• No results found

Problemen voor het Militair Gezag

In document 1 9 3 9 - 1 9 4 5 D E E L I 0 a (pagina 46-84)

In de periode van m idden septem ber tot m id den oktober '44 was B u rger de enige m inister die het M ilita ir G ezag m in o f m eer dw arszat; hij deed dat op 16 septem ber d oo r in zijn radiotoespraak tot de burgem eester van M aastricht na te laten, deze er op te w ijzen dat hij aan het M ilita ir G ezag on dergeschikt w as, hij deed het opnieuw tien dagen later toen hij gelastte dat Oost-Brabant niet langer m ocht verschijnen — een blad w elks p u bli- katie, naar hij aannam o f w ist, d o o r het M ilita ir G ezag was toegelaten. A ndere m inisters vroegen zich w e l a f o f alles goed gin g maar bem oeiden zich niet m et w at het M ilita ir G ezag deed. Dat konden zij o o k m o eilijk w ant zij h oord en er v rijw e l niets over, behoudens in persberichten. N agelaten w as, Kruis in zijn instructie de verplich ting op te leggen, p eriod iek schriftelijk rapport uit te brengen aan de regering. V o o r de m ilitaire com m issarissen go ld de verplich tin g dat zij eens per w e ek een verslag van hun w erkzaam heden m oesten d oen toekom en aan de staf M ilita ir G ezag — het w as d ie staf dus heel w e l m ogelijk, in eigen rapporten aan de regering w eer te geven w at in een bepaalde periode (een w eek, tw ee w eken , een maand desnoods) w as verricht, m aar de regering had er niet om gevraagd en Kruis had geen behoefte om haar m et regelm aat in te lichten. D it was een van de factoren die bevorderden dat het al begin n o vem b er tot een scherp conflict kw am tussen het kabinet en de ch ef-staf M ilitair G ezag — een eerste conflict slechts, dat in leid in g w erd tot een reeks w e lk e voortduurde tot het tw eed e kabin et-G erbran d y was ve rd w e ­ nen.

W ij zullen d ie conflicten in h oo fd stu k 13 (‘R egerin g en M ilitair G ezag’) beschrijven, waarbij w ij n og opm erken dat aan dat h oo fd stuk een h oo fd stuk voorafgaat (‘A rrestatiebeleid ’) dat w elisw aar niet alléén gaat o ver de m oeilijkh eden w e lk e zich terzake tussen de m inisters en het M ilita ir G ezag voorded en , maar w aaruit toch w e l zal blijken, ter in leid in g als het w are op h oofd stuk 13 , dat de verh o u d in g tussen het kabinet en het M ilita ir G ezag veel te w ensen overliet.

D/Vhoofdstuk, h oofdstuk 9, heeft een andere fu nctie; het w il een beeld geven van w at het M ilitair G ezag in het b evrijd e Z u id en heeft verricht, zulks e ve n w el m et tw ee belangrijke uitzon deringen : zijn bem oeienissen

D E P O S I T I E V A N ‘ S H A E F ’

m et het arresteren van de ‘fo u te’ elem enten en m et hun behandeling kom en in h oofdstuk 12 aan de orde en zijn om vangrijke activiteiten ter bevo rd erin g van de h ulpverlening, vlak na de bevrijd in g, aan die delen van N ed erlan d benoorden de rivieren waar hon gersnood heerste, zullen w ij in deel 10 b beschrijven.

In het begin van het vo rig e h oo fd stu k w ezen w ij op de positie van Sh aef en de Shaef-Mission. H ier w ille n w ij m et nadruk herhalen dat de lezer in het oo g m oet houden dat het M ilitair G ezag, optredend in het bevrijde Z u id en , ó ó k optrad onder de veran tw oo rd elijk h eid van S h a ef en dat het, w at de m ateriële bijstand b e tro f w elk e het aan de b e vo lk in g in het Zu id en w ild e verlen en , volstrekt van S h a ef afh ankelijk was — afh ankelijk in die zin dat S h a ef z e lf v o o r de n o d ige goederen diende te zorgen of, indien de N ed erland se regering die goederen kon leveren, diende goed te vin den dat zij naar het C o n tin en t w erd en overgebracht en daar te be­ stem der plaatse afgeleverd. S h a ef nu had in de laatste m aanden van '44 en de eerste van '45 zorgen van ve lerlei aard. D aar waren p olitieke zorgen bij (het kw am in no vem ber in B elg ië tot een gevaarlijke crisis w e lk e wij no g zullen behandelen), m aar de m ilitaire stonden uiteraard voorop. In oktober en n o vem b er b le e f de bevoorradingsbasis van de G eallieerd e strijdkrachten bed enkelijk sm al en nauw elijks w as A ntw erpen in gebruik genom en o f m en w erd (m edio decem ber) verrast d oor H itlers A rd en n en ­ offensief. H et duurde een m aand voordat m en de Duitsers had teru gge­ drongen - pas toen konden n ieu w e G eallieerd e offen sieven in actieve vo o rb ereid in g w o rd en genom en. O o rlo g vo eren is haast steeds w orstelen m et de tijd en w orstelen m et tekorten. W apens zijn er zelden —, trans­ p ortm iddelen (schepen, treinen, vrachtauto’s) zijn er n o oit genoeg, en elke maand, elke w eek, elke dag telt. U it die gehele situatie v lo eit de noodzaak vo o rt om te w erken m et strikte prioriteiten w aarbij in beginsel de m ilitaire prevaleren bo ven de civiele. W ie in oorlogstijd iets w il bereiken v o o r de b urgerbevolkin g, m oet dan o o k in de eerste plaats de frictie overw in n en die van de o o rlo g vo erin g uitgaat. Prim air is im m ers alle activiteit gericht op het front: daar valt de beslissing.

H et bevrijd e Z u id en , w ij w ezen er eerder op, was goed d eels frontgebied — een gezichtspunt dat w ij bij de besch rijvin g van de activiteiten van het

M ilita ir G ezag niet voortd u rend kunnen verm eld en maar dat op de achtergrond steeds m eespeelde en bij de beoo rd elin g (daar kom en w ij aan het slot van dit h oo fd stuk aan toe) niet uit het o o g m ag w o rd en verloren. In grote delen van Frankrijk en B elgië m erkte m en van septem ­ ber '44 a f n o g maar heel w e in ig m eer van de o o rlo g vo erin g — dat w as in het bevrijd e Z u id en anders. N atuurlijk, er w aren in Frankrijk en B elgië tekorten van ve lerlei aard, er m eldden zich vrijw illig e rs aan en er w erd en dienstplichtigen opgeroepen, maar (van bepaalde streken afgezien): het o o rlo g sg e w eld was er verd w en en . In het b evrijd e Z u id en w as het front nabij. O veral w aar dat fron t lag, m oest m en bedacht zijn op de activiteit van vijan d elijk e patrouilles, op beschietingen d oo r het vèrdragende D u it­ se geschut, op onverhoedse aanvallen van de Lujtwaffie. V rijw e l geen dag g in g vo orb ij o f er vlo gen V -i ’s over, d ie A ntw erpen als doel hadden; zij vo rm d en , telkens opnieuw , het zichtbaar bew ijs dat D uitsland de oo rlo g voortzette — zij deden, telkens op nieuw , de vraag rijzen w e lk e andere onaangenam e verrassingen H itler no g in petto had.

D ie V -i ’s, h oo fd zakelijk gelanceerd van versch illend e plaatsen in O verijssel en de Achterhoek, vo lg d en een koers die ze, w at de steden betrof, veelal N ijm egen , D en Bosch, T ilb u rg en Breda deed passeren. B ijna i 800 w erd en er geregistreerd d oo r de T ilb u rgse luchtbescher­ m ingsd ienst (de corresponderende cijfers v o o r N ijm e ge n , D en Bosch en Breda zijn niet bekend) en van d ie bijna i 800 stortten er 37 op Tilb urgs gebied n eer; op het gebied van Breda w as dat m et 25 V -i ’s het geval. H et is een redelijke schatting dat in totaal tussen de 100 en 200 V -i ’s in de provincie N o o rd -B rab an t tot ontploffin g zijn gekom en en dat daarbij ve le tientallen doden zijn gevallen (in D en Bosch alleen al d o o r het neerstorten van één V -i kort v o o r Kerstm is negentien, in Kaatsheuvel in jan u ari '45 e en -en -tw in tig, in W aalw ijk in februari zeventien) en enkele h onderden lichtgew onden. O o k enige v o o r A ntw erpen bestem de V -2's stortten op N o o rd -B rab an t neer. D e V -i ’s k w am en in de regel des nachts over. ‘ In D en B osch ’, aldus A n toon C o o le n , ‘w aar ve le nachten er on rustig van zijn, hebben ze een schietgebedje tot de Z o ete M o ed er der stad: ‘ O ch, L ie ve V ro u w k e /g e e f hem n og een d o u w k e !” 1

W ij h ebben de artilleriebeschietingen genoem d. Z ij w aren aan het fron t langs de grote rivieren een van de factoren w e lk e tot evacuaties

D U I T S E ‘ v ’ - W A P E N S

leidden die w ij n og zullen behandelen. D e stad overigens d ie het v e e l- vu ld igst onder vu u r lag: N ijm e ge n , w erd niet geëvacueerd h o ew el er, g e lijk reeds verm eld , in d ie laatste o o rlo gsw in ter ca. duizend doden vielen . N achten w aren er w aarin er honderden D uitse granaten neerkw a­ m en, begin decem ber w erd de stad zelfs bijna drie etm alen achter elkaar beschoten. V e le n gingen er in kelders w o n e n ; de grootste daarvan k w a­ m en on der toezicht van het M ilita ir G ezag te staan en alleen al daarin huisden des nachts ca. tien duizend N ijm egenaren. H et dagelijks leven was er, m ede d oo r de ve rw o estin g e n ', m o eilijk er dan in de Brabantse steden en de stem m in g w as er beter — w ij zijn geneigd te schrijven: was er dus beter; m en leefd e nu eenm aal dichter bij de realiteit van de oo rlo g en had een d u id elijk er b e se f van w at in en d oo r die o o rlo g gevergd w erd van de G eallieerd e m ilitairen. N ergen s in het bevrijde Z u id en bevonden zich o o k zo lang zo veel G eallieerd e m ilitairen als ju ist in het R ijk van N ijm e g e n , eerst als g e v o lg van de gevechten in de B etu w e voordat deze onder w ater kw am te staan en vervo lgen s doordat er de grote B rits- Canadese troepenm acht w erd geconcentreerd die in februari '45, de lin k ervleu gel gedekt d o o r de R ijn, een groot o ffe n sie f zuidwaarts zou inzetten, het R ijnland binnen.

‘ H o e w e l. . . de G eallieerd e m ilitairen zich niet altijd disciplinair ged roe­ gen (vooral in de B etu w e zijn ve le gevallen van diefstal in geëvacueerde gem eenten vo orgekom en ), w as toch in het algem een de verh o u d in g m et de b u rgerb evolk in g zeer hartelijk’, aldus het officiële eindverslag van het M ilitair G ezag.2 D at is w e l heel kort geform uleerd. Z o w e l o v er de relaties m et de G eallieerd e m ilitairen als o ver de plunderingen is m eer te zeggen.

W at die relaties betreft, stellen w ij vo o ro p dat de G eallieerd e strijd­ m acht in eerste instantie een o verw eld ig en d e indruk m aakte; zij w erd toegejuicht en b o ven d ien oprecht bew on derd. D e ve rgelijk in g m et de arm elijk aandoende Wehrmacht v ie l zeer ten gunste van de G eallieerd en uit. ‘N ie t alleen het gew apende leger’ , zo g a f C o o le n zijn im pressies uit de eerste m aanden van '45 w eer,

1 Van de 2 2 0 0 0 panden w elke N ijm egen telde, waren tenslotte 5 0 0 0 verwoest en bleven slechts 4 000 onbeschadigd. 2 Overzicht M G , p. 42.

‘is geïndustrialiseerd, maar o o k het b e d rijf van b evo o rrad in g, het h erstel- en o p b o u w b e d rijf dat m eegebrachte stalen bruggen slaat, puin sloopt, w e g e n maakt, verlegt, verbreedt, te le fo o n ve rb in d in g e n tot stand brengt, de pijp leidin gen v o o r de b en zin eto e vo e r aanlegt tot aan de fronten en naar de vlie g v e ld e n , sp o orw egen herstelt en m eegebrachte treinen laat lopen - de m odern st uitgeruste Engelse R o d e K ru is-trein en staan o p het stationsem placem ent in E in d h o v e n en fo n k e l­ n ie u w e lo c o m o tie ve n en h onderden en h o n derden w a g o n s va n de U S A Transport

Corporation rijden o v e r de sp o orw egn etten van Frankrijk, B elg ië , Z u id -N e d e rla n d .

D it alles k w a m o v e r de oceaan.’ 1

B ew o n d erin g dus. O o k dankbaarheid. O p die dubbele grondslag ont­ stonden m et nam e in de d epotgebieden en in de steden d ie als v e rlo f- oorden gingen fungeren (van tijd tot tijd kregen de m ilitairen die aan het front stonden, tw ee dagen v e rlo f), hartelijke betrekkingen tussen N ed erland se burgers en hun G eallieerd e bevrijders — betrekkingen die m isschien (het is m o eilijk h iero ver te generaliseren) iets gem akkelijker w erd en aangeknoopt m et de Britten dan m et de A m erikanen om dat die laatsten, h o e w e l ruim er in hun spullen w aarin zij de burgerij konden laten d elen 2, een cultuur en een leefpatroon m eebrachten d ie verder van de N ed erlan d se cultuur en het N ed erlan d se leefpatroon w aren v e rw

ij-' Antoon C o o len : Bevrijd vaderland, p. 90. 2 Een inw oner van Heerlen die tegenover een als recreatiehuis ingericht klooster w oond e waar Amerikaanse militairen die in de buurt van Aken streden, hun twee dagen v e rlo f kwam en doorbrengen, schreef begin februari '45 in een brief aan kennissen dat er onder die Am erikanen ‘velen’ waren die op het ge fu if in het recreatiehuis niet zo gesteld w aren; die kwam en bij zijn gezin eten. 'Som m igen brengen rantsoenen mee en anderen gaan in de Kw eek­ school eten’ (daar was een mess ingericht) ‘ o f brengen hun eten vandaar naar hier en wij ruilen dan . . . A f en toe brengen ze ook kleren m ee; die zijn er genoeg in Aken en worden door de Yankees de ramen uitgegooid als ze in de w e g liggen . . . Gisteren kreeg M . Th. een Waterman vulpen en potlood, waar ik nu mee sch rijf. . . W e leren alle Europese volken kennen’(nl. in de personen van naar de Verenigde Staten geëmigreerden o f van afstammelingen van emigranten, die dienst hadden genom en); ‘wij hadden op bezoek o.a. Ieren, Schotten, Engelsen, Indianen, Jo d en , Spanjaarden, Italianen, Portugezen, Grieken, Oostenrijkers, Polen, N oren , Finnen, Russen, Fransen en mengsels! . . . Ik maak van een en ander mijn werk. H a lf boer (kippen, konijnen, kalkoen!), h alf soldatenvader. . . . Ik heb nou werkelijk een gezellig leven, de eerste keer in mijn drie-en-dertigjarige loopbaan. H et mag van mij nog jaren duren, vooral nu wij voldoende te eten hebben.’

Zijn vro u w voegde toe: ‘ Het klooster is recreatiehuis . . . W e hebben er een keer op een avond met een paar Amerikaanse gasten een kijkje genomen. Er komen tw aalf tot vijftien meisjes dansen en er zijn dagelijks ’ n tweehonderd soldaten. D us je snapt ’t. Je mag er naderhand w el eens met de wijwaterkwast doorheen gaan . . . In Geleen komen er in elk geval over enkele maanden vijftien jo n g e Yanks bij en dat is nog maar Geleen! Er blijven regimenten naderhand hier over. En de halfbloedjes doen de deur

D E B U R G E R I J E N D E G E A L L I E E R D E N

derd. O p n ieu w w ille n w ij C o o le n citeren, d ie w e er in W aalre (bezuiden E in d h oven) had kunnen gaan w o n en :

‘ E r is een gro te vriendschap ontstaan tussen de E n gelse soldaten uit Lond en , uit Y o rk sh ire , uit K ent, uit W a le s en Scho tlan d en de m ensen van ons dorp. W aar ze in huis ve rto eve n , zijn ze v o o r ond erd ak gevraagd en v o o r de w ed erzijd se begeerde g eze llig h e id in een zij ’t slechts schaars verlichte w o n in g - w a arvo o r zij, de En g else n , de petroleum m eeb ren gen —, terw ijl het buiten koud is o f regent in de duisternis. A ls er een piano is, w o rd t er piano gespeeld, w aar geen piano is, speelt de Tommy harm onica o f m o n d o rge l, de Sch o t zijn bagpipe. H ij leert zijn liederen, hij leert de kinderen de E n gelse kind erversjes en spelletjes o f hij vertelt van zijn v r o u w , zijn kinderen, zijn m o ed e r o f v e rlo o fd e en laat fo to ’ s rondgaan, terw ijl het jo n g ste kind, m et zijn baret op, op zijn knie zit en hij z e lf m et een oranjem uts het h o o fd heeft geto o id . A l de jo n g e n s dragen E n g else d istinctieven, die m o ed e r op de m o u w m o et naaien. E r zijn h onderden m idd elen om o v e r de bezw aren van het taalverschil heen te ko m en en in het En gels-B rab an tse discours begrijpt m en elkaar van beide zijden. Inderdaad, de En gelsm an is slechts g e le - genheidssoldaat. H ij is vader, hij is ech tgenoot, v e rlo o fd e , zo o n , hij heeft zijn job, en nu m o et hij vechten. H ij vo e lt niets v o o r deze o o rlo g , niets v o o r zijn lange diensttijd, m aar hij ziet in, dat het no o dzakelijk is deze o o rlo g v o o r het land te vo eren , en daarom doet hij er zo n d er en ig m orren aan m ee. H ij m aakt een d oo r en d o o r g ezo n d e indruk, en hij overstijgt als soldaat, als lid van het leger, zeker verre ons recruten- en k ribbebijter-begrip van de N ed erlan d se soldaat. H ij . . . staat in geaardheid en karakter dicht bij ons. In heel zijn huiselijk verkeer m et ons is hij net als w ij, m et d ezelfd e fam iliezin en d ezelfd e hang naar h uiselijkheid.’ 1

Z o zijn er talloze kringen gew eest, talloze gezinnen ook, w aarin m en als in dat van C o o le n de G eallieerd e m ilitairen graag als gasten zag kom en zonder dat er iets gebeurde dat aanleiding g a f tot ontstem m ing. Elders kon die ontstem m in g w e l d eg elijk ontstaan en bij m en ige m annelijke N ed erlan d er w as sexu ele ja lo e z ie er een belangrijke com ponent van. ‘ O o it er o ver gedacht, B ill Sm ith ’, aldus de kenm erkende uitbarsting van de M aastrichtenaar M artin W . D u yzin gs,

‘w a t de A m erikaan w as, vergelek en bij d ie afgeb eu ld e Europese m an m et zijn

dicht’ (brief, 2 febr. 1945 van de fam. E. M . Govaert, D oc I-564, a -i) — waarm ee de buitenechtelijke kinderen van negersoldaten werden bedoeld.

D e aanwezigheid van die negersoldaten had in Z u id -L im b u rg ook als effect dat de kleine kinderen hun g e lo o f in een uit Spanje gekom en Zwarte Piet verloren — Zwarte Piet was, zeiden zij, een Amerikaanse soldaat.

verm agerd gezich t, zijn afgedragen kleren, de d ro e vig e ernst in zijn o gen en zijn le e g g e ro o fd e b eu rs? . . . D aar stond j i j : J e keurige vlo tte u n ifo rm . J e athletische, w e ld o o r v o e d e lichaam . J e je u g d , j e kracht, j e zo n n ig e lach. J e o verro m p elen d e o n ve rsch illigh e id v o o r de d iepere d ingen in dit leven. J e g e z e llig e clubs. J e sigaretten. J e geld. J e dancings. J e theaters, m et de n ieu w ste film s en de beste artisten. J e d ra n k J e donuts. J e vrijh eid van b e w e g e n , en v o o ra l: j e vrijh eid van opvattingen.’ 1

Er zou o ver het in M aastricht gevo rm d e Rest-Center ‘ een bo ek te schrijven zijn. H et zou’, vo n d D uyzin gs,

‘ geen prettig b o ek w o rd en . E n e ve n m in een co m p lim en teu s b o ek . . . V erge te n , M aastrich t? . . . V e rge te n , h o e de stad haar jo n g e m eisjes zo n d er protest in A m erikaan se trucks liet lad en ? N a ch t na nacht reden d ie trucks naar M ö n c h e n - G ladbach , even o v e r de D u itse grens, w aar de boys toen n o g niet de Frauleins tot h un besch ik king hadden. E é n A m erikaans te le fo o n tje uit M ö n c h e n -G la d b a c h w a s vo ld o e n d e : ‘ V e e rtig m eisjes v o o r va n a vo n d .’ E r w as een soort van com ité in M aastricht, dat d ergelijke bestellingen prom pt en correct u itvoerd e.’ 2

Aan dit soort verschijnselen nam vo oral de Z u id lim b u rgse geestelijk­ heid aanstoot, maar, aldus pater M unsters: ‘E nkele pastoors, die aanm er­ kin g m aakten, . . . kregen m o eilijkh ed en m et de A m erikanen. Een andere goed bed oelde, doch overigen s n aïeve m ethode om ‘alles in goed e banen te le id en ’ d o o r ju ist oo k n o g de beste m eisjes in gevaar te brengen ’ (de b ed oeld e pastoors gaven zich blijkbaar m oeite opdat slechts de m eisjes d ie als de m eest zedige golden, zich v o o r contact m et de A m erikanen beschikbaar stelden) ‘kon de zedelijke ellend e slechts verm eerderen . . . O verigen s is er o n getw ijfeld som s overd reven .’3 Dat laatste zal w e l ju ist zijn, maar heft het feit niet op dat, als m en van de gepubliceerde T ilb urgse cijfers uitgaat4, het aantal buitenechtelijke geboorten in het b evrijd e Z u i­ den in '45 ca. tienm aal zo h oo g w as als in '40 — verm o ed elijk m ag m en Z eelan d niet in die ve rg e lijk in g betrekken; het v ie l althans de op Z u id - B evelan d ingezette Canadezen op, dat de m ogelijkh eden tot sexueel contact er aanzienlijk gerin ger w aren dan in N o o rd -B rab an t: ‘ there was

In document 1 9 3 9 - 1 9 4 5 D E E L I 0 a (pagina 46-84)