• No results found

transitiemanagement en overheidssturing binnen de Green Deal aanpak

4.2 Kwalitatief onderzoek

Volgens Jonker en Pennink (2000: 46, 47, 49) is kwalitatief onderzoek, onderzoek waarbij de onderzoeker de te onderzoeken werkelijkheid en fenomenen die zich voordoen probeert te begrijpen vanuit het perspectief van de betrokkenen. Belangrijk is om op een zo onbevangen mogelijke manier te begrijpen waarom mensen in een bepaalde situatie de dingen doen zoals ze doen. De kern van kwalitatief onderzoek is volgens Jonker en Pennink: “searching for the unknown by systematic ways.” Kwalitatief onderzoek wordt daarnaast gekenmerkt door te werken met een open onderzoeksvraag. Dit kan betekenen dat in de loop van het onderzoek de onderzoeksvraag meerdere malen wordt aangepast omdat in een later stadium pas duidelijk wordt wat de betekenis is van de geformuleerde vraag en hoe deze verder moet worden ingevuld (Maso 1987 in Boeije 2014).

In dit onderzoek naar de Green Deal aanpak kunnen de zojuist genoemde kenmerken van kwalitatief onderzoek herkend worden. Hoewel voorafgaand aan het empirische gedeelte van dit onderzoek (Hoofdstuk 5 en Hoofdstuk 6) theoretische kennis gebruikt wordt (Hoofdstuk 2 en Hoofdstuk 3), wordt deze als onvolledig beschouwd omdat persoonlijke inzichten nog ontbreken. Om deze reden zijn in Hoofdstuk 2 en Hoofdstuk 3 geen uitspraken gedaan over te verwachten uitkomsten. Om dezelfde reden is gekozen om Tabel 6 en Tabel 7 niet al (deels) vooraf in te vullen (met enkel kennis uit de literatuur). Door deze operationalisering te hanteren wordt zoals Jonker en Pennink aangeven, op een zo onbevangen mogelijke manier geprobeerd te begrijpen waarom aanhangers van beide

macro-narratives ‘doen zoals ze doen’ en ‘denken zoals ze denken’. De resultaten van de documentenanalyse en vooral de interviewanalyse vormen de uiteindelijke basis voor de conclusies en aanbevelingen die gedaan worden in Hoofdstuk 7.

Kwalitatief onderzoek bestaat uit meerdere onderzoeksstrategieën en kan dan ook op verschillende manieren geoperationaliseerd worden:“welke methode(n) de onderzoeker kiest hangt af van de probleemstelling en van de praktische mogelijkheden en beperkingen van het onderzoek” (Jonker & Pennink 2000: 52; Boeije 2014: 4.1). Om niet verdwaald te raken in de vele onderzoeksstrategieën is in dit onderzoek gekozen voor twee onderzoeksstrategieën: documentenanalyse en interviewanalyse.

4.3 Documentenanalyse

De reden dat in dit onderzoek voor documentenanalyse gekozen is, is omdat veel gepubliceerd is over de concepten die in dit onderzoek geanalyseerd worden. Daarnaast kan documentenanalyse helpen bij het onderscheiden van verschillende categorieën en veronderstellingen zoals Boeije (2014: 4.5) beaamt: “Een inhoudsanalyse van documenten is een methode waarbij een analyse gemaakt wordt van geschreven communicatieve boodschappen en is kwalitatief van aard op het moment dat het gebruikt wordt om tot categorieën en veronderstellingen te komen.” Door het narratives-model te vullen met data worden in dit onderzoek categorieën en veronderstellingen onderscheiden (zie Hoofdstuk 3 paragrafen 3.2 en 3.3, Hoofdstuk 5 vanaf paragraaf 5.1 en Hoofdstuk 6).

4.3.1. Selectie bronnen

In dit onderzoek worden overheidsbronnen en bronnen over en van transitiemanagement geanalyseerd. In Tabel 10 wordt weergegeven welke verschillende soorten bronnen in dit onderzoek geanalyseerd worden:

Tabel (10): overzicht van gebruikte bronnen in het onderzoek naar de Green Deal aanpak.

Gebruikte bronnen in het onderzoek naar de Green Deal aanpak

Overheid Transitiemanagement

Publicaties (documenten via website overheid) Boeken

Evaluaties Wetenschappelijke artikelen

Krantenartikelen Krantenartikelen

Om het macro-narrative van de overheid te analyseren is gekozen voor het gebruik van bronnen verkregen via de website van de Rijksoverheid, de Green Deal aanpak evaluatie en krantenartikelen. De reden dat gekozen is voor bronnen verkrijgbaar via de website van de Rijksoverheid is omdat de Rijksoverheid veel informatie omtrent de Green Deal aanpak openbaar gemaakt heeft.11 Bronnen die de Rijksoverheid openbaar heeft gemaakt zijn onder andere kamerbrieven, informatieve webpagina’s en voortgangsrapportages. De reden dat gekozen is voor het analyseren van de Green Deal aanpak evaluatie is omdat deze inzicht geven in de gebruikte micro-narratives (beleidsinstrumenten) binnen de Green Deal aanpak en welke hiervan positief en negatief geëvalueerd zijn. De Green Deal aanpak evaluatie werd in opdracht van de Rijksoverheid door KWINK groep geschreven (KWINK Groep 2013). De reden dat gekozen is voor het analyseren van krantenartikelen is omdat in de media veel bericht is over de Green Deal aanpak. Bij de selectie van krantenartikelen is gekozen voor het gebruik maken van de kranten ‘Trouw’ en ‘de Volkskrant’ omdat deze twee kranten grote oplages hebben in Nederland. De gekozen drie soorten bronnen vullen elkaar aan en geven een compleet beeld van het macro-narrative van de overheid. De documentenanalyse van het macro-narrative van de overheid zal met interviews met overheidsmedewerkers aangevuld worden.

Om het macro-narrative van transitiemanagement te analyseren is gekozen voor het analyseren van (wetenschappelijke) boeken, (wetenschappelijke) artikelen, krantenartikelen en filmpjes. De reden dat voor het analyseren van (wetenschappelijke) boeken en artikelen gekozen is, is omdat binnen het werkveld van transitiemanagement veel literatuur gepubliceerd is. De analyse van deze bronnen kan meer inzicht verschaffen in welke micro-narratives (beleidsinstrumenten), aanhangers van het transitiemanagement-narrative wel en niet geoorloofd vinden. De reden dat voor het analyseren van krantenartikelen en filmpjes gekozen is, is omdat aanhangers van het transitiemanagement-narrative de laatste jaren vaak in de media verschenen zijn waarin zij opmerkingen plaatsen over hun visie op de Green Deal aanpak en het toewerken naar een duurzame economie en economische groei. Deze subjectieve bronnen kunnen de wetenschappelijke geanalyseerde bronnen complementeren. Ook                                                                                                                          

11 Er zijn meer dan 200 documenten en publicaties beschikbaar over de duurzame economie via het portal:

de documentenanalyse van het macro-narrative van de overheid zal met interviews met personen werkzaam in het werkveld van transitiemanagement aangevuld worden.

4.3.2. Operationalisering

De geselecteerde bronnen worden gescand op de micro-narratives-categorieën zoals getoond in Hoofdstuk 3 paragrafen 3.1 en 3.2 en in Hoofdstuk 5 vanaf paragraaf 5.1. De resultaten zullen in Tabel 12, 15 en 16 verwerkt worden (zie Hoofdstuk 5).

4.4 Interviewfase

De documentenanalyse wordt aangevuld door de interviewanalyse. Het doen van interviews is waardevol omdat respondenten de mogelijkheid krijgen hun persoonlijke verhaal, kennis en perspectief over te dragen en te verduidelijken (Boeije 2014: 4.2). In dit onderzoek naar de Green Deal aanpak is gekozen voor het afnemen van semigestructureerde interviews. Het afnemen van semigestructureerde interviews kan enerzijds helpen bij het achterhalen van ontbrekende informatie in de resultaten van de documentenanalyse. In de interviews werd daarom licht gestuurd op informatie die nodig was om Tabellen 12, 15 en 16 te kunnen vullen. Anderzijds geven semigestructureerde interviews de respondent de mogelijkheid om vrij te kunnen spreken en spontane antwoorden te geven. Door deze interviewopzet wordt én niet voorbij gegaan aan relevante zaken waar de onderzoeker naar op zoek is, en niet aan relevante zaken die van belang zijn voor de respondent. Bij het afnemen van de interviews werd geprobeerd om ‘communicatieruis’ te voorkomen. Communicatieruis omvat zowel ‘interne ruis’ als ‘externe ruis’. Interne ruis houdt in dat misverstanden kunnen ontstaan omtrent het zenden of ontvangen van de boodschap en deze daardoor anders opgevat wordt dan bedoeld. Externe ruis houdt in dat de communicatie van buitenaf verstoort wordt (Wiertzema & Jansen 2004: 16, 17). Om communicatieruis te voorkomen hebben alle interviews in de (werk)omgeving van de respondent plaatsgevonden waardoor de respondent zich in vertrouwde omgeving en belevingswereld bevond. Door interviews af te nemen in een vertrouwde opgeven werd voorkomen dat externe factoren van invloed op de interviews waren.

De interviews werden opgenomen met opnameapparatuur zodat geen onduidelijkheid kon ontstaan over wat de respondent gezegd heeft. De interviews werden direct na afname geanalyseerd en gecodeerd zodat alle informatie van de interviews nog vers in het

geheugen van de onderzoeker stond. De duur van de interviews werd niet vooraf bepaald maar varieerde tussen de driekwartier en anderhalf uur.

4.4.1. Selectie respondenten

De selectie van de respondenten is door middel van de ‘netwerk-methode’ tot stand gekomen. Bij de netwerk-methode wordt gebruik gemaakt van connecties uit het netwerk van de onderzoeker zelf maar ook uit de netwerken van de respondent door te vragen of deze nog personen kent die van belang zijn om te interviewen (Boeije 2006: 53). Door gebruik te maken van de netwerk-methode wordt het netwerk van de onderzoeker vergroot en wordt de kans vergroot op het spreken van de juiste mensen die een zinvolle bijdrage kunnen leveren aan dit onderzoek.

Bij het selecteren van de respondenten heeft de onderzoeker gezocht naar: respondenten die werkzaam zijn bij de overheid en in hun dagelijks werk te maken hebben met de Green Deal aanpak, respondenten die werkzaam zijn binnen het werkveld van transitiemanagement en iets kunnen zeggen over de Green Deal aanpak en respondenten die een objectievere kijk hebben op de Green Deal aanpak en deze aanpak hebben geëvalueerd. Om een balans in de verdeling te houden van bovengenoemde categorieën respondenten, is gekozen voor het interviews van twee overheidsmedewerkers, twee transitiemanagement-wetenschappers en twee personen die de Green Deal aanpak geëvalueerd hebben. Hoewel het respondentenaantal gering is omdat de duur en omvang van dit onderzoek beperkingen met zich meebrengt, is wel gesproken met ‘sleutelfiguren’ die allen veel kennis bezitten over het onderzoeksonderwerp en worden de interviews aangevuld met de resultaten die zijn verkregen middels de documentenanalyse. In Tabel 11 (pagina 54) zijn de respondenten van dit onderzoek weergegeven (deze informatie is ook terug te vinden in Appendix I.I).

Tabel (11): overzicht van respondenten interviews onderzoek naar de Green Deal aanpak.

4.4.2. Operationalisering

De vragenlijsten die gebruikt zijn voor het afnemen van de interviews zijn op voorhand opgesteld aan de hand van bevindingen uit de documentenanalyse. Op deze manier werd structuur aan de interviews gegeven. Met alle respondenten is voorafgaand aan het interview kort per e-mail geconverseerd. In dit contact werd het doel van het interview en het onderzoek naar de Green Deal aanpak toegelicht. Ook heeft de onderzoeker één week voor aanvang de respondenten een korte gespreksleidraad toegestuurd zodat de respondenten niet verrast werden door de vragen. Aan het begin van elk interview heeft de onderzoeker zich kort voorgesteld en nogmaals de doelen van het interview herhaald. De interviewvragen die in elk interview zijn gesteld zijn terug te vinden in Appendix I.II. Tijdens de interviews werd veelal geprobeerd de antwoorden van de respondenten samen te vatten om zo te verifiëren dat de onderzoeker de boodschap begreep.