• No results found

9. Randvoorwaarden

9.2 Kwaliteit

Kwaliteit is een tweede randvoorwaarde voor Groepswerk. Vanzelfsprekend is een hoge kwaliteit van het Groepswerk van belang. Om de kwaliteit te waarborgen zetten

praktijkorganisaties in op: aansturing, werken in teamverband, het inzetten van bekwame jongerenwerkers, deskundigheidsbevordering van jongerenwerkers, en het monitoren van jongeren en vrijwilligers.

Aansturing

Naast jongerenwerkers zijn er ook teamleiders of coördinatoren actief binnen de onderzochte praktijken. Deze medewerkers zijn verantwoordelijk voor de aansturing van jongerenwerkers.303 De aansturing van jongerenwerkers gebeurt zowel via het teamoverleg als de individuele werkbegeleiding. Een teamleider of coördinator heeft als taak om jongerenwerkers te coachen in het begeleiden van jongeren, het proces van uitvoering bij te sturen indien nodig en

structurele teambijeenkomsten te organiseren. Kortom hij of zij zorgt ervoor dat het beleid binnen het Groepswerk gehandhaafd blijft.304 Wel blijven de jongerenwerkers in samenspraak met de jongeren de regie houden over de activiteiten. Zij hebben de verantwoordelijkheid en ruimte om zelf invulling te geven aan de lopende projecten binnen een bepaald kader. In de literatuur wordt ook benadrukt dat er een balans gevonden moet worden tussen structuur en vrijheid (Kelderman, 2002). Verder zijn teamleiders of coördinatoren meestal van oorsprong jongerenwerkers. Ondanks dat zij vrijwel geen actieve rol hebben binnen het Groepswerk, zijn ze wel goed op de hoogte van alle ontwikkelingen rondom het Groepswerk.305 De teamleiders of coördinatoren leggen zelf ook verantwoording af aan een manager of beleidsmedewerker van de gemeente. In deze verantwoordingsoverleggen worden dan onder andere de resultaten en bijzonderheden van het Groepswerk besproken.306

Werken in teamverband

Naast de aansturing en begeleiding van teamleiders of coördinatoren maakt het werken in een team het mogelijk om de kwaliteit van het Groepswerk te waarborgen. Binnen alle onderzochte praktijken worden groepswerkactiviteiten geboden vanuit een team bestaande uit

jongerenwerkers, vrijwilligers (zie ook paragraaf 9.1), stagiaires, en teamleiders/coördinatoren. Het werken in teamverband kan de kwaliteit waarborgen, doordat de betrokkenen samenwerken

302 Bertrand, B., Khodabaks, D., & Binnekamp, C. (2015). Praktijkbeschrijving Groepswerk praktijk 6. Amsterdam: Youth Spot, Hogeschool van Amsterdam.

303 Polman, T., Kortram, M., & Beerendonk, B. (2014). Verslag van informeel gesprek met 2 jongerenwerkers van Groepswerk praktijk 4, 22 oktober 2014

304 Bertrand, B., Khodabaks, D., & Binnekamp, C. (2015). Praktijkbeschrijving Groepswerk praktijk 6. Amsterdam: Youth Spot, Hogeschool van Amsterdam.

305 Hooijmans, N., Mahabier, R., Touali, Z., Tuuk, M. van der. (2015). Praktijkbeschrijving Groepswerk praktijk 3. Amsterdam: Youth Spot, Hogeschool van Amsterdam.

306 Bertrand, B., Khodabaks, D., & Binnekamp, C. (2014). Informeel gesprek met jongerenwerker van Groepswerk praktijk 6, 5 November 2014.

en elkaar kunnen aanvullen op verschillende gebieden zoals coaching, netwerken,

vakdeskundigheid (bijvoorbeeld fotografie) en het handhaven van regels. Gezamenlijk is het team verantwoordelijk voor de begeleiding van jongeren bij de uitvoering van de

groepswerkactiviteiten. Het werken in teamverband krijgt op verschillende manieren invulling. Zo werken de uitvoerende professionals veelal samen tijdens het werken met groepen jongeren. Naast dat dit een veiligheidsmaatregel is (zie ook paragraaf 9.2), is het ook een manier om elkaar inhoudelijk ondersteuning te bieden, elkaar te motiveren en te ontwikkelen.307 Er wordt dan ook veel met elkaar gecommuniceerd over onder andere de ontwikkelingen in de groep, positiebepalingen en aankomsttijden. De meeste uitvoerende professionals kennen elkaar goed en hebben dan ook goed de taken op elkaar afgestemd. Ook maken ze duidelijke afspraken over de rolverdeling ten opzichte van de doelgroep. Bewust bespreken

jongerenwerkers gedurende de activiteit hun aanpak met elkaar.

‘En het blijft af en toe ook wel beetje een machomannen wereld, ik heb ook wel eens tegen mijn collega gezegd ga jij eens alsjeblieft even schreeuwen of ga jij er even op af. Hij hoeft dan maar één keer te schreeuwen en ik soms dan wel tien keer.’308

Daarnaast nemen jongerenwerkers regelmatig deel aan teamoverleggen.309 Het teamoverleg is een moment om elkaar te informeren over de voortgang, casuïstiek, incidenten en de

programmering. De groepsactiviteiten kunnen dan ook gezamenlijk worden geëvalueerd. Eventuele verbeterpunten worden dan meegenomen naar de volgende groepsactiviteiten. Verder vinden er in teams ook informeel overlegmomenten plaats waarbij jongerenwerkers samen iets gaan drinken of lunchen.310

Inzetten van bekwame jongerenwerkers

Het inzetten van goed opgeleide, ervaren en gekwalificeerde jongerenwerkers is eveneens een manier waarop praktijkorganisaties proberen om de kwaliteit van het Groepswerk te borgen. De deskundigheid van professionele jongerenwerkers is een belangrijke randvoorwaarde om de complexe interactieprocessen en de groepsdynamiek te doorgronden en te begeleiden (Van Veen 1991; Gumpert & Black, 2006). Hiervoor is het nodig dat jongerenwerkers aansluiting kunnen vinden bij een groep jongeren, een groep jongeren kunnen motiveren, een

betekenisrelatie met jongeren op kunnen bouwen, een aangename sfeer kunnen creëren, kunnen anticiperen op onvoorspelbare situaties en regels kunnen hanteren.311 Om deze taken te kunnen uitvoeren zijn specifieke competenties en kennis nodig. Hierbij gaat het vooral om het herkennen en kunnen beïnvloeden van de groepsdynamiek, met als doel de deelnemende jongeren een positieve ontwikkeling te laten doormaken.

307 Polman, T. (2014). Verslag van interview met jongerenwerker, 17 november 2014.

308 Kortram, M. (2014). Verslag van interview met jongerenwerker, 17 november 2014.

309 Korving, H., K. van Middendorp & Derks, L.J. (2015). Verslag van Focusgroep bijeenkomst Groepswerk-praktijk 2, 9 januari 2015.

Polman, T., Kortram, M., & Beerendonk, B. (2015). Praktijkbeschrijving Groepswerk praktijk 4. Amsterdam: Youth Spot, Hogeschool van Amsterdam.

310 Wijndal, F., Meuleman, D., & Kraus, J. (2014). Observatieverslag Groepswerk praktijk 5, 9 oktober 2014.

311 Granneman, L. (2014). Verslag van interview met meidenwerker, 14 november 2014.

Wijndal, F., Meuleman, D., & Kraus, J. (2015). Praktijkbeschrijving Groepswerk praktijk 5. Amsterdam: Youth Spot, Hogeschool van Amsterdam.

Bertrand, B., Khodabaks, D., & Binnekamp, C. (2015). Praktijkbeschrijving Groepswerk praktijk 6. Amsterdam: Youth Spot, Hogeschool van Amsterdam.

Passende vooropleiding, werkervaring en vervolgtrainingen zijn voorwaarden om de competenties en kennis ten aanzien van groepsbegeleiding te ontwikkelen en verder uit te breiden. Vrijwel alle onderzochte praktijken spreken zich op papier dan ook uit over de opleidingseisen voor betaalde krachten. Zo geven diverse praktijken aan dat zij streven naar een goede mix en balans van jongerenwerkers met een mbo of hbo achtergrond.312 Voor deze praktijkorganisaties is het van belang dat het uitvoerend team bestaat uit jongerenwerkers die zowel streetwise en praktijkgericht zijn als hun methodisch handelen goed kunnen

onderbouwen. Andere praktijken leggen meer de nadruk op een hbo werk- en denkniveau van jongerenwerkers. Deze praktijken stellen dat jongerenwerkers naast een afgerond hbo diploma, ook werkervaring met groepen jongeren moeten hebben.313

Uit de opleidingsachtergronden van de jongerenwerkers die deelnamen aan dit onderzoek kan worden opgemaakt dat er in de praktijk inderdaad meer wordt gekozen voor professionals die minimaal hbo geschoold zijn. Van de jongerenwerkers die actief bezig zijn in het Groepswerk heeft ruim de meerderheid een hbo-opleiding genoten zoals Pedagogiek, Pabo, Sociaal Pedagogische Hulpverlening, Maatschappelijk Werk en Dienstverlening en Culturele Maatschappelijke Vorming.314 De jongerenwerkers die mbo geschoold zijn hebben veelal Sociaal Cultureel Werk (niveau 3 of niveau 4) gedaan.315 Ook zijn er een aantal

jongerenwerkers die een wo opleiding hebben gevolgd.316 Opvallend is dat een aantal jongerenwerkers zichzelf hebben omgeschoold. Zij hebben eerst een mbo opleiding

(bijvoorbeeld detailhandel)317 of een politieopleiding318 gevolgd, waarna zij zich hebben laten omscholen tot jongerenwerkers. Verder blijkt als we kijken naar de werkervaring van de betrokken jongerenwerkers dat de meesten al langer werkzaam zijn in het jongerenwerk. Zo hebben de jongerenwerkers een gemiddelde werkervaring in het werken met jongeren (zowel individueel als in groepsverband) van ongeveer 7 à 8 jaar.319

Tot slot benoemt het merendeel van de onderzochte praktijken expliciet dat het belangrijk wordt gevonden dat de samenstelling van het team divers is qua sekse, etniciteit en leeftijd.320

Diversiteit in het team draagt een breed palet aan kennis en ervaring met zich mee waaruit geput kan worden bij het werken met groepen jongeren. Volgens de literatuur is de

teamsamenstelling van invloed op het contact met de doelgroep. Een etnisch divers team is

312 Prade, R., Isselt, J., Defourny, L., & Granneman, L. (2015). Praktijkbeschrijving Groepswerk praktijk 1. Amsterdam: Youth Spot, Hogeschool van Amsterdam.

Korving, H., Middendorp, K. van., Derks, L. J. (2015). Praktijkbeschrijving Groepswerk praktijk 2. Amsterdam: Youth Spot, Hogeschool van Amsterdam.

313 Bertrand, B., Khodabaks, D., & Binnekamp, C. (2015). Praktijkbeschrijving Groepswerk praktijk 6. Amsterdam: Youth Spot, Hogeschool van Amsterdam.

Touali, Z., Tuuk, M. van der. (2014). Verslag van interview met jongerenwerker, 11 november 2014

314 Polman, T., Kortram, M., & Beerendonk, B. (2015). Praktijkbeschrijving Groepswerk praktijk 4. Amsterdam: Youth Spot, Hogeschool van Amsterdam.

315 Defourny, L., (2014). Verslag van interview met meidenwerker, 8 oktober 2014.

316 Bertrand, B., Khodabaks, D., & Binnekamp, C. (2014). Informeel gesprek met jongerenwerker van Groepswerk praktijk 6, 5 November 2014.

317 Granneman, L. (2014). Verslag van interview met meidenwerker, 14 november 2014.

318 Polman, T. (2014). Verslag van interview met jongerenwerker, 17 november 2014.

319 Polman, T., Kortram, M., & Beerendonk, B. (2015). Praktijkbeschrijving Groepswerk praktijk 4. Amsterdam: Youth Spot, Hogeschool van Amsterdam en Korving, H., Middendorp, K. van., Derks, L. J. (2014). Verslag van interview met jongerenwerker Groepswerk praktijk 2, 20 oktober 2014.

320 Korving, H., Middendorp, K. van., Derks, L. J. (2015). Praktijkbeschrijving Groepswerk praktijk 2. Amsterdam: Youth Spot, Hogeschool van Amsterdam.

Bertrand, B., Khodabaks, D., & Binnekamp, C. (2015). Praktijkbeschrijving Groepswerk praktijk 6. Amsterdam: Youth Spot, Hogeschool van Amsterdam.

noodzakelijk om goed te kunnen werken met jongeren van verschillende herkomst (Kelderman, 2002; Otten & Jongerenwerkteam Iriszorg Nijmegen, 2007).

Deskundigheidsbevordering

Deskundigheidsbevordering is ook een middel dat wordt ingezet om de kwaliteit van

Groepswerk te waarborgen. Groepswerk kan door de complexe interactieprocessen tussen jongeren in de praktijk ingewikkeld zijn. Om die reden is goede training en begeleiding van jongerenwerkers noodzakelijk. Het type deskundigheidsbevordering loopt uiteen. Zo worden er binnen een aantal onderzochte praktijken verplichte introductie- of basistrainingen gegeven over het werken met groepen jongeren voor zowel betaalde krachten als vrijwilligers.321 Tevens kunnen jongerenwerkers ongeveer één keer per maand deelnemen aan intervisie.322 Intervisie is een belangrijke methode om onder andere de groepsdynamiek te bespreken met collega’s en daar vervolgens leerzame lessen uit te trekken voor het toekomstig handelen (Sonneveld & Metz, 2015). Voorts bieden veel praktijken de mogelijkheid om eendaagse of meerdaagse Groepswerk gerelateerde trainingen en conferenties bij te wonen, ter bevordering van de deskundigheid van de uitvoerende jongerenwerkers.323

Monitoren

Om groepen jongeren te begeleiden is het een voorwaarde dat de organisaties de

ontwikkelingen in de uitvoering van groepswerkactiviteiten monitoren. Het monitoren is het volgen wat er gebeurt in de uitvoering en daar op een of andere wijze verslag van doen, zodat de kwaliteit van het Groepswerk gewaarborgd blijft. Dit onderzoek maakt inzichtelijk dat de meeste praktijken via verschillende systemen het Groepswerk monitoren voor één of meerdere doeleinden. Zo monitort praktijk 4 om vooral het leerproces van de deelnemende jongeren te volgen.324 Hierbij gaat het om het inzichtelijk maken van de betekenis van de groepsactiviteiten voor de ontwikkeling van jongeren. Praktijk 6 monitort de uitwerking van de groepsaanpak.325 Uitkomst daarvan kan zijn dat de groepsaanpak wordt aangescherpt of verbeterd. Daarnaast is het monitoren van belang om de resultaten richting de opdrachtgevers te kunnen

verantwoorden. Bij het verantwoorden van de resultaten van het Groepswerk gaat het om het inzichtelijk maken wat Groepswerk na uitvoering heeft opgeleverd (resultaat) in relatie tot de vooraf gestelde doelen.326 Opdrachtgevers zoals de Gemeente Amsterdam327 verwachten dat jongerenwerkaanbieders inzage geven in de resultaten van hun werkzaamheden.

Sinds vijf jaar zijn er binnen het jongerenwerk monitoringssystemen beschikbaar om de ontwikkeling van groepen inzichtelijk kunnen maken. De ambitie van deze systemen is dat zij

321 Bertrand, B., Khodabaks, D., & Binnekamp, C. (2015). Praktijkbeschrijving Groepswerk praktijk 6. Amsterdam: Youth Spot, Hogeschool van Amsterdam.

322 Wijndal, F., Meuleman, D., & Kraus, J. (2015). Praktijkbeschrijving Groepswerk praktijk 5. Amsterdam: Youth Spot, Hogeschool van Amsterdam.

323 Wijndal, F., Meuleman, D., & Kraus, J. (2015). Praktijkbeschrijving Groepswerk praktijk 5. Amsterdam: Youth Spot, Hogeschool van Amsterdam.

324 Defourny, L., (2014). Verslag van interview met meidenwerker, 8 oktober 2014.

Polman, T., Kortram, M., & Beerendonk, B. (2015). Praktijkbeschrijving Groepswerk praktijk 4. Amsterdam: Youth Spot, Hogeschool van Amsterdam.

325 Bertrand, B., Khodabaks, D., & Binnekamp, C. (2015). Praktijkbeschrijving Groepswerk praktijk 6. Amsterdam: Youth Spot, Hogeschool van Amsterdam.

326 Prade, R., Isselt, J., Defourny, L., & Granneman, L. (2015). Praktijkbeschrijving Groepswerk praktijk 1. Amsterdam: Youth Spot, Hogeschool van Amsterdam.

327 Polman, T., Kortram, M., & Beerendonk, B. (2015). Praktijkbeschrijving Groepswerk praktijk 4. Amsterdam: Youth Spot, Hogeschool van Amsterdam.

zowel bijdragen aan de kwaliteitsverbetering als inzicht bieden in de resultaten. Voorbeelden van deze systemen die jongerenwerkers regelmatig gebruiken voor het monitoren van de ontwikkelingen rondom het Groepswerk zijn de Jongerenwijzer328 en Regas.329

Vrijwilligers

Bij het merendeel van de onderzochte praktijken worden vrijwilligers ingezet die een bijdrage kunnen leveren aan de uitvoering van groepswerkactiviteiten en het realiseren van de

doelstellingen. Zo zijn vrijwilligers die actief zijn in het Groepswerk meestal jongeren die voorheen zelf hebben deelgenomen aan activiteiten als jongere of eraan bijgedragen hebben als stagiaire. In het algemeen ondersteunen deze vrijwilligers de jongeren uit de doelgroep en worden ze ook wel peercoaches330 of peer educators331 genoemd. Meer concrete taken en verantwoordelijkheden van de vrijwilligers zijn het geven van structuur door regels te hanteren, het samen ondernemen van activiteiten met jongeren, het bieden van een luisterend oor en het ondersteunen bij structurele activiteiten zoals huiswerkbegeleiding.332 Bij enkele praktijken zijn er ook oudere vrijwilligers betrokken die een helpende hand bieden bij de uitvoering van Groepswerkactiviteiten.333 Benodigde competenties voor vrijwilligers zijn communicatieve vaardigheden, een actieve houding, leergierigheid, corrigeerbaarheid, flexibiliteit en het tonen van initiatief.334 Van hen wordt ook een VOG (Verklaring Omtrent het Gedrag) verwacht. De vrijwilligers worden net als de nieuwe medewerkers ingewerkt door één van de

leidinggevenden. De leidinggevende neemt samen met de vrijwilliger zijn of haar taken en verwachte verantwoordlijkheden door. Het vervolgtraject ziet er als volgt uit: intakegesprek, inwerken, proefperiode, evaluatiegesprek, en coaching on the job. Ongeveer één keer in de maand kunnen vrijwilligers deelnemen aan intervisie waar zij hun ervaringen kunnen uitwisselen met andere vrijwilligers, stagiaires en jongerenwerkers. Tevens kunnen ze deelnemen aan trainingsdagen en bij bepaalde praktijken zijn er vrijwilligersuitjes. De werving van vrijwilligers gaat via verschillende kanalen. Meestal gaat dat via het benaderen van jongeren die deelnemen aan groepsactiviteiten, het benaderen van stagiaires, het benaderen van leeftijdsgenoten of het plaatsen van vacatures.335 Praktijken 3 en 4 zijn de enige praktijken waar er niet met vrijwilligers wordt gewerkt.336

328 Prade, R., Isselt, J., Defourny, L., & Granneman, L. (2015). Praktijkbeschrijving Groepswerk praktijk 1. Amsterdam: Youth Spot, Hogeschool van Amsterdam.

329 Korving, H., Middendorp, K. van., Derks, L. J. (2015). Praktijkbeschrijving Groepswerk praktijk 2. Amsterdam: Youth Spot, Hogeschool van Amsterdam.

330 Prade, R. (2014). Verslag van informeel gesprek met meidenwerker, 8 oktober 2014.

331 Granneman, L. (2014). Verslag van interview met meidenwerker, 14 november 2014.

332 Wijndal, F., Meuleman, D., & Kraus, J. (2014). Observatieverslag Groepswerk praktijk 5, 13 oktober 2014. Bertrand, B., Khodabaks, D., & Binnekamp, C. (2014). Informeel gesprek met jongerenwerker van Groepswerk praktijk 6, 10 oktober 2014.

333 Korving, H., Middendorp, K. van., Derks, L. J. (2014). Verslag van informeel gesprek met jongerenwerker van Groepswerk praktijk 2, 20 oktober 2014.

334 XXX (2014). Handleiding vrijwilligersbeleid XXX, Amsterdam: Jongerenwerkpraktijk 5.

335 Bertrand, B., Khodabaks, D., & Binnekamp, C. (2014). Informeel gesprek met jongerenwerker van Groepswerk praktijk 6, 10 oktober 2014.

336 Hooijmans, N., Mahabier, R., Touali, Z., Tuuk, M. van der. (2015). Praktijkbeschrijving Groepswerk praktijk 3. Amsterdam: Youth Spot, Hogeschool van Amsterdam en Polman, T., Kortram, M., & Beerendonk, B. (2015). Praktijkbeschrijving Groepswerk praktijk 4. Amsterdam: Youth Spot, Hogeschool van Amsterdam.