• No results found

Aanpassingen bijsluiter

In document Afbeeldingen in bijsluiters Bijlagen (pagina 51-57)

4. Panel interview om tot bijsluiters voor het experiment te komen

4.4 Aanpassingen bijsluiter

van de gevolgen van het spoelen van de mond. Hoewel dit wel tegen de stelling in gaat dat de

instructies zo kort en bondig mogelijk moeten zijn.

Al met al heeft dit panel interview goede feedback opgeleverd. Op enkele punten ben ik teruggefloten door het panel. Wellicht vanwege een te academische kijk op de bijsluiter die niet goed aansloot met het gebruik door leken. Ook de input bij de afbeeldingen was bijzonder welkom.

Hoewel de keuzes daar in lijn der verwachting lagen en er weinig grote veranderingen werden vereist, is het goed om te weten dat men in de praktijk met de nieuwe afbeeldingen kan werken. De verwerking van deze input zal worden besproken in het volgende hoofdstuk.

4.4 Aanpassingen bijsluiter

Voor dit onderzoek zal ik zoals gezegd werken met de bijsluiter van de Seretide Diskus.

De eerste reden om voor dit medicijn te kiezen is ook direct een met belangrijke gevolgen voor dit experiment. De Diskus is namelijk, in tegenstelling tot de overige medicijnen in het corpus, verpakt in een niet alledaagse verpakking. Het probleem met oogdruppels of neusspray is dat veel mensen dergelijke medicijnen hebben gebruikt, ongeacht of dat op regelmatige basis is geweest. De kans is dan ook groot dat dergelijke bijsluiters door de participanten in het onderzoek zullen worden herkent. Wellicht alleen al op basis van vorm herkenning. Dit zou de interne validiteit van mijn onderzoek ernstig ondermijnen. Ook de keelspray van A. Vogel voldoet aan dat criterium. Deze is qua vorm wellicht minder standaard dan de overige medicijnen, maar er hoeft niet een bijzonder

complexe handeling worden uitgevoerd. Dat wil zeggen: ik vermoed dat de meeste mensen het medicijn makkelijk kunnen gebruiken zonder de bijsluiter te lezen.

De gewone inhalator (Sabutamol Sandoz) is wederom een vrij herkenbaar product. Seretide Diskus daarentegen is vrij opmerkelijk qua vorm en vereist een aantal handelingen voor gebruik welke niet zijn af te leiden zonder de bijsluiter te lezen. Het apparaat ziet er, bij gebrek aan een beter woord, cryptisch uit. Mijn vermoeden is dan ook dat de participanten aan dit experiment niet op basis van bestaande kennis zullen, of kunnen handelen.

Concreet komt deze keuze er op neer dat ik vermoed dat de Seretide Diskus het minste gevaar vormt voor de interne validiteit van dit onderzoek en tot de meest betrouwbare data zal leiden.

Om dit te onderzoeken is er een experiment opgezet. Deze is terug te vinden in de hoofdtekst (hoofdstuk 3). In dit hoofdstuk zullen de drie varianten van de bijsluiter worden besproken. Hierbij wordt uit gegaan van de bijsluiter van de Seretide Diskus. Bij alle gebruikte

bijsluiters is de tekst van de bijsluiter één op één overgetypt en in exact de zelfde positie geplaatst als in de oorspronkelijke bijsluiter. Het inscannen van de bijsluiter leverde afbeeldingen op van

onvoldoende kwaliteit. Zo scheen de achterkant van de bijsluiter telkens door, waren er vouwen te zien, en waren er onregelmatigheden in de kwaliteit van de afbeelding. Dit was dermate afleidend dat ik de keuze heb gemaakt om de tekst zelf over te typen.

In dit hoofdstuk zal worden besproken hoe de bijsluiters zijn aangepast en op basis van welke theoretische handvaten dit is gedaan. Om dit ontwerpproces duidelijker te maken zal ik eerst de belangrijkste theorie voor deze fase van het onderzoek uiteenzetten.

4.4.1 Bijsluiter 1: tekstuele instructie

Bijsluiter 1 (B1) zal worden gebruikt om de nulhypothese te bewijzen. Het betreft hier dan ook de bijsluiter die aan de controlegroep zal worden gegeven. De bijsluiter van de Diskus omvat een zeer complete en uitgebreide tekstuele instructie naast de visuele instructies. Deze controle bijsluiter bestaat uit het oorspronkelijke ontwerp, zonder de afbeeldingen.

Concreet houdt dit het volgende in:

- Licht aangepaste tekst (enkele zinnen uit stap 1 en 2 zijn verplaatst naar de algemene instructies). - Afbeeldingen zijn verwijderd.

- Uitlijning van de tekst zal is aangepast.

48 Dat laatste zal gebeuren bij alle bijsluiters. Enkel de instructie is voor dit onderzoek van belang. De rest van de bijsluiter is niet relevant en kan mogelijk tot een overdaad aan overbodige informatie leiden. Om de participanten alleen op de relevante delen te wijzen worden interfererende variabelen zo veel mogelijk beperkt. Het opnieuw uitlijnen van de tekst is gedaan vanwege de oorspronkelijke opmaak van de tekst. Deze is namelijk zo uitgelijnd dat er aan de rechterkant ruimte is voor de afbeeldingen. Wanneer de afbeeldingen weg worden gehaald blijven er rare witruimtes over met af en toe een regel die veel verder doorloopt dan de rest. Om de bijsluiter zo normaal mogelijk te laten overkomen, en de leesbaarheid enigszins te bevorderen ten opzichte van bovenstaand alternatief, is de tekst over een gelijke horizontale afstand worden uitgelijnd.

49 4.4.3 Bijsluiter 2: tekstueel-visuele instructie (vier eenvoudige tekeningen)

De tweede bijsluiter (B2) is vrijwel identiek aan de originele bijsluiter van de Seretide Diskus. De verschillen zitten in de tekst en de afbeeldingen. Net zoals bij B1 is er sprake van een lichtelijk aangepaste tekst, waarbij enkele zinnen zijn verplaatst naar de algemene instructies. Hierin verschilt B2 dan ook niet van de overige bijsluiters in dit experiment.

Waar B2 wel op verschilt is de wijze waarop de afbeeldingen zijn ontworpen. Deze aanpassing betreft de tekenstijl van de afbeeldingen. Uit de corpusanalyse bleek dat de Seretide bijsluiter uniek is in de gebruikte stijl. Alle overige bijsluiters maken gebruik van simplistische afbeeldingen waarbij alleen lijnen zijn te zien. Vanuit de wet van eenvoud kan worden

beargumenteerd dat het weglaten van o.a. diepte en kleurnuances, de afbeeldingen duidelijker worden. Dat wil zeggen: slechts de kern blijft over, en er zijn geen (of zo min mogelijk) afleidende elementen aanwezig. In deze bijsluiter zijn de afbeeldingen uit de originele bijsluiter (B0) één op één worden overgenomen, met als verschil dat er gebruik gemaakt is van alleen lijnen, en één enkele steunkleur (een donkere grijstint) om de delen van de Diskus beter te onderscheiden. Deze keuze is gemaakt op aangeven van input door het panel. Dit komt ook overeen met de uiterlijke kenmerken van de Diskus. Eén van deze helften is namelijk daadwerkelijk donkerder gekleurd dan de ander. De helft die in het echt donkerder is, is op de afbeeldingen ingekleurd met een donker grijze kleur. Het hendeltje is ingekleurd om deze zo beter zichtbaar te maken. Dat was namelijk een reden van het panel om voor de gekozen variant te gaan in plaats van de versie zonder steunkleur. Alle oorspronkelijke elementen zijn aanwezig. De pijlen die de richting van een handeling aangeven zijn identiek gebleven. Ook de rest van de elementen is exact het zelfde gebleven (op grafische stijl na).

De nieuwe tekenstijl had enkele gevolgen, ook op de wijze waarop details van de afbeeldingen zijn afgebeeld. Bij stap 6 bijvoorbeeld, is de oorspronkelijke positie van de duim waarmee het hendeltje moet worden verschoven afgebeeld in de startpositie van de handeling. Dat wil zeggen: geheel rechts tegen de Diskus aan. In deze positie waren de duim en het hendeltje niet voldoende zichtbaar. Het overzetten van de tekening naar een lijnenspel bracht daar onvoldoende verandering in. Deze afbeelding is daarom lichtelijk aangepast, waardoor de duim en het hendeltje nu halverwege de Diskus (en dus halverwege de handeling) zijn afgebeeld. Hierdoor zijn de duim en hendel nu beter zichtbaar. De duim is immers niet meer half achter de Diskus geplaatst en het hendeltje is niet meer een bolletje in een hoekje van de Diskus. Vermoedelijk wordt het oog beter gestuurd wanneer deze elementen in de afbeelding centraler zijn geplaatst. Daarnaast is de hendel ingekleurd met een steunkleur, om zo relevantie aan te geven. Het panel vond dat deze variant het beste was. De redenering daarachter is terug te vinden in het vorige hoofdstuk. Deze variant is daarmee gekozen als definitief ontwerp.

Bij stap 4 een pijl toegevoegd die aangeeft dat er door de mond, via de Diskus moet worden ingeademd. Het gebrek van deze pijl was één van de kritiekpunten van de eerste analyse van de bijsluiter. Naar mijn mening vult deze pijl de afbeelding aan, en is deze daardoor completer geworden. Reacties vanuit het panel ondersteunen dit vermoeden.

Tot slot zijn er enkele aanpassingen aan de afbeeldingen gemaakt die verder gaan dan de tekenstijl. Concreet betekent dit dat er een pijl is toegevoegd in de afbeelding die bij stap 4 hoort. Deze pijl loopt vanuit de Diskus, via de mond naar beneden door de keel. Hiermee is het volgende deel van de instructie gevisualiseerd: ‘...adem gelijkmatig en diep in door de Diskus en niet door uw neus.’ Deze pijl is indexicaal van aard omdat een beweging (de zuurstof en het medicijn die worden ingeademd) afbeeld die het gevolg is van de handeling ademen, waarbij de stippellijn symbolisch van aard is (gebaseerd op de afspraak dat lucht geen vaste vorm heeft net zoals deze lijn). Over de vorm van de pijl werd wederom een advies ingewonnen van het panel. De mogelijkheden bestonden uit een pijl bestaande uit korte, gelijkmatige, streepjes of een solide pijl. Op basis van feedback van het panel is voor de pijl met een stippellijn gekozen. Daarnaast is ook het perspectief van afbeelding 4 een beetje veranderd. Deze zal in deze bijsluiter geheel van opzij zijn, ten opzichte van het 3/4e perspectief van het origineel. Hierdoor is de keel beter afgebeeld en is de afbeelding vlakker qua vorm.

50 4.4.4 Bijsluiter 2 (tekstueel-visuele instructie met vier eenvoudige tekeningen)

51 4.4.5 Bijsluiter 3: tekstueel-visuele instructie (zes eenvoudige tekeningen, dus per

instructiestap)

De laatste bijsluiter is een aangepaste versie van B2, met twee toegevoegde afbeeldingen. In de basis is deze daarmee gelijk aan B2 qua algemene opmaak. Dat wil zeggen: net zoals bij de overige twee bijsluiters is er niets worden gedaan aan de tekstuele.

De aanpassing komt in de vorm van het gelijk maken van het aantal tekstuele en visuele stappen. De oorspronkelijke verdeling is zes (tekstuele) ten opzichte van 4 (visuele) stappen, er zijn twee tekstuele stappen niet gevisualiseerd. Het betreft hier de volgende stappen:

3. Houdt de Diskus van uw mond verwijderd en adem zo ver mogelijk uit. Adem niet in uw Diskus. 5. Spoel uw mond nadien met water en spuug het uit. Dit kan helpen om het optreden van schimmelinfectie in de mond (spruw) en heesheid te voorkomen.

Belangrijk is dat de kern van deze instructies uit de tekst is gefilterd. Het gaat immers in de visuele instructies om het verduidelijken van de handelingen, niet om de reden daar achter.

Dat heeft als gevolg dat bij stap 3 een afbeelding is gemaakt waarbij een zijaanzicht van een gezicht is getoond. Daarnaast zijn de Diskus en een pijl die de ademhaling weergeeft afgebeeld. De tweede zin van deze stap is belangrijk: men mag niet in de Diskus ademen. Er is daarom voor gekozen om de Diskus lager af te beelden dan de mond en de pijl. De pijl gaat duidelijk zichtbaar op een hogere horizontale lijn over de Diskus heen. Daarnaast stopt de lijn ook voor de verticale as waarop de Diskus is afgebeeld. Het nadeel is dat een kortere lijn mogelijk een korte ademhaling impliceert. Het voordeel is wel dat de pijl hierdoor de Diskus niet raakt, waardoor uitademen in de Diskus niet per ongeluk wordt afgebeeld. De Diskus zelf is op afstand van het gezicht geplaats, in een gekantelde houding. Hierdoor is duidelijk dat de Diskus van de mond moet worden gehouden tijdens deze stap. Tijdens het panel interview werden twee varianten voorgesteld. Eén met een solide pijl, en één met een stippellijn. De versie met stippellijn werd door het panel gekozen als de beste optie. Dit vanwege het feit dat een stippellijn volgens hen de ademhaling beter weergeeft. Deze variant was juist met dat in gedachten ontworpen. De gedachtegang hier achter was dat een stippellijn luchtig is, net zoals lucht (ademhaling) dat is.

Stap 5 is lastiger om uit te beelden. Wanneer er in deze stap wordt gekeken naar de

handeling op zich, dan is deze terug te brengen naar: Spoel uw mond nadien met water en spuug het uit. Dit zijn feitelijk twee handelingen. Deze complicatie zorgde er voor dat twee handelingen als één moesten worden afgebeeld. Bijvoorbeeld door het opsplitsen van de beschikbare afbeeldingsruimte zodat beide afbeeldingen naast elkaar komen. Een andere mogelijkheid was het afbeelden van de persoon, met een glas water in de hand (ongeveer half vol) die het water uitspuugt.

Mogelijkheid nummer drie was het afbeelden van slechts één van deze stappen. Daar schuilde echter wel het gevaar in dat de informatie dan uiteraard niet meer compleet zal zijn. Bovendien rees de vraag ‘welke stap is belangrijker?’. Is dat het innemen van water, of het uitspugen?

Er is uiteindelijk gekozen om voor de derde mogelijkheid te gaan. De reden hiervoor is dat dit simpeler en duidelijker is. Het afbeelden van slechts één deel van de stap zou wellicht voldoende indicatie kunnen geven over de handeling die volgt. Uit het panel interview bleek dit ook het geval te zijn. De keuze om slechts een glas aan de mond af te beelden werd door de participanten begrepen als “de mond spoelen”. Dit ontwerp is daarmee effectief in het overbrengen van de juiste boodschap. Het panel koos daarnaast voor de variant waarbij het water in het glas een lichte grijstint had

gekregen. Deze variant zal dan ook tijdens het experiment worden gebruikt. Ik hoop de continuïteit van deze bijsluiter te verbeteren door twee extra afbeeldingen toe te voegen, waardoor het aantal tekstuele en visuele stappen gelijk zal zijn.

52 4.4.6 Bijsluiter 3 (tekstueel-visuele instructie met zes eenvoudige tekeningen)

In document Afbeeldingen in bijsluiters Bijlagen (pagina 51-57)