• No results found

4. Methodologisch kader

5.3.4 Positie van partijen

De positie van partijen in een netwerk hangt af van de middelen die zij bezitten. Wanneer een partij meerdere middelen bezit is de positie van deze partij sterker in het netwerk. Er zijn vijf bronnen van middelen, hieronder wordt beschreven over welke middelen de actoren in het netwerk beschikken (Koppenjan & Klijn, 2004, p.144-145). Deze middelen kunnen worden ingezet om de

verdrogingsaanpak in de Groote Peel te realiseren en zo aan de Natura 2000-richtlijnen te voldoen. Financiële middelen

Financiële middelen zijn cruciaal bij het oplossen van een complex probleem, zoals de verdroging van de Groote Peel. Het probleem is moeilijk op te lossen wat veel kosten met zich meebrengt

(Koppenjan & Klijn, 2004, p.144).

In het onderzochte netwerk zijn de meeste financiële middelen in handen van de provincies (Provincie Limburg, 2019). Dit wordt bevestigd door de terreinbeheerder, deze geeft aan dat de meeste financiële middelen afkomstig zijn van de provincies. De provincies stellen namelijk budgetten beschikbaar om projecten te realiseren. Het geld van de provincie komt uit eigen

inkomsten en vanuit het Rijk en de EU. Met financiële middelen is het voor de provincies mogelijk om rondom de Groote Peel gronden op te kopen. Met deze opgekochte gronden kan een maximale peilopzet gerealiseerd worden (Provincie Limburg, 2019).

De provincies doen daarnaast aan co-financieren. Wanneer er financiële middelen nodig zijn voor PAS-maatregelen of Natura 2000-maatregelen is het de taak van de provincie om deze te verlenen (Respondent 6, Projectleider, beleidsmedewerker & beleidsadviseur LLTB; Respondent 2, Senior Projectleider ontwerp en realisatie provincie Limburg).

‘De financiële middelen zijn vanuit de provincies gekomen.’ (Respondent 8, gebiedsbeheerder Groote Peel)

De uitvoerende partij in het gebied, Staatsbosbeheer, ontvangt haar inkomsten vanuit twee geldschieters namelijk, provincie Limburg en provincie Noord-Brabant.

‘Als maatregelen genomen worden voor het Natura 2000-gebied om beken aan te passen krijgen we 75% vergoed. Als we eventueel eigendom hebben in een gebied wordt dit 100% uit PAS geld betaald.’

(Respondent 4, dagelijks bestuur Waterschap Limburg)

De provincies bezitten de meeste financiële middelen binnen het netwerk voor uitvoeren van maatregelen om het doel te kunnen bereiken in het natuurgebied. De waterschappen hebben ook nog een groot deel budget dat ze uitgeven aan maatregelen met betrekking op de Natura 2000. Deze worden besteed in de gebieden rondom het natuurgebied. Daarnaast heeft Staatsbosbeheer eigen financiële bronnen die zij ontvangen vanuit het Rijk (Staatsbosbeheer, 2019)

De landbouworganisaties en de werkgroep Behoud de Peel hebben hun inkomsten uit eigen bronnen. Om lid te zijn van deze partijen wordt er een bijdrage aan deze partijen geleverd. Dit is naast schenkingen en subsidies hun grootste inkomensbron. De financiële middelen hebben weinig tot geen directe invloed op het netwerk en daarmee hun positie in het netwerk. Andere partijen zijn namelijk niet financieel afhankelijk van deze partijen

Productiemiddelen

Dit zijn middelen die worden aangewend met financiële middelen, denk hierbij aan arbeid. Om politieke initiatieven te kunnen uitvoeren zijn productiemiddelen van belang. Kenmerkend hiervoor

is dat bepaalde partijen vaak gespecialiseerd zijn in deze middelen en hierin investeren (Koppenjan & Klijn, 2004).

Voor de uitvoering van het grootste gedeelte van de maatregelen bij de aanpak van verdroging, besteden de provincies hun taken uit aan partijen die productiemiddelen, competenties en kennis bezitten. Er wordt door de provincies verwacht dat andere actoren, zoals waterschappen en andere uitvoerende partijen, maatregelen uitvoeren om daarmee het einddoel te behalen (Respondent 1, Coördinator Water Provincie Limburg).

De provincies hebben de taak om gronden aan te kopen om een peilopzet buiten het natuurgebied te kunnen realiseren. In overleg met Staatsbosbeheer en de waterschappen worden deze gronden aangekocht. De financiële middelen spelen hierbij een grote rol. Dit is een reden waarom de provincie deze rol oppakt.

Daarnaast moet de provincie zich aan de maatregelen houden en erop toezien dat er uitvoering van overige maatregelen worden uitgevoerd (Provincie Limburg, 2019). Overige taken in de uitvoering worden aan andere partijen overgelaten, die hier de productiemiddelen voor hebben waardoor maatregelen efficiënter uitgevoerd kunnen worden.

De grootste uitvoerende partij bij de aanpak van verdroging in de Groote Peel is Staatsbosbeheer als terreinbeheerder. Zij bezitten de specialistische capaciteit om het gebied zo goed mogelijk te

onderhouden en de natuur in het gebied te behouden. Zij voeren hierbij het beleid uit voor de provincie. Dit gebeurt zowel voor de provincie Limburg als voor de provincie Noord-Brabant. Staatsbosbeheer dient de maatregelen van het Life+ project uit te voeren. Dit is mogelijk aangezien Staatsbosbeheer de juiste kennis, mankracht en materiaal bezit. Het blijkt ook dat Staatsbosbeheer bij het realiseren van de maatregelen van de eerste fase van het project erg succesvol was. Het blijkt uit interviews dat deze partij geschikt is om de uitvoering van deze maatregelen te doen.

Echter blijkt ook dat voor een klein deel van de te realiseren plannen wellicht meer

productiemiddelen nodig zijn. Problemen in het niet behalen van de maatregelen zullen namelijk eerder liggen in de omvang van het natuurgebied. Dit kan een teken zijn dat Staatsbosbeheer te weinig middelen heeft om het gehele gebied te onderhouden.

‘In het Natura 2000 beheerplan is er sprake van een eerste planfase, tot 1 juli 2021 en een tweede planfase 1 juli 2027. De maatregelen voor de eerste fase zijn straks voor 90% gehaald. Hier en daar

kunnen er nog zwakke plekken (lekken) in het systeem zitten, omdat het gebied zo groot is.’ (Respondent 9, Projectleider integrale complexe projecten Provincie Noord-Brabant) Daarnaast bezit Staatsbosbeheer het specialisme om analyses uit te voeren. Een van de maatregelen bestaat ook uit het analyseren van het gebied. Dit vindt plaats in overleg met andere actoren en de uitkomsten worden gedeeld (Respondent 8, gebiedsbeheerder Groote Peel).

De waterschappen zijn verder verantwoordelijk voor het uitvoeren van een aantal maatregelen (Provincie Limburg, 2019; Respondent 2, Projectleider Natura 2000 provincie Limburg). Voor beide waterschappen hebben deze maatregelen betrekking op het creëren van een bepaald peil van het grondwater. In beide provincies wordt hierbij een andere aanpak gehanteerd. De waterschappen geven zelf in interviews aan voldoende productiemiddelen en mankracht te hebben om in de buitengebieden de maatregelen uit te voeren.

Waterschap Limburg geeft echter aan niet veel te kunnen betekenen. Zij handelen puur op projectbasis (Respondent 4, dagelijks bestuur Waterschap Limburg). Het waterschap zou met haar capaciteiten en productiemiddelen volgens het waterschap zelf een grotere rol kunnen hebben en meer maatregelen uit kunnen voeren ten behoeve van de verdrogingsaanpak in de Groote Peel. In en rondom de Groote Peel heeft het waterschap Limburg nooit een grote rol vervult (Respondent 7, Projectleider& aanspreekpunt Natura 2000 Waterschap Limburg). Het waterschap zou een duidelijkere rol moeten hebben, de provincie Limburg zou hier meer regie over moeten hebben

(Respondent 8, gebiedsbeheerder Groote Peel). Productiemiddelen kunnen zo toenemen, het waterschap bezit namelijk meerdere middelen die bij kunnen dragen aan de verdrogingsaanpak. Bij de uitvoering van de maatregelen van het Life+ project bleek de rol van het waterschap Limburg ook al gering:

‘In de Groote Peel eigenlijk beperkt tot een stukje bewaking.’ (Respondent 7, Projectleider& aanspreekpunt Natura 2000 Waterschap Limburg)

In tegenstelling tot Waterschap Aa en Maas, deze had bij de uitvoering van het Life+ project een meer prominente rol. Vanuit de provincie Noord-Brabant werd aan het waterschap namelijk de leiding van het project overgedragen (Respondent 3, Senior Projectleider ontwerp en realisatie Waterschap Aa en Maas). Beiden waterschappen beschikken over productiemiddelen maar van de productiemiddelen van Waterschap Aa en Maas wordt meer gebruik gemaakt. Productiemiddelen bestaan uit mankracht en onderzoeksmogelijkheden.

De landbouworganisaties beschikken over een netwerk en specialisme met betrekking tot boeren in de buitengebieden van de Groote Peel. Bij het aankopen van land, door de provincies van boeren, spelen de landbouworganisaties vaak een rol door belangen te beschermen. De organisaties beschikken hierbij over het juiste specialisme, de organisaties zijn er om de boeren op zulke momenten bij te staan (Respondent 6, Projectleider, beleidsmedewerker & beleidsadviseur LLTB). Voor de fysieke aanpak bezitten de partijen geen middelen. Deze partijen bezitten hiermee beperkte productiemiddelen. Werkgroep Behoud de Peel is slechts een belangen partij, het heeft geen

productiemiddelen in dit netwerk. Competenties

De formele en juridische autoriteit om beslissingen te maken worden competenties genoemd. Op deze wijze kunnen beslissingen en besluiten worden gemaakt aangezien bepaalde partijen een hogere positie hebben (Koppenjan & Klijn, 2004). In dit onderzoek gaat het om beslissingen die betrekking hebben op de droogteaanpak in de Groote peel.

De provincies zijn volgens de wet verantwoordelijk voor de grondwaterkwantiteit. Zij kennen daarom de formele autoriteit om beslissingen op dit gebied te maken. Bij de uitvoering hebben de provincies ervoor gekozen om dit over te dragen aan andere partijen. Deze partijen worden gecontroleerd door de provincie. Wanneer partijen afspraken niet nakomen dient de provincie in te grijpen. De provincie is ook de partij die de grootste beslissingen kan nemen (Provincie Limburg, 2019).

Het maken van het plan en het nemen van beslissingen gaan in dit netwerk in samenspraak met alle partijen. Echter de provincies en beide waterschappen kennen meer autoriteit. Deze zijn vastgesteld in de Waterwet. Op basis van deze wetgeving hebben de partijen een hoge mate van autoriteit en kunnen zij knopen doorhakken. De provincies kunnen de waterschappen niet zomaar in de rede vallen, beiden kennen zij een eigen politieke basis. Ieder heeft zijn eigen ruimte waarin zij beslissingen mogen maken. Waterschappen handelen rondom de natuurgebieden, in de

natuurgebieden zijn dit de provincies in samenwerking met Staatsbosbeheer. Waterschap Aa en Maas kent meer eigen ruimte om beslissingen te nemen dan Waterschap Limburg door

mandaatverlening. Het heeft, zoals reeds beschreven, ook meer taken en terrein om beslissingen over te nemen. Er is vanuit de provincie Noord-Brabant namelijk op projectbasis mandaat verleend aan het Waterschap Aa en Maas.

Staatsbosbeheer kan bij het uitvoeren van het verdrogingsbeleid eigen beslissingen nemen, zij zijn immers verantwoordelijk voor de uitvoering. Vaak gebeurt dit wel nog in samenspraak met de provincies. Zo is er contact met de ecologen van de provincies. De provincie Limburg moet waken dat het zich niet te veel met de uitvoering gaat bemoeien (Respondent 8, gebiedsbeheerder Groote Peel).

De natuur- en landbouworganisaties kennen weinig tot geen formele bevoegdheden en kunnen daarom weinig directe beslissingen nemen. Indirect kunnen zij wel invloed uitoefenen op beslissingen. Dit kan wanneer zij betrokken worden om beslissingen te nemen. Wanneer dit niet gebeurt is het mogelijk om een beslissing formeel aan te vechten, voor de rechter bijvoorbeeld. Kennis

Kennis is nodig om een oplossing te kunnen bedenken voor een probleem. Kennis die is opgedaan is moeilijk door te geven en andere partijen kunnen afhankelijk zijn van deze kennis. Mede daarom is kennis een cruciaal middel (Koppenjan & Klijn, 2004).

De provincies hebben in hun organisaties al een groot deel kennis van zaken rondom water en verdrogingsaanpak. Zo hebben ze eigen ecologen en hun eigen meetnetten, ook in de Groote Peel (Respondent 2, Projectleider Natura 2000 provincie Limburg, Respondent 3, Senior Projectleider ontwerp en realisatie Waterschap Aa en Maas, Provincie Limburg, 2019). Deze kennis hebben zij nodig om de monitoring te doen in de gebieden waar uitvoering plaatsvindt. Zij hebben veel kennis over wat zich in het natuurgebied zelf afspeelt. De provincie Noord-Brabant heeft een aantal medewerkers die zowel in dienst zijn van het Waterschap Aa en Maas als van de provincie, hierdoor neemt het kennisniveau bij beide organisaties toe.

De waterschappen bezitten een hoop kennis over de aanpak met grondwater. Beide waterschappen bevestigen dat. De kennis die zij bezitten gaat over de aanpak van water buiten het natuurgebied. Hier voeren zij ook de meeste projecten uit. Wanneer partijen gelijke projecten vaker uitvoeren neemt de kennis toe en zal uitvoering sneller verlopen:

´Juist omdat wij de uitvoering doen, en we al in de uitvoering zitten, wordt het leven eenvoudiger.’ (Respondent 3, Senior Projectleider ontwerp en realisatie Waterschap Aa en Maas) Het Waterschap Aa en Maas heeft bij de aanpak van de verdrogingsbestrijding duidelijk meer taken en bevoegdheden dan het Waterschap Limburg (Respondent 8, gebiedsbeheerder Groote Peel; Respondent 3, Senior Projectleider ontwerp en realisatie Waterschap Aa en Maas; Respondent 7, Projectleider & aanspreekpunt Natura 2000 Waterschap Limburg). Hierdoor is de kans aannemelijk groter dat zij meer relevante kennis bezitten die kan helpen bij de verdrogingsaanpak in de Groote Peel. Waterschap Aa en Maas is beter bekend met het terrein en hebben ook meer contact met Staatsbosbeheer (Respondent 8, gebiedsbeheerder Groote Peel).

Staatsbosbeheer bezit over de meeste kennis in het netwerk als het gaat over het gebied zelf. Het is immers de terreinbeheerder in dit gebied. Staatsbosbeheer heeft tevens de beschikking over ecologen en wordt door beide provincies meegenomen in het nemen van beslissingen. Zij zijn de enige partij die grensoverschrijdend te werk gaat bij de uitvoering. Staatsbosbeheer is bekend met het gehele gebied, anders dan bijvoorbeeld de provincies die merendeel geïnteresseerd lijken in hun eigen gedeelte grondgebied van de Groote Peel.

De Landbouworganisaties hebben kennis over hoe zij boerenbelangen het beste kunnen behartigen. Door zaken die zij in het verleden al hebben meegemaakt bezitten zij kennis om op huidige zaken te anticiperen. Zij kunnen voor boeren een welkome bijdrage leveren bij onderhandelingen met provincies en waterschappen. Denk hierbij aan het aankopen van gronden waarbij boerenbelangen in het geding kunnen komen. Landbouworganisaties hebben ook kennis op het gebied van

grondwater en welke invloed het heeft op land- en tuinbouwbedrijven. Daarnaast hebben de landbouworganisaties veel contacten met boeren. Het zijn namelijk partijen die opkomen voor hun rechten. Ze hebben dus ook kennis, en kunnen deze kennis snel raadplegen, van boeren in de omgeving van de Groote Peel.

De Werkgroep Behoud de Peel lijkt veel kennis te bezitten. De kennis die zij bezitten heeft betrekking op de natuur. Uit het interview blijkt dat deze partij goed op de hoogte is van de actualiteit en graag

haar steentje bij wil dragen aan het behoud van het natuurgebied (Respondent 5, Voorzitter

Werkgroep Behoud de Peel). Andere actoren zijn niet afhankelijk van deze partij haar informatie. Uit de interviews blijkt dat de andere actoren in bezit zijn van dezelfde kennis.

Legitimiteit

Bij legitimiteit gaat het over draagkracht die een partij in een netwerk bezit. Legitimiteit van een bestuur kan hoger zijn wanneer het gekozen organen betreft (Koppenjan & Klijn 2004). Hoe meer legitimiteit een actor heeft, hoe meer acceptatie er is van andere actoren om beslissingen en besluiten door deze actor te laten nemen.

De besturen van de provincies en waterschappen zijn gekozen besturen. Dit brengt met zich mee dat deze partijen hoge mate van legitimiteit kennen. Wanneer zij handelen tegen de zin in van de kiezers zal dit bij de volgende verkiezingen niet in het voordeel van de bestuurders werken. Ze zullen er dus veel aan doen om de kiezers tevreden te houden. Deze partijen dienen er wel voor te waken dat zij de belangen van iedereen blijven behartigen en niet de belangen van enkele mensen te behartigen in de angst om stemmen te verliezen. Uit de interviews blijkt dat het bij de provincie Limburg hier in het verleden bij enkele gevallen is ingeschoten.

Staatsbosbeheer kent geen gekozen organen, maar komt op voor de belangen van de natuur. Het is een organisatie die van nature als erg betrouwbaar wordt gezien, zo blijkt uit de interviews. Er komen uit de interviews geen slechte oordelen naar voren over het handelen van Staatsbosbeheer. De landbouw- en natuurpartijen kennen ook legitimiteit, zo geven zij zelf aan. Zij komen collectief op voor de belangen van boeren. Werkgroep Behoud de Peel is ook een belangengroep, het stelt zelf dat het opkomt voor belangen van de natuur. Echter andere partijen kunnen dit anders zien. Waterschap Limburg en de LLTB zien deze partij niet als een belangengroep maar meer als een actiepartij. De reden hiervoor is dat de werkgroep meer probeert in te gaan tegen alle initiatieven dan dat ze belangen behartigt (Respondent 7, Projectleider & aanspreekpunt Natura 2000

Waterschap Limburg). Dergelijke partijen worden door Koppenjan en Klijn (2004) wel gezien als legitieme organisaties.

Bovenstaande gegevens zijn hieronder uitgewerkt in een tabel die in een oogopslag weergeeft welke middelen partijen bezitten. Er wordt een score gegeven van nul, een, twee of drie. Nul op basis van wanneer een actor de middelen niet bezit. Eén bij enkele middelen, twee bij gemiddeld en drie bij veel middelen. De schaal hangt samen met de afhankelijkheid, die in de volgende paragraaf besproken wordt. Bij score nul en één zal er lage afhankelijkheid zijn van de betreffende actor. Bij een twee zal deze gemiddeld zijn en bij driehoog (Koppenjan, 2004, p. 146). Op basis hiervan is de onderstaande schaalverdeling gemaakt.

Organisatie Financiële

middelen Productie-middelen Competenties Kennis Legitimiteit

Provincie Limburg +++ + +++ +++ +++ Provincie Noord- Brabant +++ + +++ +++ +++ Waterschap Limburg + ++ ++ ++ +++ Waterschap Aa en Maas + +++ +++ +++ +++ Staatsbosbeheer + +++ ++ +++ ++ LLTB + ++ ++ ZLTO + ++ ++ Werkgroep behoud de Peel + ++