zijn er om de Roma te beschermen, maar ook om te bepalen wie als bezoeker naar binnen en

55

12 P. Vermeersch, ‘Roma and mobility in the European Union’, in: K. Pietarinen (ed.), Roma and Traveller Inclusion in

Europe. Green Questions and Answers, Green European Foundation 2011, p. 92

13 O. Parker en D. Toke, ‘The Politics of a Multi-level Citizenship: French Republicanism, Roma Mobility and the EU’,

Global Society, nr. 3 (2013), pp. 368-369.

14 C. Woitier, ‘Ce qui change pour les gens du voyage’, 05-10-2012, http://www.lefigaro.fr/actualite-france/

2012/10/05/01016-20121005ARTFIG00512-ce-qui-change-pour-les-gens-du-voyage.php, geraadpleegd op 14-08-2014.

15 D. Reid, ‘The Paris School of Security Studies: Much Needed Elucidiation’, University of Maine, William S. Cohen

Center, http://www.academia.edu/4056614/The_Paris_School_Much_Needed_Elucidation, geraadpleegd op

27-08-2014, p. 3.

16 ERRC, ‘France Country Profile 2011-2012’, http://www.errc.org/article/country-profiles-2011-2012/4160,

naar buiten gaat. De villages d’insertion kunnen gezien worden als een vorm van securitisering volgens Bigo’s theorie. Net als bij de carnets de circulation is er sprake van een bureaucratische praktijk waar een disciplinerende werking van uit gaat. De staat beslist welke Roma worden geselecteerd om in een dorp te wonen, waar zij wonen en in welke omstandigheden, en wie er op bezoek mogen komen. Ook dit heeft gevolgen voor de manier waarop deze Roma naar zichzelf kijken en hoe hun positie in de Franse samenleving door de rest van de bevolking wordt ervaren.

Het feit dat Roma op een bepaalde manier worden gereguleerd, zegt iets over wat in de Franse samenleving als ‘normaal’ wordt ervaren. Roma worden gezien als groep die eigenlijk niet binnen de Franse samenleving past, maar speciaal beleid nodig heeft om te voorkomen dat ze een gevaar voor de samenleving vormen. Beleid zoals dat van de carnets de circulation en de villages d’insertion laat duidelijk de paternalistische houding zien die de Franse staat inneemt ten opzichte van burgers in het algemeen en migranten in het bijzonder. Minderheden moeten worden

‘gevormd’ om binnen de Franse republiek te passen. Parker en Toke merken op dat deze vorm van immigratiebeleid enige ironie kent. Het is enerzijds bedoeld om immigratie te faciliteren, maar kan tegelijkertijd een isolerend effect hebben. Dat geldt bijvoorbeeld voor Roma die in een village d’insertion wonen. De hekken kunnen worden gezien als een grens tussen het openbare Franse leven en de minderheid die afwijkt van de waarden van de Republiek.17

Hoewel bovenstaande voorbeelden van Frans beleid jegens Roma in zekere mate

paternalistisch of zelfs repressief kunnen overkomen, zijn ze er uiteindelijk op gericht om Roma te integreren in de Franse samenleving. Roma worden gestimuleerd om de republikeinse waarden en manier van leven over te nemen. Er bestaat sinds 2007 ook beleid dat als doel heeft om Roma te verwijderen uit de Franse samenleving. Roma van Bulgaarse en Roemeense afkomst werden gestimuleerd om ‘vrijwillig’ uit Frankrijk te vertrekken en terug te keren naar het land waarvan zij de nationaliteit hadden. Roemenië en Bulgarije waren in 2007 toegetreden tot de EU. Door middel van een financiële bijdrage van 300 euro voor volwassenen en 100 euro voor minderjarigen, zorgde Frankrijk ervoor dat de uitzettingen vrijwillig konden worden genoemd. Zo werd inbreuk op EU- recht formeel voorkomen.18 Stilstaand bij de moeilijke financiële situatie van veel Roma, is het de

vraag hoe vrijwillig deze procedures werkelijk genoemd kunnen worden.

In de zomer van 2010 vonden incidenten plaats die een impuls gaven aan nog ingrijpender beleid jegens Roma: gedwongen uitzettingen van niet-Franse Roma. Deze incidenten en de

17 O. Parker en D. Toke, ‘The Politics of a Multi-level Citizenship: French Republicanism, Roma Mobility and the EU’,

Global Society, nr. 3 (2013), pp. 365-366.

18 S. Carrera en A.F. Atger, ‘L’affaire des Roms. A Challenge to the EU’s Area of Freedom, Security and Justice’, Centre

securitisering en uitzettingen die er het gevolg van waren, zullen in de volgende paragraaf behandeld worden.