• No results found

Resultaten van de corpusbeschrijving

In document Afbeeldingen in bijsluiters Bijlagen (pagina 30-33)

2. Corpusbeschrijving

2.4 Resultaten van de corpusbeschrijving

Er is nog meer op te merken bij deze instructie. Ten eerste de wet van nabijheid. Deze wordt namelijk niet op logische wijze aangehouden. Afbeelding 1 staat nog naast stap 1, daarna loopt alles niet meer gelijk op. Hierdoor ontstaat een asymmetrische opmaak, waarbij afbeelding 2 naast stap 3 staat, terwijl deze bij stap 2 hoort. Hierdoor is het nogal onlogisch om door het document heen te lezen. Er is immers geen vloeiende horizontale leesrichting aanwezig. Het is daarnaast niet helemaal duidelijk wat bij elkaar hoort, waarmee de wet van continuïteit ook word geschonden. De tekstuele stappen volgen elkaar logisch op, maar de bijbehorende afbeeldingen komen daar niet mee overeen. Het nummeren van de afbeeldingen, of een betere uitlijning zou hier een verbetering kunnen zijn. Daarnaast is ook de continuïteit van de afbeeldingen niet logisch te noemen. Zo is afbeelding 4 een ‘uitgezoomde’ kopie van afbeelding 3. Hierin is exact de zelfde inhoud en handeling te zien. Welke handelingen hier zijn afgebeeld is niet duidelijk. Logischerwijs zou gesteld kunnen worden dat afbeelding 3 bij stap 3 hoort (uitademen, en daarna de inhalator aan de mond zetten). Die handeling is echter niet uit de afbeelding op te maken. Afbeelding 4 laat exact hetzelfde zien. Deze zou dan bij stap 4 moeten horen (inademen, inhalator indrukken en door blijven ademen), maar deze handeling is niet aanwezig in de afbeelding.

Wat is dan het doel van deze afbeeldingen? Schriver (1997) maakt onderscheid tussen vijf soorten tekst-beeld relaties. Eén daarvan is wat zij stage-setting noemt. Hierin de afbeeldingen de setting, het scenario, voor de tekst opzetten. Deze afbeeldingen zouden dan ook als stage-setting kunnen

worden geïnterpreteerd. Op basis van o.a. de Gestaltwetten zou ik ze als slecht ontworpen, en overbodig classificeren. De laatste afbeelding is een goed voorbeeld van een slecht ontwerp. Hierin wordt getoond hoe de inhalator gespoeld moet worden. De handen en de inhalator zijn duidelijk herkenbaar. De kraan daar achter is echter erg vreemd en lijkt niet op de stereotype kraan die in Nederlandse keukens en badkamers is te vinden. In de afbeelding heeft de kraan één draaiknop, welke bovenop de kraan is geplaatst. Daar komt bij dat het water nogal vreemd is afgebeeld, waardoor het niet direct herkenbaar is. De algemene opmaak van de afbeelding, en het gekozen perspectief leiden ertoe dat deze kraan niet direct als kraan herkenbaar is. Ook het stromende water is nogal ongelukkig afgebeeld. Vooral het deel dat uit de inhalator stroomt, is niet direct als water herkenbaar.

Hierdoor is de afbeelding vrij cryptisch, en lastig te interpreteren.

Dan nog de relatie tussen de tekst en afbeeldingen. Deze is naar mijn mening hoofdzakelijk redundant (Molitor-Lübbert, 1997: 139-140). De stappen worden vrij expliciet beschreven, terwijl de afbeeldingen daar los van lijken te staan. Datgene wat is afgebeeld is vrijwel nooit datgene wat in de stappen is beschreven. Of in ieder geval niet in de mate van details van de teksten. De afbeeldingen voegen dan ook, op een illustratieve functie, niet veel toe aan de instructie. Daar komt ook nog eens bij dat afbeelding 4 in feite een herhaling is van afbeelding 3, zonder daarbij daadwerkelijk wat nieuws toe te voegen. Een kritische kijk op deze bijsluiter leert dat de afbeeldingen in feite niets toevoegen, en daarom overbodig zijn.

2.4 Resultaten van de corpusbeschrijving

De gebruiksinstructies in dit corpus tonen veel overeenkomsten. Vooral de overeenkomsten op het gebied van semiotische elementen in de afbeeldingen is opvallend. De terugkerende elementen zijn telkens weer identiek, namelijk: handen, gezicht en medicijn. Richtingen waarin een medicijn bewogen moet worden telkens aangegeven met pijlen. Hier wil het nog wel eens mis gaan met de duidelijkheid van de afbeeldingen. Gevisualiseerde richtingen zonder tekstuele uitleg kunnen mogelijk tot incorrect gebruik leiden (Duratears oogdruppels), of tot verwarring leiden. Het meest opvallend is het gebrek aan visuele indicaties voor handelingen als in- en uitademen. Deze informatie wordt telkens in tekstuele vorm gegeven. Maar aangezien de afbeeldingen de aandacht trekken zou deze informatie ook daarin moeten zijn te vinden. Hiermee kan worden voorkomen dat mensen die alleen naar de afbeeldingen kijken belangrijke informatie missen.

Over het algemeen is de visualisatie van de instructies adequaat te noemen. De wet van eenvoud wordt veelal goed aangehouden. Hierdoor zijn er weinig elementen te vinden die afleiden

27 van de kern van de boodschap. De basale ontwerpen van de meeste bijsluiters zorgen voor een rustig geheel. De boodschap staat daardoor centraal. Nietszeggende, dubbele afbeeldingen zoals die in de Salbutamol Sandoz bijsluiter voegen niets toe aan de instructie. Deze situatie zou dan ook vermeden moeten worden. Vooral in combinatie met slechte uitlijning van tekst en afbeeldingen, zorgt dit voor verwarring. Dat laatste is een algemeen punt van kritiek: niet elke bijsluiter is op een duidelijke en (theoretisch) correcte wijze ontworpen. De wet van nabijheid, die stelt dat de bron en het doel van de informatie dicht bij elkaar moeten staan (Van den Broek et al, 2010: 57), is in de bijsluiters regelmatig genegeerd. Hierdoor lopen tekstuele informatie en visuele informatie niet altijd gelijk op. Het kan daardoor lastig zijn om de juiste stappen in beide modi aan elkaar te koppelen. De Prevalin en A. Vogel bijsluiters laten zien hoe beide modi beter kunnen worden ontworpen. Dit gebeurt in beide gevallen door een (grotendeels) horizontale reeks van afbeeldingen, met daaronder de bijbehorende tekst te plaatsen. Hierdoor is direct duidelijk welke tekstuele en visuele instructies bij elkaar horen.

In positieve zin valt op dat de afbeeldingen gefocust zijn op de handelingen die uitgevoerd moeten worden. Er zijn weinig elementen aanwezig die afleiden. Gezichtsuitdrukkingen,

geslachtskenmerken, delen van het lichaam die niet relevant zijn, al deze elementen worden over het algemeen niet afgebeeld. Dat zelfde geldt ook voor de stappen die worden afgebeeld. Deze zijn in elk geval telkens de verplichte stappen. Stappen waarbij geen interactie met de medicijnhouder is worden niet afgebeeld. Echter, in enkele gevallen kan het wel handig zijn om ook de stappen zonder interactie met het medicijn uit te beelden. Denk daarbij onder andere aan de eerdere opmerking over de ademhalingsinstructies.

Over de rol van de afbeeldingen ten opzichte van de tekst is niet echt een duidelijk antwoord te geven. In zekere zin is het een vorm van redundantie. De informatie wordt immers herhaald op vrijwel exact de zelfde wijze. Toch voegt de visualisatie wel toe aan de duidelijkheid tekstuele instructies. De afbeeldingen zorgen er meer voor dat de tekst duidelijker wordt. Sommige

handelingen zijn lastig in tekst uit te leggen. Denk daarbij aan het draaien van de Seretide Diskus. Dit is uit te leggen, maar de afbeelding zorgt er voor dat de handeling direct duidelijk wordt. Je ziet dan immers wat je moet doen als gebruiker. De onderdelen die bewegen zijn duidelijker aangegeven. Deze analyses wijzen er volgens mij op dat afbeeldingen in bijsluiters vooral supplementair zijn. Dat wil zeggen dat de tekst is hier meestal de modus is die de kern van de boodschap over moet brengen. De afbeeldingen dienen die boodschap te verduidelijken. Dit doen ze door op visuele wijze de

interpretatie door de gebruiker te sturen. Daarnaast dienen ze als een bevestiging van de tekstuele boodschap. Door de stappen twee keer in het document op te nemen proberen de ontwerpers er voor te zorgen dat er geen misverstanden ontstaan, en het gebruik van het medicijn op correcte wijze zal plaatsvinden. Tot slot blijkt dat de afbeeldingen veel overlap vertonen met de tekst. Op zich is dat logisch, de afbeelding van een medicijn zal immers qua vorm, houding en onderdelen

overeenkomen met de tekstuele uitleg daarvan. Toch hebben de afbeeldingen in dit corpus een overwegend verduidelijkende functie. Daarmee is er vooral sprake van supplementaire tekst-beeld relaties. Slechts één bijsluiter bevat naar mijn mening enkel redundante afbeeldingen. Overige afbeeldingen zijn complementair of bij uitzondering redundant.

Op basis van de resultaten van deze corpusbeschrijving heb ik ervoor gekozen om de instructies van de bijsluiter van de Seretide Diskus te gaan gebruiken voor het experiment. Er moeten namelijk enkele complexe handelingen door de gebruiker worden uitgevoerd om dit medicijn toe te dienen. Daar komt bij dat het apparaat, de Diskus, een nogal ongebruikelijke vorm heeft. Wanneer de Diskus vergeleken wordt met de vorm van bijvoorbeeld de neusspray, het flesje van de oogdruppels en zelfs de andere inhalator, blijkt er een groot verschil te zitten in de herkenbaarheid van het object. Waar de overige medicijnen relatief gangbaar zijn (vrijwel iedereen heeft wel eens een neusspray gebruikt of gebruikt zien worden door een ander), heeft de Diskus een onbekendere vorm. Om deze reden vermoed ik dat de Diskus niet (correct) kan worden gebruikt zonder eerst de bijsluiter te lezen. Dat maakt de Diskus-bijsluiter een exemplarische bijsluiter om te gebruiken in het experiment. In de

28 volgende hoofdstukken zal daarom alleen nog worden gesproken over de Diskus en de instructies in de bijbehorende bijsluiter.

29

In document Afbeeldingen in bijsluiters Bijlagen (pagina 30-33)