• No results found

Portret van Fazil K., Student HBO, 22 jr

In document VU Research Portal (pagina 138-144)

4 Kaderleden in beeld

4.3 Portretten van kaderleden van de Mevlana Moskee

4.3.2 Portret van Fazil K., Student HBO, 22 jr

Op het moment dat Fazil in Turkije geboren wordt, werken zijn vader en opa reeds in Nederland. in het kader van de gezinshereniging komt Fazil in Nederland als hij één jaar oud is. In Nederland leidt hij een geregeld leven. Voor Fazil hebben het geloofsonderricht in de Mevlana moskee in zijn jeugdjaren en de vormingsactiviteiten van het Jongerencentrum MGT en die van dezelfde moskee in zijn middelbare school periode een bepalende rol gespeeld bij het verkrijgen van de kennis over islam.

Zijn vader, die in Turkije naar school is geweest, opent in Nederland een groentezaak en werkt later als taxichauffeur. Zijn ouders voeden Fazil streng op in de basisschoolperiode. Bedtijd is om acht uur en buiten spelen mag maar één uurtje per dag. Als kind vond Fazil deze strakke opvoeding niet zo leuk, maar nu is hij zijn ouders er dankbaar voor. Vanaf zijn tiende jaar wordt de moskee Fazil ’s tweede huis. Hij brengt daar zoveel tijd door, dat het in de lijn der verwachtingen ligt dat hij er zelf ook als vrijwilliger zal gaan werken, wat ook gebeurt. Van het uitvoeren van simpele taakjes naar steeds meer verantwoordelijkheden is Fazil inmiddels opgeklommen tot vice-voorzitter van de moskee. Uit hoofde van zijn functie houdt hij zich bezig met de interne organisatie. Hij noemt zichzelf in alle bescheidenheid nog steeds vrijwilliger. Het organiseren van religieuze

137

verplichtingen en vieringen noemt Fazil als de meest vanzelfsprekende taak van de moskee. Maar daarnaast vindt Fazil het minstens zo belangrijk dat de moskee onder haar leden kennis over de islam bevordert. Daarvoor worden lezingen gehouden en boek-informatieavonden georganiseerd. Het doel van de laatste activiteit is om het lezen onder de moskee-leden te stimuleren. Los daarvan vindt Fazil het sociale aspect van het bij elkaar komen en samen wat kletsen onder het genot van een kopje thee of koffie, ook heel belangrijk.

Fazil neemt deel aan het ‘Broer-Broertje-Project’ (Abi-Kardeş98-project). Hij heeft één jongen onder zijn hoede, bij wie hij op huisbezoek gaat en die hij soms meeneemt als hij naar een andere stad gaat. Volgens Fazil zijn de huisbezoeken eigenlijk het beste voor de begeleiding; die worden door zijn pupil ook leuk gevonden. Uiteraard wordt daarbij de nodige aandacht geschonken aan de schoolloopbaan en de vrijetijdsbesteding van de ‘jongere broer’. Fazil is enthousiast over de effectiviteit van dit project. Er wordt na verloop van tijd daadwerkelijk een positieve verandering waargenomen bij de jongens. Een voorbeeld daarvan is dat “zo´n jongen steeds zwaardere taken en verantwoordelijkheden op zich neemt. Eerst is hij iemand die geholpen wordt, en later helpt hij zelf de andere jongeren”, aldus Fazil.

De moskee is er volgens Fazil niet alleen om haar gasten te verwelkomen, maar ook om naar buiten te treden in de wijk, en banden aan te gaan met andere organisaties in Bos en Lommer. Hij voelt dat de moskee een verantwoordelijkheid heeft om iets te betekenen voor de wijk en haar bewoners “Mensen vertrouwen je en hebben verwachtingen. Je moet wat betekenen voor die mensen.” Anderen helpen voelt voor Fazil als een soort plicht. “Als je dat niet doet, wordt je op de Dag des Oordeels ter verantwoording geroepen”, aldus Fazil. Dat helpen niet altijd mee valt, heeft Fazil ook

98 Abi-Kardes-project: broer-broertje project, plus zorgen dat het overal op dezelfde manier wordt aangeduid.

138

ondervonden. Meerdere keren is hij geschrokken van de problemen van de mensen in de wijk. Zo bracht Fazil als veertienjarige een keer een voedselpakket naar een Nederlands echtpaar. Het was inmiddels duidelijk geworden dat armoede een serieus probleem was in Bos en Lommer. De erbarmelijke omstandigheden waaronder dit oudere echtpaar leefde, hebben hem versteld doen staan. Tot die tijd dacht hij niet dat er veel armoede was onder Nederlanders, dat de ouderen vaak in een woon-zorginstelling leefden, maar dit waren mensen die echt in nood zaten. Deze ervaring zal Fazil niet snel vergeten. “Ik was toentertijd nog jong”, verklaart hij. Later zou het project ‘Voedselpakket’ van de moskee resulteren in de oprichting van de ‘Voedselbank Bos en Lommer’. Toch denkt Fazil dat armoede relatief gemakkelijk te verhelpen is. Elke organisatie zou volgens hem ruimte kunnen creëren om overtollige etenswaren, zoals rijst of brood tijdelijk te bewaren, om het later te verdelen onder arme gezinnen.

Een andere ervaring die Fazil gevormd heeft, is toen op zekere dag een Turkse jongen van 16-17 naar de moskee kwam, omdat hij thuis getuige was geweest van huiselijk geweld. De jongen leed onder de situatie en wilde het geweld een halt toeroepen. Hij overwoog zelfs om zijn eigen vader te vermoorden, zodat zijn moeder rust zou hebben. Daarom stelde hij de imam de vraag of hij dan in de ogen van God een zondaar zou zijn, en hoe zwaar de straf zou zijn in hiernamaals. Er is toen heel duidelijk uitgelegd dat vermoorden in de islam niet mag, omdat doden een grote zonde is en bovendien geen oplossing is voor de situatie. Volgens Fazil ontbrak het de jongen aan de nodige basale kennis over de islam, en werkte het gesprek verhelderend. Sindsdien komt hij regelmatig naar de moskee, samen met zijn vrienden. Voor de bemiddeling bij dit soort familieproblemen worden Fazil en zijn medebestuursleden nog niet ingezet vanwege hun jonge leeftijd. Wel worden ze benaderd wanneer de problematiek specifiek om jongeren draait. Soms wordt Fazil verdrietig door alle

139

narigheid die hij hoort. Fazil vertelt over jongeren die in zijn ogen verdwalen: “We horen dit alles. De situatie maakt ons voortdurend verdrietig, des te meer, omdat deze jongeren ónze jongeren zijn in de zin dat ze hier in de moskee ooit les hebben gehad. Ze zijn in de buitenwereld verdwaald en verdwenen.” Fazil ziet het als zijn taak om zich extra in te spannen, om deze kinderen weer terug te brengen naar het juiste pad. Soms komen ouders voor hun kinderen, maar raken ze ook aan de praat over hun eigen problemen. Ook ouderen die met hun brieven van officiële instanties komen, vertellen vaak wat er allemaal speelt in de thuissituatie. Natuurlijk blijft de informatie vertrouwelijk, daar gaan de mensen vanuit. “Ze vertrouwen ons in alles” aldus Fazil.

Fazil geniet ook buiten zijn gemeenschap vertrouwen. Hij is in de buurt opgegroeid en bekend onder alle jongeren. Hij onderhoudt contacten met organisaties die van meerwaarde zijn voor hun wijk. Fazil vindt dat de samenwerking goed verloopt met organisaties als het Bos en Lommer Interreligieus Beraad (BLIB), de Buurtparticipatie, de Voedselbank, met scholen en met het Stadsdeel. Er heerst volgens hem onderling vertrouwen. Het streelt hem dat de stadsdeelvoorzitter de Mevlana moskee meerdere keren ‘haar beste partner’ heeft genoemd. Hij ziet wat de reden hiervan is – de moskee heeft toegang tot haar achterban, een toegang die het Stadsdeel tot die groep niet heeft. Fazil verleent vaker medewerking aan andere organisaties wanneer die zelf geen toegang hebben tot de achterban van de moskee. De samenwerking met de afdeling ‘Jeugd’ van het Stadsdeel Amsterdam-West, die niet alle Turkse ouders kon bereiken, is daar voorbeeld van. De Vrouwenvereniging betrekt dan de moeders erbij, en de moskee de vaders. Er zijn meer organisaties waarmee wordt samengewerkt. Zo werkt de moskeevoorzitter samen met de stichting ‘Samen Wonen - Samen Leven’ (SWSL) in een armoedeproject. Met de BLIB werkt hij samen in een interreligieus overleg en met de Protestantse Diaconie in de Voedselbank. Samenwerking is er ook

140

geweest met het kunstenaarscollectief ‘Pink Pony’ en ‘Kunst in de Buurt’. In het kader van dat laatste werd er vier weken lang op straat een film vertoond die het leven in Bos en Lommer in beeld bracht. Niet alleen de toegang tot de achterban is een reden voor samenwerking, maar ook inhoudelijke overwegingen zoals de meerwaarde voor het welzijn van de bewoners. Fazil kijkt wel of de samenwerking met het Stadsdeel of met andere organisaties ook daadwerkelijk in het belang is van de eigen achterban of van de overige wijkbewoners. Zo niet, dan wordt er niet op de voorgestelde vraag naar samenwerking ingegaan. Dat ze werden uitgekozen om samen met het Stadsdeel, de woningbouwcorporatie Rochdale, het Amsterdam Energiebedrijf en het kunstenaarscollectief het ‘Oud-Brood’-project te starten, ervaart Fazil als een teken van vertrouwen.

Fazil ervaart zeker ook de mooie kant van het helpen. Hij weet vertrouwen te wekken onder de mensen met wie hij werkt. Zo was een moeder van één van zijn voormalige pupillen van het abi-kardeş-project langs gekomen. Het was een vrouw die tien jaar geleden gescheiden is van haar man die in Turkije woont. Deze moeder had vier dochters en één zoon. Omdat deze voormalige pupil van 14-15 jaar thuis telkens over Fazil sprak, kwam zijn moeder op het oudergesprek om over haar zoon te praten. In dat gesprek praat de moeder ook over haar eigen situatie, dat zij als alleenstaande moeder de gehele verantwoordelijkheid voor de opvoeding van de kinderen op haar schouders heeft en dat het niet altijd meevalt. Een andere keer kwam er een vader langs, die Fazil vroeg met zijn zoon te spreken. Niet alleen wilde de vader graag dat zijn zoon meer deel zou nemen aan de activiteiten van de moskee, maar ook dat hij geholpen zou worden bij de problemen betreffende zijn identiteitsontwikkeling.

Fazil was betrokken bij de samenwerking met de Protestantse Diaconie, rondom Somalische asielzoekers. Gezamenlijk vroeg men zich af wat ze voor die asielzoekers konden betekenen. Fazil en zijn

141

bestuur zagen dat de asielzoekers eten nodig hadden, dat ze warm water nodig hadden en ook behoefte hadden aan communicatie. “Toen hebben we besloten om drie dagen lang dagelijks warme maaltijden te verzorgen”, aldus Fazil en hij vervolgt: “Daarnaast hebben we ook aangeboden dat ze van de douche van de moskee gebruik mochten maken. Ze komen nog steeds hier langs voor een douche.”

Fazil doet zijn werk in de moskee voor Allah (sevab en ecir99, hayır100 ). Fazil wil iets betekenen voor mensen. Als hij dat niet zou doen, zou hij zich niet prettig voelen, omdat hij dan geen gebruik maakt van de mogelijkheden die hij heeft. Fazil voelt het als een religieuze plicht om zich in te zetten voor de jeugd en het gezin. De gezinsverbanden die onder druk staan, worden hersteld, voor jongeren die buitenhangen worden alternatieve activiteiten georganiseerd.

Voor Fazil is zijn opa een voorbeeld geweest. Hij beschrijft hem als een heel vrijgevige en ook zeer behulpzame man. Niet alleen hield deze opa er zelf van om mensen te helpen, hij zei ook tegen zijn familie: “Als je mijn naam wil dragen, moet je niet alleen aan je zelf denken, maar moet je de anderen ook helpen.” Daarnaast heeft de imam van de buurtmoskee Fazil geïnspireerd. Er gingen weliswaar geruchten dat deze imam klappen uitdeelde, en Fazil was daar ook wel bang voor, maar het bleek een goede en kundige imam te zijn, iemand die hafiz was101. Hij beloonde de kinderen als ze succesvol waren. Vanaf de eerste dag vond Fazil het leuk in de moskee. Later sprak Fazil deze man zelfs aan met ‘oom’. Zelf denkt hij dat het waarschijnlijk door deze ‘oom’ kwam, dat hij altijd uitkeek naar het weekend, om weer les van hem te krijgen. Voor Fazil voelt het leven in de moskee als het leven met familie. De band onder de jongeren is zo sterk, dat ze elkaar

99 Beloning door God voor de inzet voor een ander zonder tegenprestatie.

100 Het goede.

142

bellen als ze elkaar een dag niet zien. Ze zien elkaar meer dan hun eigen familie. Fazil let er erg op hoe hij zich gedraagt; hij ziet zichzelf als rolmodel voor de jongeren. De positie in het bestuur brengt veel verantwoordelijkheden met zich mee, aldus Fazil. Niet alleen tegenover de moskee-gemeenschap, maar ook tegenover de maatschappij, de buren en de school. Fazil moet voorzichtig zijn, vindt hij, op alles letten, op zijn uitspraken op zijn woorden, op zijn afspraken. Alles wat Fazil voor de achterban doet, beschouwt hij als een dienst aan God. Omdat Fazil ervan uitgaat dat hij aan God rekenschap verschuldigd zal zijn, put hij inspiratie uit een uitspraak van de profeet Mohammed: “De beste onder jullie is degene die het beste doet voor de mensen.

In persoon van Fazıl zien we hier een kaderlid dat zijn betrokkenheid zowel binnen moskee als daarbuiten plaatst tegen de achtergrond dat hij gesocialiseerd is in de moskee. We zien hier een kaderlid dat harmonie creëert tussen verschillende velden van zijn leven. Een manier van religiositeit die hem in staat stelt al zijn activiteiten samenhangend en zinvol te ervaren. Wellicht is het omgekeerde ook denkbaar: een actief en betrokken bestaan dat een eigen manier van religiositeit een plek geeft.

In document VU Research Portal (pagina 138-144)