• No results found

4. Methodologisch kader

5.3.3 Percepties, doelen en belangen

Het hoofdprobleem binnen het netwerk is de verdroging van de Groote Peel. Uit de interviews blijkt dat actoren hier in meer of mindere mate mee eens zijn. Er is een verschil in de belangen die de partijen in het gebied hebben.

De landbouwpartijen, de LLTB en de ZLTO, komen op voor de belangen van boeren, landbouw en tuinbouw. Zij richten zich op de gebieden rondom het natuurgebied. Zij kunnen de aanpak van verdroging in de Groote Peel als nadelig zien. Wanneer de verdroging in het natuurgebied wordt aangepakt, door bijvoorbeeld water langer vast te houden of beregening van omliggende gebieden te stoppen, kan dit effecten hebben op de buitengebieden en daarmee op gebieden in het bezit zijn van boeren. Het kan zijn dat boeren minder tot geen water meer mogen onttrekken en dat landerijen worden opgekocht. Wanneer er geen water meer onttrokken mag worden door boeren kan dit nadelige effecten hebben op de productie. Van belang voor de landbouwpartijen is dat er rekening wordt gehouden met de boeren wanneer er bepaalde (extra) maatregelen worden doorgevoerd. Er moet niet alleen naar de natuur gekeken worden. Een manier om hieraan uit te komen is op een juiste manier samen te werken met veel overleg (Respondent 6, Projectleider, beleidsmedewerker & beleidsadviseur LLTB). De landbouwpartijen hebben er ook belang bij dat er gekeken wordt naar de positie van boeren.

Haaks op de belangen van de landbouwpartijen staan de belangen van de Werkgroep behoud de Peel en Staatsbosbeheer. Zij zien de belangen van de natuur centraal staan.

‘Van oudsher is de tegenstelling rondom het water groot. We zijn al lang bezig geweest met het maken van plannen met een balans tussen natuur en landbouwontwikkeling, vind je deze balans en is deze wettelijk goedgekeurd.’ (Respondent 2, Senior Projectleider ontwerp en realisatie provincie Limburg)

Werkgroep behoud de Peel streeft de natuurbelangen strikt na. De belangen van de landbouw hebben zij op de tweede plaats staan. Staatsbosbeheer draagt er zorg voor dat de natuur behouden blijft of zichzelf verder kan ontwikkelen. Hierbij handelt Staatsbosbeheer in het belang van de natuur. Het houdt bij de uitvoering wel rekening met de gevolgen voor andere belangen zoals de landbouw.

De waterschappen hebben ook belangen in de omliggende gebieden. Waterschappen kunnen in de omgeving van natuurgebieden ingrijpen en sturen op waterstanden, mits de provincie hier opdracht voor geeft. Waterschap Limburg kent echter weinig taken en zou graag meewerken aan de belangen van de natuur in de buitengebieden. In het verleden is dit wel gebeurd, bijvoorbeeld met het

betrekken van het waterschap bij de aanleg van damwanden rondom het gebied (Respondent 4, dagelijks bestuur Waterschap Limburg; Respondent 7, Projectleider & aanspreekpunt Natura 2000 Waterschap Limburg). Uit de interviews en documentanalyse blijkt dat Waterschap Aa en Maas een uitvoerende taak van meer betekenis heeft en opkomt voor de natuurbelangen in en rondom het natuurgebied van de Groote Peel. Deze uitvoerende taak heeft merendeel betrekking op het Brabantse gedeelte, maar in het verleden ook voor het gehele natuurgebied (Respondent 3, Senior Projectleider ontwerp en realisatie Waterschap Aa en Maas; Respondent 2, Senior Projectleider ontwerp en realisatie provincie Limburg; Waterschap Aa en Maas, 2019).

Het belang van de provincies is divers. Provincies streven binnen het natuurgebied hun natuurbelangen na. Daarnaast zijn het ook partijen die handelen in de buitengebieden en ook rekening dienen te houden met de belangen die hier gelden. Voor de provincies staan wetgeving en richtlijnen centraal. Van belang is dat alle maatregelen, zowel in als rondom het gebied, worden uitgevoerd zoals is vastgelegd (Provincie Limburg, 2019.

Afhankelijk van besturen in de provincies kunnen bepaalde belangen soms zwaarder wegen. De ene politieke partij in een provincie bestuur is namelijk meer voor de landbouw de ander meer voor de natuur. In het netwerk wordt dit ook gemerkt. Werkgroep behoud de Peel ziet dat aan Limburgse zijde vooral een bestuur gevormd is dat landbouwbelangen nastreeft. Dit is onder andere terug te zien in slechte handhaving. Een voorbeeld hiervan is het niet controleren van de peilen in de buitengebieden wat de landbouw ten goede komt maar ten nadele gaat van de natuur.

‘Je hebt in Limburg een bestuur met landbouwbelangen. CDA, et cetera, het is er niet veel beter op geworden. Maar kortom waar het om gaat, het zal voor de natuur er niet veel beter op worden. Ook daar is weer een groot verschil met Brabant. Ja Brabant heeft een heel andere samenstelling van hun provinciebestuur. Limburg gaat veel meer voor het boerenbelang. Ook al is er een provinciebestuur

met boerenbelangen, dan zou het niet zo mogen zijn dat ze de Europese regelgeving kunnen gaan negeren en omzeilen.’ (Respondent 5, Voorzitter Werkgroep Behoud de Peel)

De belangen van de provinciebesturen kan dus afhangen van de samenstelling. Dit kan tevens ook gebeuren bij waterschappen. Waterschappen kennen ook gekozen vertegenwoordigers,

samenstellingen van het bestuur kunnen daarom verschillen.

In het netwerk vinden wel bestuurlijke overleggen plaats. Hierin komen de besturen met verschillende zienswijzen samen om te kijken hoe zij met belangen om gaan. In bestuurlijke overleggen wordt er getracht zo ver mogelijk overeen te komen over verschillende belangen

(Respondent 3, Senior Projectleider ontwerp en realisatie Waterschap Aa en Maas). Uit de interviews blijkt dat dergelijke overleggen te weinig voorkomen.

Koppenjan en Klijn (2004, p.139) stellen dat partijen in een netwerk verschillende ideeën hebben over het probleem, dit komt omdat de belangen tussen partijen verschillen. Uit de interviews in dit onderzoek komt naar voren dat partijen verschillend denken over de verdroging in het natuurgebied de Groote Peel. Maar het er over het algemeen mee eens zijn dat verdroging ten koste gaat van de natuur en dat dit beperkt en voorkomen moet worden.