• No results found

Port Arthur

In document Neerlandia. Jaargang 4 · dbnl (pagina 104-111)

DE kolonie Nederland, een half uur ten noorden van Port Arthur aan de Golf van

Mexico, is nog maar van jongen datum.

Einde 1897, begin 1898 vestigden er zich de eerste Hollanders.

De heer P.J.VANHEININGEN, secretaris van den Kolonisten-Bond te Nederland

Jefferson County, beantwoordde de onderstaande vragen, gedaan door iemand, die

naar Texas wilde emigreeren:

VRAAG1. Zijn in het algemeen de vooruitzichten in de kolonie voor een Hollandsch

landbouwer of veehouder gunstiger dan in Holland zelf?

ANTWOORD. Voor een landbouwer zijn de vooruitzichten gunstiger, doch niet voor een veehouder.

VRAAG2. Is het klimaat er gezond? ANTWOORD. Het klimaat is hier gezond.

VRAAG3. Wat is de prijs van gunstig gelegen en vruchtbaar land?

ANTWOORD. De prijs van gunstig gelegen land is 25 dollar per acre, vruchtbaar land is hier zoo goed als niet, maar door veelvuldige bewerking kan men den grond zeer verbeteren.(1)

VRAAG4. Heeft men in de kolonie goeden afzet voor de gewassen?

ANTWOORD. Een geregelde afzet van gewassen hebben wij hier niet, toch zijn wij altijd onze vruchten kwijt geraakt door ze in de naburige steden Beaumont of Port Arthur uit te venten, of aan winkels te verkoopen. Wij verwachten dat dit na verloop van tijd beter wordt.

VRAAG5. Zijn bouwmaterialen er duur?

ANTWOORD. De prijzen van bouwmaterialen zijn redelijk, op heden echter zijn de prijzen aanmerkelijk hooger.

VRAAG6. Is het noodig Engelsch te kunnen spreken?

ANTWOORD. Het is niet bepaald noodig dat men Engelsch spreekt, ofschoon het iedereen zeer te stade komt.

(1) Uit inlichtingen, ons welwillend door het Amsterdamsch agentschap der Port Arthur

Land-Company verstrekt, blijkt ons, dat de prijzen 20, 25, 30, 35 en 50 dollar zijn naarmate

het land veraf of dichtbij ligt.

VRAAG7. Zoudt u aan degenen, welke in Holland een vrij goed bestaan hebben,

nog aan kunnen raden om naar Z.O. Texas te emigreeren?

ANTWOORD. Het maakt een zeer groot verschil of iemand ongetrouwd is, dan wel een huisgezin met kinderen heeft. In het eerste geval is zulks niet aan te raden, in het andere geval zou u dit ten voordeele der kinderen moeten doen, anders is het ook niet aan te raden.

VRAAG8. Zijn er reeds veel Hollandsche boeren?

ANTWOORD. Onze Hollandsche vereeniging telt 20 leden, welke alle in het vak werkzaam zijn; verder zijn er nog vele Hollandsche werklieden.

Ten slotte gaf de heer Van Heiningen nog de volgende inlichtingen.

De beste tijd om zich hier te vestigen is naar mijn inzien omstreeks half October, begin November.

De prijs van goede paarden bedraagt ongeveer 120 à 140 dollar per span, evenwel zijn muilezels beter aan dit klimaat gewend en kunnen zij de hitte beter weerstaan.

De prijs van een goed span muilezels bedraagt ongeveer 150 à 170 dollar. Op heden zijn de prijzen aanmerkelijk hooger van beide, veroorzaakt door den oorlog tusschen Engeland en Transvaal.

De prijs van koeien is ongeveer 50 à 70 dollar. Men heeft hier Jersey en Durham als melkkoe.

De prijs van schapen zou ik moeilijk kunnen opgeven, men ziet ze hier zoo weinig, misschien tusschen 4 en 10 dollar per stuk.

Wanneer men naar hier emigreert, kan men zich voorloopig in het hotel vestigen, een Hollander heeft het beheer daarover, men kan daar zoolang vertoeven tot men zich een huis gebouwd heeft, tegen een redelijken prijs.

De heer WILLEMBEUKERSte Schiedam zond ons de volgende antwoorden op de bovenstaande vragen. Voor belanghebbenden een goede gelegenheid ter vergelijking.

1. Voor een veehouder beslist niet. Er zwerven duizenden stuks vee onbeheerd haast door de prairiën, alleen voorzien van een brandmerk en behoorende aan een klein aantal kapitalisten. Goede Hollandsche rassen ontaarden er spoedig en het vleesch in Texas is slecht. De hooge temperatuur 's zomers werkt niet gunstig op het maken van boter en kaas, anders dan voor gebruik in de

onmiddelijke omgeving. Wat de landbouwers betreft, deze hebben zonder twijfel een beter bestaan in Texas dan in ons land, mits zij, alvorens te koopen, een degelijk onderzoek instellen naar den grond, waar zij hun tenten denken op te slaan. Ook moeten zij zich bij den aankoop laten leiden door het advies van een vertrouwd, daar ter plaatse wonend persoon, waarbij ik in de eerste plaats denk aan den heer LANS, voorzitter van den farmersbond in de kolonie Nederland. 2. In den winter regenachtig, bij uitzondering vriezend, des

39

zomers zeer heet. Ik heb met gehoord, dat het er ongezond is maar wanneer de rijstbouw toeneemt en eene haast tropische zon zich spiegelt in de onmetelijke, onder water gezette landouwen, dan vrees ik voor moeraskoortsen. Tot nu toe gaat het goed.

In Port Arthur zelf is het 's zomers iets frisscher, daar het dichter bij zee ligt. 3. Het land, dat mijne kennissen in 1897 kochten, in het centrum der kolonie,

kostte 16 dollar en was in het begin van 1899 gestegen in waarde tot 20 dollar per acre (circa een kwart bunder). Vlak bij Port Arthur kost het 50 en meer. Intusschen kan er veel veranderd zijn in een jaar, vooral als de bekende speculatiegeest zich er mee bemoeit.

4. Voor rijst wel, voor aardappelen, groente enz. nog niet voldoende, d.w.z. er wordt te veel verbouwd voor de omgeving en te weinig om per waggons naar een groote stad, b.v. Kansas City, te zenden. Dit zal echter door samenwerking beter worden.

5. Neen, want men bouwt uitsluitend met hout en een half uur sporens naar het noorden voert u in Beaumont, een nijver plaatsje vol houtzagerijen.

Voor 500 dollar bouwt men een goed huis.

6. Neen, maar het is wenschelijk zich op die taal toe te leggen, wanneer men eenmaal daar is.

7. Neen, dat zou ik niet. Een landbouwer moet daar minstens even hard werken onder een afmattend klimaat. Hij is met een klein aanvangskapitaal er spoediger onafhankelijk dan in ons land, maar hij moet niet denken dat hij er Amerikaansch rijk zal worden. Daarenboven doet hij van veel goeds afstand wanneer hij den vaderlandschen bodem verlaat, hij offert veel op, wat niet zoo direct onder cijfers is te brengen, maar van welke offers hij zich eerst rekenschap begint te geven, als hij in het vreemde land zijne herinneringen laat spelen. Vrij goed in oud Holland is beter dan goed in Texas.

8. Ja, er zijn er heel wat. Ik weet niet juist hoeveel, maar ik schat het aantal in de kolonie Nederland op 20 huisgezinnen in 1899.

Uit het schrijven van den heer Willem Beukers nemen wij nog de volgende algemeene inlichtingen over:

Van 1 tot 17 Januari 1899 was ik in de kolonie Nederland, omstreeks een half uur sporens van Port Arthur gelegen. Port Arthur zelf is een klein plaatsje, aan het eind van den Kansas City Port Arthur spoorweg, niet onmiddelijk aan de golf gelegen, maar er van gescheiden door een onbewoonde strook grond en verbonden door een kanaal, dat thans, naar ik verneem, bijna op diepte van 20 voet is uitgegraven. Het doel van den spoorweg is een verbinding te hebben van de golf met Kansas City (het centrum van graanproductie) korter dan die over Galveston en N. Orleans en zoodoende een groot deel van den uitvoer der golfhavens tot zich te trekken. Port Arthur zelf is geheel op deze speculatie gebouwd en in de hoop, dat de vlieger op zal gaan en de stad zich zal uitbreiden, zijn de gronden in de onmiddellijke nabijheid zoodanig in waarde gestegen, dat de eigenlijke landbouw daar niet loonend is, wel tuinbouw en fijne groenten, hoewel de stad toch weer geen afzetgebied is voor beoefening op groote schaal. De emigrant moet dus meer het land in en, zooals ik reeds opmerkte, een half uur verder ligt de Hollandsche kolonie Nederland, waar

zich een aantal Nederlanders reeds gevestigd hebben. Zij is het eerste station op de spoorlijn Port Arthur naar Kansas City. De grond is hier goed, hoewel niet ten volle beantwoordende aan de verwachtingen. Tot dusverre moest men tenminste voor den aardappelbouw katoenzaad-kunstmest gebruiken, maar de land-Company schrijft dit toe aan het eeuwen lang braak liggen. Volgens de laatste berichten schijnt rijstbouw daar aangewezen en zeer loonend te zijn, maar daar rijstland zeer vlak moet zijn, omdat de plant onder water moet groeien, zijn de mooiste stukken in het centrum der kolonie en aan het besproeiïngskanaal gelegen, reeds verkocht, zoodat de nieuw aangekomene het verder moet zoeken en meer transportkosten heeft.

***

Op de vraag van de Lett. Ver. Justus van Maurik zijn drie antwoorden ingekomen, een van den heer D.J.R. Jordens te Zwolle, een van den heer J. Sander uit den Haag en een van de derde klasse der meisjes H.B.S. te Dordrecht. Dit laatste, geheel eigen, vrijwillige werk, geeft goeden moed; van onze jeugd, niet het minst van de vrouw, moet het komen; volgende geslachten moeten onze taal blijvend zuiveren van onkruid. Ouderen zitten vaak vastgeroest in vooroordeel; dat getuigen zelfs inzenders in Neerlandia.

Twee dingen dient men evenwel in het oog te houden: niet alle vreemde woorden kunnen bij ons worden gemist, en dan vooral, het aangeven van goede

overeenkomstige uitdrukkingen is betrekkelijk gemakkelijk, de moeielijkheid zit in het algemeene gebruik. Woorden als notulen, improvisatie, proza en poëzie, artikel, commissie, zijn niet meer te bannen; zij hebben burgerrecht verkregen en wie onze taal in haar verschillende tijdperken heeft bestudeerd, zal dit billijken. Voor het oogenblik echter verbiedt de ruimte nader hierover uit te weiden; eerlang zal het onderwerp in beginsel worden behandeld.

Voorloopig als voorbeeld de beste ingezonden proeven. Monogram: naamcijfer, lettergroep. Insigne: onderscheidingsteeken. Notulen: aanteekeningen.

Introductieboek: inleidingsboek (?). Improviseeren: voor de vuist spreken. Convocatiebriefje: oproepingsbriefje. Critiekcommissie (?): commissie van

beoordeeling. Alinea: nieuwe regel. Reciteeren: voordragen. Contributie: ledengeld, bijdrage. Termijn: tijd; in (bij)termijnen: in (bij)gedeelten; verschenen termijn, vervaldag. Memorie van toelichting: toelichting.

De redactie - opstelraad gaat ons niet af - zal de mannen van het Woordenboek uitnoodigen telkens hun oordeel te zeggen. Laten de leden van Justus van Maurik intusschen hetgeen zij voor deugdelijk erkennen, alvast gebruiken. Nog eens: daarin zit het bezwaar.

Mededeelingen

Uit Havana:

Ofschoon Havana een der belangrijkste havens van geheel Middel- en Zuid-Amerika is en de reede alhier dikwijls wordt bezocht door vreemde oorlogschepen, is het ruim 17, zegge zeventien jaar geleden, dat het laatste

Hollandsche oorlogsschip Havana heeft bezocht. Curaçao is slechts 3 à 4 dagen van hier verwijderd, en hoewel daar gewoonlijk een oorlogsschip is gestationeerd, schijnt het toch, dat men Havana ignoreert. In Februari waren hier 1 Fransch, 1 Noorsch, 2

Duitsche en 2 Amerikaansche oorlogsschepen; wanneer zal er hier ook eens een Nederlandsch oorlogsschip komen?

***

N.R. Ct.

Van wege het N.-I. opperbestuur is aan de Hoofden van Gewestelijk Bestuur de volgende ambtsbrief verzonden:

‘In verband met de omstandigheid, dat vele Europeesche ambtenaren bij het binnenlandsch bestuur nalieten de beoefening der Nederlandsche Taal onder de inlandsche ambtenaren aan te moedigen en sommigen onder hen zelfs meenden te moeten weigeren zich met inlanders in die taal te onderhouden, werden de Hoofden van Gewestelijk Bestuur bij de dezerzijdsche circulaire van 10 September 1890, no. 2198, gewezen op het verlangen der regeering, dat de inlandsche hoofden en ambtenaren worden aangemoedigd zich in het Nederlandsch te blijven oefenen en wordt hen opgedragen in dien zin het noodige te verrichten en te doen verrichten.

De regeering betwijfelt of haar aldus nadrukkelijk te kennen gegeven verlangen door de betrokken ambtenaren wel steeds voldoende is in het oog gehouden. Zij zou het betreuren, indien dit het geval niet mocht zijn, en de Gouverneur-Generaal heeft daarin aanleiding gevonden mij op te dragen de bovenbedoelde aanschrijving bij U in herinnering te brengen en U te verzoeken voor de goede naleving daarvan nauwlettend zorg te willen dragen’.

Een dergelijk schrijven is van de N.-I. regeering reeds in 1890 uitgegaan, maar zonder vrucht. De tijden zijn voorbij, dat de regeeringseisch, in 1900 herhaald, weder stuit op stil verzet.

***

Uit een schrijven van Mr. A. van Oven, secr. Hoofdbestuur A.N.V. Ned.-Indië, naar aanleiding van de inrichting dier groep:

‘Ik geloof, dat de uitslag van ons werk een deugdelijke fundeering zal zijn, in staat om een flink tropisch gebouw te dragen en dat we er per slot van rekening niet rouwig om zullen behoeven te wezen, dat aan die fundeering zooveel tijd, werk en

gedachtenwisseling is besteed: het zijn niet de slechtste bouwmeesters, die vóór alles veel zorg aan de grondslagen besteden!’

40

De Maart-aflevering van het Letterkundig Maandschrift onde edactie van den heer F.A.C. Ruysch (uitgave M. v.d. Boek, -Gravenhage) bevat een stukje, getiteld: Nederlandsch in Amerika.

De schrijver, de heer Van der Duyn, geeft daarin verslag van wat de Friesche Vereeniging Uetspaning troch Ynspaning ende rederijkerskamer Harmonie te Paterson, New Jersey, doen om de moedertaal in eere te houden. Door een liefdevolle beoefening van de tooneelspeelkunst stellen zij de vele Hollanders te Paterson schadeloos voor het gemis aan degelijke kunst.

Sprekend over het Friesch noemt de heer v.d. D. met eenigen trots schrijvers als Halbertsma, Hettema, Starter, Dijkstra, Japick, Salverda; kunstenaars als Alma Tadema en Pier Pander en wijst er zelfs op dat Rembrandt en Vondel hunne echtgenooten onder de Friesche Schoonen vonden.

***

De Nederlandsche Emigratie-Maatschappij voor Transvaal en Oranje Vrijstaat, komt in een klein geschrift tot het besluit: 1o. dat emigratie naar Transvaal en Oranje-Vrijstaat voor Nederlanders betere kansen oplevert dan voor andere; in Noord-Amerika hebben de Hollanders veelal met het Engelsch, in Zuid-Amerika met het Spaansch te kampen; 2o. dat vooral het landbouwbedrijf maar ook vele ambachten en vakken kans van slagen hebben in de republieken; 3o. dat vele Nederlanders willen verhuizen.

En verder: ‘Het is te bejammeren, dat de handel voor het leeuwendeel in Engelsche en Duitsche handen is, terwijl de meeste artikelen even zoo goed, zoo niet beter, uit Holland betrokkekunnen worden’.

***

Sedert Januari zijn tot het Verbond toegetreden 723 nieuw leden, onder wie 59 beschermende en 3 begunstigers.

Uit verschillende Tijdschriften.

De Aarde en hare Volken. Afl. 5, 1900.

Brieven uit den Oranje-Vrijstaat, door S. Kalff, met mooie platen.

De Dietsche Warande. Afl. 2, 1900 geheel gewijd aan Guido Gezelle. Eigen Haard.

J.A. Wormser: De Zuster-Republieken in Zuid-Afrika (vervolg).

Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Afl. 3, 1900.

De Jong: Hollandsche Musici in den vreemde.

De Gids. Afl. 3, 1900.

Zwijgen is goud, of Stilblij is ook een woord, door een Vrijstater, met inleiding van Dr. H.P.N. Muller.

Hollandsche Revue Febr. 1900.

Joe Chamberlain. - Karakterschets: O. Kamerlingh Onnes (Emigratie-Maatschappij).

De Kroniek. 4 Maart 1900.

Zuid-Afrika.

Mannen en Vrouwen van Beteekenis. Afl. 3, 1900.

J.D. van der Waals, door J.J. van Laar.

Nederland. Afl. 3, 1900.

D.C. Nijhoff: Nederland en Engeland.

Noord en Zuid. Afl. 2, 1900.

Prof. Dr. Jan te Winkel: Geschiedenis der Nederlandsche taal.

Tijdschrift van het Willems-Fonds. Afl. 2, 1900.

Dr Maurits Sabbe: Zuid-Afrikaansche poëzie.

Tweemaandelijks Tijdschrift. Maart 1900.

J.V.: H.J. Coster. † - Frederik van Eeden: Gedachten over den Afrikaander krijg. - Verwey: Tijdzangen.

Ons Tijdschrift. Rotterdam, 4ejrg., Afl. 12.

Willem de Clercq als vriend van Mr. Isaäc da Costa, door W. van Oosterwijk Bruyn.

Ons Tijdschrift (Zuid-Afrika). Jan 1900.

Artikelen gewijd aan de Z.A. geschiedenis.

De Violier. 20 Febr. 1900.

Voor de Boeren, een zeer mooie teekening, door A. Vanneste.

De Vlaamsche Kunstbode. Afl. 2, 1900.

41

Algemeen Nederlandsch Verbond.

In document Neerlandia. Jaargang 4 · dbnl (pagina 104-111)