• No results found

8. Methodisch handelen

8.2 Methodische principes

8.2.1 Principe 1 - werken met regels

Het eerste principe gaat over het werken met regels; of te wel afspraken waar groepsleden zich aan behoren te houden. Er zijn formele en informele regels (Sonneveld & Metz, 2015).

Jongeren weten hierdoor beter wat ze wel en niet mogen doen. Duidelijkheid over regels lijkt

rust in de groep te geven, zie ook 6.2.3 Structuur, een onderdeel van positief pedagogisch klimaat.

Allereerst wordt nader ingegaan op de formele regels.

Formele regels

Formele (huis) regels zijn bij binnenkomst op de plek waar de activiteit plaatsvindt, voor iedereen duidelijk of zichtbaar. In de onderzochte praktijken zijn er twee manieren waarop de formele regels tot uiting komen. Allereerst via zichtbare borden. Dit zijn borden die in de gang hangen. Jongerenwerkers noemen dit ook wel een ‘regelbord’ of ‘huisregels’. Volgens een jongerenwerker draagt het hebben van een regelbord bij aan structuur in de groep.

‘We merkten dat het vaak lastig is omdat jongeren vaak willen voetballen, maar wij willen ook iets anders doen dan voetballen. En elke keer is het moeilijk. (..) Toen hebben we gewoon bedacht, dan hangen we dit op en dan weten ze waar ze aan toe zijn, dan hebben ze structuur. Dan weet je wat er komen gaat. En dan gaan ze dat ook gewoon doen.’263

De tweede vorm waarin formele regels tot uiting komen zijn de afspraken die worden gemaakt door jongerenwerkers. Jongerenwerkers benoemen regelmatig afspraken en bieden kaders aan waarbinnen de jongeren kunnen handelen. Dit is volgens hen belangrijk omdat dit duidelijkheid en veiligheid kan bieden. Jongerenwerkers proberen op een positieve manier regels toe te passen in het contact met de jongere.

‘ ..hoe ik dat doe [werken met regels], kijk als de jongens bezig zijn met voetballen en ze lopen de hele tijd op elkaar te zeuren, dan zeg ik ga jij maar even op de bank zitten. Wees positief. Ik probeer tussendoor ook te zeggen bouw elkaar op in plaats van elkaar af te breken. Op het moment als ik zelf aan het voetballen ben, dan geef ik die jongens

complimenten. (..) en probeer dat ook op het moment als iemand iets verkeerds doet’.264

Informele regels

Informele regels zijn regels die minder duidelijk zijn voor jongeren die nieuw zijn bij een groepsactiviteit. Dit komt doordat de regels bijvoorbeeld niet zichtbaar op borden zijn

geschreven of niet vastliggen in een openbaar protocol. Informele regels worden vaker door de groep gecreëerd en zijn moeilijker zichtbaar. In de onderzochte praktijken gaan informele regels veelal over omgangsvormen met elkaar en met de jongerenwerker. Informele regels zijn

bijvoorbeeld elkaar welkom heten of een hand schudden.

‘Sommige jongeren lopen gewoon door, dan roep ik ze en zeg: ‘eerst groeten en dan kun je naar binnen’. Je ziet ook sommige jongeren die zijn hier nooit geweest en dan komen ze binnen en lopen gewoon door. Ze lopen je straal voorbij. Dan roep ik ze even erbij, moet je niet even groeten en wie ben je (..) In het begin liepen ze door en nu komen ze eerst in de keuken [om mij te begroeten].’265

263 Wijndal, F., Meuleman, D. & Kraus, J. (2014). Diepte-interview met jongerenwerker 1 van praktijk 5. 13 november.

264 Wijndal, F., Meuleman, D. & Kraus, J. (2014). Diepte-interview met jongerenwerker 1 van praktijk 5. 13 november.

In één praktijk hebben jongeren zelf regels bedacht:

‘Van elkaar afblijven, vingers opsteken als je iets wil zeggen. (..) Dat verzinnen ze in principe allemaal zelf’.266

Handhaven van regels

Het handhaven van regels is nodig om de beoogde structuur en rust te realiseren en jongeren de gelegenheid te bieden zich de beoogde omgangsvormen eigen te maken. Jongeren houden zich niet altijd aan de formele of informele regels. Het is belangrijk om hier als jongerenwerker mee om te kunnen gaan om te voorkomen dat een negatieve dynamiek ontstaat tussen de jongerenwerker als handhaver en de groep.

Het handhaven van regels gaat makkelijker wanneer jongeren betrokken zijn geweest bij het opstellen van regels. Niet de jongerenwerker maar de jongeren zelf zijn er dan eigenaar van. De beste manier om regels te handhaven is door met jongeren het gesprek aan te gaan en deze regels samen met de groep of de leiders van de groep af te spreken/op te stellen.267 Het biedt de jongere de gelegenheid om te begrijpen wat de waarde van de regels zijn, zich bewust te worden van de uitwerking van het eigen gedrag en zich het beoogde gedrag eigen te maken. In Paragraaf 6.3.2. Dialogiserend opvoeden is dit verder uitgewerkt.

Een tweede manier om de regels op een adequate manier te handhaven is door de groep zelf verantwoordelijk te maken voor het naleven daarvan. Naarmate een groep zelfstandiger is, vindt correctie vaker vanzelf plaats:

‘Het effect dat ik wil bereiken is dat ze elkaar helpen en elkaar er op aanspreken en als gevolg hoop je natuurlijk dat dingen niet meer voorkomen of gezegd worden. Dit is vaak nog een lange weg, al merk ik wel dat het schelden bijvoorbeeld minder wordt.’268

‘Heel veel kring gesprekken, daar heb je al een heel hecht iets. Dan is het al van: ‘sssst je moet wel respect tonen, zij is aan het praten.’269

Als het dialoog aangaan geen oplossing meer biedt om de regels te handhaven, is het nodig om te corrigeren. Het corrigeren krijgt op verschillende manieren vorm en varieert in ernst. Meestal begint corrigeren verbaal door jongeren in de groep of individueel aan te spreken op hun

gedrag. Om de ernst te onderstrepen, maken sommige jongerenwerkers gebruik van gespeelde boosheid. Wanneer ook dat niet werkt, krijgen jongeren een waarschuwing eventueel gekoppeld aan een sanctie zoals niet mee mogen doen met een activiteit.

‘Soms loopt iemand gelijk door en dan zeg ik ook: ‘hallo, zeggen we niks meer?’270

266 Granneman, L. & Prade, R. (2014). Diepte-interview met jongerenwerker 3 van praktijk 1. 14 november.

267 Lid leesgroepbijeenkomst rapport 18-01-17.

268 Wijndal, F., Meuleman, D. & Kraus, J. (2014). Diepte-interview met jongerenwerker 3 van praktijk 5. 13 november.

269 Isselt, J,. Granneman, L, (2014). Diepte-interview met jongerenwerker 2 van praktijk 1. 4 november.

270 Bertnard, B., Khodabaks, D. & Binnekamp, C. (2014). Diepte-interview met coördinator 1 van praktijk 6. November.

‘Het helpt bijvoorbeeld ook dat wanneer iemand op het voetbalveldje scheldt, ik diegene 2 minuten op de bank laat zitten, dit vinden ze naar maar het is ook weer niet een zware straf. Alleen het speelt in op het groepsgevoel en dat werkt, de jongeren praten hier ook over met elkaar want dit voelen ze.’271

‘Sommige jongens (..) die luisteren niet omdat ze gewoon echt brutaal zijn. (..). Ja als ik dat opmerk en dat het vaker gebeurt dan zeg ik: ‘ga maar gewoon naar buiten (..)’. En dan ben ik daar klaar mee. Dan wil ik de volgende keer met die jongere in gesprek. En dan laat ik dat ook weten, en zeg ik: ‘hierdoor ben je naar buiten gestuurd, dit moet anders’.272

In het ergste geval kunnen zelfs ouders en/of de politie ingeschakeld worden.