• No results found

Rechts: Duitsland, wees gewaarschuwd

Hoofdstuk 4: Wir schaffen das (1 juli – 1 oktober 2015)

4.2.3 Rechts: Duitsland, wees gewaarschuwd

In de twee rechtse bladen werd de Willkommenspolitik van Merkel sterk bekritiseerd. In

Elsevier Weekblad schreef redacteur Eric Vijsen het volgende: ‘Dit zijn symptomen van een

wereldorde waarin elke regie ontbreekt.’192 Een andere redacteur, Servaas van der Laan,

beweerde dat veel migranten geen hulpbehoevende oorlogsvluchtelingen waren zoals velen dachten. Er zaten volgens hem ook heel veel economische migranten tussen die van de gelegenheid gebruik maakten.193 Hij verweet het Merkel dat deze groep het land in kon komen.

Met haar initiële ruimhartige opstelling probeerde ze Duitsland een positief en gastvrij

190 Pieternel Gruppen, ‘Angst zorgde voor doorbraken’, Trouw, 23 september 2015.

191 Rob de Wijk, ‘De roep om grenzen te sluiten zal steeds luider klinken’, Trouw, 28 augustus 2015.

192 Eric Vrijsen, ‘Ieder voor zich; Wereld verkeert in chaos, maar besluiteloos Nederland wil polderen’, Elsevier Weekblad, 26 september 2015.

zelfbeeld te geven, wat vervolgens opblies in haar gezicht. Toen met name de CSU kwam klagen dat Beieren de toestroom niet meer aankon, nam ze het beleid ‘moeiteloos’ weer terug.194 Gert-Jan Schoonhoven, chef van de redactie Nederland bij Elsevier Weekblad, vond

dat de politiek sterk moest blijven. Politici moesten niet toegeven aan emoties die heftige beelden, zoals de dood van het driejarige jongetje Aylan, losmaakte. Ruimhartigheid kon niet oneindig zijn.195 Duitsland moest niet ineens alle immigranten toelaten waar ook fraudeurs,

oorlogsmisdadigers of IS-strijders tussen zouden kunnen zitten, puur op basis van de emoties die deze ene foto losmaakte. ‘Vrijwel niemand die het hoofd koel hield en zich afvroeg wat voor land het op lange termijn oplevert als er wéér een grote groep immigranten bijkomt, waaraan de samenleving geen behoefte blijkt te hebben wanneer de ‘humanitaire bevlieging’ voorbij is.’196

In Elsevier Weekblad verwezen opiniemakers meerdere keren naar het naziverleden. Politiek redacteur Carla Joosten zei hier het volgende over: ‘Merkel en tal van haar landgenoten dwingen zo hun persoonlijke en nationale geschiedenis op aan de rest van Europa’.197 Jelte

Wiersma schreef iets soortgelijks: ‘Het is goed dat Duitsers hun historie verwerken, maar ze moeten niet te ver gaan.’198 Hij haalde René Cuperus aan die Merkel als dé verpersoonlijking

van de Duitse macht zag. Als de gemoederen oplopen, wilde ze nog wel eens worden afgebeeld als Adolf Hilter, aangezien ze steeds meer de baas speelde in Europa en andere landen zich van haar vervreemdden.199 Hij vond dat haar handelen ‘doorspekt’ was van historische

schuldgevoelens.

De Telegraaf kende veel cynische artikelen waarin opiniemakers mogelijke

doemscenario’s schetsten en de bondskanselier bekritiseerden. Ronald van Gessel, oud- correspondent in Brussel en Berlijn, schreef cynisch: ‘Het feit dat economische oase Duitsland even riep dat alle Syriërs welkom waren, heeft een ongekende volksverhuizing op gang gebracht die niet meer lijkt te stoppen. […] Het vluchtelingen knuffelen heeft in Duitsland maar even geduurd’.200 Wim Hoogland, journalist bij De Telegraaf, meende dat de goede

bedoelingen zouden vervallen in massahysterie rond vluchtelingen. ‘Angela Merkel kan wel roepen dat alleen zij die in nood zijn mogen blijven, maar dat zal honderdduizenden anderen

194 Servaas van der Laan, ‘Niet zielig, wel in grote haast’, Elsevier Weekblad, 19 september 2015.

195 Gertjan van Schoonhoven, ‘Emotie regeert; Zelfs politici zijn in de ban van de beeldcultuur. Wie houdt het

hoofd koel?’, Elsevier Weekblad, 12 september 2015.

196 Ibidem.

197 Carla Joosten, ‘De deur staat open’, Elsevier Weekblad, 12 september 2015. 198 Jelte Wiersma, ‘Dwingeland Duitsland’, Elsevier Weekblad, 26 september 2015. 199 Ibidem.

niet weerhouden te komen’. Hij waarschuwde voor een ontregelde maatschappij doordat liefdadigheid de overhand nam. Deze liefdadigheid kwam volgens hem voort uit schuldgevoelens over het naziverleden.201 Evenals in Elsevier werd ook in De Telegraaf naar

het naziverleden verwezen. Bovendien waren opiniemakers, zoals journalist Arno Reekers, van mening dat de opvang van grote groepen vluchtelingen niet samen kon gaan met een verzorgingsstaat.202 Daar zou het land niet op zijn ingesteld.

Naast waarschuwingen, gingen opiniemakers ook in op de ambivalente houding van Merkel. Journalist bij De Telegraaf, Hans Kuitert vond Merkels houding wispelturig. Eerst nodigde ze iedereen uit, vervolgens voerde ze grenscontroles in en dan ontkende ze de noodsituatie. Zo leerde ze vluchtelingen de verkeerde les: ‘Kijk je goed naar wat er vandaag in Europa gebeurt, dan zie je dat de vluchtelingen, bij gebrek aan daadkracht en duidelijkheid van de EU [en Duitsland], zelf de migratieagenda van de Unie bepalen.’203 Opnieuw raadde een

Nederlandse opiniemaker de Duitse bondskanselier aan daadkracht te laten zien en waarschuwde hij voor de gevolgen wanneer dit niet zou gebeuren. Buitenlandcorrespondent Frank van Vliet, ging ook in op de verandering in stijl van Merkel. Voorheen was ze voorzichtig en wachtte ze eerst af voordat ze een beslissing maakte. In het geval van de vluchtelingencrisis deed ze dit niet. Hij stelde zelfs dat ze voor het eerst in haar politieke carrière zonder twijfel voorop liep waar hij bewondering voor toonde.204 Zó machtig was Merkel.

Duitslandcorrespondent Rob Savelberg deed uitvoerig verslag over Duitsland ten tijde van de vluchtelingencrisis. Hij reisde af naar Hongarije, Griekenland en Berlijn om van dichtbij mee te krijgen wat zich afspeelde. Daarnaast schreef hij opvallend genoeg ook een artikel waarin hij Thilo Sarrazin een podium gaf om zijn misgenoegen over Merkel uit te spreken. Sarrazin liet zich kritisch uit over Merkels vluchtelingenbeleid en vond dat ze ondoordacht iedereen uitnodigde. Ze zou volgens hem de gevolgen van massamigratie onderschatten. ‘Zo onvoorzichtig als Hitler die een twee frontenoorlog met Rusland begon’.205 De oplossing voor

het herwinnen van de controle zou zijn: het sluiten van de grenzen. Afschrikking en ontmoediging moesten de twee belangrijkste thema’s in de politiek worden om vluchtelingen buiten de deur te houden. ‘Dat Hongaarse hek is niet slecht’, aldus Savelberg.206

201 Wim Hoogland, ‘Duits ‘Willkommen’ is riskante barmhartigheid’, De Telegraaf, 4 september 2015. 202 Arno Reekers, ‘Vluchtelingen’, De Telegraaf, 12 september 2015.

203 Hans Kuitert, ‘Alle regie over migratie kwijt’, De Telegraaf, 18 september 2015.

204 Frank van Vliet, ‘Moreel kompas; Analyse Angela Merkel’, De Telegraaf, 16 september 2015. 205 Rob Savelberg, ‘Grens open was eerste fout van Merkel’, De Telegraaf, 19 september 2015. 206 Ibidem.

4.3 Conclusie

Het Duitse vluchtelingendebat was het meest polemisch van toon en de Nederlandse reactie hierop evenzo. Het debat over integratie en immigratie kende veel verschillende meningen en twee duidelijke uitersten. Enerzijds was men bang dat grootschalige immigratie tot de bedreiging van de nationale identiteit kon leiden, terwijl anderzijds asiel verlenen aan oorlogsvluchtelingen juist als kernwaarde van de identiteit werd gezien. Een aantal zaken vielen op. Zo koos de redactie van Trouw ervoor om experts uit te nodigen die uiteenlopende meningen hadden. Op deze manier werd een debat weergegeven die meerdere kanten belichtte.

De Groene Amsterdammer en de Volkskrant publiceerden de meest positieve artikelen over de

Duitse houding. In de eerste beargumenteerden opiniemakers zelfs dat de komst van vluchtelingen enkel goede effecten op de economie zou hebben doordat ze tekorten op de arbeidsmarkt konden opvullen. In de twee rechtse bladen kwamen de meest kritische stemmen naar voren. Opiniemakers schetsten doemscenario’s die werkelijkheid zouden worden wanneer grote groepen vluchtelingen naar Duitsland zouden trekken.

Er kunnen drie frames worden toegepast op de bladen om zo overzichtelijk weer te geven welke thema’s behandeld werden per blad. Het eerste frame betreft de bewondering voor Merkels vluchtelingenbeleid die van toepassing is op De Groene Amsterdammer, de Volkskrant en Trouw. Opiniemakers vonden haar houding bewonderenswaardig en sommigen waren zelfs ontroerd door haar ‘Wir schaffen das’ uitspraak. Er werd zelfs gesteld dat Nederland hier een voorbeeld aan moest nemen.

Het tweede frame betreft het waarschuwen van Merkel voor de grenzen van haar

Willkommenskultur die toepasbaar is op alle bladen. Er zat wel verschil in de waarschuwingen.

In De Groene Amsterdammer, de Volkskrant en Trouw kwam bewondering voor Merkel naar voren, zoals in het eerste frame werd getoond, maar vroegen opiniemakers zich ook af of de barmhartigheid van Merkel niet een grens had. Kon Duitsland dit allemaal wel aan? Ze waarschuwden de bondskanselier voor te veel grootmoedigheid in de crisis. In De Telegraaf en Elsevier Weekblad ging het waarschuwen zonder bewondering gepaard en waren de artikelen een stuk kritischer van aard. Merkel werd aangeraden te stoppen met overdadige liefdadigheid omdat dit zou kunnen leiden tot een ontregelde maatschappij. In dit geval waren de artikelen in de twee rechtse bladen een stuk feller van toon, wat kenmerkend is voor de standpunten die rechtse bladen hebben over de multiculturele samenleving.

Het derde frame betreft het refereren naar het Duitse naziverleden. Nederlandse opiniemakers verwezen hier voortdurend naar en meenden dat de naastenliefde ten tijde van de vluchtelingencrisis zijn oorsprong vond in het schuldgevoel van de Duitse rol in de Tweede

Wereldoorlog. Dit onderwerp kwam in alle bladen behalve in de Volkskrant naar voren. Opiniemakers verweten de Duitse politiek ervan haar wil op te leggen vanwege het schuldgevoel over het verleden. Alsof het land nog iets had goed te maken. Dit was echter zeer kortzichtig. Duitsland was toch een van de rijkste Europese landen en economisch gezien het meest stabiel? Was dat niet ook een belangrijke verklaring voor de barmhartige houding? Bovendien bleef een oplossing uit. Wanneer Duitsland zich niet zo zou opstellen, welk land dan wel? Het bleek dat het Duitse debat uiteenlopende meningen in Nederland losmaakte. De linker- en rechterkant van het politieke spectrum stonden lijnrecht tegenover elkaar. De Nederlandse pers reageerde in dit debat meer zoals van te voren was verwacht: gelieerd aan de politieke kleur die gepaard ging met de bladen.

Conclusie

Dat immigratie en integratie belangrijke maatschappelijke problemen vormden in zowel Duitsland als Nederland is in dit onderzoek duidelijk naar voren gekomen. Debatten over deze kwesties werden al vanaf de jaren zeventig, in meer of mindere mate, in Nederland, de DDR en de Bondsrepubliek gevoerd. Vooral opvallend waren de toenemende hevigheid van de zowel Duitse als Nederlandse debatten, de wisselende deelnemers en de snel veranderende toonzetting van opiniemakers. Dit onderzoek richtte zich op de beeldvorming van het Duitse integratie- en immigratiedebat in de Nederlandse media tussen 2010 en 2015. Meer specifiek analyseerde ik de beeldvorming van vijf Nederlandse bladen inzake drie Duitse debatten die ik heb onderverdeeld naar hun politieke kleur: centrumlinks, midden en rechts. Allereerst zal ik kort ingaan op de Duitse debatten. Vervolgens zal ik vragen over de Nederlandse reactie op de Duitse debatten beantwoorden.

Het onderzoek toonde aan dat er verschillende thema’s waren in het Duitse debat die duidelijk onderhevig waren aan verandering en een ontwikkelingsperspectief aantoonden. Het eerste thema was de beeldvorming van de Duitse identiteit. Vanaf 2010 begon het beeld dat Duitsland geen Einwanderungsland was, iets wat veel christendemocraten hardnekkig volhielden, steeds verder af te brokkelen. In de zomer van 2015 werd Duitsland door Merkels ‘wir schaffen das’ de barmhartige voortrekker van het Europese integratie- en immigratiedebat. Duitsland was wel degelijk een Einwanderungsland, en er had in korte tijd, ondanks veel kritiek, een grote verandering in de beeldvorming van de Duitse identiteit plaatsgevonden. Het tweede thema was de politiek correcte norm. Thilo Sarrazins boek gold als beginpunt van het steeds vaker beproeven van deze norm. Dit werd gevolgd door de Pegida-protesten en vervolgens door critici van de Duitse houding in de vluchtelingencrisis. In het publieke debat schoof de norm steeds meer op en werden de grenzen van politieke correctheid voortdurend beproefd. Het derde thema was de afkeer van de politieke elite die gepaard ging met rechts- populistische opvattingen. Deze afkeer groeide gedurende de onderzochte jaren, en rechts- populistische opvattingen namen toe. In alle drie de casestudy’s verweten, veelal rechtse, critici de elite ervan een onverantwoordelijk opendeurbeleid te voeren en ‘westerse waarden’ zoals vrijheid van meningsuiting te veronachtzamen. Deze drie thema’s toonden ontwikkelingsperspectieven aan die van grote invloed waren op het Duitse integratie- en immigratiedebat tussen 2010 en 2015.

Het beginpunt van het onderzoek, de publicatie van Deutschland schafft sich ab in 2010, markeerde een keerpunt in het Duitse integratie- en immigratiedebat. Het was een keerpunt omdat dergelijke debatten voor het eerst grootschalig in het publieke domein werden

gevoerd. Niet eerder was op deze schaal over een dergelijk onderwerp gedebatteerd, en bovendien was het onderwerp nog niet eerder aangesneden door een vooraanstaand links- progressief figuur als Thilo Sarrazin. Hiermee doorbrak hij een taboe. Ook mensen die dat misschien liever niet wilden moesten hem serieus nemen. Hij verschoof de politiek correcte norm die zo lang aanwezig was geweest, wat als startsein gold voor het voeren van meer debatten over integratie en immigratie. Nederlandse opiniemakers stelden ook dat 2010 een keerpunt was. Ze onthaalden Duitsland cynisch en heetten haar eindelijk welkom in een debat dat Nederlandse opiniemakers ‘al lang’ voerden. Deze beeldvorming was echter te zwart wit. In Duitsland werd namelijk al jaren gedebatteerd over integratie en immigratie zoals tijdens de debatten over Leitkultur. De beeldvorming in de Nederlandse pers was er een van een Duitsland dat zulke debatten nooit eerder had gevoerd, maar uit onderzoek blijkt dat dit wel het geval was.

Hoe de Nederlandse pers over de Duitse integratie- en immigratiedebatten berichtte, en welke beeldvorming hiermee gepaard ging, verschilde per blad. Er kwam duidelijk een aantal patronen naar voren. De twee rechtse media, Elsevier en De Telegraaf, lagen qua stijl en opinie dicht bij elkaar. In elke casestudy kwam aan de hand van de toepassing van frames naar voren dat in deze twee bladen dezelfde thema’s werden behandeld, ondanks dat deze qua felheid konden verschillen. De Telegraaf was bij uitstek een stuk kritischer en provocerender. De twee bladen die ik onder het centrumlinkse spectrum heb geplaatst, de Volkskrant en De Groene

Amsterdammer, verschilden onderling een stuk meer van elkaar dan de twee rechtse bladen.

Zowel het verschil in toonzetting als de behandeling van bepaalde thema’s gaf aan dat de redactie anders dachten over de Duitse debatten. Terwijl De Groene Amsterdammer het meest uitgesproken vasthield aan haar liberale en linkse opvattingen werd in de Volkskrant een veelzijdiger debat uiteengezet. Dat de Volkskrant de afgelopen jaren een verschuiving naar rechts heeft doorgemaakt werd duidelijk. Er werd nog steeds gehoor gegeven aan het oorspronkelijke linkse gedachtengoed, maar daarnaast werden er ook opinies gepubliceerd die rechtser van aard waren waardoor zeer uiteenlopende meningen aan bod kwamen. In alle drie de casestudy’s was de houding die in De Groene Amsterdammer naar voren kwam een stuk linkser dan die in de Volkskrant. Trouw profileerde zich als een genuanceerde krant door in alle drie de debatten een breed scala aan experts uit te nodigen. De krant deed dit aanzienlijk meer dan de andere bladen wat in dit onderzoek gezien kan worden als een uitzonderlijke manier van berichtgeving. Opiniemakers schreven zowel positieve als negatieve opiniestukken waardoor de debatten van verschillende kanten werden belicht. In de Volkskrant werd net als in Trouw regelmatig een veelzijdig debat getoond. Het verschil tussen deze twee bladen was

echter dat de redactie van Trouw de debatten van verschillende kanten belichtte door externe experts uit te nodigen. In de Volkskrant was dit niet tot nauwelijks het geval. Een rode draad in de beeldvorming over de Duitse debatten in de Nederlandse media was het verwijzen naar het Duitse naziverleden. Dit werd in alle bladen gedaan. De Nederlandse beeldvorming van de hier onderzochte Duitse debatten was onlosmakelijk verbonden met voortdurende associaties met het naziverleden. Door het toepassen van frames schepte ik inzicht in welk thema in welk blad werd behandeld. Concluderend kan ik stellen dat de behandeling van thema’s regelmatig samenhing met de politieke kleur van een blad, maar dat hier zeker ook uitzonderingen op waren. De grootste uitzondering hierop was de Volkskrant.

Wat voor invloed het Duitse debat op het Nederlandse debat had, en wat voor plek de gebeurtenissen in de Nederlandse samenleving kregen, verschilde per casestudy. De casestudy over Thilo Sarrazins boekpublicatie gaf weer dat het Duitse debat werd gezien als iets wat Nederlanders al lang kenden. De overkoepelende gedachte was dat Nederland eerder in aanraking was geweest met een vergelijkbare figuur als Sarrazin. Paul Scheffer, Pim Fortuyn en Geert Wilders werden meerdere malen genoemd als critici van de multiculturele samenleving die Sarrazin waren voorgegaan. Daarom had het Duitse debat relatief weinig invloed op het Nederlandse. Kenmerkend was de transnationale overname van het woord

Wutbürger. Toen Der Spiegel-redacteur Kurbjuweit de term half oktober muntte, nam

Schoonenboom, Duitslandcorrespondent van de Volkskrant, de term al gauw over en meende dat het perfect in het al bestaande Nederlandse debat paste. Het woord werd overgenomen en gebruikt voor een reeds bestaand Nederlands fenomeen waar eerder nog geen term voor was geweest. In daaropvolgende debatten gebruikten verschillende journalisten de term opnieuw en werd Wutbürger ook in het Nederlandse publieke debat een gangbaar woord.

Het Duitse debat dat ontstond door de opkomst van Pegida had een grotere invloed op het Nederlandse debat, ondanks dat de Nederlandse discussie pas laat ontstond. Aan de ene kant reageerden opiniemakers kritisch op de opkomst van Pegida en werden de aanhangers veroordeeld en bestempeld als neonazi’s. Wel waren ze van mening dat Pegida serieus genomen moesten worden en dat het politieke establishment met haar aanhangers in gesprek moest gaan. Anders zouden de angsten die de demonstranten hadden alleen maar groeien wat voor een ontwrichting in de samenleving zou kunnen zorgen. Aan de andere kant vonden opiniemakers dat de kritische geluiden tegen het politieke establishment en angst voor een bedreiging van de eigen cultuur gegronde redenen waren voor de oprichting van een protestgroep. De opiniemakers die zich hierover uitspraken vonden dat er ook in Nederland onvrede was over de samenleving en angst voor de islamisering van het land. Ze waarschuwden

voor een dreigende crisis die in Duitsland kon plaatsvinden en net zo goed kon overslaan op Nederland. De opkomst van Pegida zorgde voor een tweedeling in het Nederlandse debat. Enerzijds werd de protestgroep afkeurend in de gaten gehouden en anderzijds werd de oprichting juist aangemoedigd.

Tot slot zorgde het Duitse vluchtelingendebat voor een polemisch klimaat in Nederland. Het debat had grote impact. Merkel werd door veel Nederlandse opiniemakers bewonderd en geprezen vanwege haar barmhartige opstelling. Met name centrumlinkse opiniemakers meenden dat de Nederlandse politiek daar een voorbeeld aan moest nemen. Daartegenover werd ze door rechtse opiniemakers regelmatig voor gek verklaard en vonden ze haar houding overmoedig en onverantwoord. De Nederlandse politiek zou hier volgens hen absoluut geen voorbeeld aan moeten nemen. De opvatting dat grootschalige immigratie de nationale identiteit zou bedreigen stond lijnrecht tegenover de opvatting dat hulp bieden aan vluchtelingen een kernwaarde van de nationale identiteit was. Het feit dat de Duitse houding inzake de vluchtelingencrisis uitzonderlijk was in vergelijking met de andere Europese lidstaten, wakkerde een extra confronterend punt aan in het Nederlandse debat: Hoe moest Nederland