• No results found

3. Vooronderzoek

3.1 Analyse data

3.1 Analyse data

De Excel sheet met het overzicht van de data van dit vooronderzoek is te vinden aan het einde van deze paragraaf. De data zullen worden besproken in de volgorde die overal in dit verslag is

aangehouden, namelijk: duidelijkheid, begrip (zowel vermeend als toegepast begrip) en tot slot waardering. Daarnaast is er in de enquêtes ook naar onder andere persoonlijke data en de tijden die de participanten nodig hadden om de instructies te lezen en uit te voeren gekeken. Deze paragraaf begint met de persoonlijke data, en eindigt met de overige gegevens.

3.1.1 Persoonlijke data

De groep participanten bestond zoals gezegd uit vijf personen. Vier van hen waren mannen, één van hen een vrouw. De gemiddelde leeftijd van deze groep was 25 jaar, en het laagste opleidingsniveau was HBO. Geen van deze personen had voorkennis van de Diskus of soortgelijke medicijnen. Daarmee is de groep relatief gezien identiek op opleidingsniveau, leeftijd en voorkennis. Vanwege het hoge opleidingsniveau kan worden verwacht dat deze groep in hoge mate geletterd is, en daardoor wellicht minder problemen zal hebben met het begrijpen van de instructies dan lager opgeleide personen.

3.1.2 Duidelijkheid

De eerste variabele die zal worden bekeken is duidelijkheid. In eerste instantie zal ik daarbij de data voor de duidelijkheid van de tekst analyseren, en vervolgens de data voor de afbeeldingen.

In de onderstaande tabel is de data voor de duidelijkheid van de tekst te vinden.

Duidelijkheid Tekst

Stap Originele bijsluiter (B0)

1 3.6 3.8 2 4.2 4.0 3 4.2 4.0 4 3.8 3.6 5 4.4 4.4 6 4.0 4.0

Per stap zijn in deze tabel twee getallen te zien. Deze staan voor de twee vragen die in de enquête werden gesteld. Het eerste getal staat voor de duidelijkheid van de tekstuele instructie. Daarmee werd de leesbaarheid van de instructie bevraagd. Het tweede getal betreft de mate waarin de instructie duidelijk maakte hoe de betreffende stap moest worden uitgevoerd. Dit getal gaat dan ook feitelijk over de inhoudelijke duidelijkheid van de stap.

Uit deze gegevens is op te maken dat elke stap voldoende duidelijk is geweest voor deze groep participanten. Het laagste gemiddelde cijfer is een 3.6, wat kan worden aangemerkt als een nipte voldoende. De scores boven de 4.0 laten zien dat enkele van de stappen aanzienlijk duidelijker waren. Opvallend is dat het hier de stappen betreft waarin interactie met de Diskus minimaal is. In stap 2 (scores: 4.2 en 4.0) hoefden de participanten alleen de hendel terug te schuiven. Vervolgens was er in de stappen 3 en 5 geen interactie met de Diskus (inademen en water innemen). Stap 6 is

32 daarnaast een herhaling van stap 1 en zal dan ook vanwege ervaring makkelijk kunnen worden uitgevoerd. De stappen die volgens de data minder duidelijk waren (stap 1 en 4) omvatten het eerste contact met de Diskus en het daadwerkelijk innemen van het medicijn. Vermoedelijk is dat eerste contact met de Diskus onwennig geweest voor deze participanten, en bood de tekst minder houvast dan zij graag zouden willen. Bij het innemen van het medicijn moesten de participanten

daadwerkelijk tot interactie met de Diskus komen. Het is voor de hand liggend om te stellen dat zij dan exact willen weten hoe dit moet worden gedaan. Tijdens het innemen van een medicijn is het immers van belang om dit correct te doen. Wellicht is de interactie met de Diskus tijdens deze stap te ongewoon geweest voor deze participanten (omdat het de eerste keer was dat zij het medicijn gebruikten), en bood de tekst ook hier niet zoveel houvast als zij zouden willen zien. De data bij de afbeeldingen laat een ander patroon zien. Deze gegevens zijn in de volgende tabel samengevat.

Duidelijkheid Afbeeldingen Stap B0 1 3.2 3.6 2 3.6 3.6 3 4 3.6 3.0 5 6 3.4 3.6

Deze cijfers laten een veel eenduidiger beeld zien. Geen van de afbeeldingen scoort gemiddeld boven de 3.6, waarbij het laagste cijfer een 3.0 is. De afbeeldingen zijn daarmee als gemiddeld tot net voldoende beoordeeld. Ook bij de afbeeldingen zijn de negatieve uitschieters te vinden bij de eerste en vierde stap (3.2 en 3.0), waarbij het verschil tussen beide vragen bij deze stappen wel opvallend groot is. Een reden daarvoor kan ik niet vinden in deze data.

Opvallend is ook dat de tekst in deze bijsluiter duidelijker is bevonden dan de afbeeldingen. De reden hiervoor is wellicht te vinden in de vermoedens die ik had voorafgaand aan dit deel van het onderzoek, namelijk dat de afbeeldingen te onduidelijk waren vormgegeven. De gemiddelden voor de leesbaarheid van de afbeeldingen onderschrijven deze aanname. Deze cijfers liggen op de rand van gemiddeld en voldoende en laten daarmee zien dat er veel ruimte voor verbetering is qua duidelijkheid van de leesbaarheid van de afbeeldingen. De onduidelijke afbeeldingen waren wellicht lastig te ontcijferen waardoor ze als onduidelijk werden ervaren. De tekst daarentegen berust niet op een visuele overeenkomst met de Diskus, en liet de participanten wellicht een eigen mentaal beeld vormen van de uit te voeren handelingen die duidelijker was dan hetgene de afbeeldingen boden. 3.1.3 Vermeend begrip

Begrip werd, zoals vermeld, op twee manieren bevraagd. Het vermeende begrip, de mate waarin de participanten denken de instructies te hebben begrepen, is bevraagd door middel van de enquête. In de onderstaande tabel zijn de gemiddelden van deze vragen per stap samengevat. Onderaan de tabel is een gemiddelde score van alle stappen vermeld.

Begrip Tekst

33 1 3.6 2 3.8 3 4.4 4 3.6 5 4.4 6 4.0 GEM 3.96

Uit deze cijfers blijkt dat het begrip van de tekstuele instructies ongeveer gelijk is aan de duidelijkheid van deze instructies. In enkele gevallen (met name de stappen 1 en 2) zijn deze gemiddelden zelfs lager dan de duidelijkheid. Toch zijn er ook hier geen scores te zien die als

onvoldoende kunnen worden beschouwd. Wederom is de laagste score een 3.6, en de hoogste score een 4.4. Kijkend naar deze cijfers blijkt dat de stappen waarin geen interactie met de Diskus

plaatsvond (stappen 3 en 5) het duidelijkst waren. Ik vermoed dat dit kan worden toegewezen aan de betreffende handelingen. Inademen en de mond spoelen met water zijn immers alledaagse

handelingen die een ieder zonder uitleg kan uitvoeren. De daadwerkelijke handelingen met de Diskus blijken echter niet optimaal te worden uitgelegd in de tekst. Bij deze stappen, met uitzondering van stap 6 is er sprake van scores tussen de 3.6 en 3.8. Hiermee komen deze gegevens overeen met het patroon dat bij duidelijkheid is waargenomen. Bij de afbeeldingen zijn de volgende gemiddelden te zien: Begrip Afbeeldingen Stap B0 1 3.6 2 3.8 3 4 3.4 5 6 3.6 GEM 3.6

Wederom geen onvoldoende scores, maar ook hier is te zien dat de afbeeldingen lager scoren dan de tekstuele instructies. Dat komt door de gemiddelden bij de stappen 4 en 6. Zo valt uit de data op te maken dat met name stap 4 problematisch is, en dit voor een deel aan de afbeeldingen lijkt te liggen. Tijdens het uitvoeren van dit onderzoek zijn er aantekeningen gemaakt van de opmerkingen die de participanten maakten, daarin blijkt nogmaals dat stap 4 (en stap 3) voor wat problemen zorgden. Meer daar over in de volgende paragraaf. Afsluitend kan worden gesteld dat de mate van vermeend begrip van zowel de tekst als de afbeeldingen voldoende is. Toch zijn het geen overtuigende cijfers, de gemiddelde score van 3.6 voor de afbeeldingen is met slechts 0.1 punt boven de grens van gemiddeld begrip vrij laag te noemen. Het begrip van de tekst ligt wat hoger, maar ook daar blijkt ruimte te zijn voor verbetering. Net zoals bij duidelijkheid blijkt echter ook hier dat met name de afbeeldingen de meeste ruimte voor verbetering over laten.

3.1.4 Toegepast begrip

Toegepast begrip betreft de mate waarin de participanten de instructies in de praktijk konden uitvoeren. Het is dan ook een controle op de mate van vermeend begrip, om te kijken of beide vormen overeenkomen. Deze vorm van begrip is gemeten door middel van observatie met behulp van een checklist.

Uit dit deel van het onderzoek blijkt dat vermeend begrip overeenkomt met het toegepaste begrip. Dit komt naar voren in de wijze waarop de stappen zijn uitgevoerd. Slechts één stap werd

34 door één participant verkeerd uitgevoerd. Het betrof hier stap 4, waarvan in de voorgaande data al bleek dat deze stap minder goed werd begrepen. De betreffende proefpersoon (B0-#3) liet daarbij de volgende opmerking optekenen: “Ik vind dat inademen erg vaag.” Deze participant voerde de

handeling dan ook verkeerd uit. Hij ademde in en uit door de Diskus, in plaats van alleen in te ademen. Opmerkelijker was echter dat deze participant de Diskus verticaal aan de mond zette, en niet horizontaal zoals is aangegeven in de afbeeldingen in de bijsluiter. Dit is vermoedelijk terug te voeren op onzorgvuldigheid, waarbij deze participant de afbeelding wellicht niet goed heeft bekeken. Uit de tekst is immers niet op maken op welke wijze de Diskus aan de mond gezet dient te worden. De onduidelijkheid over het in- en uitademen is lastiger te verklaren. Gezien de relatief lage score voor begrip van de tekstuele instructie vermoed ik dat dit de oorzaak van de onduidelijkheid is.

De overige stappen zijn door de participanten ofwel correct, ofwel helemaal niet uitgevoerd. De niet uitgevoerde stappen laten niet zien of de participanten deze stappen niet begrepen. Het is mogelijk dat zij het simpelweg niet nodig vonden om, ondanks de instructies aan het begin van de enquête, deze stappen niet uit te voeren. Daarnaast was er bij stap 5 sprake van praktische redenen om de handelingen niet uit te voeren. Bij deze stap moesten de participanten water innemen en de mond spoelen. Zij hadden echter niet van te voren water gekregen, en op één persoon na namen zij niet de moeite om dit zelf te pakken. Tegelijkertijd geven de goed uitgevoerde stappen slechts aan dat de participanten de instructies op correcte wijze hebben geïnterpreteerd en correct konden uitvoeren. Daarin is geen nuance opgenomen zoals bijvoorbeeld de mate van dit begrip. De vragen naar vermeend begrip geven een betere indicatie van die nuances.

3.1.5 Waardering

Ook op het gebied van waardering zijn de bovenstaande patronen te vinden. De tekstuele instructies ontvingen (op de tien punt schaal) beoordelingen die als voldoende kunnen worden aangemerkt. De grotere schaal leverde meer nuances op in de cijfers. Afgaande van de traditionele interpretatie van deze schaal kan worden gesteld dat de tekst redelijk goed is gewaardeerd.

Waardering Tekst Stap B0 1 6.4 2 6.6 3 7.8 4 6.6 5 7.6 6 7 GEM 7

Met een gemiddelde van 7 voor alle stappen gecombineerd, en een 6.4 als laagste individuele gemiddelde is er sprake van duidelijke voldoendes. Daar tegenover staan de scores die aan de afbeeldingen zijn gegeven. Hieruit blijkt dat deze minder goed zijn beoordeeld dan de bijbehorende teksten. Hiermee komen de cijfers, ondanks de andere schalen, overeen met de data die bij de voorgaande variabelen zijn gevonden.

Waardering Afbeeldingen Stap B0 1 6.6 2 6.2 3 4 6.0 5

35

6 5.8

GEM 6.15

Opvallend is dat de afbeelding bij stap 1 iets beter is gewaardeerd dan de bijbehorende tekst (6.6 tegenover 6.4). Alle overige stappen laten zien dat de afbeeldingen minder goed zijn gewaardeerd. Over het geheel gezien is dat zelfs een verschil van 0.85 gemiddeld. Dat verschil lijkt vooral bij de verschillen tussen beide modi bij de stappen 4 en 6 te zijn ontstaan. Daar is sprake van verschillen van 0.6 en maar liefst 1.2 ten opzichte van de tekst. Het zou kunnen dat de afbeeldingen bij stap 6 niet voldoende toevoegen aan de tekstuele instructie. Het betreft immers een herhaling van eerdere informatie, zowel in omgekeerde tekstuele vorm als in visuele vorm. Daar tegenover staat dat de afbeelding van deze stap ook beduidend minder goed scoren op duidelijkheid en begrip dan de bijbehorende tekst. Uit die data kan worden afgeleid dat deze afbeelding niet juist is ontworpen. Dat geldt overigens ook voor de afbeelding bij stap 4.

De gehele bijsluiter kreeg een gemiddelde score van 6.8 toegewezen. Daarmee ligt de waardering van het geheel meer in lijn met de gemiddelden van de tekstuele instructies dan met de gemiddelde waardering van de afbeeldingen. De score van 6.8 is ruim voldoende te noemen, maar toont ook aan dat er ook op het gebied van waardering ruimte is voor verbeteringen. Kijkend naar de individuele gemiddelden lijkt deze ruimte wederom bij de afbeeldingen te liggen.

3.1.6 Overige resultaten

Tot slot is er gekeken naar onder andere de benodigde tijd voor het lezen, en uitvoeren, van de instructies, de volledigheid van de instructies, en de houdingen van de participanten ten opzichte van de rol van afbeeldingen in de bijsluiters. De benodigde tijd en de volledigheid zullen als eerst worden besproken.

De gemiddelde benodigde tijd van deze groep participanten ligt op 2:52 minuten. Daarbij is er gemeten vanaf het moment dat de participanten begonnen met lezen, tot het moment dat zij aangaven klaar te zijn met het uitvoeren van de handelingen. Met nog geen 3 minuten lijken de participanten vrij snel door de instructies te lezen en die uit te voeren. Relatief gezien is dit ook zo, uit de latere experimenten bleek echter dat deze bijsluiter meer tijd vereiste van de participanten dan de overige varianten. Meer daar over in de analyse van die data.

Dan de volledigheid van de instructies. In tegenstelling tot de drie belangrijkste variabelen van dit onderzoek scoorde volledigheid vrijwel geen cijfers onder de 4.0, met een enkele 3.8 als uitzondering. Met een algemeen gemiddelde van 4, en een hoogste beoordeling van 4.2 kan de volledigheid als ruim voldoende worden beschouwd. De tabel op de volgende pagina geeft een compleet overzicht van de gemiddelden per stap.

Volledigheid Instructie Stap Bijsluiter 2 1 4.0 2 4.0 3 4.0 4 3.8 5 4.2 6 4.0 GEM 4

Het laagste cijfer is te vinden bij stap 4. In de bovenstaande analyses werden bij deze stap ook lagere scores gevonden voor duidelijkheid en begrip. De lagere mate van volledigheid kan, hoewel in vergelijking met de overige data in beperkte zin, een oorzaak daarvan zijn geweest. Opvallend is de eenduidigheid van deze data. Met slechts twee uitzonderingen liggen alle data op de zelfde lijn.

In document Afbeeldingen in bijsluiters Bijlagen (pagina 35-40)