• No results found

kostenbesparing op korte of langere termijn voor het bedrijfsleven. 2.3.2. Een andere rol voor de overheid dan voorheen

Door binnen de Green Deal aanpak meer nadruk te leggen op faciliteren en coördineren neemt de overheid volgens de NSOB (2014: 29), KWINK groep (2013: 70) en PBL (6, 8, 20-21) een andere rol in dan in huidige sturingsvormen (zie Figuur 1). Zo probeert de overheid binnen de aanpak zoveel mogelijk ‘ruimte te bieden’ aan nieuwe samenwerkingscoalities om een groene economie te bevorderen. Bedrijven, maatschappelijke organisaties en koepelorganisaties dragen zorg voor de uitvoering van projecten, provincies en gemeenten dragen zorg voor snelle ruimtelijke inpassing en de overheid heeft vooral een faciliterende rol. Deze werkverdeling sluit aan bij de gedachte dat dynamiek en innovatiekracht in de samenleving beter benut kunnen worden wanneer de overheid zich vooral bezig houdt met het wegnemen van belemmeringen en knelpunten en ruimte geeft aan bottom-up initiatieven. De NSOB (2014: 29), PBL (2012: 6, 8, 20-21) en KWINK groep (2012: 70) stellen dat de zojuist beschreven gehanteerde werkverdeling binnen de Green Deal aanpak er voor zorgt dat de maatschappij meer verantwoordelijkheid krijgt in de realisatie van (duurzaamheid)projecten.

2.3.3. Overheidssturing binnen de Green Deal aanpak vergeleken met transitiemanagement

Zoals aanhangers van transitiemanagement betamen, richt de overheid zich met de Green Deal aanpak op duurzaamheid, het faciliteren en opschalen van doorbraakexperimenten, het bij elkaar brengen van verschillende actoren en het ruimte                                                                                                                          

bieden aan anderen door hen te faciliteren. Het type overheidssturing binnen de Green Deal aanpak zou op basis van informatie uit paragrafen 2.3, 2.3.1. en 2.3.2. in de rechterkwadranten van Figuur 1 geplaatst kunnen worden. De overheidssturing binnen de Green Deal aanpak sluit aan op kernmerken van zowel de sturingsvorm network- governance als de sturingsvorm societal resilicience. Tevens heeft de overheidssturing binnen de Green Deal aanpak kenmerken van NPM. Zo worden in Green Deals afspraken gemaakt tussen de overheid en andere partijen die zij beiden moeten nakomen. Het maken van prestatieafspraken is een vorm van meetbare prestaties, een belangrijk kenmerk van NPM. In Figuur 2 is echter de sturingsvorm transitiemanagement op een bijna identieke plek in de kwadranten geplaatst, als waar nu de overheidssturing binnen de Green Deal aanpak geplaatst wordt. Dit wordt verduidelijkt in Figuur 4:

Figuur (4): Transitiemanagement en overheidssturing binnen de Green Deal aanpak geplaatst in NSOB perspectieven op overheidssturing (NSOB 2014: 12).

De overlap van transitiemanagement en de overheidssturing binnen de Green Deal aanpak in Figuur 4 maakt het aannemelijk dat gemeenschappelijke grond tussen beide sturingsvormen bestaat. Het exploreren van de gemeenschappelijke grond tussen beide sturingsvormen kan aanbevelingen opleveren voor de realisatie van een Green Deal aanpak waarin transitiemanagement en overheidssturing elkaar versterken. Een dergelijke aanpak is interessant omdat de Green Deal aanpak zowel positieve als negatieve feedback heeft ontvangen en daarom nog verbeterd kan worden (zie paragraaf 2.3.4.) en hoewel beide sturingsvormen veel overlap lijken te hebben, zijn

New Public Management (Prestatiesturing) Public Administration (Klassiek beleidsontwerp) Societal Resilience

(Actief Burgerschap &

Sociaal Ondernemerschap)

Network Governance

(Allianties & Samenwerking)

vanuit resultaten naar randvoorwaarden

vanuit resultaten naar randvoorwaarden vanuit de overheid naar de samenleving vanuit de samenleving naar de overheid transitie management Overheidssturing binnen de Green Deal

aanhangers van beide sturingsvormen het niet met elkaar eens over de uitvoer van de Green Deal aanpak (zie paragraaf 2.3.4.).

2.3.4. De Green Deal aanpak biedt gemeenschappelijke grond voor transitiedenkers en de overheid

De Green Deal aanpak, die inmiddels vier jaar loopt en meer dan honderd Deals kent, heeft sinds aanvang zowel positieve als negatieve feedback ontvangen. In een externe audit van de Green Deal aanpak, gepubliceerd door KWINK groep, wordt geconcludeerd (KWINK groep 2013: 9) dat de aanpak positieve effecten heeft doordat:

• Het merendeel van de dealpartijen zich geholpen voelt door de aanpak. • Projecten door de Green Deal aanpak versnelt zijn aangepakt.

• Dealpartijen erop wijzen dat zij, anders dan voorheen, nu een contactpersoon binnen de overheid hebben.

• Ook constateert KWINK groep dat de Green Deal aanpak heeft geleid tot een

andere en vernieuwende werkwijze bij betrokken beleidsdirecties. Zo is meer

aandacht ontstaan voor het wegnemen van belemmeringen, samenwerking, een bottom-up aanpak en een projectmatige manier van werken.

In de externe audit van KWINK groep worden ook verbeterpunten van de Green Deal aanpak genoemd. Gesteld wordt dat (KWINK groep: 2013: 45, 51, 52, 60, 61, 71, 94): • Veel projecten zonder de Green Deal aanpak ook wel van de grond zouden

zijn gekomen.

• De overheid slechts met wisselend succes inspeelt op de hoge verwachtingen ten aan zien van de deals onder de dealpartijen.

• Vooral tijdens de uitvoer van de aanpak de communicatie te wensen overlaat. • Dealpartijen geen inzicht hebben in de opschaalbaarheid van de deals.

• Het voor dealpartijen onduidelijk is welke rol de overheid speelt binnen

opschaalbaarheid van deals en in het vlot trekken van deals die dreigen te

Transitiedenker Rotmans haakt aan op de kritiek van KWINK groep. Hij stelt (Rotmans 2011) onder andere dat de schaalgrootte, de focus op de korte termijn en de hoeveelheid deals in de weg staan van de Green Deal aanpak. Hoewel Rotmans de Green Deal aanpak beoordeelt als een groene façade (zie paragraaf 1.4), wijst hij (Rotmans 2011) ook op positieve ervaringen met de Engelse variant. In Engeland concentreert de overheid zich middels financiering op een aantal grote Deals die meer kans hebben om te worden opgeschaald. Zo pakte de Engelse overheid een paar miljoen woningen tegelijk aan door ze energiezuinig te maken (Interview Rotmans 2014: 11).

Zojuist aangehaalde positieve en negatieve feedback op de Green Deal aanpak duiden dat de aanpak verbeterd kan worden en dat het de moeite waard is om de aanpak voor te zetten. De politieke houdbaarheid van de Green Deal wordt dan ook ondersteund door verschillende partijen (Interview Beleidsmedewerker Economische Zaken 2014: 7; Interview medewerker maatschappelijk adviesbureau 2014: 7, 8). De positieve en negatieve feedback op de Green Deal aanpak bieden de mogelijkheid om een Green Deal aanpak te exploreren waarbij overheidssturing en transitiemanagement elkaar kunnen versterken.

2.4 Conclusie

In Hoofdstuk 2 is gebleken dat de klimaatcrisis de noodzaak voor duurzame oplossingen heeft versterkt. De Nederlandse overheid is zich bewust van deze noodzaak en is zich ook bewust dat zij duurzame oplossingen niet alleen kan realiseren. Hiervoor zijn nieuwe sturingsvormen in ontwikkeling die zich meer richten op de energieke samenleving (zie pagina 24). Zowel bedrijven als burgers hebben de kennis in huis om duurzame oplossingen te realiseren echter missen de actoren ze soms net het laatste zetje of lopen ze tegen bepaalde knelpunten aan (zie paragraaf 2.3). Deze gevallen vragen niet om financiële oplossingen maar om een doortastende of coördinerende rol van de overheid (zie paragraaf 2.3.2.). Om een dergelijke rol op zich te kunnen nemen heeft de overheid de Green Deal aanpak opgezet: het wegnemen van knelpunten in wet- en regelgeving, het creëren van markten die er nog niet zijn en het verbeteren van de toegang tot de kapitaalmarkt. De overheid stapt bij deze aanpak meer uit haar traditionele rol. Volgens aanhangers van transitiemanagement, die van mening zijn dat de huidige klimaatcrisis vraagt om een fundamentele systeemverandering, doet de overheid dit echter nog niet

genoeg. Volgens aanhangers van transitiemanagement zou het duurzaamheidsperspectief ingebed moeten worden in het huidige beleid door daarin verschillende maatschappelijke actoren te betrekken middels een interactief en participatief proces (zie paragraaf 2.2). Met de Green Deal aanpak wordt hiertoe door de overheid een aanzet gedaan.