• No results found

1903 een roman over Pougatcheff; Karl Gutzkow heeft zijn figuur in een drama geteekend; een der eerste verhalen van Eugène Melchior de Vogué behandelde ‘la révolte de Pougatcheff’

den adel of van de mannen des volks? Liefst ware ons de leiding van een Romanoff,

want lichter gaat alles zonder revolutie; maar de czar wil niet. - Dus moeten wij

wachten op een Pougatcheff of Pestel. - Een Pougatcheff! gave de hemel dat hij

dàn Pestels genie bezat! - Een Pestel! maar dan moet hij een volks-man zijn. - Doch

wellicht is geen der drie ter beschikking. De Rijksdag moet dan collectief het werk

doen. Naderen wij nu slechts 't volk! De éénige weg daartoe is oprechtheid en

waarheid. Het gansche volk moet een vernieuwing ondergaan. Wij kunnen slechts

verloskundigen, vroedmeesters, voor het nieuwe komende Russisch volk zijn. Slechts

moeten wij op onze hoede wezen geen doctrinairen ons te toonen’.

Zóó schreef en uitte hij zich, voeling nemende steeds met Herzen en Ogarjoff. Die

beide vrienden moesten hem in hoofdzaak thans onderhouden. Herzen stond hem

uit eigen middelen een jaarrente toe van 1500 francs. Andere vrienden hielpen ook,

onder anderen Ivan Tourguénjeff. Doch juist de financieele verhouding, waarin hij

tot Herzen en zijn kring stond, maakte voor Bakounin het leven niet altijd gemakkelijk.

Bij verschil van inzicht, bij een andere opvatting der politieke of sociale

aangelegenheden, werd dadelijk het geld-argument, zij het dan tegenover anderen,

gebruikt, en werd gewezen op de ondankbaarheid van de zijde van Bakounin

1)

. En

dat verschil van inzicht bestond wel degelijk. Wel steunde hem Ogarjoff, die

inderdaad veel geavanceerder was dan Herzen, vrij krachtig. Ogarjoff deelde dan

ook zijn beweren, dat het Russisch secte-wezen, de gesteldheid der zoogenaamde

Raskolniken, een politiek protest was tegen den kunstmatigen Staat van Peter den

Grooten. In een bij-blad van de ‘Klok’ werkte Ogarjoff dat denkbeeld zelfs nog nader

uit, en hij steunde Bakounin, toen deze met de secte en bisschoppen dier secte

onderhandelingen aanknoopte. Doch Herzen kon niet in alle opzichten met Bakounin

medegaan. Het idee, waarin zij eensgezind waren, was het geloof aan een

wereld-roeping van Rusland of liever van het Russische volk. Zij waren met hun

beiden volbloed Slaven. De Duitsche vrienden en emigranten, die in Londen waren:

Ruge, Freiligrath en anderen, konden zich niet genoeg ergeren aan de uitlatingen

van die Russen tegenover het Germaansche element. Inderdaad wenschten Herzen

en Bakounin een pan-Slavistische democratie, die ook met Duitschland zou kunnen

afrekenen.

Tot zoover gingen Herzen en Bakounin samen, maar op het punt van Polen

splitsten zich hun wegen. Bakounin stelde dadelijk op den vóórgrond, dat Rusland

tegenover Polen een eere-schuld had af te doen, en dat de vrijmaking van Polen

tevens de

be-vrijding van Rusland zou zijn. Daarover kwamen nu allerlei wrijvingen en kleine

botsingen tusschen Herzen en Bakounin. In de brieven van Bakounin aan Herzen

uit dat tijdperk ziet men een op-en-nedergaan van gevoeligheid en vriendschap.

‘Gij hebt in uw “Klok” een macht geschapen - zóó heet 't in een schrijven van

Bakounin - maar ook ik ben een nuttige en edele kracht’. Straks luidt 't weder: ‘Ik

beveel u een Pool aan, die met een brief van Wyzocki komt; gij zijt niet vriendelijk

voor hen die ik aanbeveel’. Dadelijk daarop, in een brief van 17 Juli 1862, uit hij

weder zijn berouw over den toon dien hij aansloeg: ‘Vergeef mij, ik stel u vèr boven

den vriend van Wyzocki, vèr boven mij-zelven’. Doch de Poolsche zaken beginnen

langzamerhand de wending te nemen, die tot den grooten opstand en krijg van 1862

en 1863 zal voeren, de rebellie tegen den czar, die door een Mourajeff zal worden

bedwongen. Bakounin dringt nu aan op medegaan met Polen, op een vast

bondgenootschap van Russen en Polen. De brieven van Bakounin aan Herzen en

Ogarjoff worden dringender en heftiger. ‘Gij moet antwoorden aan het Poolsche

comité. Gij moet een politiek programma geven. Gij hebt een macht geschapen;

gebruik haar nu’. Dit schreef Bakounin 3 October 1862. En de omgang tusschen

de vrienden werd bitser. Want in een brief van 31 October 1862 van Ogarjoff aan

Bakounin lezen wij de woorden: ‘Ik verlies haast mijn geloof aan u. Kent gij de zaken

van Staat en maatschappij?’ Doch Bakounin laat zich niet bang maken. Hij schrijdt

rustig voort op den door hem gekozen weg

1)

.

Inderdaad wint hij het op Herzen. Herzen had liefst in zijn ‘Klok’ nog een kritisch

standpunt willen aannemen tegenover het sociaal-politieke streven der Poolsche

patriotten. Hij had liefst een vereeniging van alle Slavoniërs bewerkt in eene

gezamenlijke actie tegen Duitschland. Hij voorzag dat de Russische Staat der czaren

niet aan de eischen van Polen kon toegeven. Doch Bakounin, steunende op de

logica der denkbeelden, die zij beiden vroeger samen hadden verkondigd, sleepte

hem mede. Wel is waar wilde Bakounin ook niets weten van de zoogenaamde

rechten van het oude historische Polen; rechten die een samenvoeging bedoelden

van Polen met het grondgebied van Lithauen, Wit-Rusland en de Ukraine, maar hij

was vast overtuigd dat de stoot, door de Polen thans gegeven, op Rusland-zelf zou

inwerken. Een storm van revolutie zou over al de Slavonische vlakten gaan, die

overal tot autonomie zou wekken. Hij rekende daarbij op de jong-Russen, op de

leden van ‘Land en vrijheid’.

Bakounin overwon in de redactie van ‘De Klok’. Maar zijn overwinning is de val

van Herzen en van ‘De Klok’ geweest. De ‘Klok’, toen zij openlijk de partij der

Poolsche opstandelingen koos, drukte niet meer het gevoel uit der liberale

oppositie-mannen in Rusland. Rusland meende, dat het wonen in Londen Herzen

van zijn land had vervreemd. Hij had het reeds dadelijk kunnen

merken. ‘De Klok’ begon reeds in 1862 minder lezers in Rusland te tellen. En Katkoff

sloeg nu zijn slag. Deze zag de wending der Russische geesten, het keeren van

den stroom. In zijn ‘Russische bode’ schiep hij een orgaan voor de oud-Russische

denkbeelden. Zijn blad versterkte en verscherpte het oud-Russisch geweten. Hij

werd de zedelijke leider der Russen

1)

. Het eng-nationale gevoel zegevierde. De

Russische liberalen, die vroeger Herzen hadden beaamd, deinsden nu terug voor

Herzens raadgevingen. Zij draaiden hem den rug toe. Polen werd verpletterd onder

de juichtonen der Russische liberalen. Die anders dacht, en in Rusland van dit zijn

gevoelen durfde doen blijken, werd naar Siberië verbannen. Wij wijzen op den

bekenden schrijver Tchernicheffski, die in 1863 derwaarts werd verwezen, waar hij

twintig jaren moest blijven

2)

. In Rusland begon de periode Katkoff. ‘De Klok’ verloor

geheel en al haar invloed. Zij werd thans nog slechts gelezen om het merkwaardig

talent van den auteur. Doch die auteur kon niet meer tot practische daden bewegen.

Herzen erkende het weldra zelf in zijn brieven, al voegde hij er dadelijk bij, dat hij

trotsch bleef op hetgeen hij gedaan had, en dat er een tijd zou komen, wanneer niet

‘de Vaders’ maar ‘de Zonen’ aan zijn eerlijke bedoelingen recht zouden doen

wedervaren

3)

. Aan den anderen kant werd Herzen, in de oogen der jonge generatie

der uiterste revolutionnairen, allengs een min of meer verouderde, voor enkelen

zelfs reactionnaire figuur.

Veel daarvan had Bakounin op zijn rekening. In de bemoeiingen van de ‘Klok’

met den Poolschen opstand, gevoelde Herzen slechts te-goed dat Bakounin een

element vertegenwoordigde, dat krachtiger was dan zijn eigen beginselen. In al de

menigvuldige conferenties, die met gedelegeerden der Polen te Londen gehouden

werden, ging Herzen slechts aarzelend mede. Bakounin hem aanziende, mompelde

zoo iets van manieren van een diplomaat. Herzen liet zich ontvallen, dat Bakounin

de tweede maand der zwangerschap reeds voor de negende hield. Bakounins

artikelen werden dan door Herzen en Ogarjoff telkens herzien, maar het feit was

dat Bakounin hen meêsleepte.

En Bakounin liet het ten-opzichte van Polen niet enkel bij woorden. Toen de

opstand nog in gang was, ging hij in Februari 1863 naar Zweden. Hij had van Herzen

en Ogarjoff geld weten te krijgen om een kleine expeditie naar F i n l a n d te steunen.

Dáár in Finland wilde hij ook een beweging tegen den czar opwekken. Die Finsche

revolutie zou de hand reiken aan de Poolsche. Hij vleidde zich, dat dan een

algemeene boeren-opstand in Rusland onvermijdelijk zou zijn. De met zooveel

moeite tot stand gebrachte kleine expeditie mislukte echter. De kapitein van het

schip, waarop Bakounin den tocht had ondernomen, bleek onbetrouwbaar. Men

kwam overal te laat aan. Niets kwam op het rechte tijd-stip tot stand. Bakounin-zelf

toefde en wijlde in Stockholm, doch zag nergens iets opdagen wat hulp aan Polen

kon geven. Langzaam maar onvermijdelijk ging Polen te-gronde. Wat beduidde het,

dat Bakounin in Augustus 1863 nog een rede op een banket te Stockholm hield,

waarbij hij den handschoen slingerde tegen de Petersburgsche regeering en hoog

opgaf van de bedoelingen en beginselen van het Russisch genootschap: ‘Land en

Vrijheid’? Het was een slaan van de verzenen tegen de prikkels. Met Herzen en

Ogarjoff wikkelde hij zich over die Zweedsche expeditie in allerlei oneenigheden.

Herzens zoon die medegegaan was werd door Bakounin beleedigd

1)

. Het einde der

samenwerking in ‘De Klok’ was gedaan. Den 1stenSeptember 1863 schreef Herzen

hem een bitsen brief, waarin hij hem uitéénzette dat hij geheel verkeerd handelde.

‘Gij beweegt u in een schijn-wereld’, zóó drukte Herzen zich uit. ‘Gij houdt geen

rekening meer met de feiten.’ En Ogarjoff hield in een brief van 12 October 1863

een formeele straf-preek tegen Bakounin. ‘Gij zijt eeuwig in onrust’, zóó luidde het

nu. ‘Gij praalt en pocht op genootschappen als “Land en Vrijheid” die geen wezenlijke

kracht hebben; gij geeft toe aan gepraat en gekonkel. Versmaad toch dat

revolutionnaire woelen “ins Blaue hinein”. Wees stipt in uw gedrag en verhoudingen,

vooral ook in geld-zaken’

2)

.

Na zulke woorden was geen gemeenschappelijk vertrouwend handelen meer